ons leven, economie en demografie
We leven in een tumultueuze tijd. De vreedzame samenleving die we hebben opgebouwd na de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog en die erop volgende vreedzame tijd waarin conflicten ver van onze grenzen werden uitgevochten verdwijnt steeds meer en maakt plaats voor een tijdperk waarin onze samenleving van binnen uit maar door terroristisch geweld van externe oorsprong wreed op de proef wordt gesteld.
En in de USA lijkt het of de samenleving daar door onderlinge tegenstellingen uiteengerukt wordt en er een gevaarlijke tweedeling is ontstaan.
Ook in de EU worden de tegengestelde belangen en de visies op de toekomst van de EU en eurozone scherper en lijkt het er wel op dat de gemeenschappelijke toenadering tot elkaar in saamhorigheid van het Verdrag van Lissabon wijkt voor een dwang door Brusselse wetgeving, de rule of law in plaats van gemeenschappelijke overeenstemming. Hoe gaat zo onze toekomst eruit zien.
Soms gaan mijn amateuristische overpeinzingen verder dan onze Europese Unie. Want de wereld is groter dan onze EU. En wat er buiten de EU gebeurt is voor ons ook van levensbelang.
Is het niet zo dat we in deze tijd van gespecialiseerde specialisaties het
gevaar lopen dat de dwarsverbanden tussen deze specialisaties verloren gaan. Misschien worden de grote lijnen uit het oog verloren omdat men zich concentreert op slechts één aspect.
Daar komt nog bij dat er steeds minder bereidheid lijkt om naar andere opvattingen te luisteren, dat men zich in de eigen hoek terugtrekt als in een egelstelling.
Denken dat zijn gelijk zo vast staat dat andere opvattingen niet zouden mogen bestaan. Tolerantie moet dan wijken voor het grote gelijk.
Maar wij zijn niet alleen op de wereld.
We leven in een wereld met nu een bevolkingsgrootte van 7 miljard mensen
die in 2100 naar schatting nog verder tot 11 miljard mensen zal zijn
uitgegroeid. Nu al leeft 54% van die zeven miljard mensen in steden en in 2050 zal dat naar verwachting 66% zijn. In totaal ongeveer 6 miljard mensen.
De wereld is verstedelijkt. Mensen trekken al meer dan twee honderd jaar van het platteland naar de steden om werk te vinden.
Wat is voor die zes miljard mensen de meest essentiële behoefte.
Water, voedsel en onderdak.
Zonder water sterf je binnen een week, zonder voedsel duurt het wat langer.
Maar de allerbelangrijkste factor voor water, voedsel en onderdak is energie, electriciteit.
Zonder energie is het onmogelijk het nodige water en voedsel te produceren en naar die zes miljard stadsbewoners te transporteren.
De tijd van de spade en de waterdragers is voorbij behalve in afgelegen gebieden van onze aarde.
De menselijke energie van onze voorouders op het platteland is vervangen door machines en nu al en steeds meer in de toekomst robots.
Ons leven in de natuur en direct van de natuur is voorgoed voorbij, al veel meer dan een paar eeuwen.
Men kan er alleen romantisch, nostalgisch en vooral idealiserend over mijmeren.
Zonder voortdurende ononderbroken productie van electriciteit en energie is echter ook ons bestaan voorbij.
Onze voorouders konden de windenergie gebruiken voor de scheepvaart en windmolens en gingen met zonsondergang naar bed en bij zonsopkomst stonden ze weer op.
Maar de industriële revolutie heeft daar definitief een einde aan gemaakt en de mogelijkheid tot grote bevolkingsgroei en de concentratie in industriesteden en ononderbroken energie voor een 24 uurs maatschappij geschapen.
In 1850 toen de industriele revolutie in volle gang was en de overgang van agriculturele maatschappij naar industriële maatschappij, van platteland naar de stad, zich aan het voltrekken was, telde de wereldbevolking nog slechts 1,26 miljard mensen.
Nu zes keer zoveel.
En in 2100 haast tien keer zoveel.
Voor hen moet er dan voedsel en water en onderdak zijn. En dus voldoende energie, electriciteit, om dat te produceren.
Dat valt niet meer terug te schroeven.
Ons leven hangt er letterlijk van af.
En zonder energie, elektriciteit, blijven ontwikkelingslanden in hun ontwikkeling steken.
Bijna 25% van de wereldbevolking heeft geen toegang tot elektriciteit.
Buiten de ontwikkelde economieën ligt dat percentage uiteraard veel hoger.
In vele gebieden is er simpelweg nog geen elektriciteit.
Met energie moet je niet marchanderen. Energie moet er voldoende zijn, niet intermitterend maar onophoudelijk. Dat is van levensbelang.
Er zijn belangrijke
onderwerpen die moeilijk bespreekbaar zijn. Vooral onderwerpen die de toekomst
van onze wereld betreffen. Want dat is de wereld van onze kinderen en
kleinkinderen zoals wij die vorm geven.
Maar die onderwerpen maken
juist veel gevoelens los en leiden vaak naar een zwart wit angst beeld waarbij
men vindt dat tolerantie niet past.We zien een wereld in de toekomst die die enorme bevolkingsgroei en de de zeer ongelijke verdeling ervan over de aardbol, van de sterke groei in Afrika en Azië tot de geringe groei, of zelfs teruggang, van die in Europa moet verwerken met even enorme problemen voor ontwikkeling en bestaansniveau en migratie.
Ik heb al eens geschreven dat voor velen in de grote economieën die toekomst en in feite al de huidige periode er so wie so minder positief uitziet dan voor hun ouders het geval was.
In de Figaro las ik daarover onlangs een artikel waarin wordt gesteld dat nu al deze generatie van millennials het zwaarder vindt hebben dan de vorige.
Ze zijn over gekwalificeerd, meer dan hun ouders, maar kunnen zich minder veroorloven hoewel ze een “cadre” positie bekleden.
De woonkosten zijn veel hoger geworden. Een eigen woning is veel moeilijker te verkrijgen door opgelopen koopprijzen.
De opvoeding van kinderen is veel duurder geworden.
En banen op hun opleidingsniveau vinden is moeilijk.
Velen zoeken hun toekomst elders.
Maar hoogopgeleiden ruilen ook wel hun intellectuele ambities bij gebrek aan banen op hun niveau in voor een handenarbeid beroep.
Zo ken ik bijvoorbeeld een man met een universitaire opleiding tot museum conservator die kunstsmid (maar ook gewoon smidswerk doet) is geworden en zijn vrouw van lerares filosofie geitenhoedster.
Dat gevoel van terugval heerst niet alleen in Frankrijk maar in ook andere ontwikkelde landen.
Wellicht dat deze sombere gevoelens in Nederland minder voorkomen waarbij een van de redenen kan zijn dat Nederland het economisch in de Europese Unie bijzonder goed doet in vergelijking met de andere landen.
Maar als de integratie van de eurozone, en de EU, doorzet tot een financiële unie zal het voordeel van dat succes verdwijnen en Nederland tot een regio in de EU geworden zijn.
Hieronder een tweetal tabellen
uit de USA die een verklaring voor dat millennials gevoel kunnen bieden.
De nog steeds doorgroeiende
inkomensongelijkheid tussen rijk en niet rijk tussen kapitaal en arbeid.De tabellen dateren aantal jaren jaar geleden, maar de verschillen zijn in die tussentijd alleen maar groter geworden.
Deze huishoudens en gezinsinkomen tabel uit 2014 (en de verschillen zijn sindsdien nog toegenomen) laat zien dat de top
0,1% inkomens meer dan 6 miljoen dollar
per jaar ontvangen, terwijl de groep die 90% van de gezinnen omvat, per jaar gemiddeld 33000
dollar binnenkrijgt.
En 1% van de bevolking heeft
een inkomen van 1,2 miljoen dolar. De goed betalende banen voor de middengroepen zijn verdwenen.
In een volgende grafiek wordt
de inkomensontwikkeling van drie groepen van 1963 tot 2013 getoond.
De groep die in 1963 10.000
dollar verdiende is er vrijwel niets op vooruitgegaan, hetgeen evenzeer geldt
voor de groep die 50.000 verdiende waar een beetje omhoog en een beetje omlaag
elkaar afwisseldenMaar de groep die 100.000 verdiende in 1963 is er tot 2007 behoorlijk gestegen tot 160.00, na de Lehman crash even iets gedaald maar na 2011 is de stijging weer doorgezet.
De ongelijkheid in inkomen neemt nog steeds toe.
Piketty had gelijk.
Volgende keer: van grondstoffen tot afval, de bron van ons voortbestaan
|
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire