In een vorig blog heb ik
de democratie omschreven als de wil van een meerderheid van minimaal één stem.
De minderheid komt niet
aan bod, ook al groeit die sterk.
Dat zien we in de Europese
Unie waar, het valt niet te ontkennen, de EU sceptische partijen in aantal
stemmen toenemen.
We zien het in Duitsland,
waar de meerderheid van de GROKO is geslonken tot minder dan 50 stemmen op een
totaal van 709 , waarbij men een aantal voorstemmers nog als twijfelachtig kan
aannemen en waar nu een duidelijk EU sceptische partij, de AfD in het parlement
is vertegenwoordigd met 92 zetels en de FDP er weer in is teruggekeerd met 90
zetels.
Maar in de EU (en met name
voor de eurozone) zien we dat ondanks de groei van het EU scepticisme onder de
bevolking en de EU sceptische partijen, de establishment, de elite, juist
sterker gaat streven naar grotere integratie van de EU, hetgeen alleen geïnterpreteerd
kan worden als meer centrale macht voor Brussel.
Bij de meerderheid van de
EU sceptische partijen bij verkiezingen in Italië riep Commissaris Timmermans
uit dat juist meer Europa nodig was.
In Duitsland is ondanks
het slinken van de meerderheid van Union en Socialistische Partij Duitsland en
de grote vertegenwoordiging in het parlement van EU sceptische partijen er in
de regering eveneens een sterkere neiging naar “Meer Europa” en is kanselier
Merkel, met minder stemmen dan vorige malen gekozen, sterker geneigd meer Duits geld in de EU in
steken en de eurozone sterker te integreren door een EU IMF te maken van het ESM
en staat de SPD partner positief tegenover de plannen van Macron en Frankrijk
om een eurozone parlement, eurobudget en euro minister van financiën tot stand
te brengen.
Een EU leger, naast de
NATO ter verdediging van de EU NATO partners, om elders te kunnen optreden.
Het zijn allemaal al lang
sluimerende plannen die nu, juist nu de meerderheid slinkt en de minderheid
toeneemt, verwezenlijkt lijken te moeten worden.
Het Verdrag van Lissabon,
door Brusselse juristen tot op de komma’s
en punten zo breed mogelijk uitgelegd, moet ervoor veranderd worden.
Want het voorziet niet in
al deze plannen, integendeel het sluit er sommige van uit.
Waarom nu die haast om
hervormingen door te voeren.
Denk erom dat hervormingen
tweeërlei kunnen zijn.
Er zijn (ook door OECD en
IMF) noodzakelijk geachte hervormingen gewenst in de eurolanden en EU landen
individueel die verbetering van de economische potentie in die eurolanden en zo
tot convergentie dienen te leiden.
Daarnaast zijn het
hervormingen van de EU en de eurozone zelf, verder voerende integratie van de
EU bij de in het verdrag aan de EU toegekende taken zoals defensie, immigratie
en in de eurozone, de gang naar een
fiscale unie of transferunie met als voornaamste oogmerk geld en
investeringsstromen naar achterblijvende eurolanden om de eurozone in stand te
kunnen houden omdat de binnenlandse hervormingen achterblijven of achterwege
blijven of geen effect hebben.
Mij blijft deze dwingende
vraag dwarszitten.
De FED de heeft de koers
van bijdrukken, opkopen van obligaties en lage rente gestopt en gaat de
bijgedrukte dollars langzaam maar zeker uit de circculatie halen.
De ECB daarentegen gaat
met bijdrukken door tot september, gaat daarna door met weer opkopen van
obligaties met vrijkomend geld van vervallen obligaties en handhaven van het
lage rentebeleid tot de inflatie op het gewenste bijna 2% peil is.
Gaat dus is feite, behalve
voor nieuwe aanvullende staatsschulden, door met het opkoopbeleid.
Het is duidelijk dat de
monetaire politiek van de ECB zoals hierboven betoogd steun verleent aan de
eurolanden.
Het is tenslotte haar taak
de prijsstabiliteit in de eurozone te bewaken.
De ECB heeft daarbij ten
doel gesteld dat die prijsstabiliteit gegarandeerd zou worden door de inflatie
op nabij de 2% te houden.
Door de rente te verlagen
bij een dalende inflatie wordt deze opgestuwd, door het verhogen van de rente
bij een te hoge inflatie wordt deze teruggedrongen.
Nu de inflatie in de eurolanden
(en in feite in de gehele wereld) lager is dan die 2% wordt allereerst de rente
op staatsobligatie leningen in de eurozone uiterst laag door de ECB uiterst
laag, soms op 0% en soms zelfs negatief gehouden.
Daarnaast wordt deze rente
(yield) nog lager gehouden door het opkoopbeleid van de ECB door het bijdrukken
van 2.55 biljoen euro en het opkopen daarmee van staatsobligaties van de
eurolanden (en later van ondernemingen) waardoor door de grote vraag de rente
nog verder zakt, ook voor de eurolanden met al overgrote staatsschulden omdat
ook deze door de ECB worden opgekocht.
Daardoor worden de
rentekosten op (staats)leningen, obligaties, uiterst laag gehouden en wordt
geld lenen erg goedkoop.
Vergelijk deze rente eens
met die van de er niet door gesteunde landen.
De spread van de yields
(het verschil in rente tussen oververschuldigde en normale landen) is erg vlak omdat het risico ook voor
economische zwakke landen uiterst klein is door de ECB garanties.
Deze steun van de ECB
blijft naar het oordeel van deze ECB nodig tot de inflatie de grens van bijna
2% bereikt heeft.
Maar de realiteit is dat
ondanks deze daarop gerichte steun de inflatie niet toeneemt en nu zelfs weer
tot 1,2% is teruggezakt.
Alleen de belofte (of de
wens) dat deze toch de 2% zal bereiken is de reden om deze steun tot niemand
weet wanneer door te zetten.
Een andere realiteit is
dat de steun die de zwakkere eurolanden extra diende te steunen juist de sterke
landen extra vermogen verschafte waardoor de economische verschillen tussen
zwak en sterk nog toenamen.
Zie de tabellen uit vorige
blogs.
Drie conclusies vanuit
mijn amateuristisch standpunt.
Allereerst, doorzetten van
de monetaire losse politiek steunt juist de eurolanden die geen steun nodig
hebben en kan bovendien niet worden doorgezet zonder de situatie in de globale
economie in acht te nemen.
Zonder die steun zouden de
rentekosten voor de zwakke landen gekoppeld aan hun economisch lagere
groei onhoudbaar worden.
De EU en eurozone is tenslotte
geen geïsoleerd eiland in de wereldeconomie en kapitaalmarkt.
Tweedens, om de eurozone
toch in de huidige vorm in stand te houden
zonder steun van de ECB zouden structurele geldstromen en investeringen
vanuit de sterkere eurolanden naar de zwakkere en een vorm van overbrengen van de
schulden van zwakkere naar sterkere eurolanden noodzakelijk zijn.
Daardoor zou het
economisch potentieel van de sterkere landen afnemen en de schulden druk op de
zwakkere afnemen.
Geen convergentie dus maar
financiële steun.
De derde is de structuur
van de eurozone wijzigen.
Italië speelt al met de
mogelijke invoer van een tweede betaalmiddel, Zweden (zonder euro) speelt met
de invoering van een cryptomunt, er is de mogelijkheid van een tweesporige
eurozone, met noord en zuid verschillende euros.
Voor mij als amateur is
één ding zeker.
De invoer van de euro
zonder dat er een politieke unie aan voorafging plus een deelname erin van op het gebied van economische
ontwikkeling en regelgeving te sterk
verschillende landen met de ideologische en idealistische en irrationele
overweging dat het allemaal wat goed zou komen en de landen op natuurlijke
wijze naar elkaar toe zouden groeien valt alleen te verklaren als reactie op de
vrees voor een herhaling van de inter Europese oorlogen.
De oorspronkelijke Kolen en
Staal gemeenschap en de Europese
Economische Gemeenschap gaven inderdaad waarborgen hiertegen.
Samenwerken in plaats van
elkaar tegenwerken.
Euro en EU en eurozone
hebben daarentegen juist weer de conflict modellen in het leven geroepen van
tegengestelde belangen.
Maar dit zijn slechts de
sombere overdenkingen van een oude leek die de tweede wereld oorlog en daarna
de ontwikkelingen van Marshall Hulp, de Kolen en Staal gemeenschap tot de EU
van nu aan den lijve heeft ondervonden
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire