De Amerikaanse
belastinghervormingen
en
Artikel 7.
Trump kan zijn
belastinghervormingsplannen in de USA nu ze door House en Senaat zijn goedgekeurd doorzetten.
Voor de Amerikaanse
economie zijn de belastingverlagingen voor de burgers (en dus vermeerdering van
hun koopkracht) en de verlaging van de vennootschapsbelasting van 35 naar 21%
van groot belang.
Bij die verlaging van de
vennootschapsbelasting bestaat er een risico.
Zullen de bedrijven die
belastingverlaging gaan gebruiken voor
investeringen, innovatie en uitbreiding,
nieuw personeel aantrekken en lonen verhogen of
zullen zij dat voordeel gebruiken om hun eigen positie te versterken en aandeelhouders
meer dividend uit te keren.
Eigenlijk te vergelijken
met de situatie in de eurozone waar de goedkope geldovervloed en lage rente
dezelfde keus oproept: investeren en innoveren of consolideren en winst verhogen.
Het vraagstuk dus of het
de ongelijkheid tussen kapitaal en arbeid zal vergroten of verkleinen.
Zoals over zoveel in de
economie zijn de meningen van de experts vaak volgens de politieke kleur sterk
verdeeld.
Want zowel in de eurozone
als in de USA (en wellicht wel wereldwijd) leidt de verlaging van de
werkloosheid en de groei van de economie niet tot reële verhoging van de lonen
en evenmin tot toenemen van de inflatie tot 2%.
De politieke machthebbers
hopen er (al jaren tevergeefs) op en zetten er
in hun publiciteit sterk op in en die reclame moet tenslotte wel resultaat
opleveren zo is de verwachting. De oude selffulfilling prophecy.
Maar het zijn in deze tijd
van groei twee economische tegenstrijdigheden die de centrale banken en overige
bankiers kopzorgen bezorgen.
Maar behalve die, laten we
het noemen USA nationale belangen bij deze belastinghervorming, spelen er ook globale belangen.
Deze belastinghervorming valt niet los te zien van de Trump slogan
“America first”.
Want in hoeverre is de globale
vrees gerechtvaardigd dat de USA door deze verlaging van de
vennootschapsbelasting een aantrekkelijker vestigingsklimaat wordt voor
ondernemingen.
In sommige Europese landen
bijvoorbeeld leeft deze vrees.
Belasting wetgeving, een
belangrijk onderdeel van de fiscale politiek en in de eurozone een nationale
zeggenschap, niet aan de eurozone toegewezen, is niet zoals in vroeger tijden een
nationaal belang maar een globaal speelveld waar concurrentie vermogen hoog
scoort.
En de USA heeft meer
troeven in handen.
De electriciteits prijzen voor industrie liggen in 2017 om en
nabij de 7 dollarcent per kw/h vergeleken met Duitsland ongeveer 15 eurocent
per Kw/h.
En, zoals we weten, zullen
de energieprijzen in de Europese Unie de komende decennia verder doorstijgen
waardoor de concurrentiepositie ervan ten opzichte van de USA, dat zich niet
aan het Parijse Klimaat Akkoord acht gebonden,
ongunstiger zal worden.
Bovendien zijn de USA, in
tegenstelling tot de EU, energie onafhankelijk en ontwikkelen zich zelfs tot
energie exporterend land.
Het zal duidelijk zijn dat
de eurozone met Duitsland als de grote motor voor de eurozone economie deze
ontwikkelingen met argusogen volgt.
De vice president van de
Europese Commissie, Timmermans, heeft aangekondigd dat de Commissie Polen wil
aanklagen op grond van artikel 7 van het verdrag van Lissabon.
Het Poolse parlement heeft
twee wetsvoorstellen aangenomen die los gezegd de benoeming van rechters meer onder controle van het parlement en regering stelt terwijl deze hiervoor officieel in
handen van een commissie van rechters lag.
Het doel van de nieuwe
wetgeving is volgens het Poolse parlement corruptie te bestrijden en komt mede
voort uit de benoemingen die de vorige regering, nu oppositie, had gedaan
tijdens de periode dat zij reeds weggestemd waren en die volgens de nieuwe
regering daarom niet rechtsgeldig waren.
Het is duidelijk dat het
om een politieke kwestie ging bij deze benoemingen.
Het huidige Poolse
parlement en regering zijn geen voorstander van verdere EU integratie en er is nogal
wat wrijving tussen Polen en Brussel.
De Commissie is van mening
dat Polen door deze door het Poolse parlement aangenomen wetswijzigingen de EU
democratische normen en waarden aantast en wil nu deze artikel 7 procedure in
gang zetten die er uiteindelijk toe zou kunnen leiden dat Polen zijn stemrecht
(een van de 27) in de EU verliest.
Maar dat is een lange en
ongemakkelijke weg:
-De commissie is
gerechtigd de procedure in gang te brengen.
-Vervolgens moet 80% van
de EU lidstaten besluiten dat er een risico is dat Polen artikel 7 overtreedt
(de democratische waarden van de EU aantast).
-De volgende stap is dat
de 26/27 Regeringsleiders (Polen zelf mag niet meestemmen) met algemene
stemmen besluiten dat Polen volhardend
en ernstig inbreuk maakt op de principes van de EU.
-Daarna moet met
gekwalificeerde meerderheid in de EU Raad van Ministers bepaald worden welke
sancties worden opgelegd.
Ontnemen van het stemrecht
is één daarvan.
-De Raad van
Regeringsleider kan in een later stadium besluiten de sancties op te heffen
indien er verbetering is geconstateerd.
In mijn amateuren geest
lijkt het mij al moeilijk dat 80% van de lidstaten zo’n besluit neemt.
Ik kan me voorstellen dat
in vele landen de benoeming van de rechters op de een of andere wijze politieke
invloed ondervindt.
De nieuwe Poolse wet is
het besluit van een democratisch gekozen parlement.
Door het intrekken ervan
te eisen intervenieert de Commissie in de binnenlandse democratisch tot stand
gekomen besluitvorming hetgeen de indruk zou kunnen wekken dat Brussels zich
mengt in de nationale politiek.
Er speelt, zo komt het mij
voor, meer mee in de Poolse politiek die een
rechtse lijn volgt die niet door Brussel wordt gezien als ondersteuning
van de EU gedragslijnen.
Maar zelfs als deze 80% ertoe
zou komen in te stemmen met de artikel 7 procedure dan moeten daarna alle EU
regeringsleiders (met uitzondering van de Poolse regeringsleider zelf) zonder
uitzondering besluiten dat artikel 7 inderdaad persistent en serieus geweld is
aangedaan.
Het lijkt mij vrijwel
uitgesloten dat dat tot stand kan worden gebracht.
Er kunnen heel goed
regeringsleiders zijn die van mening zijn dat het een Poolse interne
aangelegenheid is of dat het geen aantasting is van de EU principes.
De noodzakelijke
unanimiteit zal dan hoogst waarschijnlijk niet worden bereikt.
Dus de interpretatie van
de Commissie van deze zaak zou dan niet worden bekrachtigd door de Raad van
Regeringsleiders.
Naar de grote buitenwereld
toe is dat geen goede gang van zaken.
Maar ook dit zijn slechts
de overpeinzingen van een welwillend amateur.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire