Davos, het kuuroord van
weleer
In Davos zijn deze week de
financieel en politiek machtigsten van de wereld bij elkaar.
Zij zijn het die de
toekomst voor de wereldbevolking beschouwen en bepalen.
Het gaat goed met de
wereldeconomie en het gaat goed met de eurozone economie en het gaat zeer goed
met de Nederlandse economie.
Voor de komende jaren zijn
de vooruitzichten gunstig, de barre tijden van de Lehman crisis en de recessie
zijn voorbij hoewel de wonden nog niet geheel genezen zijn en er nog gaten te
dichten vallen.
Terwijl zij, gesteund door
een talrijke staf van experts, plenair of in de wandelgangen hun besprekingen
voeren peins ik vanuit mijn amateuristische en leken oogpunt wat verder over een
paar dingen die al naar buiten kwamen.
Zelfs in Davos beseffen de
financieel machtigen der aarde dat de rijken steeds rijker en de anderen steeds
armer worden.
In mijn lekenblik
overduidelijk: als de rente laag is of negatief geeft dat verlies voor de
spaarders en degenen die voor hun pensioen gespaard hebben. De kleine luiden,
the man in the street.
Als daartegenover staten
en bedrijven tegen uiterst lage rente, 0% rente, negatieve rente geld kunnen
lenen (gecreëerd in ons geval met als waarborg de staatsschulden van de eurolanden)
en daarmee hun winsten voor de eigenaren kunnen verhogen (want er is geen reële
loonsverhoging ondanks de aantrekkende economie) dan geeft dat aan dat er een
virtuele geldstroom plaats vindt van spaarders naar kapitaal.
In Griekenland zien we dat
het scherpst, de door de eurozone geëiste austerity (want daar is het echte
austerity) treft de bevolking en vooral de gepensioneerden het ergst.
De uit eurozone
belastinggeld via het ESM gefinancierde bailouts beoogden, zo zie ik het, niet de redding van de Griekse economie (die daarna
in feite steeds verder terugliep, zie het Griekse BBP sinds 2012) maar een terugbetaling
aan de crediteuren, de banken, die de risicodragende leningen aan Griekenland
hadden verstrekt.
De bailouts hebben dus, zo
zie ik het als simpele amateur, de eurozone bevolking, de kleine man, laten
opdraaien voor het risico van de banken, het kapitaal.
Maar ok, Griekenland had een dubbele boekhouding en sloot
onverantwoorde leningen af, maar dat hadden de EU en de kredietverschaffers
toch in de periode van 2000 tot 2009 door moeten krijgen.
En het was hoe dan ook het
risico van de geldverschaffers die ook de winsten uit die leningen krijgen maar
tenslotte de belastingbetalers het risico lieten dragen en lieten betalen.
Ook lees ik tot mijn
verbazing, wat ik al lang als amateur waarneem, dat men in Davos denkt dat er
te veel gekeken wordt naar de financiële toestand van de staten (bruto
binnenlands product, economische groei/krimp, maar liefst niet staatsschulden)
maar te weinig naar die van de bevolking ervan.
Een van de voor mij
bizarste aspecten is daarbij de inflatie.
In de ogen van de ECB (en
alle andere centrale banken) is deze te laag en geldt als reden voor de
voortzetting van het “lage rente beleid” dat al jaren lang geen resultaat
oplevert want de verwachting van een 2% inflatie wordt steeds opnieuw
opgeschoven en lijkt wel een lokkertje zoals vroeger de peen aan een stok
gebonden die bengelde voor de kop van de
ezel die het karretje voorttrok.
Maar voor de consument is
de inflatie, ook al is hij beneden de 2% een realiteit en een voortdurende aantasting
van de koopkracht, 1,5 à 1,4% per jaar is na zes jaar een verlies aan
koopkracht van wel 9% als er geen echte inflatie dekkende looncompensatie is
(en die is er voor de pensioenen in Nederland al meer dan tien jaar in het
geheel niet).
Loonsverhogingen volgen de
echte inflatie niet en dus volgt er wel verlies aan koopkracht.
Daarenboven stijgen
allerlei tarieven die niet meetellen voor de inflatie wel, zoals
waterschapsbelastingen, reinigingsrechten, lokale belastingen behoorlijk.
Daarbij komt dat de waarde van het spaargeld in banken en
fondsen meedaalt met de inflatie waarbij de uiterst lage rente nog een extra
zetje geeft.
En we weten nu dat de
prijs van energie (elektriciteit) de komende jaren sterk zal stijgen, zeker als
we de CO2 doelen in Parijs vastgelegd ook inderdaad willen bereiken.
En een stijgende
energieprijs veroorzaakt een algemene prijsstijging want energie is de motor
van onze maatschappij, vroeger menselijke energie door voeding opgewekt, nu steeds
meer machines, robots, met mechanisch opgewekte energie en hoe meer
automatisering en robotisering, hoe meer
energie (elektriciteit) zal moeten worden opgewekt.
Nu al gaat de aantrekkende
economie met een groter energie gebruik en dus energiebehoefte gepaard.
Die robotisering is een
voor de leek geheimzinnige ondoorzichtige materie, een werkveld voor
gespecialiseerde wetenschappers maar wel degelijk een ontwikkeling die onze toekomst
voor een groot deel zal gaan bepalen.
Van angstaanjagende
verhalen over AI, Artificial Intelligence, met robots die de mens in
intelligentie zullen overtreffen en in staat zullen zijn zich zelfstandig
verder te ontwikkelen en de plaats van de mens in te nemen tot simpeler robots,
zeer zelfstandige machines, die volgens sommige experts 50% van de huidige
werknemers, volgens andere zelfs 80% overbodig zullen maken.
Van alleen het overnemen
van routinematige arbeid tot de meest complexe ontwikkelingen, tussen die twee
polen.
Eén ding staat vast: om
robots te laten functioneren is zeer veel extra energie, elektriciteit, nodig.
Waarover ik weinig lees is
de dubbele functie van de mens in de maatschappij.
De meeste aandacht krijgt
de mens als leverancier van de arbeid in productie of dienstverlening.
Maar een andere functie is
die van consument.
Zonder consumenten heeft
produceren geen zin.
In het hieronder volgende
schema schets ik, zoals ik die als leek zie, de gang van zaken in de productie/consumptie keten met daarbij
de geldstromen.
De oorsprong van alles
zijn de grondstoffen. Zonder grondstoffen geen bestaansmogelijkheid.
Voor het verwerken van
deze grondstoffen tot eindproducten voor de afnemer zijn vier zaken nodig:
kapitaal, werkruimte, arbeid en electriciteit.
Het kapitaal verschaft de
geldstroom naar grondstoffen aanschaf menselijke arbeid, mechanische arbeid (robots),
elektriciteit en werkruimte.
De arbeid verandert de
(melange) van grondstoffen tot half
fabrikaten en tot eindproducten die aan
de afnemer, de consument, geleverd worden.
Van grondstofmelange tot
eindproduct kan deze weg vele malen gevolgd worden via halffabrikaten voor
productie en dienstverlening.
Er zijn ook geldstromen
van de menselijke arbeid naar de afnemers, de consumenten die het eindproduct kopen en van de menselijke arbeid
naar de overheid (belastingen en heffingen)
Eveneens zijn er
geldstromen van de afnemers naar het kapitaal (winst)
Tenslotte zijn er
geldstromen van het kapitaal naar de overheid (vennootschap belasting etc.)
Deze cyclus, vele malen
herhaald, houdt de economie op gang.
Er ontstaat zo een soort
natuurlijke verhouding tussen kapitaal en arbeidsbeloning omdat de één de ander in stand houdt.
Onderlinge
afhankelijkheid.
In een volgend blog denk
ik na over de consequenties van een verstoring van deze cycli.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire