Het CETA verdrag symboliseert
de Europese Unie
Na zes jaren geheimzinnig onderhandelen over een handels verdrag
met Canada is er tenslotte een resultaat.
Uiteraard is dat een resultaat maar geen besluit. Daartoe hebben de
onderhandelaars geen mandaat.
Onderhandelaars nemen geen besluit maar doen een voorstel aan de bevoegde
gezagen die eventueel na door hen geeiste wijzigingen het verdrag ratificeren.
Zes jaren onderhandelen impliceert dat zo'n verdrag niet over een paar
pakjes boter gaat maar uiterst gecompliceerd is en dat comma's en punten een
belangrijke rol spelen.
Want beide partijen willen ervan profiteren maar evenmin te veel toegeven aan de ander.
Dat wil ook zeggen dat het niet in een vloek en een zucht kan worden
goedgekeurd.
In Canada is die besluitvorming simpel.
Als het Engels talige deel en het
Franstalige deel accoord zijn beslist het Canadese parlement en c'est ça.
In de EU ligt de besluitvorming ingewikkelder.
In principe zijn handels verdragen
de bevoegdheid van de EU zelf maar binnen die handels verdragen
zijn er talrijke elementen die eveneens tot de bevoegdheden en belangen van de
lidstaten behoren en waarover derhalve die lidstaten moeten besluiten.
Niet alleen moet dus het Eropees Parlement zo'n verdrag goedkeuren en de
raad van ministers maar evenzeer alle lidstaat parlementen.
Pas dan is zo'n verdrag een feit.
In het CETA verdrag (en het erop volgende TTIP verdrag met de USA) zit een
juridische hobbel die uitgelegd kan worden als een aantasting van de nationale
bevoegdheden.
Die hobbel wordt gevormd door het Hof van Arbritage, als los onderdeel in
het verdrag opgenomen, dat beslist over
conflicten over de uitleg van het verdrag tussen de bedrijven en de staten.
Een hof dat gevormd wordt door een aantal door de partners aangewezen juristen.
Daarmee wordt in alle zaken dat handels verdrag
betreffende de nationale rechtbanken buiten spel gezet en kunnen bedrijven
nationale wetgeving die niet met de verdragsinhoud stroken in dat Hof van
Arbritage aanvechten.
Wallonië eist nu dat dit competentie vraagstuk wordt voorgelegd aan het
Europees Hof van Justitie.
Overigens is het niet alleen de regio Wallonië in België die het verdrag om
voornamelijk dit Hof afstopt.
Het zelfde zou kunnen volgen bij het handels verdrag
tussen de EU en de USA.
Want dergelijke gecompliceerde verdragen betreffen niet alleen de handel
maar ook de politieke overwegingen die ermee gepaard gaan.
En in die zin moeten deze verdragen ook gezien worden in het licht van de
toenemende twijfel aan verder doorgevoerde globalisering die naast voordelen
volgens velen ook gevaarlijke nadelen
meebrengen waaronder de toenemende macht erdoor voor multinationals en
het daardoor aantasten van kleinere bedrijven die leiden tot een neigng tot
protectionisme.
Maar ik denk vooral bij de strubbelingen bij CETA en ongetwijfeld ook TTIP
aan de hybride vorm die de EU heeft aangenomen die deze strubbelingen
veroorzaakt.
De ongenuancerde Federale eurofiel Verhofstad heeft natuurlijk gelijk als
hij stelt dat alleen een Federale EU met eigen echt parlement en eigen regering
in staat is zonder interferentie van lagere niveaus dergelijke beslissingen te
nemen.
Je kunt ook stellen dat in een dictatoriaal geregeerd land het nog simpeler
zou zijn.
Maar dat wil dan nog niet zeggen dat dus een dictatuur te prefereren valt.
Het fundamentele probleem is dat een een aantal landen dat beslist politiek
onafhankelijk wilde blijven een overeenkomst zijn aangegaan die (en dat was de
opzet van de grondleggers van de EU) die via een economische en financiële samenwerking en naar elkaar
toegroeien van de deelnemende staten zou uitgroeien tot een politieke unie.
Dat verklaart de toewijzing aan de EU als overkoepelend orgaan van enkele
essentieel samen te organiseren taken en verder taken die in samenwerking
zouden worden uitgevoerd.
Het gevolg nu is dat voor de EU taken, te besluiten door de Raad van
Regeringsleiders, nauwelijks de vereiste unanimiteit te vinden is daar elk land
zijn specifiek belangen vooropstelt.
Het tweede gevolg dat het Brussels e
administratieve ambtenaren apparaat zo overdadig is uitgebreid en de knowhow
heeft verworven dat zij vrijwel alle taken die gedeeld worden door EU en
zelfstandige landen beter kunnen uitvoeren (naar eigen mening) dan de
parlementen van de lidstaten die de nodige knowhow missen.
Het derde gevolg is dat door die te grote afstand tussen bevolking (en de
staat dient de bevolking te dienen en niet omgekeerd) en de Brussels e bureaucratie er een steeds grotere wordende
weerstand tegen de gecentraliseerde vaak onbegrijpelijke technocratische
beslissingenstroom uit Brussel ontstaat.
De culminatie vindt plaats in wat juist de sterkst bindende factor zou
hebben moeten zijn om de eenwording van de Europese Unie te garanderen: de
euro, de gezamenlijke munt die de EU zou moeten omvormen tot een Economische en
Monetaire Unie.
Alles wat die EMU had moeten karakteriseren is afgeschaft.
De eurolanden zouden op eigen benen moeten staan: directe financiële steun
was verboden, ook voor de ECB.
In plaats daarvan zijn de bepalingen hierover in het verdrag van Lissabon
opzij geschoven en is het ESM, met de ridicule naam Europees Stabiliserings
Mechanisme, euphenisme voor Steunfonds, met het doel eurolanden in
liquiditeitsproblemen te helpen weer liquide te worden.
Liquiditeit of solvabilitiet lijken daabij synoniem te zijn geworden.
Om de eurolanden in het gelid te houden werd vastgelegd dat een
begrotingstekort van 0.5% en een staatschuld van 60% maximaal aangehouden
moesten worden.
Bij overschrijding van 3% zou ingegrepen moeten worden.
Bekijk de grafieken van mij in vorige blogs en zie dat er niets maar dan
ook niets van is uitgekomen.
De ECB steunt zij het indirect want dat is niet verboden de zwakke landen
met QE en rentepolitiek en zelfs dat zet geen zoden aan de dijk.
De ECB moet doorgaan met geldbijdrukken en allerlei dubieuze assets op
kopen om de rente laag te kunnen houden omdat anders de rentelasten bij de
overgrote schulden van de zuidelijke landen tot hun failliet zouden leiden.
Daarbij is de groei nog steeds kleiner dan de tekorten en nemen de schulden
verder toe.
In plaats van nader tot elkaar te
komen drijven de noordelijke en zuidelijke eurolanden steeds verder uit elkaar,
hetgeen tot conflicten over de te volgen fiscale politiek leidt.
Après nous le déluge of misschien eerder. Wie zal het weten. Maar dat het zo
niet verder kan is wel duidelijk hoewel het lijkt of dat in de hogere regionen
nog niet is doorgedrongen.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire