Een alternatieve lekenblik op
het Wereld Forum 2017
Is het nu Top bottom of bottom top
Van tijd tot tijd verval ik bij het lezen over
mondiale, of globale, als je dat liever hoort, evenementen georganiseerd door
het establishment in een toestand van
wanhopig cynisme.
Wanhopig omdat het zich jaar na jaar onveranderd
voordoet, cynisme omdat het onder het mom van het op zich nemen van wereld
verantwoordelijkheid niets anders is dan eigen belang en macht behouden.
Nu weer vindt de jaarlijkse bijeenkomst van de
World Economic Forum plaats in Davos, Zwitserland. Van 17 tot 20 januari zijn
er bijeenkomsten, lezingen, discussies en plannen over de wereldeconomie 2017.
Oorspronkelijk was het een congres voor deze top ondernemingen
maar in de loop der jaren is het uitgebreid tot dit jaar 3000
vertegenwoordigers van de wereld top ondernemingen, de wereld politieke leiders
van de G20 aangevuld met een franje van pressiegroepen, universiteitsgroepen, jonge ondernemers en
innovators.
De kleur van de opgespelde insignes geven de
belangrijkheid van de drager aan en naast de vele officiële bijeenkomsten zijn
er uiteraard banketten, informele bar ontmoetingen om ook buiten de formele
zittingen te kunnen overleggen.
Maar de belangrijkste figuren zijn natuurlijk de
grote ondernemingen en de grote politieke leiders.
Zij zingen allen hun eigen bekende lied.
Zij bepalen de kernproblemen en ontwikkelingen in
2017.
Kapitalisme en politiek,
Het resultaat van dit alles wordt de economische
richting die door deze politieke leiders en topondernemingen voor 2017 wordt
uitgezet met prioriteiten en middelen.
Want de belangrijkste figuren zijn natuurlijk de
grote ondernemingen en de grote politieke leiders. Zij bepalen de kernproblemen
en ontwikkelingen in 2017.
Kapitalisme en politiek, hand in hand.
Dit keer is voor hen een cruciaal jaar.
Wat zij jaar na jaar hebben gepropageerd en
uitgevoerd begint zich tegen hen te keren.
Trump, brexit, globalisering, vluchtelingen;
robotisering, populisme, climate, alle ontwikkelingen die niet volgens het
boekje verlopen.
De opkomst van waterstof als energiebron en de
daarbij betrokken subsidiering is daarnaast ineens een nieuw hot topic.
Het wordt besproken in 400 discussies met 3000 deelnemer met lezingen
en voordrachten en discussies door politieke en economische wereldleiders.
En ieder vertelt zijn eigen al lang bekende
verhaal.
Ik zie het in het volgende licht.
De discussies vinden plaats in een sfeer, als ik de
samenvattingen er van lees, die irrealistisch aandoet.
Globalisering bijvoorbeeld, die bedreigt en beangstigt, is van alle tijden, niets nieuws. Met één
groot verschil.
De Verenigde Oost Indische Compagnie werd rijk door
het importeren van tot dusverre
onbekende artikelen die zij spotgoedkoop verkregen en in Nederland en Europa
met grote winst verkochten.
Nederland was niet het enige land dat zo handelde
en streed om de eigen lever markt.
Nu zien we hetzelfde verschijnsel, zij het dat het
gaat om productie in lage lonen landen van artikelen die in eigen land nooit
voor diezelfde prijs gemaakt zouden kunnen worden.
Daardoor is het gevaarlijke aspect toegevoegd dat
arbeid in het eigen land verloren gaat en in het lage lonen land opbloeit met
de cynische toevoeging dat als het lage lonen land duurder wordt uitgeweken kan
gaan worden naar een ander nog lager lonen land.
Natuurlijk doet dat de economie in die lage lonen
landen zich ontwikkelen.
Deze globalisering, in vele gevallen desindustrialisering heeft
de middenklasse in de traditioneel rijkere landen zo niet vernietigd dan toch
wel zwaar aangetast.
Zo wordt dat gezegd maar die middenklasse bestaat
nog.
Wat is verdwenen is hun vroegere koopkracht.
Dat is de oorzaak van hun gevoel van verzet tegen
de establishment die door de globalisering deze export van banen heeft
veroorzaakt.
De kloof tussen de rijken (zeg 25%) en de armen
(zeg ook 25%) wordt nu vergroot door de verarmde 50% er tussen in.
Vul de percentages anders in, maar dat verandert
niets aan het verschijnsel.
Maar wat stelt globalisering eigenlijk voor?
Als men denkt dat dat volledige vrijhandel tussen
alle landen van de wereld betekent komt men wel bedrogen uit.
Globalisering wordt bepaald door de
handelsovereenkomsten tussen landen afgesloten.
Door politici en ondernemingen.
Met mijn lekenoog zie ik dat trade deals, handelsovereenkomsten worden
gesloten vol voorwaarden en uitzonderingen tussen landen en soms continenten.
Neem de voor Nederland beruchte handelsvereenkomst
met Oekraïne die zelfs uitgedijd is tot een associatieverdrag.
De USA heeft een twintigtal trade deals of free
trade deals met allerlei andere landen.
De EU onderhandelt nog steeds met de USA over het
TTIP, Transatlantic Trade and Investment Partnership waar na jaren nog geen
overeenstemming is bereikt.
Idem het CEPA met Canada dat wel getekend is maar
nog door de EU parlementen moet worden goedgekeurd.
Groot Brittannië staat te popelen om met allerlei
landen trade deals, handelsovereenkomsten te sluiten als de Brexit een feit is.
Eén van de sterktste EU troeven is dat geen van de EU
lidstaten zelfstandig handelsovereenkomsten mag sluiten.
Dat is het alleen recht van Europese Unie zelf.
Dat is de globalisering.
Daarmee gaan enorme belangen gepaard.
Niets vrij maar geregeld.
De globalisering speelt zich binnen deze verdragen
af.
Denk aan de single market in de EU waar door Brexit
het VK zal worden uitgesloten.
Kapitaal wordt extra beloond en arbeid niet.
Aandeelhouders profiteren door de lagen lonen, de
van lonen afhankelijke productie bevolking levert in.
Want of er is geen werk of het is lager betaald.
De overgang van productiebanen naar servicebanen
die een andere opleiding en vaardigheden eisen levert geen oplossing.
Want die worden nu op hun beurt bedreigd door de automatisering en vele tientallen
duizenden in de dienstensector zien hun
werk overgenomen door computers.
Computers zijn robots.
Ik heb het al vaak gezegd, welvaart van een staat
betekent niet automatisch welvaart van de bevolking.
Zo is het dat wat populisme wordt genoemd deels de ervaring van de bevolkingen met
globalizerende desindustrialisering die tot werkvernietiging in de traditionele
industrielanden heeft geleid.
Anderzijds met de wijze waarop de staten hun
begrotingen op orde willen stellen.
Niet door de nering naar de tering te willen
stellen maar door stelselmatige lasten verzwaring voor de bevolking en
schuldvergroting.
Met de automatisering en robotisering die steeds
meer menselijke arbeid heeft overgenomen en tot werkloosheid heeft geleid of
tot sterk lager betaalde arbeid.
Door beide is de ongelijkheid tussen
arbeidsgefundeerde inkomsten en kapitaal gefundeerde inkomsten sterk
toegenomen.
Want de geldstroom gegenereerd door de industrie is
verschoven van die naar menselijke arbeid naar de kapitaalverschaffers door
robotisering en naar, gemeten naar de oude standaarden, zwaar onderbetaalde
menselijke arbeid in laagste lonen landen.
Dat is de situatie die in de loop van de jaren is
ontstaan gestimuleerd door het WEF en die zich nu tegen die establishment gaat
keren.
De popularisering gericht tegen de samenspanning
van politiek en kapitalisme die teveel gericht zijn op aandeelhouders en staat.
Het vergeten dat de staat er is voor de burgers en
niet de burgers voor de staat.
Volgende keer hierover verder.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire