dimanche 22 avril 2018


What about the economy ?

Overpeinzen valt niet mee in de stortvloed van gebeurtenissen van de laatste tijd.
Voor onze perceptie ervan (want volgens sommigen zijn het niet de feiten (waarheid dus) maar de perceptie ervan die telt) zijn wij afhankelijk van de media.
Beschuldigingen over fake news en desinformatie vliegen heen en weer naar de politieke opstelling van de diverse media, Fact Checking groepen worden opgezet en zelfs Fact Checking Groups die de andere Fact Checkers controleren en kritiseren.
De kreet Fake News heeft heel veel stof doen opwaaien en iedereen claimt de waarheid in pacht te hebben.
Eigen onderzoek voor die percepties is voor de gewone burger (en voor de meeste politici, economen en journalisten) uitgesloten.
In hoeverre vertrouwen wij nu de traditionele media die onze bronnen zijn.
Niet de forums waar juist geestverwanten van elkaar samenkomen, vaak ook niet de opinie columns in de media maar de berichtgeving.
Pew onderzoek bureau heeft daar in januari van dit jaar onderzoek naar gedaan in de gehele wereld.
Pew maakt een onderscheid tussen vertrouwen in politieke verslaggeving, nauwkeurigheid bij het nieuws, over wereldleiders en officials, belangrijkste nieuws.
Ik heb dat onderzoek bekeken en kom tot de conclusie dat in Duitsland en Nederland een flinke meerderheid  vertrouwen heeft, dat verder Frankrijk, het  VK en Rusland in de midden moot zitten en dat in Italië en Spanje een minderheid vertrouwen heeft  en Griekenland onderaan bengelt.
Natuurlijk is dat slechts  een keuze uit de 38 landen die onderzocht zijn.
Maar daarbij moet ik ook beseffen dat dat vertrouwen ook zal worden beïnvloed door het gehalte aan goedgelovigheid  en volgzaamheid bij de geënqueteerden.

Wat mij ook opvalt bij alle positieve berichten en prognoses (hoewel de laatste een klein beetje afgezwakt worden de laatste weken) over de wereld economie, die van de eurozone en vooral Nederland er toch een negatievere ondertoon te horen valt.
Er zijn potentieel gevaarlijke ontwikkelingen, de niet uit te sluiten trade war, de ervaring dat een positieve cyclus in de economie steevast gevolgd wordt door een recessie, maar ook dat de eurozone toch fragieler is dan de economie nu zou doen vermoeden.
Ik heb in vorige blogs er ook steeds op gewezen dat ondanks stijgende GDP in alle eurolanden toch de schulden in klinkende munt blijven stijgen hoewel percentagewijs  ten opzichte van dat GDP een kleine daling is te zien, maar aflossing  is niet in procenten maar in centen en bijna 90% eurozone staatsschuld is veel te hoog.
Maar de sterkste indicatie van een onderliggende zwakte in de eurozone is de nog steeds voortdurende  steun (30 miljard  nieuw bijgedrukte euros per maand om obligatie op te kopen) door de ECB, die ook de rente negatief/laag houdt zonder zicht op de duur ervan, en de reeds bijgedrukte euros (binnenkort 2,5 biljoen) blijft investeren in het opkopen van nieuwe obligaties ter vervanging van afgeloste obligaties eveneens zonder zicht op de duur hiervan.
Alleen de echt nieuwe leningen door de blijvend oplopende staatschulden zullen na dit jaar (of misschien na september dit jaar) niet meer door de ECB worden opgekocht dus onderhevig zijn aan het echte marktmechanisme.
Want terwijl in de VS nu de 10 jarige rente  op ongeveer 2,9% ligt (de FED koopt niet op, drukt niet bij en neemt het terugkerende geld van afgeloste obligaties uit de circulatie)  is die in Duitsland 0,59%, Italië 1,7% maar Griekenland (buiten de bescherming van de ECB vallend) 4,5% .
Terwijl dus in de USA er een echte markteconomie is, zij het dat de FED wel de toestand goed in ogenschouw houdt en zo nodig kan ingrijpen hoewel de middelen daarvoor al in de vorige recessie vrijwel zijn opgebruikt, wordt de economie in de eurozone (en door de Centrale Banken in de EU landen) sterk gestuurd door de ECB en is er dus geen echte markteconomie.

Het Gross Domestic Product, Bruto Binnenlands Product, is de vergelijkingsstandaard voor landseconomieën.
In theorie is het het totale inkomen van een land maar de grote waarde heeft het als de vergelijkingsstandaard tussen de landen onderling omdat de berekeningswijze in alle landen identiek is, more or less.
Dat GDP kan zijn nominaal, uitgedrukt in geld, of reëel (vaste waarde) met correctie voor de inflatie (dat laatste is de standaard maar de neiging is steeds sterker de nominale GDP aan te houden).
De groei is het verschil tussen de reële GDP jaar X en jaar X+1, uitgedrukt in procenten van GDP jaar x.
Ook het begrotingstekort (budget deficit) of overschot (surplus) wordt uitgedrukt in procenten van dat GDP.
Hetzelfde geldt voor de staatsschuld, ook uitgedrukt in procenten van het GDP.
Het GDP is dus een belangrijk gegeven.
Belangrijker kun je het GDP pp, per capita, vinden.
Dat is het GDP per hoofd van de bevolking, per persoon dus.
Dat geeft de economische stand van zaken in het land zelf aan.
Maar geen van deze gegevens geeft de welvaart, de levensstandaard van de bevolking aan.
Die wordt weergegeven door  de koopkracht van het gemiddelde inkomen gemeten naar een mondiale standaard en zelfs dat is een vrij vage indicatie.
Met de mediaan van het inkomen erbij is er een betere weergave maar ook dat zegt niet alles over de verdeling van dat inkomen over rijk en arm.

Kortom, de economische toestand van een land zegt in feite weinig over de economische toestand van de bevolking.
Zelfs in een welvarend land als Duitsland, de motor van de eurozone, heeft een op de drie inwoners minder dan 1000 euro reserve ter beschikking voor onverwachte kosten zoals kapotte wasmachine.
Zelfs daar worden per jaar wel 300.000 personen van elektriciteitsnet afgesloten wegens betalingsachterstand als mijn gegevens kloppen.

Ik heb het al vaak gezegd: de inflatie en de loonontwikkeling gedragen zich niet zoals door de mainstream economie wordt voorgesteld.
Volgende keer meer daarover.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire