Spaarders en
gepensioneerden (en banken),
maak de borst maar nat.
Naast de 2.55
biljoen euro al bijgedrukt door de ECB en nog steeds in circulatie nu per 1 november nog eens 20 miljard per
maand voor onbepaalde tijd daar boven op bijdrukken en de deposito rente van
-0.4% naar -0.5% verzwaren.
Meer van
hetzelfde dus.
Pikant facet:
dit alles gaat in op 1 november de dag dat Mw Lagarde President van de ECB
wordt en één dag nadat de termijn van Draghi afgelopen is.
Ander pikant
facet: Trump heeft dit besluit onmiddellijk genoemd als wisselkoers manipulatie
hetgeen Draghi even snel ontkend heeft.
De
aandelenbeurzen zijn verheugd, er komt nog meer geld.
In het
verleden waren de Centrale Banken een soort ivoren toren in de financiële
wereld.
Onafhankelijk
van de politiek en met een vast mandaat beheerden zij de monetaire politiek,
geld aanmaken en rente bepalen, (de werkgelegenheid voor de FED), om zo de
waarde van de munt stabiel te houden voor hun staat.
Dat stabiel
houden werd bereikt door de inflatie op en nabij 2% te houden, axiomatisch, zo
geloof ik.
Maar
onafhankelijk betekent niet onpartijdig of objectief maar alleen dat anderen er
geen directe zeggenschap over hebben.
Tijdens de
recessie van 2008 werden zij gezien als de redders van de economie, degenen die
door financiële injecties en rente aderlatingen de economie weer gezond
maakten.
Maar
langzamerhand begint de gloed van glorie wat te dimmen.
Trump heeft
geregeld kritiek op het handelen van de FED, een oud lid ervan schreef in een
brief dat de FED de herverkiezing van Trump
moest tegengaan met monetaire politiek.
Zelfs binnen
de CB’s lijkt de unanimiteit bij de beslissingen aan slijtage onderhevig te
zijn.
Bovendien
beginnen steeds meer analisten en economen zich af te vragen of steeds meer van
hetzelfde wel werkt.
Want waarom is
anders dat steeds meer van hetzelfde nodig?
Wanneer wordt
stimuleren in feite alleen maar steunen (of is het dat al geworden).
En waarom
worden de nadelen minder ernstig ingeschat dan die stimulering of steun.
De laatste
tijd komt de Modern Monetary Theory
vooral door de linkse democratische vleugel in de USA in het voetlicht en zou
vooral door landen met hoge staatsschulden heel aantrekkelijk zijn.
Bij de Modern
Monetary Theory is een centrale bank in feite overbodig.
De staat maakt
zelf de hoeveelheid geld aan die hij nodig heeft voor uitgaven en investeringen.
Die
hoeveelheid kan zij zelf bepalen, een staat kan immers niet failliet gaan en de
hoogte van de schuld is dus niet bepalend.
Door belasting
politiek wordt inflatie in toom gehouden, bij stijgende inflatie hogere
belastingen, bij deflatie lagere.
De functie van
belasting wijzigt zich dus van financiering van de staat naar inflatie
beteugelaar.
Grote
verschillen dus met de huidige systematiek waar onafhankelijke centrale banken
door rentemanipulaties de inflatie regelen tot deze om en nabij 2% is. en zelf de
geldhoeveelheid bepalen en aanmaken die daarvoor nodig is (niet de staat) en
waar belastingen van allerlei aard de
inkomsten van de staat betekenen.
Dus belasting
bij de MMT om de inflatie in toom te houden en rente bepalen en gelddrukken bij
de Centrale Banken om hetzelfde te doen.
Het grote
verschil bij het geld drukken:
bij de MMT kan
de staat dat rechtstreeks gericht doen voor zijn uitgaven en investeringen.
Bij de
Centrale Banken doet de CB dat en wordt het geld voor opkopen obligaties door
de CB naar de banken gesluisd waardoor noch de Centrale Bank noch de staat
zicht heeft op het bestedingspatroon ervan.
Bij Duitsland
ligt de Weimar republiek met zijn torenhoge inflatie en geldontwaarding door
dat bijdrukken echter nog vers in het geheugen.
Maar of geld
drukken nu door de staat of door de CB wordt gedaan, het vindt plaats met
dezelfde gevolgen.
Men kan, zo
geloof ik, niet de Eurozone op één lijn zien met andere landen.
Terwijl in de
Eurozone sprake is van landen die fiscaal onafhankelijk zijn en onderling sterk
verschillen in economische potentie (na tien jaren van “convergentie”) en
wetgeving met één overkoepelende ECB is in de andere landen sprake van één CB
in één staat met één wetgeving.
In de eurozone
kunnen de monetaire politiek (ECB) en de fiscale politiek (eurolanden) niet op
elkaar afgesteld worden door die grote verschillen in wetgeving en potentie.
In tegendeel,
de economie in een aantal eurolanden heeft monetaire easing nodig een ander
juist monetaire tightening.
Maar de ECB
zal zich (dat is mijn puur persoonlijke gedachte) meer moeten richten op de
landen die een verruiming van de middelen nodig hebben dan op de sterkere die
dat niet nodig hebben.
Want de
eurozone moet bij elkaar blijven.
Dat verzwakt,
zo denk ik, daardoor de sterkere landen die juist een strakkere monetaire
politiek nodig hebben.
Dat verzwakt ook
de koopkracht van spaarders en allen die van rente afhankelijk zijn.
Het versterkt
de inkomens van aandeelhouders zoals ik in vorige blogs heb duidelijk gemaakt.
Want echte inflatie
compenserende loonsverhogingen zijn er niet, zeker niet in de economisch onzekere
tijden die wij nu doormaken.
De lasten
nemen echter wel toe.
Maar die
verruiming is, zo blijkt nu, tot nu toe onvoldoende gebleken voor die
economisch zwakkere landen.
Daardoor neemt
de druk vanuit die landen om de fiscale regels voor de EU en Eurozone te
versoepelen steeds verder toe.
Ook de ECB
erkent eigenlijk, zo interpreteer ik het, al vele jaren dat monetaire politiek tekort
schiet is door de zeggen dat de eurolanden hun fiscale politiek moeten
aanpassen.
Maar die
fiscale politiek is alleen vrij binnen de stringente begrotingsregels van het
Verdrag van Lissabon en de verdere versterking daarvan voor de eurolanden in
het Growth and Stability Pact met de beruchte 3% (eigenlijk 0.5%)
begrotingstekort en de 60% maximaal staatsschuld).
Daarvan
uitgaande en de huidige stand van zaken wat staatsschuld betreft beziende is de
toestand van de meeste eurolanden veel slechter dan in het beginjaar 2000.
Misschien wel
convergentie maar niet wat solvabiliteit betreft.
Kijk maar naar
de tabellen in vele vorige blogs.
Maar dit zijn
weer alleen maar de overpeinzingen van een geïnteresseerde leek.