samedi 5 janvier 2019


Hoe staat het nu met de eurozone na meer dan 20 jaar euro als gezamenlijke munt.


Om te beginner:
2018 was niet het jaar dat overeenkwam met de forward guidance van de centrale banken.
Voorspellen is dan ook niet meer dan dat
En achteraf vertellen waarom het anders liep is eenvoudiger.
Zo goed als het in 2017 ging, zo moeilijk verliep 2018.

Wordt de term populisme nu vervangen door nationalisme en globalisme door patriotisme.
Macron, Merkel en Rutte op dezelfde lijn: kijk voorbij de eigen grenzen, volg de (regerende)  partijlijn, samenwerken= toegeven aan de meerderheid.
Het lijkt geen verband te hebben met de toestand van de eurozone en in het algemeen met de verhouding kapitaal arbeid in de wereld.
Maar dat is schijn.

Ik herinner me  eens gelezen te hebben over een bizar proces in de USA waarbij de rechter na het aanhoren van de aanklager de verdachte gelijk veroordeelde zonder de verdediger het woord te gunnen.
Toen de advocaat van de verdachte daartegen protesteerde rechtvaardigde de rechter zijn vreemde handelswijze met de woorden dat hij alleen maar in verwarring zou raken als hij de argumenten van de verdediging ook moest aanhoren.
Datzelfde gevoel bekruipt mij vaak als ik de verschillende media lees en op internet gegevens opzoek.
Soms lijkt een andere mening te hebben haast misdadig te zijn en onbespreekbaar.
Maar dat is mijn gevoel en misschien niet van de meerderheid.

Vaak worden de meningen van wetenschappers geacht een soort vanzelfsprekende superieure kennis te bevatten waarover het ook gaat.
Dat is misleidend want wetenschappers bestuderen en onderzoeken juist wat ze nog niet weten op hun eigen vakgebied en kunnen buiten dat vakgebied net zo onwetend zijn als een willekeurige leek.
En er is bovendien  een groot verschil in wetenschapperlijke waarde tussen de volgende statements:
“Er zijn in het verleden steeds oorlogen geweest dus komt er weer een oorlog”
en
“2+2=4, dus 4+4=8”.
In het eerste  geval kan men spreken van mogelijkheid, waarschijnlijkheid, redelijkerwijze te verwachten.
In het tweede gaat het om een waarneembaar feit, een werkelijkheid.

En men kan de twee niet dezelfde waarde toekennen.
Daarover later  meer.

Al 20 jaar is de euro de enige officiële munt van de Europese Unie en in die twintig jaar is het aantal eurolidstaten van zes uitgegroeid naar negentien.
De ECB heeft de laatste nieuwe steun aankoop van obligaties afgesloten.
De onorthodoxe Quantitative Easing is voorbij.
Dus tijd voor een tussenbalans.
Maar de 2.5 biljoen euro’s sinds 2015 bijgedrukt voor deze aankopen blijven in kas na aflossing van de oude obligaties om er de komende tijd nieuwe (vervangende?) obligaties voor op te kopen.
Men kan dus niet zeggen dat de QE is beëindigd.
Dat is pas het geval als de balans van de ECB weer op het pre-QE niveau is gedaald.
Ook de negatieve rente blijft gehandhaafd (tot de 2% inflatie is bereikt?).
Er blijven dus nog vraagtekens over de toekomstige steun.
Wat voor gevolgen voor de eurozone economie heeft de QE nu bereikt?

Het functioneren van een euroland wordt in de EU getoetst aan voornamelijk twee criteria.
Het begrotingstekort van een eurozonelidstaat mag (structureel) niet groter zijn dan 3% van het Bruto Binnenlands Product.
De staatsschuld mag maximaal niet meer dan 60% van het Bruto Binnenlands Product bedragen.
Bij overschrijding van deze criteria kan de Commissie ingrijpen.
Deze 3%/60% norm voor overheidsbeleid,  in de eurozone door de verdragen  afgedwongen,  in de andere EU landen doelstelling, kan op twee manieren worden bereikt of zelfs verbeterd.
Opvoeren van de productiviteit en innovatie leidend tot meer werkgelegenheid, hogere lonen en daardoor vergroten van de export en de binnenlandse consumptie naast verminderen van bureaucratische procedures..
Verhogen van de lasten voor de bevolking door een groter aandeel van het bruto binnenlands product  voor overheidsbeleid op te eisen.
Of een combinatie van deze twee.

Is het goed functioneren van een staat, dus het binnen de normen blijven,  een weerspiegeling  van de  mogelijkheden die de binnenlandse natuur biedt en het gebruik ervan door de bevolking, oftewel de welvaart van de bevolking.
Of is het voornamelijk dat  deel van het nationale inkomen (bruto binnenlands produkt)  dat de staat van de bevolking opeist te verhogen  om aan de normen te voldoen en zo in feite de welvaart van de bevolking aan te tasten .
Verhoging dus van de belastingen en heffingen.

Of een vermenging van beide.

Dat is naar mijn zeer persoonlijke mening het vraagstuk waar de eurozone mee worstelt.
Met name in de zuidelijke lidstaten waar de bevolking zacht gezegd veel minder welvarend is dan in de noordelijke eurolanden zoals blijkt uit de risk of poverty gegevens van eurostat.

Rijkdom is zichtbaar, armoede verbergt zich.
Zie de grafiek over armoede in de Europese Unie.
De gegevens zijn afkomstig van Eurostat, het statistisch bureau van de EU.


Gemiddeld in de EU en eurozone is meer dan 20% van de bevolking op de armoedegrens.
En tussen de armoede grens en ontbreken van geldelijke zorgen is nog een flink gebied.
Zie de tabellen die ik daarover in eerdere blogs heb getoond.
Ik vrees dat er bij de elite, de dominerende groep, te weinig begrip bestaat voor deze problematiek.
Men ziet (niet alleen in Frankrijk) dat het deel van de bevolking dat zijn bestaan bedreigd voelt door nieuw opgelegde lasten nu van zich laat horen.
Wat eerst de zwijgende meerderheid was.

Deze 3/60% grens in de verdragen is dus voor welvaartsmeting primitief.
Neem Duitsland:
Een begrotingsoverschot en redelijke schuld (minder dan 64%).
Een voorbeeld voor de andere eurolanden.
Maar jaarlijks worden meer dan 300.000 Duitsers afgesloten van elektriciteit, een primaire levensbehoefte.

Een bittere constatering bij die 3% en 60% regel is verder dat de 60% maximaal toegestane staatsschuld door vrijwel alle eurolanden zwaar is en wordt overschreden en dat 3% begrotingstekort bij een lagere reële groei van de economie achteruit roeien is.

Hieronder een uitgebreider overzicht over de eurolanden en de overige EU landen.
Daaruit kan iedereen zijn eigen conclusies trekken.







Daarbij moet ook in aanmerking worden genomen dat de 2.6 biljoen bijgedrukt geld voor de aankoop van voornamelijk eurolanden staatsobligaties om de inflatie op 2% te brengen, de inflatiehoogte die ideaal voor economische ontwikkeling wordt geacht niet is gelukt en dat de economische groei  er niet voldoende mee is gestegen (vergelijk eurolanden met EU-niet-eurolanden en de wereld economie).
Wel natuurlijk is daardoor de eurozone in stand gehouden maar over het nut daarvan valt de discussiëren.
Niet eurolanden zoals Denemarken, Zweden en tot de brexit het VK zijn ook niet technisch failliet gegaan, de oostelijke EU landen evenmin .
Zie ook de veel te hoge staatsschulden van de eurolanden vergeleken met die van de niet-euro lidstaten, ongetwijfeld mede veroorzaakt door de QE en de zeer lage rente.

Iedereen kan zijn eigen gevolgtrekkingen maken.
Wat wordt het in 2019.








Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire