Italië,
Italië, Brussel
en de Euro
Eurostat heeft de groei van het GDP in het derde kwartaal 2018 bekend gemaakt.
In de eurozone : 0.2%, in het tweede kwartaal was dat 0.4%.
In de gehele EU 0.3%, in het tweede kwartaal was dat 0.5%.
Voor beide dus een lagere groei.
De niet-euro landen doen het dus iets beter dan de eurozone landen.
In de eurozone : 0.2%, in het tweede kwartaal was dat 0.4%.
In de gehele EU 0.3%, in het tweede kwartaal was dat 0.5%.
Voor beide dus een lagere groei.
De niet-euro landen doen het dus iets beter dan de eurozone landen.
Overzicht
stand van zaken Italië eind 2017
Begrotingsvoorstel
Italië
En
verderop een blik op de EU niet-eurolanden
Italië houdt de poot
stijf en voor het eerst grijpt Brussel hard in.
Is het mogelijk om
als alleen maar belangstellende (en belanghebbende) zonder beroeps econoom of
bankier te zijn te filosoferen over de euro.
Vooral als je als
gepensioneerde toch liever niet zit te duimen draaien.
En Eurostat biedt
enorm veel materiaal om over na te denken.
Natuurlijk kun je het
ook enorm mis hebben.
Maar dat kan ook bij
groepsdenken gebeuren.
Dus houdt het me
bezig in twee betekenissen.
Italië
heeft een enorme staatsschuld van nu 131.2% van het GDP en sinds 1995 een begrotingstekort.
De
eurozone heeft een te grote staatsschuld van 86.3% van het GDP (9,962.429
biljoen euro) terwijl 60% is toegestaan en sinds 2000 een begrotingstekort.
Want
je moet cijfers van twee kanten bekijken.
Hieronder
beider begrotingsgeschiedenis.
Er
is naar mijn bescheiden mening niet alleen een Italië crisis maar een langzaam
smeulende eurocrisis die zo nu en dan in een euroland opvlamt.
Vorige
blogs heb ik overzichten laten zien van de eurolanden.
Nu
dan ook van de EU niet-eurolanden.
Let
dan op budget, groei en schuld.
Gaat
het de niet-eurolanden (dus zonder steun van de ECB maar met steun van de EU)
dan slechter?
Een
staat met een eigen centrale bank en een eigen munt kan niet failliet gaan, dat
is de vrijwel algemene consensus.
Een
staat die (de rente op) zijn schulden niet meer kan betalen devalueert zijn
eigen munt, treft een schikking (voor de crediteuren een verlies) en gaat armer
en hopelijk wijzer opnieuw beginnen.
Zo
is het Italië in het verleden meermalen vergaan en of de economie daardoor is
verbeterd is de vraag.
Maar
Italië heeft geen eigen munt meer en geen eigen centrale bank met zeggenschap
over de munt.
Italië
kan niet devalueren evenmin als Griekenland dat kon.
Italië
ziet het echter na achttien jaar euroland niet meer zitten.
De
schuld is gestegen van 105% van het bruto binnenlands product in 2000 naar 131.2
% nu.
Er
is nog steeds jaar op jaar een begrotings tekort.
De
groei is slechts 1.5% en het begrotingstekort in 2017 2.4% hetgeen betekent dat
het schuldpercentage blijft toenemen.
Dit
alles in een periode dat de recessie voorbij is, de groei in de eurozone wat is
toegenomen en de tijd is gekomen zich voor te bereiden op een nieuwe recessie
want het verleden leert dat periodes van groei en periodes van recessie elkaar
steeds opvolgen.
Italië
voelt zich al achttien jaar op een dalend pad, denk ik.
De
bevolking van Italië heeft nu bij de verkiezingen gekozen voor een regeringscoalitie
die de voortzetting van de euro monetaire en fiscale politiek afwijst en een
weg inslaat waarvan Italië gelooft dat hij de economie wel zal doen toenemen en
de welvaart van de bevolking zal vergroten.
Want
deze regering is van mening dat er ook iets voor de bevolking moet worden
gedaan.
Een
flinke afwijking van de limieten die de EU aan de lidstaten stelt en die in de
eurozone dienen te worden gehandhaafd.
Een
afwijking die door Brussel niet wordt geaccepteerd.
Een
tweede punt is dat de meerderheid in Italië van mening is dat de EU teveel
macht naar zich toe getrokken heeft en dat die macht weer terug naar Rome moet.
Een
derde punt is dat er volgend jaar verkiezingen voor het Europees Parlement
worden gehouden en er een nieuwe commissie benoemd zal worden.
De
wijze waarop Italië stemt is daarbij belangrijk.
Als
vierde punt zou kunnen worden aangevoerd dat nu de euro het Italië onmogelijk
maakt te devalueren door die gezamenlijke euro, de eurozone zou moeten
ingrijpen om Italië bij te staan.
Maar
de verdragen verbieden directe hulp onderling of van de ECB en de enige weg is
het afstaan van de feitelijke
zelfstandigheid en de hulp inroepen van het ESM dat dan tegen door de EU
gestelde en afgedwongen voorwaarden een lening verstrekt.
Zie
de geschiedenis van Portugal, Griekenland, Cyprus en Ierland, waarbij Spanje
net is ontkomen.
Het
is niet de eerste keer dus dat een euroland in de problemen komt.
De
verschillen in economische kracht zijn te groot voor een gezamenlijke eurozone
gedragslijn..
Kijk
naar de PPP de purchasing parity die de welvaart van een euroland aangeeft zo
zegt het IMF.
Na
achttien jaar zijn de verschillen in welvaart tussen de landen nog niet
weggegroeid zoals de bedoeling was van de euro, convergentie. In werkelijkheid
verschillen van meer dan factor 1.2 tot factor 0.6, de helft dus.
Dat
de eurozone binnen de EU dus een pijnpunt is zal niemand ontkennen.
In
de vorige blogs heb ik de getallen van eurostat gebruikt om me er een idee over
te vormen.
Allereerst
komt dan de rol van de ECB naar voren.
Men
kan over de rentepolitiek en de quantitative easing denken wat men wil, maar
zonder ingrijpen van de ECB zou de eurozone, zo denk ik, niet meer bestaan.
De
ECB zal tot eind 2018 ongeveer 25% van de totale eurozone staatschuld hebben
opgekocht en 2.55 biljoen daarvoor bijgedrukte euro’s achter de hand hebben om
de komende jaren vervallende staatsobligatie
leningen van de eurolanden opnieuw op te kopen en zo de rente daarvan laag te
houden.
Zo
heeft de ECB (naast andere steun) de eurozone schulden goedkoop gehouden.
Maar
als bijverschijnsel zijn daardoor de schulden ook extreem toegenomen.
Na
1 januari 2019 zullen nieuwe staatsleningen echter aan de marktwerking
onderhevig zijn wat rentetarief betreft.
En
daar de staatsschulden nog steeds in euro’s toenemen zullen er nieuwe
staatsleningen moeten worden afgesloten waarbij het risico voor een flink deel
het rentetarief zal bepalen.
Vergeleken
met andere landen (uitgezonderd Japan) zijn de rentetarieven in de eurozone nu uitzonderlijk
laag dank zij de interventies van de ECB.
De
economische en financiële verschillen tussen de eurolanden zijn in die achttien
jaren van zijn bestaan desondanks onoverbrugbaar
gebleken.
Er
zijn nu eenmaal eurolanden die minder potentieel hebben.
Of
is het inderdaad zo dat het een gebrek aan hervormings bereidheid is, zoals
Duitsland en andere noordelijke eurolanden van mening zijn, dat de verschillen
in stand heeft gehouden en zelfs vergroot.
Hoe
dan ook, de grote verschillen zijn er.
Zonder
politieke unie (met gemeenschappelijke wetgeving dus) is een transfer unie (in
duidelijke taal dus structurele financiële steun van noord naar zuid) door de onderling sterk verschillende
wetgevingen op sociaal en belasting gebied op redelijke wijze niet mogelijk.
Denk
aan de verschillen in pensioenleeftijden en pensioenstelsels om maar één voorbeeld te noemen.
Bovendien
zijn de bestaande voorbeelden, zoals Noord en Zuid Italië, Wallonië en
Vlaanderen, aanwijzingen dat ook dat geen verandering te weeg brengt.
Zonder
steun van de sterkere eurolanden kunnen de zwakkere landen door de voor hen te sterke
euro gedwongen zich echter niet goed handhaven.
Daarom
wil Italië een andere aanpak, op het eigen land geënt, een lossere financiële
politiek, dus grotere tekorten en hogere schulden om via investeringen de economie
te stimuleren, de economische groei te vergroten en daardoor meer inkomsten te
verwerven en zo de schulden percentagegewijs ten opzichte van het Bruto
Binnenlands Product te verminderen.
Bovendien
de armoede onder de bevolking te doen afnemen.
Italië
laat dat merken met zijn begroting met de getallen die ik hierboven opsomde.
Overigens
paralellen tonend met de USA Trump financiële politiek en lijkend op de Modern
Monetary Theory
Een
conflict met Brussel ligt daarmee voor de hand.
Italië
heeft laten weten (met de steun van de uitslag van de verkiezingen) dat het
niet wil wijken.
Zij
eisen deze omslag als een nieuw begin.
Tot
nu toe heeft de Commissie nog nimmer hard ingegrepen hoewel daar bij andere
landen reden genoeg voor was.
Kijk
maar naar de tabellen in vorige blogs.
Maar
Italië loopt principieel uit de pas en zoekt geen uitvluchten..
Italië
is van mening dat een voortzetting van de traditionele austerity aanpak niet
werkt na achttien jaren van proberen.
In
de eurolanden tonen de prijspeilen of te wel de koopkracht grote verschillen.
Zie
de pariteits tabel hierboven.
In
een goed functionerende eurozone zouden die verschillen niet mogen bestaan of
minstens veel kleiner zijn.
Daar
is dan ook de kern van het probleem.
Ik
heb me dan ook wel eens afgevraagd of het niet beter zou zijn in de gehele EU
(dus niet uitsluitend in de eurozone) met een duaal geldsysteem te gaan werken en de euro als overkoepelende EU munt in alle EU lidstaten in te voeren naast een nationale munt.
De
bestaande overgrote schuld zou wat het overgrote deel betreft geneutraliseerd
kunnen worden indien de ECB de 25% van de bestaande staatsschulden blijvend op
de balans houdt en er slechts zeer beperkt nieuwe schulden worden aangegaan
(overigens ook al geremd door de hogere markt rente).
Nationaal
wordt dan gewerkt met de nationale munt, die bij elk euroland een begrensde
eigen wisselkoers (overigens net als nu geldt voor de EU niet-eurolanden) met
de euro heeft.
Dat
geeft elk land zijn eigen concurrentiepositie.
Grensoverschrijdend
is het echter uitsluitend de euro die gebruikt moet worden.
Ook
in de intra EU handel geldt alleen de
euro maar in de nationale economie wordt de eigen nationale munt gebruikt.
Globaal
dus één groot en machtig handelsblok tegenover de andere machtige wereld
handelsblokken.
Maar
dat zijn alleen maar de dagdromen van een amateur.