vendredi 28 octobre 2016

Het CETA verdrag symboliseert 
de Europese Unie

Na zes jaren geheimzinnig onderhandelen over een handelsverdrag met Canada is er tenslotte een resultaat.
Uiteraard is dat een resultaat maar geen besluit. Daartoe hebben de onderhandelaars geen mandaat.
Onderhandelaars nemen geen besluit maar doen een voorstel aan de bevoegde gezagen die eventueel na door hen geeiste wijzigingen het verdrag ratificeren.
Zes jaren onderhandelen impliceert dat zo'n verdrag niet over een paar pakjes boter gaat maar uiterst gecompliceerd is en dat comma's en punten een belangrijke rol spelen.
Want beide partijen willen ervan profiteren maar  evenmin te veel toegeven aan de ander.
Dat wil ook zeggen dat het niet in een vloek en een zucht kan worden goedgekeurd.
In Canada is die besluitvorming simpel.
Als het Engelstalige deel en het Franstalige deel accoord zijn beslist het Canadese parlement en c'est ça.
In de EU ligt de besluitvorming ingewikkelder.
In principe zijn handelsverdragen de bevoegdheid van de EU zelf maar binnen die handelsverdragen zijn er talrijke elementen die eveneens tot de bevoegdheden en belangen van de lidstaten behoren en waarover derhalve die lidstaten moeten besluiten.
Niet alleen moet dus het Eropees Parlement zo'n verdrag goedkeuren en de raad van ministers maar evenzeer alle lidstaat parlementen.
Pas dan is zo'n verdrag een feit.
In het CETA verdrag (en het erop volgende TTIP verdrag met de USA) zit een juridische hobbel die uitgelegd kan worden als een aantasting van de nationale bevoegdheden.
Die hobbel wordt gevormd door het Hof van Arbritage, als los onderdeel in het verdrag opgenomen,  dat beslist over conflicten over de uitleg van het verdrag tussen de bedrijven en de staten.
Een hof dat gevormd wordt door een aantal door de partners aangewezen juristen.
Daarmee wordt in alle zaken dat handelsverdrag betreffende de nationale rechtbanken buiten spel gezet en kunnen bedrijven nationale wetgeving die niet met de verdragsinhoud stroken in dat Hof van Arbritage aanvechten.
Wallonië eist nu dat dit competentie vraagstuk wordt voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie.
Overigens is het niet alleen de regio Wallonië in België die het verdrag om voornamelijk dit Hof afstopt.
Het zelfde zou kunnen volgen bij het handelsverdrag tussen de EU en de USA.
Want dergelijke gecompliceerde verdragen betreffen niet alleen de handel maar ook de politieke overwegingen die ermee gepaard gaan.
En in die zin moeten deze verdragen ook gezien worden in het licht van de toenemende twijfel aan verder doorgevoerde globalisering die naast voordelen volgens velen ook gevaarlijke nadelen   meebrengen waaronder de toenemende macht erdoor voor multinationals en het daardoor aantasten van kleinere bedrijven die leiden tot een neigng tot protectionisme.

Maar ik denk vooral bij de strubbelingen bij CETA en ongetwijfeld ook TTIP aan de hybride vorm die de EU heeft aangenomen die deze strubbelingen veroorzaakt.
De ongenuancerde Federale eurofiel Verhofstad heeft natuurlijk gelijk als hij stelt dat alleen een Federale EU met eigen echt parlement en eigen regering in staat is zonder interferentie van lagere niveaus dergelijke beslissingen te nemen.
Je kunt ook stellen dat in een dictatoriaal geregeerd land het nog simpeler zou zijn.
Maar dat wil dan nog niet zeggen dat dus een dictatuur te prefereren valt.
Het fundamentele probleem is dat een een aantal landen dat beslist politiek onafhankelijk wilde blijven een overeenkomst zijn aangegaan die (en dat was de opzet van de grondleggers van de EU) die via een economische  en financiële samenwerking en naar elkaar toegroeien van de deelnemende staten zou uitgroeien tot een politieke unie.
Dat verklaart de toewijzing aan de EU als overkoepelend orgaan van enkele essentieel samen te organiseren taken en verder taken die in samenwerking zouden worden uitgevoerd.

Het gevolg nu is dat voor de EU taken, te besluiten door de Raad van Regeringsleiders, nauwelijks de vereiste unanimiteit te vinden is daar elk land zijn specifiek belangen vooropstelt.
Het tweede gevolg dat het Brusselse administratieve ambtenaren apparaat zo overdadig is uitgebreid en de knowhow heeft verworven dat zij vrijwel alle taken die gedeeld worden door EU en zelfstandige landen beter kunnen uitvoeren (naar eigen mening) dan de parlementen van de lidstaten die de nodige knowhow missen.
Het derde gevolg is dat door die te grote afstand tussen bevolking (en de staat dient de bevolking te dienen en niet omgekeerd) en de Brusselse bureaucratie er een steeds grotere wordende weerstand tegen de gecentraliseerde vaak onbegrijpelijke technocratische beslissingenstroom uit Brussel ontstaat.

De culminatie vindt plaats in wat juist de sterkst bindende factor zou hebben moeten zijn om de eenwording van de Europese Unie te garanderen: de euro, de gezamenlijke munt die de EU zou moeten omvormen tot een Economische en Monetaire Unie.
Alles wat die EMU had moeten karakteriseren is afgeschaft.

De eurolanden zouden op eigen benen moeten staan: directe financiële steun was verboden, ook voor de ECB.
In plaats daarvan zijn de bepalingen hierover in het verdrag van Lissabon opzij geschoven en is het ESM, met de ridicule naam Europees Stabiliserings Mechanisme, euphenisme voor Steunfonds, met het doel eurolanden in liquiditeitsproblemen te helpen weer liquide te worden.
Liquiditeit of solvabilitiet lijken daabij synoniem te zijn geworden.
Om de eurolanden in het gelid te houden werd vastgelegd dat een begrotingstekort van 0.5% en een staatschuld van 60% maximaal aangehouden moesten worden.
Bij overschrijding van 3% zou ingegrepen moeten worden.
Bekijk de grafieken van mij in vorige blogs en zie dat er niets maar dan ook niets van is uitgekomen.
De ECB steunt zij het indirect want dat is niet verboden de zwakke landen met QE en rentepolitiek en zelfs dat zet geen zoden aan de dijk.
De ECB moet doorgaan met geldbijdrukken en allerlei dubieuze assets op kopen om de rente laag te kunnen houden omdat anders de rentelasten bij de overgrote schulden van de zuidelijke landen tot hun failliet zouden leiden.
Daarbij is de groei nog steeds kleiner dan de tekorten en nemen de schulden verder toe.
In  plaats van nader tot elkaar te komen drijven de noordelijke en zuidelijke eurolanden steeds verder uit elkaar, hetgeen tot conflicten over de te volgen fiscale politiek leidt.

Après nous le déluge of misschien eerder. Wie zal het weten. Maar dat het zo niet verder kan is wel duidelijk hoewel het lijkt of dat in de hogere regionen nog niet is doorgedrongen.







Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire