Dit
keer niet over cijfers
In
vorige overpeinzingen merkte ik al op dat, mijns inziens de kosten van het Nederlands ontwerp
klimaatakkoord niet te becijferen zijn alleen al door de complexiteit van de
problematiek.
Nu
lees ik dat de prognose over de kostenverhoging van de gas en elektriciteits
tarieven in het kader van dit ontwerpakkoord gebaseerd was op verouderde
gegevens van 2017 en dat de ware kostenverhoging voor de burger aanzienlijk
hoger zou uitvallen.
Dan
gaat het over, sorry, het meest simpele onderdeel van het akkoord, de belasting
die de overheid oplegt aan de burger boven op de kostprijs van de energie en
het berekende gebruik per huishouden.
Dat
de olieprijs op de wereldmarkt is gestegen, ach die maakt slechts een klein
deel uit van de eindprijs voor de huishoud energie rekening.
Nu
blijkt dat het planbureau voor de leefomgeving geen recentere gegevens heeft
dan die van 2017 en voor de doorrekening van de rest van hun deel van het ontwerp
klimaatakkoord ook die verouderde gegevens hanteert, als ik het tenminste goed
heb gehoord.
Het
lijkt mij dat de term “doorrekening” dan toch een andere betekenis krijgt.
Ik
kijk naar de Duitse Energiewende en het aandeel in de prijs voor elektriciteit
van de Duitse overheid voor de eindgebruiker en vergelijk die prijs met de elektriciteitsprijzen
op de open markt.
Wij
volgen Duitsland wat dat betreft.
Ik
hoor dat men na deze doorrekening van het ontwerp klimaatakkoord, nu dus al
falend bij de energie, afgaat op “feiten” die uit de doorrekeningen voortkomen.
Maar
het zijn geen feiten maar ramingen, voorspellingen met veel
onvoorzienbaars in alle sectoren van ons
leven en van ons nageslacht.
De
echte “feiten” komen pas naar voren bij de uitvoering van een klimaatakkoord.
Vergelijk
het met de enorme diversiteit aan “feiten” die speelt bij de Brexit, de
uittreding van Groot Brittannië uit de Europese Unie, die meer lijkt een sprong
in het duister dan de weg naar een voorspelbare toekomst.
Persoonlijk
is mijn grootste zorg de zekerheid waarmee men algemeen in “new green deal”
kringen stelt dat renewable energy sources (om de Engelse term te gebruiken)
voor 100% een vraaggerichte elektriciteits levering kunnen verzorgen zonder
nucleaire of fossiele backup (waaronder biomassa die ook fossiele brandstof is
en CO2 uitstoot oplevert), behalve batterijen die dat nu niet kunnen.
Ons
is grotere koopkracht beloofd, slechts enkele groepen, waaronder onze gepensioneerden,
zouden er niet op vooruitgaan.
Koopkracht
is echter nauw verbonden met inflatie en deflatie, dus prijsverhogingen en
prijsverlagingen die ons geld meer koopkracht of juist minder doen hebben.
Daarnaast
is ons vrij besteedbaar inkomen (bruto na aftrek van rijksbelastingen) nog
onderhevig aan talrijke onontkoombare, laat ik het noemen, vaste kostenposten die
steeds minstens met de inflatie
meestijgen zoals o.a. energie, woonkosten, waterschap kosten, milieuheffingen,
andere heffingen en daarnaast niet te
vergeten de BTW.
Ons
vrij besteedbare inkomen is dus slechts deels “vrij”.
Dan
is er nog het verschil tussen vermogen en inkomen.
Erf
een kasteel en wordt daardoor vermogend, maar dat vermogen kost je alleen maar
geld, inkomen.
Alleen
inkomen, ook uit vermogen, telt voor je koopkracht.
Zo
gaat misschien dan wel het bedrag aan euro’s dat wij aan loon en andere
inkomsten ontvangen omhoog maar kan de
vrije koopkracht door al die vaste lasten en inflatie behoorlijk aangetast
worden.
Vorige
keer heb ik ook gedacht over de tunnelvisie die de onderlinge samenhang van
vraagstukken niet voldoende onderkent en zo simplificeert.
Zo
zijn er ook in het buitenland groepen die steeds meer solar panel velden willen
laten aanleggen (euphemistisch “parken” genoemd) om de CO2 uitstoot tot nul
terug te brengen, andere zweren bij windparken (nog een euphemisme).
Maar
weer andere groepen zien dat in toenemende mate als aantasten van de natuur,
als milieuvervuiling en een gevaar voor o.a.de vogelstand.
Ik
begin ook steeds meer de indruk te krijgen dat pressiegroepen niet verdragen
dat andere mensen en groepen ook een andere mening zouden mogen kunnen hebben
en dat dat ook doorwerkt in de politiek.
Wat
men “politiek correct” noemt lijkt mij soms meer te zijn dan een gedragslijn en
dat afwijken er van, een afwijkende mening, niet getolereerd moet worden maar
gecorrigeerd of zelfs bestraft.
Tolerantie
geldt alleen binnen het kader van dat
politiek correcte of zelfs door de pressiegroep geacht correcte.
En
er wordt te weinig aandacht geschonken aan het feit dat alles wat wij in ons
leven gebruiken uit de grond komt, niet voor niets grondstoffen genoemd, ook
windmolens en zonnepanelen en accu’s voor elektrische auto’s.
Wij
zijn teveel geneigd alleen naar het eindproduct te kijken en niet naar de weg
van grond tot gebruik.
Ons
bestaan en onze welvaart zijn echter het resultaat van mijnbouw, vaak in
onderontwikkelde gebieden zonder onze wetgeving, ver van onze achtertuin, van transport,
fabricage, verdere transport, plaatsen
en afbreken en vervangen en zo mogelijk recyclen.
Een
aanslag op de natuur.
Daarnaast
is ons leven afhankelijk van landbouw, veeteelt, bosbouw, eveneens een aanslag
op onze natuur.
Tenslotte
is arbeid ook verbruik van energie of dat nu menselijke arbeid is of
mechanische.
Voor
dit alles is naarmate de wereldbevolking toeneemt en de ontwikkeling ervan groeit
steeds meer energie nodig.
En
al deze energie, ook elektriciteit, moet worden opgewekt en wel zo dat hij
vraaggericht beschikbaar komt.
Ook
dat eist een aanslag op de natuur.
Maar
de mens heeft zich juist daardoor kunnen handhaven, ontwikkelen en in aantal nog
steeds enorm toenemen.
Dat
brengt met zich mee de noodzaak voor een voortdurende groei van de
wereldeconomie.
Dit
alles in het juiste verband tot elkaar te brengen is noodzakelijk voor onze
toekomst.
Dat
wij doordacht moeten werken aan een optimaal sparen van onze bron van leven en
innovatie
daarbij essentieel is geloof ik ook.
Maar
wel goed doordacht.
Maar
dit zijn weer alleen maar de persoonlijke overpeinzingen van een gepensioneerde
(en een beetje gepassioneerde) leek.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire