mardi 2 janvier 2018


De eerste overpeinzingen in 2018
van een oudgediende

De ouderdom komt met gebreken maar ook met meer tijd om eens anders na te denken over wat voor ontwikkelingen er plaats vinden maar zonder die dwingende gedachte dat je daar ook aktief bij betrokken zult worden.
Zo’n après nous le déluge gevoel zoals uitgesproken door Louis 15 of Madame de Pompadour nadat de slag verloren was.
Het zijn ontwikkelingen die elkaar beïnvloeden en zo een grote invloed hebben op de samenleving.
Maar natuurlijk zijn het mijn gevoelens erover, geenszins de absolute waarheid.

In mijn simpele optiek zoals het mij ooit is onderricht is wetenschap niet een duidelijk begrip.
Voor mij zijn er so wie so twee soorten wetenschap.
De een is die waarin 2+2=4 altijd opgaat en de andere waarin dat niet het geval is.
Vroeger spraken we dan ook over de exacte wetenschappen en de geesteswetenschappen.
In het Engels Science en Scholarship, en er waren scientists en scholars.
Tussen die twee is er een essentieel verschil.
Maar vaak lopen de twee door elkaar heen en weet je niet of het de een of de andere is.
Terwijl de ene gedwongen afhangt van calculeren met vaste waarden is de andere afhankelijk van denken.
Objectief tegenover subjectief, zo’n beetje.
Wat ik altijd een beetje vermakelijk heb gevonden is dat de geesteswetenschappen, de denk wetenschap,  gaarne gebruik maken van de exacte wetenschappen om een soort objectieve waarheid te suggereren die er niet is.
De beroemde rekenmodellen spelen, zo denk ik,  in die suggestie een grote rol.
Hoewel de berekeningen exact zijn hoeft dat absoluut niet het geval zijn met de ingebrachte gegevens.

Je krijgt ook vaak als gevolg dat waar een correlatie bestaat er een oorzaak gevolg verhouding wordt aangenomen.

In veel gevallen, zo vrees ik wel eens, lijkt het er op dat iets als exacte wetenschap wordt gepresenteerd zonder duidelijk te maken dat het geen “exacte” wetenschap is maar meer het karakter heeft van een overtuiging of soms zelfs geloof dan van een Popperiaanse theorie.

Popper stelde als eis aan een theorie dat die onderworpen moet worden aan falsificatie, met andere woorden dat men moet zoeken naar gevallen waarin de theorie niet opgaat en niet alleen naar gevallen waarin dat wel het geval is.
Als een theorie te falsificeren valt, met andere woorden niet altijd waar blijkt te zijn, kan de theorie de prullenmand in.
Dan kun je alleen spreken van een waarschijnlijkheid, niet van een zekerheid.

Tegenwoordig wordt wel eens voorgesteld, is dat meerderheid van stemmen aangeeft dat de theorie opgaat, of zoals men dan zegt “science” is maar in werkelijkheid is dat alleen een besluit  nemen en te handelen  alsof hij niet te falsificeren valt.

Dat wil niet zeggen dat dat meerderheids besluiten fout is, want het meeste maatschappelijk handelen is het gevolg van besluiten door een meerderheid genomen maar dan heeft het niet het aura van onfeilbaarheid.
Je kunt het er niet mee eens zijn.

Daar komt een volgend menselijke trek naar voren. Is het toegestaan het er niet mee eens zijn.
Ik krijg wel eens de indruk dat er bevolkingsgroepen zijn die van mening zijn dat dat in zo’n geval een afwijkende mening niet getolereerd kan worden en bestraft zou moeten worden.
Tolerantie zou dan beperkt worden tot alleen binnen de grenzen van in die bepaalde visie passende varianten.
Ik zie dat, en ik geloof dat dat inderdaad zo is, bij het verschijnsel “political correctness” waar alles wat daarbuiten valt gecorrigeerd zou moeten worden.
Wetten worden zelfs daartoe aangepast.
De vrijheid van meningsuiting zou zo tenslotte kunnen worden beperkt tot één politieke lijn.

Tenslotte lijkt mij de maatschappij te verdelen in drie hoofdgroepen.
Er zijn de pressiegroepen, die hun specifieke doelen uitdragen, de politiek ermee proberen te beïnvloeden en deze algemeen in de maatschappij proberen in te voeren en dat op, laat ik zeggen, energieke wijze doen.
Dan is er de groep die algemeen wordt aangeduid als “the silent majority”, de zwijgende meerderheid die eens per vier jaar hun stem uitbrengt en vervolgens de door hen gekozenen hun gang laten gaan.
Tenslotte is er nog de groep die alle geloof in of aansluiting aan de maatschappij  heeft verloren en zelfs niet meer  hun stem uitbrengt.

Deze drie ontwikkelingen, de science die geen echte science is in de Popperiaanse definitie, de tolerantie die geen echte tolerantie is en de groepen die door hun samenstelling een niet proportionele invloed op het functioneren van de maatschappij uitoefenen lijken mij te voeren tot een vorm van democratie die niet de meest ideale is.
Een voorbeeld is dat wij zelfs geen referendum mogen houden over het recht van referendum, volksraadpleging.
En op mijn amateuristische lekenwijze vraag ik me af waartoe deze ontwikkelingen verder zullen leiden, maar in het volle besef dat het inderdaad slechts mijn persoonlijke visie is, geen scientific one.

En tenslotte: de big bang, de oorsprong van het universum, vrijwel algemeen geaccepteerd, wordt nu in een nieuwe wetenschappelijke setting in twijfel getrokken.
Naarmate nieuwe feiten aan het licht komen evolueert ook de wetenschap.
Niets lijkt permanent..
“is” zou vaak vervangen moeten worden door “zou kunnen zijn”.













Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire