De Duitse
Verkiezingen
en
de Machtstrijd in de Eurozone en EU
natuurlijk is er een sterk verband tussen de Duitse verkiezingsperikelen en de concurrentie in de EU over wie en wat.
In mijn vorige overpeinzingen
heb ik even aandacht geschonken aan de Duitse pogingen tot een werkbare regerings
coalitie te komen.
De Jamaika gok, met
liberalen en groenen naast de CDU/CDA tot een coalitie te komen, was een wanhoopspoging afgedwongen door de verkiezingsuitslag waar
CDU/CDA en SPD beide grote verliezen leden en tot ontzetting van de
establishment de AfD (Alternatief voor Duitsland), de “populisten” de derde
partij van Duitsland werd en de FDP, de liberalen, weer in de Bondsdag terugkeerden.
Door de uitslag
geschrokken weigerden de Socialisten, de SDP, zich weer te slachtofferen in de
oude coalitie, de GROKO.
Onder leiding van Schulz,
de oude voorzitter van het Europees Parlement, kozen zij vastberaden voor de oppositie
om zo hun achterban terug te winnen.
Nu in de realiteit de enige
werkbare coalitie die oude GROKO zou zijn is de SPD in een identiteitscrisis
beland.
Er resten hun drie
mogelijkheden: oppositie (en daardoor vrijwel zeker nieuwe verkiezingen), GROKO
of Gedoogpartner bij een Minderheidsregering.
Op de partijdag van de
SPD, 7 december, zal de partijtop dit met de leden moeten bespreken.
In ieder geval zal het wel
tot ver in het nieuwe jaar duren voor
Duitsland zo weer een regering heeft.
Ik zou er niet over hebben
nagedacht als Duitsland en met name Mw Merkel, niet steeds zo’n belangrijke rol
in de politiek van de EU zou hebben vervuld.
Vooral de laatste jaren,
door het zwakke Frankrijk, leek her er wel op of Mw Merkel de verpersoonlijking
van de EU was en de as Duitsland/ Frankrijk niet meer bestond.
Niet voor niets werd zij
als de machtigste vrouw in de wereld genoemd.
Door deze Duitse perikelen
zou men nu even goed kunnen stellen dat de Eurozone en de EU zich in een identiteitscrisis
bevinden.
Duitsland kan zich nu niet
laten gelden in mogelijke EU hervormingen omdat men niet weet welke EU politiek
een nieuwe coalitie zou volgen, noch hoe groot in die coalitie de macht van de
Kanselier, waarschijnlijk Mw Merkel, zou zijn.
Ook moet men er rekening mee
houden dat de SPD veel sterker voorstander van verdere integratie en fiscale
geldstromen in de EU is dan de CDU/CSA.
Ik lees dat Schulz de
Verenigde Staten van Europa wil voor 2025. Wie niet mee wil doen moet er dan
maar uitstappen.
Duitsland kan nu alleen temporiseren en besluiten doen
uitstellen.
Maar de machtstrijd binnen
de EU die met de komst van de huidige Commissie duidelijker is geworden gaat
des te feller door.
De nieuwe Franse
president Macron is vastbesloten de rol
van Frankrijk in de EU te verstevigen en de as Duitsland/Frankrijk nieuw leven
in te blazen en heeft zelf uitgebreide hervormingsplannen voor de EU en
Eurozone.
Ik heb al eerder vermeld
dat de besluitvorming in de Europese Unie zoals vastgelegd in het Verdrag van
Lissabon (dat een samenbundeling en aanvulling is van alle vorige EU verdragen
en andere internationale verdragen) en de verdeling van de bevoegdheden van de
verschillende instituties, (commissies) vaag en vaak voor meerdere uitleg
vatbaar is.
Zo is er een
competentiestrijd ontstaan tussen de Raad van Regeringsleiders, die unaniem
besluiten nemen over de politieke koers van de Europese unie en de Eurozone en
waarin dus iedere regeringsleider een vetorecht heeft en de Commissie van nu
nog 28 afgevaardigden (een van elk van de lidstaten), die de uitvoerende en
controlerende functie heeft van dat beleid, voorstellen voor het Europees
Parlement voorbereidt en veel beslissingen zelf kan nemen.
Dan is er nog de Raad van
Ministers die de ultieme zeggenschap heeft over de Parlementaire besluiten en
bij geconditioneerde meerderheid van stemmen beslist.
Tenslotte is er het Europees
Parlement, dat niet de rechten heeft van de nationale parlementen, en meer
macht naar zich wil toetrekken.
Zo hebben alle vier
instituten hun eigen plan voor de toekomst van de EU en Eurozone ontworpen
waarbij de Franse President nog een eigen ontwerp heeft.
Dat er duidelijkheid moet
komen over hervormingen (binnen de mogelijkheden van het Verdrag van Lissabon),
bevoegdheden, macht en plannen is niet te vermijden.
Dat dat zonder een functionerende
Duitse regering uitgesloten is lijkt even duidelijk.
Er is dus een impasse
waarin iedere groep naar believen kan discussiëren en lobbyen maar niet tot een
besluit kan komen.
Een impasse die naar
kenners zeggen wel tot Pasen (als ik dat mag zeggen) 2018 kan duren.
Als men de opiniepeilingen
bij de bevolking in beschouwing neemt komt daar het beeld naar voren dat de
meerderheid weliswaar voor de EU is, maar een meerderheid van die voorstanders
wel een beperktere macht voor de EU wenst en meer macht voor de nationale
parlementen.
Een klein percentage is
voor een Federaal Europa en een klein percentage is fel tegen de EU gekant.
Zo zien we een verscheidenheid
van ideeën voor hervorming van EU en Eurozone.
Een variant van een meer
sporen EU met verschillende snelheden en niveaus van integratie tot een federaal
gecentraliseerd bestuurde EU.
Vrijwel duidelijk is dat
de taken die in het Verdrag van Lissabon voor de EU zijn gereserveerd inderdaad
gezamenlijk moeten worden uitgevoerd.
Maar hoe.
Nu is dat meersporen
beleid al werkelijkheid door het onderscheid tussen lidstaten met de euro en
lidstaten met eigen munt.
Voor de eurolanden zijn
hervormings ideeën het meest ingrijpend.
De meest vergaande voorstellen
maken de eurozone tot een Fiscale Unie met een eigen Minister van Financiën die
tevens Vice Voorzitter van de Commissie zou zijn (en waardoor dus de Commissie
de zeggenschap over de eurozone naar zich toetrekt).
De eurozone zou een EMF
(European Monetary Fund) krijgen door ombouw van het ESM dat nu onafhankelijk
is maar dan onder de Commissie zou vallen.
Dat valt niet bij alle
groepen goed.
De eurozone krijgt dan een
gezamenlijke begroting, gezamenlijke schulden en eigen belastinginkomsten,
onder gezag van de Commissie en of een eigen financiëel parlement of onder het
Europees Parlement.
Maar voorlopig is de oude
toestand gecontinueerd met de verkiezing van een nieuwe voorzitter van de
informele eurozone.
Het grondverschil binnen
de eurozone landen is de controverse over austeriteit en losse financiële
politiek.
Als ik naga wat die “austerity”
nu in feite inhoudt vind ik dat die “zuinigheid en vlijt” eisen wel meevallen.
Eigenlijk is een
begrotingstekort van 0,5% van het Bruto Binnenlands Product de eind norm maar
pas bij een begrotingstekort van meer dan 3% van dat GDP, BBP, is er sprake van
een overtreding waartegen door de Commissie moet worden opgetreden.
Daarnaast is de maximaal toegestane staatsschuld 60%
van het GDP.
Er is in het Stabiliteits
en Groeipact opgenomen dat de lidstaten een periode van 20 jaar krijgen om die
toestand van 0,5% en 60% staatsschuld te bereiken.
Er valt inderdaad op die
60% wel wat af te dingen.
Het echte criterium voor
een staatsschuld is de sustainability, de houdbaarheid ervan.
Wat is het maximum aan
rente en aflossing dat een land kan opbrengen en toch nog normaal functioneren.
Dat hangt niet alleen af
van het percentage van het GDP maar veel meer van de rentevoet.
De marktwaarde van een
schuld, of te wel het risico dat er niet
afgelost en rente betaald kan worden, speelt de cruciale rol bij het vaststellen
van de rente, de yield bij obligaties.
In de eurozone wordt deze
yield echter voornamelijk door drie andere factoren bepaald.
De eerste is de garantie
van de ECB de euro te steunen (2012 Draghi’s “whatever it takes”), waardoor het
risico van niet terugbetaling vervalt, de ECB garandeert het voortbestaan ervan.
De tweede is het opkoopprogramma
van voorlopig 2.5 biljoen euro waarvoor via de banken staatsobligaties van
eurolanden (en nu ook obligaties van grote ondernemingen) volgens een bepaalde
verdeelsleutel worden opgekocht. Door de grote vraag ernaar (tot 30% van het
GDP van elk euroland) daalt de rente sterk.
Als derde de lage of zelfs
negatieve rentevoet door de ECB vastgesteld.
Daardoor is de rente op
vele 10-jaars staatsobligaties zelfs negatief, d.w.z. dat er door de bank (en de
ECB) geld wordt toegegeven bij de afsluiting ervan.
Zou de ECB dit bijdrukken stoppen
dan is er nog geen gevaar.
De dan al bijgedrukte 2.5
biljoen euro (als het programma tenminste in 2018 wordt gestopt) worden immers
steeds bij aflossing van opgekochte staatsobligaties weer gebruikt om
obligaties van hetzelfde land op te kopen. Een soort rollover die de rente laag
zal houden.
Nu liggen de rentes in de
eurozone lager dan in de rest van de wereld.
Maar als die rente wordt
verhoogd ontstaat een andere situatie.
Want dan zullen de
eurolanden de marktconforme rente voor nieuwe leningen betalen.
Bij de overhoge
staatsschulden die de eurolanden nu reeds hebben zou dat landen in
betalingsproblemen brengen en de economie ervan enorme schade toebrengen.
De rentebetalingen zouden
het normale functioneren van die landen in gevaar brengen.
There is the rub zou Shakespeare gezegd hebben.
Is er in feite wel die
drukkende “austerity” die de zuidelijke landen claimen en een verlammende
invloed op hun economische ontwikkeling hebben of zijn daarvoor andere
oorzaken.
Een begrotingstekort van
3% zonder tik op de vingers en een door vrijwel geen euroland bereikte 60%
staatsschuld.
Als die 3% en 60%
inderdaad “austerity” zouden zijn kan men stellen dat niemand er zich aan gehouden
heeft. Dus niets tengevolge van “austerity”.
Er moeten andere oorzaken
zijn voor die steeds groter wordende divergentie tussen de eurolanden.
In ieder geval zal een
lossere fiscale politiek, dus groter begrotingstekort, onvermijdelijk leiden tot hogere staatsschuld
en men kan niet eeuwig doorgaan met lenen, met een schuldeconomie.
Gefluisterd werd dat men
als men in de eurozone als geheel niet boven die 3% begrotingstekort zou komen
er bepaalde euro landen meer dan 3% tekort zouden kunnen krijgen op hun
begroting.
Nu immers zou het tekort
over 2017 (naar schatting, pas ver in 2018 zijn de definitieve tekorten bekend)
volgens opgave van eurostat over de gehele eurozone gemeten op 1,7% uitkomen.
Dank zij de sterker
groeiende wereld en eurozone economie.
Als er landen meer dan die
3% schuld zouden hebben zou toch dat totaal voor de eurozone niet boven de 3%
uitkomen.
Dus geen overtreding van
de regels.
Een aantrekkelijke
gedachte.
Maar allereerst tegen het
Verdrag van Lissabon in.
Bovendien, elk begrotingstekort hoe klein ook, leidt
onvermijdelijk tot een hoger schuldbedrag.
Pas als de groei groter is
dat het begrotingstekort neemt de schuld percentagegewijs af maar niet in
klinkende munt (of liever gezegd in computeraal getal).
Een een begrotingstekort
van jaarlijks 3% is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een schuldgroei van zo’n
30%.
Een schrale troost is
wellicht dat niet alleen de eurozone met het schuldprobleem worstelt.
De USA en vooral Japan
(beide landen met net als de Eurozone Quantitative Easing) worstelen er ook
mee.
In de USA moet de debt
ceiling (met maximaal toegstane leenbedrag) elk jaar bijgesteld worden en elk
jaar dreigt weer het lockdown van de regering.
Japan lijkt wel geen
grenzen te kennen.
De wereldschuld is nog
nooit zo hoog geweest.
In mijn vorige blog heb ik
het GDP en de Staatsschuld 2016 van de EU landen vermeld en de prognoses van de
Commissie voor de jaren 2018 en 2019.
In die tabel is goed te
zien hoe de diverse landen presteren en hoever ze van elkaar divergeren.
Ook hoe weinig landen de
60% schuld norm halen en hoe weinig landen een positieve begroting hebben.
Ook is te zien dat de niet
euro lidstaten zeker niet slechter presteren dan de door de ECB gesteunde
eurolanden.
Dat is toch anders dan te verwachten
viel met al die steun.
Maar ja.
Als slot een simulatie van
de ontwikkeling van de eurozone tot 2027 als de eurozone een fiscale unie is en
het fluister idee van de 3% totale begrotingstekort zou worden doorgevoerd.
Ik neem dan het GDP en de
staatsschuld begin 2017 (eurostat), eengroei al die jaren van 2,5%, een
begrotingstekort van 3%, een inflatie van 1,5% en een denkbeeldig rentetarief
van 3%
Aan de getallen kan men de
resultaten zien.
Met dit modelletje kan men de
variabelen naar wens invullen en zo elke mogelijkheid van groei, tekort/surplus
te betalen rente, inflatie zien.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire