jeudi 21 décembre 2017

De Amerikaanse belastinghervormingen 
en 
Artikel 7.


Trump kan zijn belastinghervormingsplannen in de USA nu ze door House en Senaat zijn goedgekeurd  doorzetten.
Voor de Amerikaanse economie zijn de belastingverlagingen voor de burgers (en dus vermeerdering van hun koopkracht) en de verlaging van de vennootschapsbelasting van 35 naar 21% van groot belang.

Bij die verlaging van de vennootschapsbelasting bestaat er een risico.
Zullen de bedrijven die belastingverlaging  gaan gebruiken voor investeringen, innovatie  en uitbreiding, nieuw personeel aantrekken en lonen verhogen of  zullen zij dat voordeel gebruiken om hun eigen positie te versterken en aandeelhouders meer dividend uit te keren.
Eigenlijk te vergelijken met de situatie in de eurozone waar de goedkope geldovervloed en lage rente dezelfde keus oproept: investeren en innoveren of consolideren en winst verhogen.
Het vraagstuk dus of het de ongelijkheid tussen kapitaal en arbeid zal vergroten of verkleinen.
Zoals over zoveel in de economie zijn de meningen van de experts vaak volgens de politieke kleur sterk verdeeld.
Want zowel in de eurozone als in de USA (en wellicht wel wereldwijd) leidt de verlaging van de werkloosheid en de groei van de economie niet tot reële verhoging van de lonen en evenmin tot toenemen van de inflatie tot 2%.
De politieke machthebbers hopen er (al jaren tevergeefs) op en zetten er  in hun publiciteit sterk op in en die reclame moet tenslotte wel resultaat opleveren zo is de verwachting. De oude selffulfilling prophecy.
Maar het zijn in deze tijd van groei twee economische tegenstrijdigheden die de centrale banken en overige bankiers kopzorgen bezorgen.

Maar behalve die, laten we het noemen USA nationale belangen bij deze belastinghervorming,  spelen er ook globale belangen.
Deze belastinghervorming  valt niet los te zien van de Trump slogan “America first”.
Want in hoeverre is de globale vrees gerechtvaardigd dat de USA door deze verlaging van de vennootschapsbelasting een aantrekkelijker vestigingsklimaat wordt voor ondernemingen.
In sommige Europese landen bijvoorbeeld leeft deze vrees.
Belasting wetgeving, een belangrijk onderdeel van de fiscale politiek en in de eurozone een nationale zeggenschap, niet aan de eurozone toegewezen, is niet zoals in vroeger tijden een nationaal belang maar een globaal speelveld waar concurrentie vermogen hoog scoort.
En de USA heeft meer troeven in handen.
De electriciteits   prijzen voor industrie liggen in 2017 om en nabij de 7 dollarcent per kw/h vergeleken met Duitsland ongeveer 15 eurocent per Kw/h.
En, zoals we weten, zullen de energieprijzen in de Europese Unie de komende decennia verder doorstijgen waardoor de concurrentiepositie ervan ten opzichte van de USA, dat zich niet aan het Parijse Klimaat Akkoord acht gebonden,  ongunstiger zal worden.
Bovendien zijn de USA, in tegenstelling tot de EU, energie onafhankelijk en ontwikkelen zich zelfs tot energie exporterend land.
Het zal duidelijk zijn dat de eurozone met Duitsland als de grote motor voor de eurozone economie deze ontwikkelingen met argusogen volgt.


De vice president van de Europese Commissie, Timmermans, heeft aangekondigd dat de Commissie Polen wil aanklagen op grond van artikel 7 van het verdrag van Lissabon.
Het Poolse parlement heeft twee wetsvoorstellen aangenomen die los gezegd de benoeming van rechters meer onder controle van het parlement en regering stelt terwijl deze hiervoor officieel in handen van een commissie van rechters lag. 
Het doel van de nieuwe wetgeving is volgens het Poolse parlement corruptie te bestrijden en komt mede voort uit de benoemingen die de vorige regering, nu oppositie, had gedaan tijdens de periode dat zij reeds weggestemd waren en die volgens de nieuwe regering daarom niet rechtsgeldig waren.
Het is duidelijk dat het om een politieke kwestie ging bij deze benoemingen.
Het huidige Poolse parlement en regering zijn geen voorstander van verdere EU integratie en er is nogal wat wrijving tussen Polen en Brussel.
De Commissie is van mening dat Polen door deze door het Poolse parlement aangenomen wetswijzigingen de EU democratische normen en waarden aantast en wil nu deze artikel 7 procedure in gang zetten die er uiteindelijk toe zou kunnen leiden dat Polen zijn stemrecht (een van de 27) in de EU verliest.

Maar dat is een lange en ongemakkelijke weg:
-De commissie is gerechtigd de procedure in gang te brengen.
-Vervolgens moet 80% van de EU lidstaten besluiten dat er een risico is dat Polen artikel 7 overtreedt (de democratische waarden van de EU aantast).
-De volgende stap is dat de 26/27 Regeringsleiders (Polen zelf mag niet meestemmen) met algemene stemmen  besluiten dat Polen volhardend en ernstig inbreuk maakt op de principes van de EU.
-Daarna moet met gekwalificeerde meerderheid in de EU Raad van Ministers bepaald worden welke sancties worden opgelegd.
Ontnemen van het stemrecht is één daarvan.
-De Raad van Regeringsleider kan in een later stadium besluiten de sancties op te heffen indien er verbetering is geconstateerd.

In mijn amateuren geest lijkt het mij al moeilijk dat 80% van de lidstaten zo’n besluit neemt.
Ik kan me voorstellen dat in vele landen de benoeming van de rechters op de een of andere wijze politieke invloed ondervindt.
De nieuwe Poolse wet is het besluit van een democratisch gekozen parlement.
Door het intrekken ervan te eisen intervenieert de Commissie in de binnenlandse democratisch tot stand gekomen besluitvorming hetgeen de indruk zou kunnen wekken dat Brussels zich mengt in de nationale politiek.
Er speelt, zo komt het mij voor, meer mee in de Poolse politiek die een  rechtse lijn volgt die niet door Brussel wordt gezien als ondersteuning van de EU gedragslijnen.

Maar zelfs als deze 80% ertoe zou komen in te stemmen met de artikel 7 procedure dan moeten daarna alle EU regeringsleiders (met uitzondering van de Poolse regeringsleider zelf) zonder uitzondering besluiten dat artikel 7 inderdaad persistent en serieus geweld is aangedaan.
Het lijkt mij vrijwel uitgesloten dat dat tot stand kan worden gebracht.
Er kunnen heel goed regeringsleiders zijn die van mening zijn dat het een Poolse interne aangelegenheid is of dat het geen aantasting is van de EU principes.
De noodzakelijke unanimiteit zal dan hoogst waarschijnlijk niet worden bereikt.

Dus de interpretatie van de Commissie van deze zaak zou dan niet worden bekrachtigd door de Raad van Regeringsleiders.
Naar de grote buitenwereld toe  is dat geen goede gang van zaken.

Maar ook dit zijn slechts de overpeinzingen van een welwillend amateur.

















Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire