dimanche 21 juillet 2019


Centrale Banken: Nieuwe Renteverlaging 
en
QE Gelddrukken om Waardepapieren  te kopen
doemen aan de donkere horizon op.


In de hitte des daags laat ik mijn wat sombere leken gedachten gaan over de ontwikkelingen in de europese unie en vooral de eurozone.
Met de instemming van het Europees Parlement met de benoeming van Mw  von der Leyen (zij het met een meerderheid van slechts negen stemmen van de meer dan zeven honderd leden van het EP) tot President  van de Europese Commissie en de aanwijzing van de opvolging van Draghi door Mw Lagarde als President van de ECB is de rust en balans in de Europese Unie nog lang niet teruggekeerd.
Dan bedoel ik in het personele vlak want alle (eigenlijk niet alle, maar in de praktijk wel) lidstaten moeten nog een Commissaris voor de Europese Commissie voorstellen die aanvaardbaar is voor de Raad van Regeringsleiders en het EP dat moet instemmen met de totale commissie.
Dat kan gezien die negen stem meerderheid nog genoeg stof voor discussie opleveren, maar zoals ik in een vorig blog al opmerkte, de EU komt er altijd wel uit, zij het met veel compromissen.

Belangrijker wereldwijd, zo lijkt mij,  is er de vertraging van de groei in de wereldeconomie en in die van de eurozone.
Het is, zo denk ik, duidelijk dat de eurozone de 2008 crisis nog niet voldoende heeft overwonnen om als stabiele economie zonder steun door te gaan.
Men zou ook kunnen denken dat de eurozone door de grote verschillen in potentie en cultuur tussen de lidstaten er zo niet toe in staat is.
Dat alles ondanks de uiterst lage rente en de 2.55 biljoen steun door de ECB.
Want duidelijke uitspraken van Draghi laten er geen twijfel aan bestaan dat de ECB de eurozone economie zonodig (en volgens velen zeer waarschijnlijk, zo niet zeker) met nieuwe rente en kapitaal maatregelen zal steunen.
En daarbij, zo denk ik, kun je dat niet zien als een van het wereldgebeuren onafhankelijke ingreep.

In het mandaat van de centrale banken geldt als belangrijkste het bewaken van de prijsstabiliteit, de waarde van de munt.
Daartoe is het (axiomatisch) noodzakelijk de inflatie net onder de 2% te houden, jaar na jaar, na jaar.
Prijsstabiliteit is dus vanuit het standpunt van de consument gezien niet handhaven van de koopkracht van de munt maar juist het verlagen ervan met 2% per jaar.


Om dat koopkracht verlies te compenseren worden lonen en salarissen ook jaarlijks  verhoogd of zijn geïndexeerd hetgeen op hetzelfde neerkomt.
Dus eigenlijk verandert het  niets aan de verhouding prijzen/inkomens behalve het psychologisch aspect van aanzetten tot kopen omdat de prijzen zullen stijgen.
In feite onzin, want de lonen stijgen mee.
Met dien verstande dat die verhogingen vaak niet voldoende zijn om de koopkracht te handhaven of zelfs niet plaatsvinden (bijvoorbeeld om de exportpositie te verbeteren).
Of dat pensioenen alleen in theorie geïndexeerd kunnen zijn en dus niet dwingend verhoogd behoeven te worden.
There is the rub.

Als de inflatie echter  lager is dan die magische grens van net onder 2%  dan kunnen de Centrale Banken ingrijpen.
De orthodoxe methode daartoe is het verlagen van de rentetarieven van de CB’s.
Daardoor wordt lenen goedkoper doordat men een lagere rente moet betalen voor leningen en wordt zo het aangaan van schulden voor investeringen of consumptie aantrekkelijker.
Door het beschikbaar komen van dat ”goedkoop” geld wordt de echte economie ondersteund en daardoor neemt in theorie de inflatie toe tot die bijna 2%, (hoewel dat de laatste tien (of meer) jaren ook theorie is gebleven, de core inflatie is nog steeds flink lager dan 2% ondanks die toch enorm ingrijpende ECB steun).
  
Bovendien hebben de CB’s geen zeggenschap over waar de banken hun zo verkregen kapitaal beleggen en hebben dus geen directe invloed op de economie.

Is de aantrekkingskracht van dat goedkope geld echter onvoldoende om de inflatie aan te wakkeren dan wordt via de onorthodoxe Quantitative Easing (“versoepeling van de hoeveelheid”) door de CB’s biljoenen geld bijgedrukt om van de commerciële banken staatsobligaties (staatsleningen) en obligaties van grote ondernemingen op te kopen.
Bij die banken komen dus kapitalen vrij.
De banken moeten om hun kosten te dekken en winst te maken voor hun aandeelhouders die kapitalen weer beleggen, dus uitlenen, niet alleen in de binnenlandse economie maar wereldwijd en dragen daarvoor het risico.
Deponeren bij de ECB kost de banken strafrente: 0.4% en is dus niet aantrekkelijk.

Door het beschikbaar komen van dat ”goedkoop” geld wordt de echte economie ondersteund en daardoor neemt de inflatie toe tot die bijna 2%, zo is de verwachting..
Het heeft wel tot gevolg dat alle organisaties en particulieren die van de rente op geld afhankelijk zijn in financiële problemen komen.
Zo is eigenlijk de dreigende korting op de pensioenen in ons land een direct gevolg van de huidige lage ECB rentestand en de vooruitzichten dat die lage rentestand minimaal nog lang zal aanhouden en dat bij een volgende ingreep van de ECB de rente helemaal in het negatieve gebied zal kunnen dalen.

Bovendien hebben de CB’s geen zeggenschap over waar de banken hun zo verkregen kapitaal beleggen en hebben dus geen directe invloed op de economie.
Zo kan veel geïnvesteerd worden in ontwikkelende economieën, in de wereldeconomie dus.

Hierdoor is geld lenen niet alleen goedkoop maar is er ook (meer dan genoeg) geld in circulatie om heel veel te lenen van banken die wel moeten uitlenen.
Dus wordt er zeer veel geleend tegen lage rentetarieven en ontstaan dus grote schulden.

Maar wat als de leningen vervallen en moeten worden afgelost en hernieuwd moeten worden en de QE steun en de lage rente zijn gestopt.
Dan zouden er grote problemen ontstaan bij de huidige omvang van die leningen en dus schulden.
Om zich daartegen in te dekken sluiten staten vaak leningen af van een looptijd van bijvoorbeeld vijftig jaar tegen redelijke rentetarieven.
Maar anders ontstaat het probleem dat de rente laag moet worden gehouden om bij vervallen en afsluiten van een nieuwe lening te voorkomen dat hij onbetaalbaar wordt, zo lees ik hier en daar.
The low interest trap.
Zou dat ook meetellen in de huidige overwegingen?
.
Binnen de eurozone is er veel diversiteit in inflatie en 10 jaars rente (=lange termijn rente), maar in vergelijking met de wereldlanden is de rente zeer laag.




En ter vergelijking de inflatie in de wereldlanden:




En de lange termijn rente in de wereldlanden.



Opvallen hoe laag de rente is voor de euro en eu landen vergeleken bij de rest van de wereld, terwijl ook daar toch de inflatie in de meeste gevallen vergelijkbaar is met die in de eurozone.

Overigens geeft dat die landen veel meer ruimte dan de eurozone heeft om de rente te verlagen zonder in het negatieve rente gebied te komen waar de eurozone zich in feite al bevindt.

Waarom is het ook bijna zeker dat ook de FED bij een goed florerende USA economie en arbeidsmarkt overweegt de rente te verlagen (en dat gemakkelijker kan omdat de huidige rente op 2% ligt en dus kan zakken zonder in het negatieve gebeid te komen, hetgeen bij de ECB wel het geval zou zijn).

In eerste instantie omdat de dollar nu eenmaal de standaardmunt voor wereldleningen is en ook de FED met zijn QE vele biljoenen heeft bijgedrukt die over de gehele wereld in de vorm van leningen zijn geïnvesteerd.
Daar is bij de huidige economische vertraging een verlaging van de dollar rente uiterst welkom.

Maar denk wel aan het verwijt van Trump dat nieuwe ECB renteverlagingen in feite een wisselkoers aanpassing zijn en dat Trump druk uitoefent op de FED om de rente te verlagen om dezelfde reden.

De USA heeft een blijvend grote negatieve handelsbalans terwijl de eurozone een (nog groter?) handelsbalans overschot heeft en dat lagere wisselkoersen de concurrentiepositie verbeteren.

Maar zoals altijd zijn dit de amateuristische overpeinzingen van een gepensioneerde leek.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire