Dualisme en de euro
De plannen van het Europees parlement voor de eurozone staan op naarhethemleek.blogspot.fr
Het volgende blog na "dualisme en de euro" gaat over "denk niet dat de Eurofilen hun visie op Europa zo gemakkelijk zullen prijsgeven".
Mijn vorige blog ging over
het dualisme in de EU.
Deze keer een lang, ingewikkeld
maar belangrijk onderwerp.
Datzelfde dualisme zie ik ook
in de euro.
Denk er om, niet de
eurozone, want de euro is de enige munt
van de Europese Unie en de eurozone bestaat uit EU lidstaten die voorliepen op
de andere en aan de toelatingsvoorwaarden voldeden (maar nu niet meer).
In de voltooide EU zullen dus
alle lidstaten de euro ingevoerd moeten hebben.
Maar er is alweer dat
dualisme want hoewel de euro de enige munt zou zijn waren er al twee lidstaten
die een uitzonderingspositie innamen: geen euro maar eigen munt behouden.
Denemarken en Groot
Brittannië maakten bij het verdrag van Lissabon dat voorbehoud.
En, pragmatisch bezien,
willen alleen nog maar lidstaten de euro invoeren als zij daar voordeel in
zien.
Want landen als Zweden,
Polen, voelen er niets voor.
Daarnaast zijn (en komen er)
bij de Europese Unie alleen maar landen bij die absoluut niet aan de
voorwaarden voor de euro voldoen.
Maar dat was niet voorzien in
het verdrag van Lissabon.
Zoals ik al zei was er het
dualisme in enerzijds de vrijheid voor de lidstaten om een eigen fiscale
politiek te voeren en anderzijds voorwaarden te stellen die die vrijheid
beknotten.
Voorwaarden, althans volgens
velen, die het de landen juist onmogelijk maakten de optimale fiscale politiek
van belasting, uitgavenpatroon, investeringen te voeren die bij dat land paste.
Maar veel ingrijpender en
dualistischer was de beperking (al in het verdrag van Maastricht) dat lidstaten
elkaar niet direct financieel mochten steunen hetgeen eveneens gold voor de
ECB, de Europese Centrale Bank.
Want dat dualistische schuilt
in het woord “direct”, dus rechtstreeks van het ene land naar het andere.
De grondgedachte hierachter
was enerzijds die van de “convergentie” oftewel nader tot elkaar komen, naar
elkaar toegroeien waardoor zulke hulp niet nodig zou zijn.
In feite de grondfilosofie
van de Europese Unie.
Achteraf gezien een onnozele
veronderstelling dat alleen positieve ontwikkelingen mogelijk waren en geen
negatieve.
Aan de andere kant was het
een voorwaarde van, naar ik meen het wat voorzichtiger Duitsland, om te
voorkomen dat er landen zouden zijn die op andere gingen steunen in plaats van
te “convergeren”.
Een vooruitziende gedachte
maar helaas ontkracht door dat begrip “direct”.
Want we zien nu, dat in
plaats van die verboden directe gerichte financiële steun van land aan land er
een kunstmatige situatie geschapen moest worden van “indirecte steun” via een
door de lidstaten gefinancierd zelfstandig fonds (Europees Stabilisatie
Mechanisme) dat landen in acute liquiditeits problemen te hulp schoot na
uitvoerige onderhandelingen (Griekenland als ontluisterend voorbeeld) waardoor
steeds onnodige vertraging bij die hulp optrad.
Datzelfde geldt voor de
Europese Centrale Bank die in plaats van direct hulp te bieden aan lidstaten
dit nu via een omweg moet doen door via een bank ongericht obligaties van alle
eurolidstaten aan te kopen om dat “direct” te vermijden waardoor ook hier de
effectiviteit in het gedrang komt.
Want daardoor ontstaan de
huidige Duits/Nederlandse toestanden, te weten dat juist die sterke landen meer
profiteren van de obligatieaankopen in plaats van de beoogde zwakke.
Zo vindt juist
desconvergentie oftewel uit elkaar groeien plaats.
Daarnaast zien we het Target
2 Systeem (eveneens beheerd door de ECB), een soort clearinghouse voor
betalingen van lidstaten (en enkele andere) onderling waar dagelijks de
betalingen van leveringen door eurolanden onderling verrekend worden en dus aan
het eind van elke dag een nul nul situatie zou moeten ontstaan.
In plaats hiervan krijgt het
(naar mijn mening althans) het karakter van een soort bank van lening waar
landen als Duitsland en Nederland grote vorderingen hebben uitstaan en zwakke
landen enorme schulden.
Natuurlijk zullen die
uiteindelijk verrekend moeten worden, maar wanneer en hoe en waar de financiën
hiervoor vandaan moeten komen blijft vaag.
Ook hier weer het dualisme
tussen opzet en realiteit.
Dan het dualisme tussen de
voorwaarden voor invoering van de euro en de uitvoering ervan.
Volgens mij de grondoorzaak
van alle problemen in de eurozone.
Enerzijds werd naast de
maximale schuld van 60% van het bruto binnenlands product (BBP of GDP) een
maximaal begrotingstekort van 0,5% geëist (in bepaalde gevallen iets hoger).
Daardoor kon slechts een
minimale schuldvergroting per jaar optreden.
Een bij voldoende economische
groei dus uitstekende regel.
Maar daartegenover stond de
regel dat pas bij een overschrijding van een begrotingstekort van 3% de
Europese Unie (en de Commissie als uitvoerend en controlerend instituut dus)
corrigerend zou optreden (en dat in de
praktijk nog nimmer heeft gedaan).
Want een voortdurend
begrotingstekort van 3% (dat wil dus zeggen elk jaar 3% meer uitgeven dan er,
economische groei inbegrepen, binnenkomt) houdt in dat de staatsschuld elk jaar
ook met 3% toeneemt zonder dat de Commissie het recht heeft in te grijpen.
Aangezien al snel die 3% door
de lidstaten als grens werd gehanteerd (en vaak ongestraft overschreden, het
allereerst door Duitsland en Frankrijk) was het logisch dat de staatsschuld ook
elk jaar met die drie procent (of meer) steeg.
Ook tegen de daardoor ontstane
te hoge staatsschuld trad de Commissie niet op.
Bovendien was door de lage rentetarieven door de ECB ingesteld
lenen ook erg goedkoop en dus extra aantrekkelijk.
Het gevolg is nu
staatsschulden van de eurolanden die variëren van zo’n 40% tot 180%.
De eurolanden deden aan
schuldfinanciering in plaats van groei financiering.
Een volgend dualisme is het
karakter van de eurozone zelf.
Ik praat daarbij niet over
het feit dat hij voortkomt uit de mogelijkheid in het verdrag dat een
aantal landen gezamenlijk een voorsprong neemt op de
andere en dus een dualisme schept maar dat hij toch geheel en al onder de
zeggenschap van de Commissie valt en wat dat betreft dus weer geen
uitzonderingspositie heeft.
Enerzijds stellen de
eurolanden zich op als een eenheid (unie in een bepaalde uitleg van dat
begrip).
Zo is er de groei van de
eurozone, het begrotingstekort van de eurozone, de staatsschuld van de
eurozone, de werkloosheid van de eurozone, de inflatie van de eurozone, de
handelsbalans van de eurozone.
Opzettelijk gebruik ik “van”
en niet “in”.
Want “in” de eurozone zien we
de groei, begrotingstekort (of overschot), staatschuld, werkloosheid, inflatie,
handelsbalans en betalingsbalans van elk
euroland.
Van elk euroland zien we de
handelsbalans en betalingsbalans met landen buiten de eurozone maar ook met
landen binnen de eurozone, mede eurolanden.
Want onderling zijn de
eurolanden elkaars concurrenten en drijven handel met elkaar.
De twee gezichten van de
eurozone, naar buiten en naar binnen.
En dat gezicht naar buiten geeft
geen goed beeld van de werkelijkheid en lijkt een eenheid te suggereren die de enorme
verschillen tussen de eurolanden onderling verbergt.
Kijk maar naar de grafieken
die ik in de loop van mijn blogs uit officiële gegevens heb vervaardigd.
Van straatarm tot redelijk
welvarend.
En dan praat ik over de
staten, niet over de bevolking want een staat kan welvarend lijken over de
ruggen van de bevolking.
Het gaat dus niet goed met vele
ook zeer belangrijke eurolanden.
Men kan dat natuurlijk
verzwijgen of anders voorstellen maar de werkelijkheid laat zich niet dwingen.
Er zijn voor de toekomst van die
eurolanden (en dus ultiem voor alle EU landen) allerlei meningen.
Het zal duidelijk zijn dat
die toekomst visies verschillen tussen de meer welvarende en de zwakke
eurolanden.
De zwakke landen dringen aan
op transfer unie, fiscale unie, eurolanden ministerie van financiën, gezamenlijke
begroting en uitgavenpatroon, gezamenlijke schulddeling, kortom volledige
financiële unie maar daarentegen geen politieke unie, dat wil zeggen geen
gezamenlijke belasting wetgeving, sociale wetgeving (pensioenen, uitkeringen).
Het een zonder het ander is echter
onredelijk en onrechtvaardig
De sterke landen wijzen dat
af (en volgen daarmee de verdragen en het Stabiliteit en Groei Pact) en eisen
hervormingen in de zwakke landen van bureaucratie, arbeidsrecht, sociaal recht
en innovatie.
Bovendien, gezien de
ervaringen tussen Noord Italië en Zuid Italië (onlangs nog beschreven) is een
transfer of fiscale unie zinloos.
Zuid Italië; ondanks de
constante geldstroom noord zuid, heeft het nog steeds slechts 50% economie
vergeleken met noord Italië, net zoals in het verleden.
Kijk ook zelfs naar de
ontwikkeling in oud West en oud Oost Duitsland.
Een oplossing binnen de
unieke euro lijkt uitgesloten.
Een duaal muntstelsel lijkt
mij persoonlijk de enige oplossing met handhaving van de euro (in de gehele EU
zoals het verdrag stelt).
Berlusconi heeft onlangs dat
idee van het dubbele muntstelsel weer als oplossing voorgesteld.
De EU en die eigenlijk
informele eurozone staan weer op een kiesmoment.
Juncker heeft vijf eigenlijk
even onmogelijke opties gepresenteerd.
Want er is een sliding scale
in de EU, niet een keuze tussen vijf opties.
Die sliding scale beweegt
zich simpelweg tussen aan de ene zijde een politieke unie en aan de andere een
terugkeer naar de Europese Economische Gemeenschap.
Een Politieke Unie dat wil
zeggen met een door de totale bevolking gekozen parlement en een regering op
basis van de meerderheid in dat parlement met een gemeenschappelijke wetgeving
en gemeenschappelijke taal.
Want dan pas is er sprake van
een echte politieke unie.
Maar zo’n politieke unie is
duidelijk een illusie in deze tijd waarin juist meer nationalisme (populisme
volgens de EU) onstaan is mede door onvrede over het functioneren van deze EU
en de wens minder macht aan Brussel toe te kennen en dus juist macht terug te
halen naar de nationale parlementen.
Maar het is voor het 30.000
personen groot EU bestuur in Brussel toch de meest voor de hand liggende optie.
Maar zolang niet aan al die
voorwaarden voor een echte politieke unie wordt voldaan is er een alleen een samenwerkingsverband, welke
naam men er ook aan zou willen geven.
Aan de andere kant van de
schaal is er dan de oude, beproefde Europese Economische Gemeenschap met
vrijhandel en tot op zekere hoogte open
grenzen maar zonder politieke eenheid.
Alles tussen die twee blijft
behelpen, is niet ideaal.
Overigens, een EU met twee of
meer snelheden lijkt mij hypocrisie.
Er is geen sprake van
snelheden maar van principiële verschillen in wat die EU moet zijn. Dat heeft
niets met snelheid te maken.
Tenzij men met snelheid wil
suggereren dat het eindpunt toch altijd die Politieke Unie moet zijn.
Dat brengt mij tot de laatste
gedachte hierover. Maar een belangrijke.
De eurozone, hoewel
onderworpen aan het gezag van de Commissie, ontwikkelt zich wat regelgeving
betreft zelfstandig, los van de andere EU landen.
Maar elk EU land dat de Euro
als munt aanvaardt valt onder deze speciale eurozone regelgeving.
Daaruit volgt logisch dat in
de voltooide Europese Unie, als alle lidstaten (behalve Denemarken, want Groot
Brittannië is dan geen lid meer) de euro hebben ingevoerd de eurozone wetgeving
de EU wetgeving is geworden zonder dat de nieuwe euro invoerders daar
zeggenschap in hebben gehad.
Dat was ook een van de zorgen
van GB voor zij voor de Brexit kozen.
Weer een van die dualismen.
Maar dit zijn ook weer de
overwegingen van een amateur, een leek, die alleen maar van afstand waarneemt
wat er zich allemaal afspeelt in de Europese Unie.
En dan te denken dat de EU
maar een steeds minder belangrijk onderdeel van de uitdijende wereld economie
is.
Met uitgeputte grondstoffen
en dus afhankelijk van invoer.
Afhankelijk van andere
economieën dus.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire