mardi 11 septembre 2018


Inflatie groei en lonen.



Als eerste de plaats van Nederland in de eurozone wat welvaart van de staat betreft. Het bruto binnenlands product per persoon vergeleken met andere landen.
Het geeft geen aanwijzing over de hoogte van de lonen, of de verdeling ervan, alleen over het verschil in koopkracht van het land.




De eurozone
Bruto binnenlands product BBP, GDP:        11174047 miljoen euro
Staatsschuld:                              9375901 miljoen euro
Staatsschuld per inwoner:                              28365 euro

overzicht jaarlijks te betalen rente bij oplopende rentetarieven


Wat is het gevolg van die 3% maximaal te kort voor de Eurozone ingrijpt.

In mijn vorige blog liet ik zien hoe snel de geldontwaarding gaat bij een inflatie van 2%.
Nu is de inflatie sinds 2009 steeds onder de 2% gebleven, waardoor de ECB ook steeds de lage rentepolitiek doorzette, ruw gezegd in 2008 naar 1% rente, daarna  steeds verder dalen naar 0% tot 2015 en sindsdien 0%.
Dat heeft natuurlijk de banken ertoe geleid hun rentetarieven op spaargeld eveneens te verlagen tot nu soms 0% of zelfs negatief.
Iedereen die dus op rente is aangewezen (dus ook pensioenfondsen door de lage rente op o.a. obligaties) is er al jaren lang dubbel op achteruitgegaan.
Allereerst door de toch aanwezige inflatie en dus geldontwaarding, en daarnaast door de lagere rentevergoeding door de banken.
De staat en het grotere bedrijfsleven hebben er daarentegen van geprofiteerd door die lagere rente op obligaties en leningen waardoor zij tegen veel lagere rentekosten dan normaal geld konden lenen.
Dan laat ik nog even de speciale leenaanbiedingen van de ECB buiten beschouwing.
In mijn lekenblik houdt dat in dat de spaarders de lagere kosten voor staat en grote bedrijfsleven zeker voor een deel hebben bekostigd.
Wat we nu echter zien in een aantal emerging economies is het logische gevolg van de normalisering van de FED rentepolitiek waardoor de rente in de USA  is gestegen van 0,8% naar nu 2%.
Door de 4,2 biljoen bijgedrukte dollars door de FED en de lage rente van minder dan 1% hebben deze emerging economies  bovenmate veel dollars kunnen lenen door de overvloed aan geld en de uiterst lage rente.
Nu echter (behalve bij langlopende obligatieleningen) moet veel hogere rente worden betaald hetgeen deze landen in de problemen kan brengen en de FED haalt bovendien zeer geleidelijk de bijgedrukte dollars uit de circulatie waardoor de geldvoorraad slinkt.
De wisselkoersen van sommige emerging countries lopen daardoor terug hetgeen het probleem verergert, de rentelast wordt doordat deze in dollars moet worden afgerekend, door de slechtere wisselkoers nog zwaarder.
Dan kan inderdaad een inflatiegevaar dreigen, zo denk ik vanuit mijn lekenblik.

Als amateur bezie je de dingen vanuit een andere optiek dan de expert die door ingewikkelde rekenmodellen geleid wordt en op grond van de uitkomsten daarvan prognoses uitgeeft.
Inflatie, zoals ik in vorige blogs heb vermeld, speelt een belangrijke rol bij die prognoses.
Maar wat is het verband tussen inflatie en economie.
Inflatie ontstaat, wordt 2% en dan gaat de groei in de economie omhoog want de mensen worden tot kopen verleid door de stijgende prijzen, zo is immers de theorie.
Maar door die 2% prijsstijging daalt de koopkracht als de lonen niet in gelijke mate meestijgen.
Het is dus iets complexer, denk ik.

Of gaat de economie groeien en ontstaat daardoor inflatie.
Of wordt de import duurder omdat bijvoorbeeld de wisselkoers omhoog gaat waardoor de prijzen gaan stijgen en er dus inflatie ontstaat.
Of ontstaat inflatie omdat de lonen verhoogd worden, waardoor de productiekosten stijgen en daardoor de prijzen.
Of schiet de inflatie omhoog omdat bijvoorbeeld de VAT wordt verhoogd of omdat de elektriciteits tarieven of gas tarieven stijgen door bijvoorbeeld de wat de Duitsers noemen “Energiewende”.
Of gaat de inflatie stijgen omdat de Centrale Bank meer dan twee biljoen euro’s extra in omloop brengt waardoor de waarde van de munt zakt,  de rente daalt en de prijzen stijgen.
En de globalisering, de onderlinge handel van alle landen, geregeld door handelsverdragen en beschermd door het WTO, schept een volkomen andere situatie dan die waar elk land zijn economie beschermde, al dan niet met succes, door protectie, invoerrechten.

En dan wil, ondanks al die mogelijke oorzaken de inflatie (wereldwijd)  toch jaren lang weigeren te stijgen tot die 2%.
Nu pas is die stijging er, misschien tijdelijk, want de prijsstijgingen zijn voornamelijk te danken (of te wijten) aan de hogere energie (ook elektriciteit) prijzen omdat de olieprijzen weer omhoog gaan.
Misschien zijn er nog andere oorzaken maar het is toch, althans voor mijn lekenbegrip, zo wel duidelijk dat inflatie geen oorzaak is maar gevolg van een grote verscheidenheid aan gebeurtenissen.
En wat ook duidelijk is, een te hoge inflatie, uitlopend op een hyperinflatie, is gevaarlijker dan een in het oog van de economen te lage inflatie.
Dat dat ook in de huidige tijd met de huidige technologische hoogstandjes nog heel goed mogelijk is zien we in Venezuela en niet alleen daar.
Ook dan gevolg en niet oorzaak.
Maar zelfs het begrip inflatie is relatief.
Inflatie wordt berekend over een pakket artikelen, niet over alle.
Bovendien krijgen onderdelen van dat pakket een eigen waarde, die invloed heeft op het uiteindelijke totaal percentage inflatie.
Dan is er ook nog de core inflatie (die als toonaangevend wordt gezien) waar artikelen die snel in prijs omhoog of omlaag kunnen gaan niet worden meegerekend.
Zo kan de officiële inflatie anders zijn dan de prijsstijgingen die de doorsnee consument ervaart.

Voor mijn eigen leken begrip heb ik voor de eurozone twee staatjes  gemaakt voor de economische groei en de inflatie in de eurozone vanaf 2008 (dus net na de Lehman crash) tot nu.
Kijk er naar en denk erover en probeer het verband tussen inflatie en groei te zien.


En als stimulans voor die groei en inflatie heeft de ECB vanaf 2015 meer dan twee  biljoen euro’s bijgedrukt en aan de banken gegeven in ruil voor  obligaties, afgezien van de al bestaande lage/negatieve rente.
De economische groei, dus een groter GDP, meer geld,  is een voordeel voor de geldverschaffers (het kapitaal), de overheid en de werknemers.
Om het eenvoudig te zeggen, de poet wordt verdeeld onder die partijen.
De overheid zal zo tussen de 45 en 50% opeisen, de rest tussen de kapitaalverschaffers en de werknemers.
Voor de kapitaalverschaffers is daarbij de politiek van de centrale banken, lage rente en geld bijdrukken gunstig maar daarentegen voor spaarders en werknemers ongunstig.
Voor werknemers is het compenseren van de koopkrachtverliezen door lage of negatieve spaarrente plus inflatie een zaak van overleg tussen werknemers en werkgevers.
“real” Loonsverhogingen zijn in feite zeldzaam, de werknemer hobbelt achter de feiten aan.

De kloof tussen kapitaal en loon wordt steeds groter, verergerd door de betere onderhandelingspositie (zelf toekenning) van baas ten opzichte van workforce.

Dit geldt voor de eurozone, maar als je een paar eurolandenvergelijkt blijken de enorme verschillen.

Maar, ik kan het niet nalaten te zeggen, dit zijn alleen maar de overpeinzingen van een leek die het net zo goed aan het verkeerde eind kan hebben.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire