vendredi 26 janvier 2018

Davos, het kuuroord van weleer

In Davos zijn deze week de financieel en politiek machtigsten van de wereld bij elkaar.
Zij zijn het die de toekomst voor de wereldbevolking beschouwen en bepalen.
Het gaat goed met de wereldeconomie en het gaat goed met de eurozone economie en het gaat zeer goed met de Nederlandse economie.
Voor de komende jaren zijn de vooruitzichten gunstig, de barre tijden van de Lehman crisis en de recessie zijn voorbij hoewel de wonden nog niet geheel genezen zijn en er nog gaten te dichten vallen.
Terwijl zij, gesteund door een talrijke staf van experts, plenair of in de wandelgangen hun besprekingen voeren peins ik vanuit mijn amateuristische en leken oogpunt wat verder over een paar dingen die al naar buiten kwamen.

Zelfs in Davos beseffen de financieel machtigen der aarde dat de rijken steeds rijker en de anderen steeds armer worden.
In mijn lekenblik overduidelijk: als de rente laag is of negatief geeft dat verlies voor de spaarders en degenen die voor hun pensioen gespaard hebben. De kleine luiden, the man in the street.
Als daartegenover staten en bedrijven tegen uiterst lage rente, 0% rente, negatieve rente geld kunnen lenen (gecreëerd in ons geval met als waarborg de staatsschulden van de eurolanden) en daarmee hun winsten voor de eigenaren kunnen verhogen (want er is geen reële loonsverhoging ondanks de aantrekkende economie) dan geeft dat aan dat er een virtuele geldstroom plaats vindt van spaarders naar kapitaal.
In Griekenland zien we dat het scherpst, de door de eurozone geëiste austerity (want daar is het echte austerity) treft de bevolking en vooral de gepensioneerden  het ergst.
De uit eurozone belastinggeld via het ESM gefinancierde bailouts beoogden, zo zie ik het,  niet de redding van de Griekse economie (die daarna in feite steeds verder terugliep, zie het Griekse BBP sinds 2012) maar een terugbetaling aan de crediteuren, de banken, die de risicodragende leningen aan Griekenland hadden verstrekt.
De bailouts hebben dus, zo zie ik het als simpele amateur, de eurozone bevolking, de kleine man, laten opdraaien voor het risico van de banken, het kapitaal.
Maar ok, Griekenland  had een dubbele boekhouding en sloot onverantwoorde leningen af, maar dat hadden de EU en de kredietverschaffers toch in de periode van 2000 tot 2009 door moeten krijgen.
En het was hoe dan ook het risico van de geldverschaffers die ook de winsten uit die leningen krijgen maar tenslotte de belastingbetalers het risico lieten dragen en lieten betalen.

Ook lees ik tot mijn verbazing, wat ik al lang als amateur waarneem, dat men in Davos denkt dat er te veel gekeken wordt naar de financiële toestand van de staten (bruto binnenlands product, economische groei/krimp, maar liefst niet staatsschulden) maar te weinig naar die van de bevolking ervan.
Een van de voor mij bizarste aspecten is daarbij de inflatie.

In de ogen van de ECB (en alle andere centrale banken) is deze te laag en geldt als reden voor de voortzetting van het “lage rente beleid” dat al jaren lang geen resultaat oplevert want de verwachting van een 2% inflatie wordt steeds opnieuw opgeschoven en lijkt wel een lokkertje zoals vroeger de peen aan een stok gebonden die bengelde  voor de kop van de ezel die het karretje voorttrok.
Maar voor de consument is de inflatie, ook al is hij beneden de 2% een realiteit en een voortdurende aantasting van de koopkracht, 1,5 à 1,4% per jaar is na zes jaar een verlies aan koopkracht van wel 9% als er geen echte inflatie dekkende looncompensatie is (en die is er voor de pensioenen in Nederland al meer dan tien jaar in het geheel niet).
Loonsverhogingen volgen de echte inflatie niet en dus volgt er wel verlies aan koopkracht.

Daarenboven stijgen allerlei tarieven die niet meetellen voor de inflatie wel, zoals waterschapsbelastingen, reinigingsrechten, lokale belastingen behoorlijk.

Daarbij komt dat  de waarde van het spaargeld in banken en fondsen meedaalt met de inflatie waarbij de uiterst lage rente nog een extra zetje geeft.
En we weten nu dat de prijs van energie (elektriciteit) de komende jaren sterk zal stijgen, zeker als we de CO2 doelen in Parijs vastgelegd ook inderdaad willen bereiken.
En een stijgende energieprijs veroorzaakt een algemene prijsstijging want energie is de motor van onze maatschappij, vroeger menselijke energie door voeding opgewekt, nu steeds meer machines, robots, met mechanisch opgewekte energie en hoe meer automatisering en robotisering,  hoe meer energie (elektriciteit) zal moeten worden opgewekt.
Nu al gaat de aantrekkende economie met een groter energie gebruik en dus energiebehoefte gepaard.

Die robotisering is een voor de leek geheimzinnige ondoorzichtige materie, een werkveld voor gespecialiseerde wetenschappers maar wel degelijk een ontwikkeling die onze toekomst voor een groot deel zal gaan bepalen.   
Van angstaanjagende verhalen over AI, Artificial Intelligence, met robots die de mens in intelligentie zullen overtreffen en in staat zullen zijn zich zelfstandig verder te ontwikkelen en de plaats van de mens in te nemen tot simpeler robots, zeer zelfstandige machines, die volgens sommige experts 50% van de huidige werknemers, volgens andere zelfs 80% overbodig zullen maken.
Van alleen het overnemen van routinematige arbeid tot de meest complexe ontwikkelingen, tussen die twee polen.
Eén ding staat vast: om robots te laten functioneren is zeer veel extra energie, elektriciteit, nodig.

Waarover ik weinig lees is de dubbele functie van de mens in de maatschappij.
De meeste aandacht krijgt de mens als leverancier van de arbeid in productie of dienstverlening.
Maar een andere functie is die van consument.
Zonder consumenten heeft produceren geen zin.
In het hieronder volgende schema schets ik, zoals ik die als leek zie,  de gang van zaken in de productie/consumptie keten met daarbij de geldstromen.


 De oorsprong van alles zijn de grondstoffen. Zonder grondstoffen geen bestaansmogelijkheid.
Voor het verwerken van deze grondstoffen tot eindproducten voor de afnemer zijn vier zaken nodig: kapitaal, werkruimte, arbeid en electriciteit.
Het kapitaal verschaft de geldstroom naar grondstoffen aanschaf  menselijke arbeid, mechanische arbeid (robots), elektriciteit en werkruimte.
De arbeid verandert de (melange) van grondstoffen tot  half fabrikaten  en tot eindproducten die aan de afnemer, de consument, geleverd worden.
Van grondstofmelange tot eindproduct kan deze weg vele malen gevolgd worden via halffabrikaten voor productie en dienstverlening.
Er zijn ook geldstromen van de menselijke arbeid naar de afnemers, de consumenten die het  eindproduct kopen en van de menselijke arbeid naar de overheid (belastingen en heffingen)
Eveneens zijn er geldstromen van de afnemers naar het kapitaal (winst)
Tenslotte zijn er geldstromen van het kapitaal naar de overheid (vennootschap belasting etc.)
Deze cyclus, vele malen herhaald, houdt de economie op gang.
Er ontstaat zo een soort natuurlijke verhouding tussen kapitaal en arbeidsbeloning  omdat de één de ander in stand houdt.
Onderlinge afhankelijkheid.

In een volgend blog denk ik na over de consequenties van een verstoring van deze cycli.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire