Hoe staat het nu
met de eurozone na meer dan 20 jaar euro als gezamenlijke munt.
Om te beginner:
2018 was niet het
jaar dat overeenkwam met de forward guidance van de centrale banken.
Voorspellen is dan
ook niet meer dan dat
En achteraf vertellen
waarom het anders liep is eenvoudiger.
Zo goed als het in 2017
ging, zo moeilijk verliep 2018.
Wordt de term populisme
nu vervangen door nationalisme en globalisme door patriotisme.
Macron, Merkel en
Rutte op dezelfde lijn: kijk voorbij de eigen grenzen, volg de (regerende) partijlijn, samenwerken= toegeven aan de
meerderheid.
Het lijkt geen
verband te hebben met de toestand van de eurozone en in het algemeen met de
verhouding kapitaal arbeid in de wereld.
Maar dat is schijn.
Ik herinner me eens gelezen te hebben over een bizar proces
in de USA waarbij de rechter na het aanhoren van de aanklager de verdachte
gelijk veroordeelde zonder de verdediger het woord te gunnen.
Toen de advocaat van
de verdachte daartegen protesteerde rechtvaardigde de rechter zijn vreemde
handelswijze met de woorden dat hij alleen maar in verwarring zou raken als hij
de argumenten van de verdediging ook moest aanhoren.
Datzelfde gevoel
bekruipt mij vaak als ik de verschillende media lees en op internet gegevens
opzoek.
Soms lijkt een andere
mening te hebben haast misdadig te zijn en onbespreekbaar.
Maar dat is mijn
gevoel en misschien niet van de meerderheid.
Vaak worden de
meningen van wetenschappers geacht een soort vanzelfsprekende superieure kennis
te bevatten waarover het ook gaat.
Dat is misleidend
want wetenschappers bestuderen en onderzoeken juist wat ze nog niet weten op
hun eigen vakgebied en kunnen buiten dat vakgebied net zo onwetend zijn als een
willekeurige leek.
En er is bovendien een groot verschil in wetenschapperlijke
waarde tussen de volgende statements:
“Er zijn in het
verleden steeds oorlogen geweest dus komt er weer een oorlog”
en
“2+2=4, dus 4+4=8”.
In het eerste geval kan men spreken van mogelijkheid,
waarschijnlijkheid, redelijkerwijze te verwachten.
In het tweede gaat
het om een waarneembaar feit, een werkelijkheid.
En men kan de twee niet
dezelfde waarde toekennen.
Daarover later meer.
Al
20 jaar is de euro de enige officiële munt van de Europese Unie en in die
twintig jaar is het aantal eurolidstaten van zes uitgegroeid naar negentien.
De
ECB heeft de laatste nieuwe steun aankoop van obligaties afgesloten.
De
onorthodoxe Quantitative Easing is voorbij.
Dus
tijd voor een tussenbalans.
Maar
de 2.5 biljoen euro’s sinds 2015 bijgedrukt voor deze aankopen blijven in kas
na aflossing van de oude obligaties om er de komende tijd nieuwe (vervangende?)
obligaties voor op te kopen.
Men
kan dus niet zeggen dat de QE is beëindigd.
Dat
is pas het geval als de balans van de ECB weer op het pre-QE niveau is gedaald.
Ook
de negatieve rente blijft gehandhaafd (tot de 2% inflatie is bereikt?).
Er
blijven dus nog vraagtekens over de toekomstige steun.
Wat
voor gevolgen voor de eurozone economie heeft de QE nu bereikt?
Het
functioneren van een euroland wordt in de EU getoetst aan voornamelijk twee
criteria.
Het
begrotingstekort van een eurozonelidstaat mag (structureel) niet groter zijn
dan 3% van het Bruto Binnenlands Product.
De
staatsschuld mag maximaal niet meer dan 60% van het Bruto Binnenlands Product
bedragen.
Bij
overschrijding van deze criteria kan de Commissie ingrijpen.
Deze
3%/60% norm voor overheidsbeleid, in de
eurozone door de verdragen afgedwongen, in de andere EU landen doelstelling, kan op
twee manieren worden bereikt of zelfs verbeterd.
Opvoeren
van de productiviteit en innovatie leidend tot meer werkgelegenheid, hogere
lonen en daardoor vergroten van de export en de binnenlandse consumptie naast
verminderen van bureaucratische procedures..
Verhogen
van de lasten voor de bevolking door een groter aandeel van het bruto
binnenlands product voor overheidsbeleid
op te eisen.
Of
een combinatie van deze twee.
Is
het goed functioneren van een staat, dus het binnen de normen blijven, een weerspiegeling van de
mogelijkheden die de binnenlandse natuur biedt en het gebruik ervan door
de bevolking, oftewel de welvaart van de bevolking.
Of
is het voornamelijk dat deel van het
nationale inkomen (bruto binnenlands produkt) dat de staat van de bevolking opeist te
verhogen om aan de normen te voldoen en
zo in feite de welvaart van de bevolking aan te tasten .
Verhoging
dus van de belastingen en heffingen.
Of
een vermenging van beide.
Dat
is naar mijn zeer persoonlijke mening het vraagstuk waar de eurozone mee
worstelt.
Met
name in de zuidelijke lidstaten waar de bevolking zacht gezegd veel minder
welvarend is dan in de noordelijke eurolanden zoals blijkt uit de risk of
poverty gegevens van eurostat.
Rijkdom
is zichtbaar, armoede verbergt zich.
Zie
de grafiek over armoede in de Europese Unie.
De
gegevens zijn afkomstig van Eurostat, het statistisch bureau van de EU.
Gemiddeld
in de EU en eurozone is meer dan 20% van de bevolking op de armoedegrens.
En
tussen de armoede grens en ontbreken van geldelijke zorgen is nog een flink
gebied.
Zie
de tabellen die ik daarover in eerdere blogs heb getoond.
Ik
vrees dat er bij de elite, de dominerende groep, te weinig begrip bestaat voor
deze problematiek.
Men
ziet (niet alleen in Frankrijk) dat het deel van de bevolking dat zijn bestaan
bedreigd voelt door nieuw opgelegde lasten nu van zich laat horen.
Wat
eerst de zwijgende meerderheid was.
Deze
3/60% grens in de verdragen is dus voor welvaartsmeting primitief.
Neem
Duitsland:
Een
begrotingsoverschot en redelijke schuld (minder dan 64%).
Een
voorbeeld voor de andere eurolanden.
Maar
jaarlijks worden meer dan 300.000 Duitsers afgesloten van elektriciteit, een primaire
levensbehoefte.
Een
bittere constatering bij die 3% en 60% regel is verder dat de 60% maximaal
toegestane staatsschuld door vrijwel alle eurolanden zwaar is en wordt
overschreden en dat 3% begrotingstekort bij een lagere reële groei van de
economie achteruit roeien is.
Hieronder
een uitgebreider overzicht over de eurolanden en de overige EU landen.
Daaruit
kan iedereen zijn eigen conclusies trekken.
Daarbij
moet ook in aanmerking worden genomen dat de 2.6 biljoen bijgedrukt geld voor
de aankoop van voornamelijk eurolanden staatsobligaties om de inflatie op 2% te
brengen, de inflatiehoogte die ideaal voor economische ontwikkeling wordt
geacht niet is gelukt en dat de economische groei er niet voldoende mee is gestegen (vergelijk
eurolanden met EU-niet-eurolanden en de wereld economie).
Wel
natuurlijk is daardoor de eurozone in stand gehouden maar over het nut daarvan
valt de discussiëren.
Niet
eurolanden zoals Denemarken, Zweden en tot de brexit het VK zijn ook niet
technisch failliet gegaan, de oostelijke EU landen evenmin .
Zie
ook de veel te hoge staatsschulden van de eurolanden vergeleken met die van de
niet-euro lidstaten, ongetwijfeld mede veroorzaakt door de QE en de zeer lage
rente.
Iedereen
kan zijn eigen gevolgtrekkingen maken.
Wat
wordt het in 2019.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire