Zo tegen het
einde van het jaar zijn er zeer veel zaken die het overpeinzen waard zijn.
De
financiële situatie van de eurozone eind 2016 ligt vast, GDP en Staatsschulden
zijn definitef bekend, dat geldt ook voor de overige EU landen.
2017 loopt tegen het einde en zoals gewoonlijk
heeft de EU nu de prognoses opgemaakt voor de jaren 2018 en 2019.
Aan het
einde van deze overpeinzingen een paar tabellen die er getalsmatig een indruk
van geven.
Prognoses
die volgens de Commission gebaseerd zijn op “not to rock the boat”, maar er
zijn veel potentiëel storende factoren: Brexit, Migranten, Italiaanse
verkiezingen, de ECB Quantitative Easing, de mogelijke Duitse
regeringscoalitie, de nieuwe Emissie Rechten (oftewel CO2 Uitstoot Boete) en de
ontwikkeling van de economische wereld cyclus.
Zekerheid is
er dus niet.
Maar eerst
weer even een uitstapje naar ons buurland.
Is Schultz
nu geniaal of is er sprake van een toevallige samenloop van omstandigheden.
Zoals ik al
verwacht had zijn de onderhandelingen
tusen de vier partijen CDU/CSA, Groen en
Liberaal stukgelopen.
Vuur en
water kunnen apart goed zijn, maar gemengd levert het alleen stoom afblazen op.
Had Schultz
hierop gerekend en zijn strategie van niet samen met de CDU/CSA willen regeren er
op afgestemd?
Want de SPD
heeft nu een keiharde onderhandelingspositie.
Niet alleen
voor Duitsland maar ook voor de ontwikkelingen in de EU en ook eurozone waar Schultz
duidelijk de kant van Macron heeft gekozen: een fiscale eurozone.
Van Merkel
zelf weten we dat zij een meer geïntegreerde EU als een ideaalbeeld ziet.
Misschien een
ander beeld dan de grass roots van de
Union hebben maar die komen pas weer over vier jaar aan bod, tenzij de SPD zijn
hand overspeelt, maar dan rest nog de optie van een minderheidskabinet met SPD gedoogsteun (en dus invloed).
Want geen
van de gevestigde partijen behalve de FDP willen nieuwe verkiezingen uit angst
er op achteruit te gaan.
Er is dus
voor Merkel geen andere keuze maar voor Schulz alle ruimte.
Het gaat de
eurozone landen en ook de overige Europese Unie lidstaten economisch redelijk
goed.
Toch zijn er
zes eurolanden die volgens de analyse van de Commissie niet aan de voorwaarden
voldoen. U kunt ze zien in de tabellen aan het einde van deze overpeinzingen.
Wat opvalt
is dat de niet-euro lidstaten beslist niet onderdoen voor de eurolanden.
Men zou
immers verwachten dat de eurolanden met die enorme steun in de rug van ECB
steun van nu al meer dan 2 biljoen euros en de lage/negatieve rentestand veel
sterker zouden groeien dan de andere EU lidstaten die het zonder die steun
moeten doen.
Wel gesteund
door de Europese Investering Bank, maar die investeert ook in eurolanden.
Wat ook
opvalt is dat de verwachtingen van de mainstream economie, te weten het oplopen van de inflatie door de
lage rente en nieuw geld scheppen waardoor de economie zou groeien, de lonen
zouden stijgen, daardoor productiekosten en dus prijzen zouden stijgen en dus de
inflatie zou oplopen tot het net onder het 2% gewenste percentage niet zijn uitgekomen.
Inflatie blijft laag en lonen stijgen niet reëel.
Inflatie blijft laag en lonen stijgen niet reëel.
De economie
is echter om het zo te zeggen op eigen kracht gaan groeien zonder oplopen van
de inflatie (zelfs van tijd tot tijd dalen ervan) en zonder dat de lonen,
ondanks het aantrekken van de arbeidsmarkt, reëel zijn gestegen.
Zelfs Yellen
heeft min of meer toegegeven dat de FED niet begrijpt waarom deze economische
wetten van inflatie en loonstijging niet gewerkt hebben ondanks de voortdurende
stimulans, of zoals ik het voor de eurozone liever zeg, de voortdurende steun.
Natuurlijk
worden er allerlei mogelijke oorzaken opgesomd, maar dat neemt niet weg dat
deze theoretische wetmatigheden in onze globale economie kennelijk niet opgaan.
Misschien
moeten we leren leven met lage inflatie, negatieve rente en niet stijgende
lonen en steeds grotere verschillen tussen rijk en arm, tussen kapitaal en
arbeid.
Een ander
voor mij opvallend feit is het verschil in yield oftewel renteopbrengst van
obligaties tussen de eurolanden en de rest van de wereld.
De yield van
eurobonds schommelt omstreeks de 1% en neemt volgens de prognoses nog verder
af.
Vergelijkt
men die rente met Australië, 2,49%; USA, 2,33%; China, 3,99%; India 7,05%, dan
is het duidelijk dat de eurozone rente voor tienjarige leningen van 1% mondiaal
gezien wel erg laag is.
Japan echter
0,04 met de onoverzienbaar grote opkoopsteun van de Japanse Centrale Bank een
andere uitzondering maar onder andere omstandigheden.
Voor de
prognosis maakt de Commissie uiteraard gebruik van gesofiskeerde rekenmodellen.
Op mijn
amateuristische wijze heb ik een simpel “what if” rekenmodelletje gemaakt om de
invloed op GDP en Staatsschuld over een periode van tien jaar te berekenen
onder verschillende groeipercentages, inflatiepercentages en verschuldigde
rente bij verschillende rentepercentages.
Nu is het de
officiële gewoonte het GDP en de Groei te berekenen met incalculatie van de
inflatie. Immers een groei van 3% van het GDP bij een inflatie van 1% is in
realiteit een groei van 2% door de geldontwaarding v an 1%.
Men spreekt
dan van Real Growth en Real GDP.
Maar er gaan
nu steeds meer stemmen op om uit te gaan van de nominale GDP, dwz zonder
inflatiecorrectie.
In mijn
simpele model ga ik uit van de Eurostat GDP, de nominale GDP, maar bereken ook
de invloed van de inflatie.
In de eerste
berekening ben ik optimistisch.
Uitgaande
van het GDP en Schuld eind 2016 (eurostat) neem ik een nominale groei aan van
2,7% en 2,6 % oplopend naar 3% en zelfs 3,5% in latere jaren.
Het
begrotingstekort loopt terug van -1,5% naar 1%.
Door deze
rooskleurige gang van zaken neemt de schuld in verhouding tot het GDP met 13%
af, maar blijft nog boven de toegestane 60% grens.
Maar dan een
pessimistischer scenario:
Nu is er een
beperkter nominale groei, de begroting blijft een 1,5% tekort tonen (maar wel
veel minder dan de 3% grens), de inflatie blijft op 1% hangen en tenslotte komt
de 10 jaars rente op de reële marktwaarde van 3%.
De schuld
neemt met slechts 3% af in die tien jaren.
Hieronder de
nominale GPS en de staatsschuld van de EU landen (eurostat bron) en de prognose
indicatoren van de Commissie voor 2018 en 2019.
Volgende
blog laat ik mijn overpeinzingenhierover gaan.
En zoals
altijd zijn het mijn persoonlijke amateuristische overpeinzingen.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire