vervolg.......
De zevenjaars laarzen van
de EU
en
een blik op de toekomst.
Rozengeur en maneschijn of
het verhaal van Job.
De zevenjaars begrotingsvoorstellen van de EU zijn adembenemend:
Met jaarlijks zo’n 10 à 15 miljard minder inkomsten
door het vertrek van Groot Brittannië uit de EU zou je denken dat
bezuinigingen, het woord dat wij zo geregeld horen, zouden worden overwogen.
Integendeel.
De Brexit wordt
juist gebruikt om het budget van de EU verder te verhogen en niet zo’n
beetje.
Eén lidstaat minder maar nieuwe plannen en dus juist meer
geld uitgeven.
Voor de lopende periode is de EU begroting 964 miljard
euro maar zonder de bijdrage van Groot Brittannië voor de komende zeven jaar wordt
hij verhoogd tot 1279 miljard euro, 300 miljard euro meer dus, als tenminste de
voorstellen van de Commissie worden aangenomen.
Want de EU wil juist meer taken op zich nemen.
In plaats van consolideren en herbezinnen meer
uitgeven.
Daarbij moeten we dan ook nog rekening houden met de
negatieve economische gevolgen van een moeizaam nieuw verdrag met het VK.
Want dat ook de EU economische schade zal oplopen door
het uittreden van het VK staat buiten kijf.
De rekening wordt, zoals al door de eeuwen heen, gelegd bij de burgers.
Zij zullen die 1,279 biljoen euro moeten ophoesten via
de belasting.
Zij moeten het gelag betalen.
Het eerste kwartaal in de
eurozone bracht toch een geringere groei dan verwacht, 0,4%, dat wisten wij al.
Verschillende mogelijke
oorzaken daarvan werden geopperd waaronder het slechte weer.
April was echter de warmste
maand sinds 1981, lees ik, maar ondanks dat was de Manufacturing PMI nu in
april toch ook weer wat lager dan de maand ervoor; 56,2; in maart 56,6.
Denk erom, alle waarden
boven 50 zijn positief, de groei is dus alleen weer een weinig afgezakt, maar er
is nog steeds groei.
De prognoses zijn dus nog
onverminderd positief.
In maart bleef ook de
inflatie laag: 1,34% en in april wordt hij op 1,2% geschat.
De core inflation zelfs 0,7%.
Een "Easter Dip"
Wie zal het zeggen.
De core inflation zelfs 0,7%.
Een "Easter Dip"
Wie zal het zeggen.
Maar ver onder die gewenste of
vereiste om en nabij 2%
De ECB gaf geen verdere
aanwijzingen over een eventueel einde aan de Quantitative Easing.
Dat de lage (of nul) rente
nog lang laag zal blijven was echter al duidelijk, een 2% inflatie wordt pas in
2020 verwacht.
Maar verwachtingen over
een hogere inflatie in de eurozone zijn al jarenlang niet uitgekomen.
De FED heeft besloten nu
geen renteverhoging door te voeren.
In de USA is echter de
inflatie wel tot 2% toegenomen hetgeen de druk op de FED om renteverhogingen
door te voeren vergroot.
Want men mag dan wel een
inflatie van 2% ideaal voor de economie achten maar een stijging boven de 2%
roept al snel de vrees op voor een verdere stijging ervan en een te hoge
inflatie is misschien wel gevaarlijker dan een te lage.
Maar een versnelde
verhoging van de rente in de USA , en de tien jaars rente heeft al even de 3%
bereikt, zou een slecht teken voor uitstaande leningen zijn en vooral voor de
extra hoge nieuwe staatsleningen die in 2018 moeten worden uitgeschreven als
gevolg van de belastingverlagingen.
De FED koopt immers geen
obligaties meer op en vermindert bovendien de geldvoorraad.
Een slinkende vraag dus
bij een stijgend aanbod van staatsobligaties oefent een sterke opwaartse druk
uit op de rente.
Voor hypotheken, nieuwe of
bestaande met variabele rente, geldt hetzelfde.
Het zou de kosten voor
staat, bedrijfsleven en particulieren flink verhogen.
Zoals ik in het vorige
blog zei, het is eenvoudiger Quantitative Easing te beginnen dan er mee op te
houden.
We moeten niet uit het oog
verliezen dat wat nu in de USA gebeurt ook tenslotte in de eurozone zal moeten gaan
plaatsvinden.
Na het einde van de
recessie en met een groeiende economie zal de ECB eerst de strategie van maandelijks
tientallen miljarden euro’s bijdrukken en in de kapitaalmarkt van de banken
pompen wel moeten afbouwen en beëindigen maar zonder daarbij de economische
groei te belemmeren.
Naarmate de inflatie gaat
toenemen zal de ECB ook tot renteverhoging moeten overgaan waardoor overgesloten
leningen en nieuwe leningen duurder zullen worden.
Tenslotte zal ook de extra
bijgedrukte 2,55 biljoen euro geleidelijk uit de circulatie moeten worden
gehaald.
Dan pas is een “normale”
toestand bereikt.
Dat geldt voor de
eurolanden en voor zowel bedrijfsleven als particulieren.
Een belangrijke factor
hierbij is dat de olieprijzen lange tijd laag zijn gebleven.
Door de huidige
productiebeperkingen en de risico’s in olie leverende landen stijgen de olie
prijzen de laatste tijd echter aanzienlijk.
Die stijgende olieprijzen en
daardoor eveneens stijgende grondstoffen prijzen zullen een geïmporteerde
inflatie en dus prijsverhogingen,
veroorzaken.
We zien dat nu al aan de
benzine en diesel prijzen aan de pomp, het transport wordt duurder.
Een geïmporteerde inflatie
werkt belemmerend op de economische groei, de kosten stijgen en er staat geen
productieverhoging en dus loonsverhogingsgrond tegenover.
We moeten er bovendien
rekening mee houden dat de energieprijzen voor huishoudens en bedrijfsleven de
komende jaren flink zullen gaan stijgen als gevolg van de uitvoering van het
Parijs Klimaat Akkoord.
In Duitsland is dat al
goed zichtbaar.
Hierbij heeft de eurozone
en de EU een ongunstiger positie dan de USA.
De USA is zelfvoorzienend
wat energie betreft maar de eurozone en de EU zijn minstens in de komende tien
jaren voor een groot deel op import van olie en gas aangewezen.
In de periode daarna in
ieder geval voor de onontbeerlijke backup bij windstilte en/of zonloze
periodes.
Het zal in ieder geval
duidelijk zijn dat het beëindigen van de Quantitative Easing en het
normaliseren van de rente veel problemen met zich mee zullen brengen.
Bovendien is, mede door
die enorme geldverruiming, niet alleen in de eurozone maar wereldwijd een gigantische schuld opgebouwd
die elk jaar nog toeneemt zolang er begrotingstekorten blijven bestaan.
Die schuld zou ook
wereldwijd juist tot normale proporties moeten worden teruggebracht.
De drang in de eurozone
echter om de “austerity” te beëindigen en een lossere financiële politiek te
voeren zou die begrotingstekorten alleen maar doen toenemen en dus ook de
staatsschulden.
Bij een oplopende rente
zal de daardoor toenemende rentelast op die schuld de economische groei sterk
belemmeren (behalve bij zeer langjarige leningen met vaste rente, maar ook die
bereiken het moment van maturity, van aflossing of oversluiten).
Voor oververschuldigde
eurolanden zou die rentelast zelfs niet meer op te brengen zijn.
Natuurlijk is het een
logische gedachte in een tijd van recessie de economie te stimuleren zodat hij
weer op gang komt, door renteverlaging en kredietverschaffing en investeringen
in de infrastructuur en innovatie.
De vraag voor mij is steeds
geweest of het ook zin heeft om jarenlang daarmee door te gaan omdat het dan
geen stimuleren is maar kunstmatig in
stand houden wordt.
Het onvermijdelijke gevolg
van zo lang doorgaan is bovendien dat er enorm veel extra schuld door wordt
opgebouwd die als een blok aan het been van de economie hangt en nieuwe investeringen
bemoeilijkt door gebrek aan krediet.
Want de rekening zal toch
op een zeker moment betaald moeten worden.
Het is wel duidelijk dat
gezien die blik in de toekomst mijn overpeinzingen niet veel optimisme
inhouden.
Maar de realiteit houdt zich
niet bezig met optimisme of pessimisme maar met feiten.
En tenslotte kan ik als
amateur de plank volkomen mis slaan.
Dat hoop ik zelf van harte.
Volgende keer
overpeinzingen waarom het in de eurozone extra gecompliceerd is.
.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire