Energie,
een levensnoodzaak voor ons allen
Dit jaar
vindt de 24ste COP plaats in Katowici, Polen.
De vier
en twintigste jaarlijkse bijeenkomst sinds de eerste COP in 1995.
De
Conference of Parties met meer dan 22.000 deelnemers vergadert van 8 tot 15
december dit jaar in Polen over het klimaat en energie.
Ook
vanuit Nederland is er een soort shuttle service van dignitariers naar en van
de conferentie.
De
jaarlijkse conferentie over
klimaatverandering en dit jaar moeten er dwingende besluiten vallen na
de streefgetallen van het Parijse Klimaat Accoord.
Want dit
keer is 2020 het kanteljaar voor het klimaat.
Kun je
als belangstellende amateur ook over de consequenties van deze problemen
nadenken of is dat het privilege voor politiek (en commercieel betrokkenen) zoals sommige politiek partijen lijken te denken.
Energie is de krachtbron die ons aller leven mogelijk maakt.
In ons bestaan speelt energie, elektriciteit een centrale rol.
Voor ons is elektriciteit vanzelfsprekend.
Zonder elektriciteit stort onze maatschappij totaal ineen.
Van in het begin menselijke energie later meer en meer ondersteund
door werktuigen tot in onze tijd met
werktuigen, robots en computers, die menselijke energie, arbeid, zelfs voor een
aanzienlijk deel overbodig (gaan) maken maar voor zichzelf daarbij steeds meer energie, elektriciteit eisen.
Hoe meer mensen hoe meer energie daarvoor noodzakelijk is.
Hoe hoger de economische ontwikkeling van de mens, hoe groter de
behoefte aan energie, elektriciteit.
Als ik het vanuit mijn persoonlijke optiek beschouw zijn de
uitvinding van de stoommachine en de elektriciteit als energieverschaffers in
het begin van de negentiende eeuw, het begin en doorzetten geweest van de industriële
revolutie, die, naar mijn mening, drie
belangrijke de maatschappij volledig veranderende sociale en industriële
stromingen heeft veroorzaakt.
De eerste is de overgang van kleine familie nijverheids
instellingen naar grote op massaproductie gerichte stoom aangedreven ondernemingen.
Als voorbeeld de kleine familie (weefgetouw) bedrijfjes op het
platteland verdwenen door de opkomst van massale weverijen in de steden.
Als tweede de hierdoor
gedwongen verhuizing van de daardoor werklozen van het platteland naar de
steden.
Het begin van de verstedelijking van de maatschappij.
Nijverheid werd moderne industrie, het platteland liep leeg en de
steden breidden zich meer en meer uit, een ontwikkeling die nog steeds doorgaat,
misschien wel het sterkst in de
ontwikkelingslanden.
De derde is dat door die steeds grotere energie verschaffing de
wereldbevolking zich veel sneller kon uitbreiden en ontwikkelen waardoor de
behoefte, de noodzaak, voor nog meer energie ontstond.
Nu bevinden we ons weer in een periode van industriële revolutie.
Niet alleen de vervanging van menselijke arbeid door computers en
robots waardoor de arbeidsmarkt zal veranderen.
De stoommachine van de eerste industriële revolutie en de fossiele brandstoffen die nu de voor ons
bestaan noodzakelijke energie en
elektriciteit opwekken maar tevens kooldioxide, CO², produceren, een gas dat
bij alle verbrandingsprocessen, ook in ons lichaam, als afvalproduct vrijkomt
moeten worden vervangen door CO² neutrale technieken.
Want deze door menselijke activiteiten veroorzaakte CO² wordt door
klimaat wetenschappers gezien als de oorzaak van een rampzalige opwarming van
de aarde die ten koste van alles moet worden voorkomen.
Ironisch genoeg is deze CO² juist ook de noodzakelijke levensbron voor planten en bossen die via fotosynthese CO² omzetten in zuurstof en is
zo ook noodzakelijk voor ons leven.
Dat alles wil zeggen dat het geheel van fossiele brandstoffen en
om andere redenen niet aanvaardbare nucleaire energiebronnen die aan onze
energie en elektriciteitsbehoefte (eigenlijk een pleonasme) voldoen moet worden
vervangen door niet CO² producerende technieken, windenergie, zonne-energie,
waterkracht energie.
Biomassaenergie (voornamelijk houtpellets) wordt daarbij als CO²
neutraal gezien hoewel ze meer CO² produceren dan andere fossiele brandstoffen.
Het is duidelijk dat een omschakeling als deze, die kolen, olie en
gas en nucleaire centrales tot sluiting
brengt en daarvoor in de plaats een netwerk van natuurkunstmatige windmolen
parken, zonnepanelen parken moet doen opbouwen, enerzijds een enorme kapitaal vernietiging
van de gedane investeringen in fossiele
en nucleaire installaties tot gevolg heeft en anderzijds enorme nieuwe kapitaal
investeringen eist voor de vervanging ervan door deze renewable technieken.
Als bijkomend probleem is de omschakeling daarbij van door vraag
bepaald aanbod zoals bij de traditionele energievoorziening die regelbaar is en
zich kan aanpassen aan de altijd wisselende elektriciteitsbehoefte, naar een aanbod
dat door de aanwezigheid van wind en/of zon wordt bepaald en daardoor ver van
de vraag naar energie kan afwijken.
De zon schijnt ’s nachts
niet en er zijn vaak windstille periodes waardoor er geen elektriciteitsaanbod
is en men zal moeten terugvallen op batterijen (nu nog volstrekt onvoldoende)
of wat men pleegt te noemen fossiele backup, hetgeen betekent dat men naast de
renewable technieken ook de oude fossiele elektriciteitopwekking in stand moet
houden voor windstille en nachtelijke perioden met alle daaraan verbonden
kosten.
Netwerken zo verbinden dat windstille periodes en nacht worden
gekoppeld aan andere geografische gebieden waar wel wind en zonlicht is zou
overal een dubbele capaciteit eisen.
Immers bij wind en zon moet niet alleen het eigen gebied worden
voorzien van elektriciteit maar ook de verbonden gebieden waar toevallig
windstilte of geen zonlicht is.
Dat zou overal een dubbele capaciteit eisen en dus dubbele
investeringen, afgezien nog van de gigantische kosten om de ervoor
noodzakelijke alles verbindende zeer
hoge capaciteits elektriciteitskabel netwerken
boven of onder de grond voor het transport van de elektriciteit van hier naar daar en omgekeerd aan te leggen.
Helaas is er nog geen manier gevonden om elektriciteit in
voldoende capaciteit op te slaan.
Economie en energie (elektriciteits) verbruik zijn nauw met elkaar
verbonden.
In de tijd van een kwakkelende economie die nu achter ons ligt nam
de CO² uitstoot langzaam wat af.
Maar met de opbloei van de economie en grotere economische groei neemt
ook het energieverbruik en dus de uitstoot van CO² weer toe.
In 2017 is zo de wereldwijde
uitstoot van CO² weer gestegen, zelfs in een pionier land zoals
Duitsland waar bovendien de elektriciteitstarieven (naast die in Denemarken) de
hoogste in de EU zijn.
Het is duidelijk dat deze omschakeling een enorme invloed zal
hebben op de economie en welvaart van de staten en de bevolking.
Want de staten die het
bedrijfsleven de financiële middelen zullen moeten verschaffen deze omschakeling uit te voeren
zullen deze toch uit de algemene middelen oftewel de belastingbetaling dus door
de bevolking moeten financieren naast de verhogingen van de elektriciteits en
andere energie tarieven door de
gebruikers te betalen en doorberekend in de prijzen van alle producten.
Privé investeerders in deze energie omwenteling zullen naast
staatssubsidies, die hun uit
belastingopbrengsten worden verschaft, rendement willen hebben op het door hen geïnvesteerde
kapitaal, hetgeen ook de kosten voor energie levering aan de economie zullen doen
stijgen wat weer leidt tot prijsstijgingen van alle artikelen die tenslotte ook
door de burgers zullen moeten worden opgebracht.
Tenslotte moet ook worden betaald voor het in stand houden van oude
fossiele installaties die voor backup paraat moeten worden gehouden om
elektriciteit te kunnen leveren bij zon/windloze periodes.
Dat zal alles bij elkaar een grote aantasting van de koopkracht
van de burgers zijn.
Soms vraag ik me als stomme leek af hoe weldoordacht al deze
plannen wel zijn.
Soms vraag ik me af waarom eigenlijk de derde generatie (kleine) nucleaire
installaties in de ban zijn.
Deze derde generatie installaties zijn veel veiliger dan de
vorige, ze veroorzaken geen CO² uitstoot en kunnen de taak van fossiele
brandstoffen volledig overnemen en zijn
bovendien vraag gestuurd zodat er geen massale
energie opslag nodig is en de huidige netwerken voldoen.
Maar zoals altijd zijn dit mijn puur persoonlijke overpeinzingen,
die van een volslagen leek en amateur.
Ik kan de plank dus wel volkomen mis slaan.