mercredi 23 janvier 2019


Wie zal dat betalen,
een CO2 neutrale maatschappij …

Het is een tijd vol onzekerheden.
Wat voor fiasco wordt de Brexit one way or another, het valt niet te voorspellen.
Zal het pragmatisme beslissen bij het dreigende handelsconflict tussen de USA en China.
Is er een recessie op komst of alleen een vertraging van de wereldgroei.
Zullen de Centrale Banken in staat zijn bij een recessie steun te verlenen nu hun balansen nog overbelast zijn door de QE bij het herstel uit de vorige recessie.
Wat zal het vernieuwde vriendschapsverdrag tussen Duitsland en Frankrijk voor de verhoudingen binnen de EU gaan betekenen.
Hoe zal het Italië vergaan, en Griekenland weer als zelfstandig land en de oostelijke EU landen en  hoe zullen de EU parlements verkiezingen verlopen.

Dat zijn nog maar enkele van de onzekerheden.

Maar dit keer gaan mijn overpeinzingen uit naar een onderwerp dat onze toekomst zal bepalen, de vermindering van de uitstoot van CO2 om de wereld van de ondergang te redden zoals ik lees.

Wie leest alle 226  bladzijden van het ontwerp klimaatakkoord en wie kan dan de sociale, economische en financiële  consequenties ervan voorzien.
Wat wel zeker is: de erin besproken veranderingen zijn fundamenteel en omvangrijk.

Het uitgangspunt is de uitstoot van CO2, kooldioxide, in 2030 met de helft te hebben teruggebracht zoals door ons parlement besloten.
Daarna, maar daar gaat het huidige ontwerp klimaatakkoord niet over, de andere 50%.
Daartussendoor komt nu ook ineens het door Urgenda gewonnen proces tegen de Nederlandse staat voor de door ons parlement bepaalde uitstootbeperking met 25% tot en met 2020 vergeleken met de uitstoot in 1990,  waar alleen aan kan worden voldaan door een snelle draconische extra beperking van die uitstoot wat daardoor enorme extra bedragen eist.
Bij voortgaan op de huidige wijze zou immers slechts (naar schatting) 15% beperking bereikt worden.

Wereldwijd is de CO2 uitstoot overigens  in 2017 ondanks enorme investeringen in CO2 vrije wind/zon/hydro en CO2 neutrale biomassa opwekking van elektriciteit gestegen in plaats van gedaald, zelfs in Duitsland, de Europese voorloper op het gebied van CO2 vrije energie.
De oorzaak is de sterkere groei van de wereldeconomie zowel in de ontwikkelingslanden en in de ontwikkelde landen waardoor de opwekking van veel meer energie, elektriciteit, noodzakelijk is.
Opslaan van elektriciteit is een tot nu toe onopgelost probleem, fossiele of nucleaire backup blijft voorlopig, met alle additionele kosten daarvan, noodzakelijk voor die perioden waarin de schone elektriciteitsopwekking tekort schiet.

Dat is het kader waarin Nederland een voortrekkers rol wil.

Het is onmogelijk, zo overpeins ik, te voorzien hoeveel deze radicale uitvoering van het Parijs Akkoord van 2015 Nederland gaat kosten.
Er zijn zoveel onoverzichtelijke factoren waarvan één is dat bij grote en alle sectoren omvattende projecten, en dit is een mammoet project,  de kosten meestal de begroting ervan verre overschrijden.
En wanneer zo’n project  eenmaal in gang is gezet is stoppen of wijzigen nauwelijks mogelijk.
Niet alleen in financieel maar ook in economisch opzicht zal het project een grote invloed hebben.
In financieel opzicht zou Duitsland met zijn “Energiewende” en desondanks de laatste jaren weer een stijgende CO2 uitstoot als voorbeeld kunnen dienen.  
In economisch opzicht is het project risicovol want grote en snel groeiende economische ontwikkelingslanden zoals China en India zullen pas in 2030 hun aandeel in de uitstootbeperkingen beginnen zoals in Parijs besloten.
China heeft de grootste CO2 uitstoot in de wereld en India is nummer drie.
Om concurrerend te kunnen blijven zijn nu al in Duitsland energie zware bedrijven vrijgesteld (met instemming van Brussel) van de energieheffing, hun aandeel erin wordt door de burgers betaald.
Er is dus geen wereldomvattend identiek beleid maar wel onzekerheid.

Maar hoe hoog de kosten ook zullen zijn is één ding zeker.
Uit de belastinginning worden subsidies verleend door de staat en deze gerichte subsidies worden dus door alle burgers via belasting en heffingen betaald.
Energieheffingen en energie beperkende voorzieningen worden rechtstreeks door de betrokken burgers betaald of indirect via subsidiering of te lage rente leningen.
Alle subsidies voor en door het bedrijfsleven gemaakte kosten (ook de extra heffing op CO2 uitstoot) voor beperking van de CO2 uitstoot zullen via prijsverhogingen door de burgers worden betaald.
Hetzelfde geldt voor staatsubsidies aan de bedrijven die de windparken en zonneparken bouwen en exploiteren.
Ook investeringen door derden hierin moeten rendement opleveren dat doorberekend wordt aan de afnemers, de burgers.
Uiteindelijk zijn het dus de burgers, de belastingbetalers die linksom of rechtsom voor de totale kosten opdraaien.

Uitgezonderd is echter hopelijk dat deel van de productie dat in concurrentie met het buitenland wordt geëxporteerd.
En, tenzij alle landen dezelfde CO2 uitstoot beperkende maatregelen uitvoeren, zouden landen die dat niet doen een betere concurrentiepositie innemen.
Dat was een van de redenen waarom President Trump de USA terugtrok uit het klimaatakkoord, hij wil een equal playing field.

Wolken en winden storen zich niet aan staatsgrenzen.
Denk aan de tijd van de zure regen: de Noorse bossen zouden sneuvelen door de zure regen uit Groot Brittannië.
Datzelfde geldt voor luchtvervuiling en klimaatdrijfgassen, daardoor een mondiaal vraagstuk dat ook mondiale aanpak vraagt en niet een per land verschillende strategie.
Landen, die om elke reden dan ook, niet proportioneel bijdragen aan uitstoot beperkende maatregelen of uitstel van deelname hebben bedongen hebben daardoor lagere productiekosten en zo een gunstiger concurrentie positie.
Voor het bedrijfsleven in wel bijdragende landen een probleem.
Uitwijken naar andere landen voor de productie kan een gevolg zijn.
Ook dat zijn te overwegen factoren.

Wat zal de toekomst brengen, vraag ik me af.

Maar, zoals altijd zijn dit alleen maar de overpeinzingen van een belangstellende leek.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire