De EU na de Brexit en na de
Quantitative Easing
met een kleine toevoeging
Vorige keer heb ik de verschillende visies op de toekomst
van de Europese Unie voor zover die in het openbaar herkenbaar waren geschetst.
Het scala tussen de Unie van Samenwerking van
Zelfstandige Lidstaten en de Unie van het Centraal Gezag met Regionen.
Daarin speelt de euro naar mijn mening geen essentiële
rol.
Het voordeel dat je in alle 18 landen met dezelfde munt
kunt betalen is in deze tijd van debit en credit cards en electronic money totaal achterhaald.
In de USA betaal ik even gemakkelijk met mijn kaart als
in Frankrijk.
Maar ik wil hiermee wel zeggen dat naar mijn mening een
Europese Unie zonder een enkele eigen munt zeker even goed of zelfs beter kan
functionneren als met een enkele eigen munt.
Het bewijs daarvoor levert de EU zoals hij nu is.
Achttien lidstaten hebben de euro aanvaard.
Die achttien vormen geen homogene maar een heterogene
groep.
Er wordt door de Europese Centrale Bank een monetaire
politiek gevoerd die niet afgestemd is op de afzonderlijke euro lidstaten maar
op een niet bestaande abstractie ervan.
De lidstaten verschillen economisch en financiëel steeds
sterker van elkaar inplaats van naar elkaar toe te groeien zoals de gedachte
achter de euro moet zijn geweest.
Elke monetaire politiek is derhalve nimmer optimaal of
zelfs geschikt voor alle eurolanden.
Nu is die politiek, in mijn amateuristische visie, sterk
gericht op de zwakkere landen die zonder die politiek, alweer volgens mijn
leken inzicht, niet economisch en financiëel met de euro zouden kunnen
voortbestaan.
Logisch, want de sterkere economieën hebben die enorme
financiële stimulans niet nodig maar kunnen op eigen kracht vooruit komen.
Helaas is een bijverschijnsel van die algemene monetaire
politiek dat de sterke landen er het meeste voordeel uit putten en dat daardoor
de verschillen tussen de zwakke en sterke eurolanden in plaats van kleiner
juist groter worden.
Die mening baseer ik op de financiële en economische
gegevens van BBP, groei, deficit/surplus, schuldpercentage, werkloosheid, lonen
van de eurolanden.
De overige EU landen scoren zeker niet minder dan de
eurolanden.
Ook al hebben sommige ervan een lagere levensstandaard
dan de meeste eurolanden.
Hun grote voordeel is dat de monetaire politiek op het
land zelf kan worden gebaseerd en niet op een abstractie.
Daarbij teken ik aan dat een gezonde toestand van de
staat niet alles zegt over de toestand van de bevolking.
Zelfs in Duitsland, de koploper van de eurozone, is
teveel armoede, zelfs in work poverty.
Want het is de bevolking die het BBP moeten delen met de
staat en de staat bepaalt haar inkomen door belastingen en heffingen van de
bevolking.
Om aan de eurozone eisen te voldoen van deficit en schuld
kan dat op twee manieren, door economische groei door structurele hervormingen
van de bureuacratie of door lastenverhoging voor de bevolking desnoods
gekoppeld aan loons en uitkerings verlagingen.
Dat laatste is in de praktijk simpler te realiseren dan
het eerste.
Maar op de duur is dat het slachten van de kip die de
eieren legt.
De Lehman crisis mede veroorzaakt door de ongeremde
derivaten handel en sub prime hypotheken die de bankenwereld aan het wankelen
bracht waardoor deze door staatssteun op de been moest worden gehouden en de erop
volgende wereldrecessie hebben de Centrale Banken van vooral Japan, de USA en
de eurozone ertoe gebracht fors in te grijpen, met onorthodoxe maatregelen zoals
zij het noemden.
Met het verschil dat de USA een politieke Unie is, Japan
een enkel zelfstandig land terwijl de eurozone een combinatie is van achttien
economisch en fiscaal verschillende en zelfstandige landen.
Maar extra geld drukken en in de economie pompen en rente
tarieven bepalen om de economie te
beïnvloeden is, dacht ik, niet zo’n onorthodoxe techniek.
Wat wel onorthodox is de tijdsduur en omvang van dat geld
bijdrukken en in omloop brengen en de rente zelfs tot negatief terugbrengen.
Want het moet logisch gedacht onmogelijk zijn om
ongestraft door de echte economie onophoudelijk geld bij te kunnen drukken en
daar waardepapieren voor op te kopen zonder dat geld zijn waarde te ontnemen.
Evenzeer moet logisch gezien als shocktherapie een massa
geld in de echte economie pompen om er een korte sterke stimulans aan te geven positief voor die economie kan
uitpakken om zich verder zelfstandig te ontwikkelen.
Een paardemiddel waarbij de dosering het verschil tussen
slagen en falen kan zijn.
Wat ook onorthodox is dat niemand nu met zekerheid kan
zeggen dat de Eurozone, Amerikaanse en Japanse economie erdoor gered is of tot
groter bloei gekomen.
Wel kun je zeggen dat bijvoorbeeld in de Europese Unie de
lidstaten met eigen munt die niet onder de ECB vallen en dus zelf hun monetaire
beleid hebben kunnen bepalen het economisch beslist niet slechter doen dan de
eurozone landen.
Wat zeker onorthodox is, of liever gezegd buiten de leer
vallend, is dat het grote doel van deze tweezijdige aanpak, het doen stijgen
van de inflatie tot 2%, wel steeds is aangekondigd maar nog steeds niet bereikt
is.
Die 2% is trouwens ook niet het echte doel van deze
langdurige monetaire politiek maar het doel voor de Europese Centrale Bank is de
Prijsstabiliteit en voor de Amerikaanse FED daarnaast de omvang van de werkloosheid.
De Bank van Japan heeft deze 2% doelstelling in feite al
opgegeven en streeft nu naar het blijvend laag houden van de rente op
obligaties.
Of jaarlijks stijgende prijzen met 2% wijzen op
prijsstabiliteit valt ook te betwijfelen vind ik vanuit mijn amateuristisch
oogpunt tenzij tezelfdertijd de inkomens ook met die twee procent zouden
stijgen zodat het evenwicht prijzen en inkomens bewaard zouden blijven.
Dan houd je stabiliteit in de prijzen.
Maar dan is die inflatie zinloos.
Dat die 2% prijsstijging trouwens zou leiden tot meer
aankopen uit vrees dat die prijzen het jaar daarop weer 2% hoger zouden zijn
stuit op het begrip koopkracht, oftewel je kunt niet meer uitgeven dan je
verdient tenzij, en dan komt een
belangrijk punt, je geld gaat lenen en dus een schuld aangaat.
Daar komt dan die lage rente om de hoek kijken.
Want een lage rente maakt lenen aantrekkelijker en
aanlokkelijker en betaalbaarder.
Dat geldt niet alleen voor particulieren maar evenzeer
voor bedrijven en overheden.
Daaraan moet het bijdrukken van vele biljoenen aan geld
en het daarmee aankopen van waardepapieren in handen van banken gekoppeld
worden.
Een overvloed van nieuw geld in die banken die dat moeten
investeren want voor de eurozone bijvoorbeeld geldt een strafheffing als de
banken dat geld bij de centrale bank deponeren.
Banken die hun nieuwe geld moeten investeeren, uitlenen
dus, wellicht tegen groter risico dan voorheen, tegen een rente die uiterst
laag is.
Een situatie dus die schuld aangaan gemakkelijk, en
mogelijk te gemakkelijk, maakt.
Wat daarbij komt is dat door deze lage rente en dus
goedkoop geld bedrijven die anders niet levensvatbaar zouden zijn geweest toch
in stand gehouden werden, vaak ten nadele van andere wel levensvatbare of
innovatieve bedrijven.
Bij een oplopende rente zullen de banken die aan deze
bedrijven geld hebben geleend niet alleen problemen krijgen bij de rente inning
maar ook de lening niet afgelost zullen krijgen.
Daarmee zal het toch al hoge aantal bad debts (NPL) voor
banken nog toenemen.
De totale wereldschuld (particulieren, bedrijven,
overheden) is dan ook door deze lage rentelasten toegenomen tot een historisch hoogtepunt:
Schuld heeft twee aspecten: aflossen en rentebetaling.
Aflossen is in feite onbelangrijk zolang de rente op de
schuld kan worden opgebracht.
In dat geval kan men de schuld steeds bij vervallen
opnieuw afsluiten.
Pas indien de rentelast onhoudbaar wordt en aflossen
onmogelijk is Leiden in last.
Dat gebeurt als er nu aan de uiterst lage rente een einde
komt door renteverhogingen.
Dan is het houdbaarheids keerpunt, oftewel tipping point,
snel bereikt en wordt de schuld een ondragelijke last.
Een tweede aspect is dat door dat bijdrukken van nieuw
geld en opkopen van waardepapieren de balansen van de Centrale Banken steeds
verder omhoog worden gestuwd zoals blijkt uit het volgende staatje. Dat schept
eveneens een uitzonderlijke onnatuurlijke situatie.
-------------------------------------------------------------
Bedrijven investeren echter alleen maar als er rendement
op die investeringen in het vooruitzicht ligt.
Natuurlijk kunnen zij goedkope leningen gebruiken om de
eigen kapitaalpositie te versterken door met dat goedkope leengeld aandelen
terug te kopen.
Misschien zelfs om er divident mee te betalen als dat
economisch voordeliger is.
Maar de investeringsdrift ligt in een periode van
economische problemen, secular stagnation zoals sommige economen het noemen,
niet zo groot.
Maar de banken moeten dat geld ergens in investeren.
De aankoop van assets in allerlei vormen.
Onroerend goed, aandelen.
Het is overduidelijk dat de hoge beurskoersen niet geheel
gebaseerd zijn op de intrinsieke of verdienwaarde van de bedrijven maar zeker ook
op de monetaire politiek van de Centrale Banken.
Zolang die rente laag blijft en de geldstroom droogt niet
op gaat dat door.
Maar eens zal daar een einde aan moeten komen en dan moet
blijken in hoeverre er bubbels, luchtbellen, zijn veroorzaakt door de overvloed
van geld en de lage rente.
Zolang de centrale banken die lage rente en geldproductie
nodig achtten voor de economie waren er geen problemen.
Doorgaan was (en is) het devies.
Maar er is een ommezwaai gekomen in de wereldeconomie.
Perioden van recessie worden altijd afgewisseld met perioden van economische
bloei.
Of dat nu is door die monetaire politiek of niet doet
niet ter zake maar wel dat nu die periode van secular stagnation doorbroken
lijkt te worden door grotere economische bedrijvigheid en groei waardoor het de
vraag is of die losse monetaire politiek van de Centrale Banken moet worden voortgezet
of afgebouwd.
Dat is de eerste vraag omiddellijk gevolgd door en hoe dan afgebouwd.
Want die losse politiek is zoals uit de twee bijgaande
tabellen blijkt niet zonder gevolgen gebleven.
De wereldschuld van 217 biljoen dollars, 327% van het wereld
GDP.
De door de centrale banken geschapen geld golf die nu op
hun balansen staat.
Die wereldschuld moet houdbaar blijven en tot normale
proporties terugkeren.
De balans van de centrale banken moet krimpen tot het
niveau van voor de crisis.
Dat zijn de naweeën van de losse monetaire QE en rente.
Dat de recessie blijkbaar voorbij is en de economie
sneller groeit is slechts één factor.
Is het middel niet erger dan de kwaal geweest?
Japan heeft dat 2% inflatiedoel al laten schieten en mikt
nu op het houdbaar houden van de yield (rente) op obligaties.
Japan gaat dus (noodgedwongen?) door met de volledige QE
maar met een ander doel voor ogen.
De FED was al gestopt met het drukken van extra geld,
heeft de rente reeds enkele malen verhoogd, zij het met zeer kleine stapjes, en
begint binnenkort, ook voorzichtig, met het krimpen van de balans, dat wil
zeggen het geld dat voor vervallen obligaties binnenkomt wordt niet opnieuw
geinvesteerd in nieuwe obligaties, zoals nu, maar aan de circulatie onttrokken,
dus vernietigd.
Dat alles met een behoedzame blik op hoe de economie erop
reageert.
Wat de ECB van plan is weet waarschijnljk alleen Draghi
en zijn kring van confidanten, zijn executive board.
Missschien dat er in de oktober bijeenkomst enige
klaarheid komt.
Dat voor de ECB door de combinatie van zwakke eurolanden
en sterke eurolanden de zaak gecompliceerd ligt is duidelijk.
In ieder geval zal de rente (misschien wel tot een zeer,
zeer lange tijd) laag moeten blijven om de excessief hoge schulden houdbaar te
maken.
Ook heeft Draghi duidelijk gemeld dat de gelden van
vervallen obligaties weer zullen worden gebruikt om nieuwe obligaties op te
kopen.
De balans van de ECB zal dus niet krimpen.
En, zolang zo’n 30% van de schulden van de eurolanden
(het huidige maximum) op de balans van de ECB zou blijven staan in de vorm van
opgekochte staatsobligaties zijn deze schulden, zoals ik het misschien kan
zeggen, geneutraliseerd.
Geen andere schuldeiser
kan ze opeisen.
En wellicht kan dat percentage van 30% nog verder worden
opgevoerd.
Want het begrip prijsstabiliteit bewaken kan zeer ruim
worden uitgelegd.
Om met een politieke noot de eindigen, de uitslag van de
Duitse bondsdag verkiezingen vandaag zal zeer belangrijk zijn voor de toekomst
van de eurozone en de Europese Unie.
De EU politiek van Duitsland zal sterk afhangen van de te
vormen coalitie.
De Afd bevindt zich in een slechtere positie dan de PVV na de Nederlandse verkiezingen.
De PVV was de tweede grootste partij, de Afd de derde maar de PVV werd toch uitgesloten.
Merkel zal moeten regeren met de liberalen in plaats van de socialisten die de oppositie verkiezen.
Maar dan komt zij nog zetels tekort.
Wat zal het worden?
Naar alle waarschijnlijkheid de Groenen en niet de Afd, die 12.6% scoorde.
Net als in Nederland een manke meerderheid.
De stemmen verliezende SPD (maar ook de CDU/CSU hebben een enorme klap gekregen) wil in de oppositie.
Maar in de politiek is alles tijdelijk en de europhile SPD zou in een regering met de CDU/CSU veel meer macht hebben om de Macron EU agenda te steunen en uit te voeren dan ze in de oppositie zouden hebben.
Wil Merkel de kant op gaan van Macron met zijn EU hervormingsplannen en de fiscale eurozone met apart budget?
Dan is een coalitie met de SPD met een comfortabele meerderheid in de de Bondsdag daarvoor de beste garantie.
De CSU zal hier echter beslist geen voorstander van zijn.
Maar Merkel wil ook met de SPD praten.
Het worden roerige tijden.
De stemmen verliezende SPD (maar ook de CDU/CSU hebben een enorme klap gekregen) wil in de oppositie.
Maar in de politiek is alles tijdelijk en de europhile SPD zou in een regering met de CDU/CSU veel meer macht hebben om de Macron EU agenda te steunen en uit te voeren dan ze in de oppositie zouden hebben.
Wil Merkel de kant op gaan van Macron met zijn EU hervormingsplannen en de fiscale eurozone met apart budget?
Dan is een coalitie met de SPD met een comfortabele meerderheid in de de Bondsdag daarvoor de beste garantie.
De CSU zal hier echter beslist geen voorstander van zijn.
Maar Merkel wil ook met de SPD praten.
Het worden roerige tijden.
En, tenslotte, alles wat ik denk en hier schrijf, zijn
alleen maar mijn eigen leken gedachten, niet gesteund door de uitkomsten van de
berekeningen van allerlei uiterst gecompliceerde rekenmodellen.
.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire