Chaos uit Chaos 30-09-2014
De grondwet is het laatste bolwerk voor de
burger. Hij legt de grondrechten van de burgers vast waaraan niet getornd kan worden. Wetten en
regelingen die tegen de grondwet indruisen zijn ongeldig. Dat geldt uiteraard
ook voor EU en eurozone wetten.
Zo is in Duitsland door het Verfassungshof
geoordeeld dat het OMT, het onbeperkt opkopen van staatsobligaties van
lidstaten door de ECB, strijdig is met de Duitse grondwet en de verdragen die staatssteun
verbieden. Uit hoffelijkheid is de zaak doorverwezen naar het Europees Hof maar
het Verfassungsgericht behield zich zelf het recht voor op het laatste
oordeel, ook na de uitspraak van het
Europees Hof.
Daarmee werd het OMT geblokkeerd tot de uitspraak
van het Europees Hof, die binnenkort verwacht kan worden en daarna wellicht
uitgevoerd zal worden zonder medewerking en financiële steun van Duitsland.
Nu wordt in een interne publicatie van
Italië en Spanje die uitspraak van het Verfassungsgericht aangevallen. Volgens
beide landen heeft het Europees Hof de jurisdictie en het Verfassungsgericht
niet. Het is immers een EU belang en niet uitsluitend een Duits belang. De
uitspraak is tegen de EU verdragen, zo stellen de beide landen. Maar het OMT
verhindert volgens het Verfassungshof Hof ook de grondwettelijke verplichte
controle van het Duitse Parlement op de
besteding van belastinggeld.
De Europese Commissie herkent in het het
OMT geen verboden staatsfinanciering. Het Verfassungsgericht ziet er echter wel
degelijk verholen staatsfinanciering in. De EC is van mening dat aanwijzingen
van de ECB dienen te worden opgevolgd en dat de ECB boven elke controle staat
en dus onbeperkte macht heeft. In feite stelt de EC daarmee ook dat de
regelingen van de EU en eurozone de grondwetten van de lidstaten kunnen
uitschakelen. Dat is wel een belangrijke stap.
Wat de gehele zaak een pikant tintje geeft
is dat de afgelopen jaren in zuidelijke onder controle van de Troika staande
landen al enkele malen procedures zijn gevoerd tegen hervormingen (meestal
salarisverlagingen ed) door belangengroepen in die landen waarbij de rechter de
hervormingen verbood omdat ze tegen grondwettelijke vastgelegde rechten
indruisten. Hiertegen is door de EC of eurozone nooit geklaagd en moesten
"bezuinigingen" anders worden ingevuld. Ook daar ging het om het
belang van de gehele eurozone.
Dit voert naar de rol van de ECB in dit alles. Het verdrag
van Lissabon stelt:
"Het hoofddoel van het Europees Stels el
van Centrale Banken (hierna „ESCB” te noemen), is het
handhaven van prijsstabiliteit. Onverminderd het doel van prijsstabiliteit
ondersteunt het ESCB het
algemene economische beleid in de Unie teneinde bij te dragen tot de
verwezenlijking van de in
artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie omschreven doels tellingen van de Unie. Het
ESCB handelt in overeenstemming met het beginsel van een open-markteconomie
met vrije mededinging,
waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met
inachtneming van
de beginselen die zijn neergelegd in artikel 119".
Het hoofddoel is de
prijsstabiliteit in overeenstemming met de beginselen van de open markt
economie.
Die prijsstabiliteit
wordt internationaal gezien als een inflatie van idealiter 2%. De ECB neemt dus
maatregelen om dat percentage aan te houden binnen de visie van de open markt.
2% inflatie want een
economische stroming is van mening dat
dat de kooplust van de burger prikkelt en tot kopen zet nu de prijzen nog niet
met die 2% zijn gestegen. Zo wordt een voortdurende economische groei
veroorzaakt en langzame waardedaling van de munt.
Een belangrijk middel
om die inflatie te beinvloeden (hup, daar gaat de markt economie overboord) is
het rentewapen. Door de rente te verlagen bij een lagere inflatie dan die 2% wordt
geld goedkoper en leent men dus gemakkelijker en koopt men meer waardoor de
prijzen gaan stijgen en de inflatie weer op die 2% komt. Bij een inflatie hoger
dan 2% verhoogt men de rente, geld wordt duurder, de kooplust zakt weg en de
prijzen dalen.
De eurozone kampt met
een te geringe inflatie en in enkele lidstaten is er zelfs sprake van deflatie,
een negatieve inflatie dus.
Dit wordt door een
stroming in de economie gezien als uiterst gevaarlijk. Aankopen worden
uitgesteld omdat men verdere prijsdalingen verwacht, er komt een supply crisis
omdat bedrijven niet meer produceren en dat kan een neerwaartse economische
spiraal veroorzaken, net zoals een uit de hand gelopen inflatie een neerwaardse
geldwaarde spiraal kan veroorzaken.
Zo'n deflatie kan diverse
oorzaken hebben. Prijsdalingen kunnen in de huidige globale economie worden
veroorzaakt door goedkope importen uit landen met lagere productiekosten
waardoor eigenlandse producten uit de markt geconcurreerd worden, kunnen
ontstaan als gevolg van innovatieve technieken en tenslotte ook door geldgebrek
bij de kopers. In dat laatste geval is er dus een demand crisis, niet zoals in
de andere een supply crisis.
In de eurozone is het
duidelijk een demand crisis, zoals onlangs zelfs Draghi moest toegeven.
Bij een demand crisis zal een renteverlaging
niet veel zoden aan de dijk zetten. Als het de consument aan geld ontbreekt
helpt het rentewapen niet. Dat is ook gebleken want zelfs met een rente van
praktisch 0% en negatieve rente voor geld parkeren bij de ECB zit je wel aan de
bodem en het heeft niets geholpen, integendeel.
Een tweede aspect
hierbij is de uitspraak van Draghi dat hij de euro kost wat kost zal steunen.
Dat heeft de euro tot een sterke currency gemaakt. De eurozone, hoewel
stagnerend, is een wereldspeler in de economie. Als die gehele eurozone garant
staat voor die euro in zwakke lidstaten is het risico op niet terug betalen van
leningen wel heel erg klein en dus de rente erop laag. Dat zien we nu ook de
zwakke lidstaten tegen redelijke tarieven op de kapitaalmarkt terecht kunnen.
Maar het gevolg is dat de wisselkoers van de euro ook hoog blijft. Als Draghi
die toezegging niet had gedaan was de euro een stuk zwakker geweest en de
wisselkoers lager. Geen vrije marktwerking.
Hoe is nu dat gebrek aan
koopkracht tot stand gekomen?
Een oorzaak is de
koers van de euro, door Draghi's toezegging te hoog gebleven. Daardoor is de
globale concurrentiepositie van de eurolidstaten ongunstig beinvloed. De
productiekosten in de eurozone zijn daardoor te hoog, alleen Duitsland kan,
mede door zijn high tech kapitaalgoederen producten goed mee en heeft dus ook
een keiharde handels balans (handel
buiten de eurozone).
Een andere oorzaak,
belangrijker, is het verschil in economisch potentiëel tussen de lidstaten. Daardoor
zijn ze na 2000 snel uit elkaar gegroeid hoewel de bedoeling was dat de zwakke
landen zich snel zouden ontwikkelen, een ijdele wensdroom. Zwak werd steeds
zwakker en in 2012 bleken de verschillen zo onoverbrugbaar dat de zwakke
lidstaten niet meer op de kapitaalmarkt konden lenen. Het verdrag van Lissabon
waarin directe staatsteun onderling werd verboden werd genegeerd en we kregen
de beruchte bailouts. Nu zou hulp op zich misschien geholpen hebben maar die
hulp werd vergezeld van stringente hervormingsmaatregelen met als doel de concurrentiepositie
van de geoutbailde lidstaten zo te verbeteren dat ze weer concurrerend zouden
worden. In plaats van echte hervormingen van culturele, sociale en financiële
zaken werd er bezuinigd op de burgers, een proces van "interne
devaluatie" waarbij voornamelijk de inkomens van de consumenten werden
gekort om zo de productiekosten uitvoerrijp te maken. Wat daardoor gewonnen
werd met uitvoer (vaak naar andere eurolanden) werd verloren aan binnenlandse
koopkracht en dus vraag en dus werd de weg geëffend naar de deflatie, de demand
crisis.
Ook in de sterkere
lidstaten hebben de hervormingen hun lidtekens nagelaten, ook in de vorm van
voornamelijk hogere lasten voor de burgers met als gevolg ook afnemende
koopkracht en afnemende inflatie hoewel lang niet tot het peil van het zuiden.
Een verdere oorzaak
voor de huidige impasse is de schuldopbouw van de lidstaten. In dit geval niet
alleen een eurozone probleem maar een globaal probleem maar voor de eurozone
het ergst. Door de kunstmatig laaggehouden rentetarieven is lenen erg aantrekkelijk
geworden, geld was goedkoop, en dus hebben zowel lidstaten als consumenten onverantwoord
veel geleend. Nu is dat niet erg bij een groeiende economie met redelijke
inflatie maar in een tijd van recessie en stagnatie met een demand crisis is er
door de hoge staatschulden in vrijwel geen enkele lidstaat geld vrij te maken
om die koopkracht te verbeteren. Het IFM heeft al een balletje opgeworpen om de
spaargelden met 10% te belasten hetgeen de staatsschulden beter beheersbaar had
kunnen maken. Misschien komt dat diefstal ideetje nog wel eens terug.
Een andere simpeler
pad is dat van de geldverruiming. Het ECB heeft daarvoor het zgn TLTRO
verzonnen. Een lening aan de banken met 0,15% rente te investeren in het
bedrijfsleven van de eurozone. De eerste tranche ervan was een mislukking. De
banken zijn niet genoeg geïnteresseerd. Een reden zou kunnen zijn dat bedrijven
nu alleen geld willen lenen om te overleven en dat is voor de banken niet
interessant. Ook het financieren van beginnende ondernemingen is in de huidige
gespannen economische sfeer te riskant. Zolang de vraag laag blijft is er niet
veel belangstelling van beide zijden.
Dan blijft over de
Quantitative Easing, het opkopen van obligaties van lidstaten van de banken,
het OMT, ter waarde van zo'n 1000
miljard euro. Dat stelt Draghi nu in het vooruitzicht en daar is de Bundesbank
fel tegenstander van. Daarover gaat de procedure van het Verrfassungsgericht en
het Europees Hof.
Door die geldverruiming
is er weer voldoende krediet voor het bedrijfsleven, de inflatie zal daardoor
stijgen en de waarde van de euro zal door die extra billioen behoorlijk dalen.
Dat laatste klopt want
alleen al door de aankondiging van Draghi is de eurokoers met bijna 10%
gedaald, van 1,40 zzn aantal maanden
terug naar 1,27. Tot vreugde van Frankrijk en Italië die hun
concurrentiepositie daardoor verbeterd denken te zien.
Een nadeel is dat de
vrijkomende gelden bij de banken terecht komen en dat zijn op winst beluste
bedrijven die hun geld zo voordeling mogelijk investeren. Een ander nadeel dat
het geld dus niet bij de consument terecht komt en daar zit juist het gat.
Zolang de consument niet meer geld heeft blijft de demand crisis bestaan.
De vraag is of door
die geldverruiming inderdaad de inflatie weer zal toenemen tot die 2%. De
ervaringen in de USA en het VK waren dat de inflatie door die QE niet
significant toenam. Die toename kwam pas tot stand toen de economie ging
aantrekken toen het VK al gestopt was en de USA driftig aan het afbouwen en de
groei nu bijna 5% is in beide en de roep om renteverhoging steeds luider wordt
en in 2015 zeker plaats zal vinden.
Een andere ervaring
was dat men echt niet kan bepalen in hoeverre die QE nu de groei heeft
bevorderd. Wel is zeker dat het nieuw gedrukte geld in grote bedragen in de
emerging markets terecht kwam waar hogere winsten te behalen vielen.
Door die
wisselkoersdaling, waardevermindering van de euro tov de dollar verbetert de
exportpositie van de eurozone. De uitvoer wordt goedkoper. Daar tegenover staat
dat de importen evenzeer in prijs stijgen. Dat zou minder tellen in een land
als Canada dat alle grondstoffen en energiebronnen in huis heeft en dus weing
last van duurdere import zou hebben. Voor de grondstoffen en energiebronnen
arme eurozone is het een ander verhaal. Hier moeten die alle ingevoerd worden
tegen die hogere koers waardoor de prijzen in de eurolanden behoorlijk zullen
oplopen. Goed voor de inflatie zult u denken. Misschien, maar fataal voor de
toch al uitgeholde koopkracht want de lonen zullen niet stijgen.
De eurozone heeft zich
in een onontwarbaar kluwen van problemen gestort.
Hoe kan die kluwen ontward worden
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire