mardi 25 juin 2019


De Complicaties
bij de Benoeming van de
Nieuwe Presidenten in de EU en
De Italiaanse Begroting


De belangrijkste positie in de EU is, zo gaan mijn overdenkingen,  die van President van de Commissie, wetgever, uitvoerder en toezichthouder op die uitvoering door de lidstaten en bestraffer.
De opvolger van Juncker.
Uitgekozen en benoemd door de Raad van Regeringsleiders met gekwalificeerde meerderheid en deze benoeming goedgekeurd door het Europees Parlement.
Maar het parlement heeft zijn invloed willen vergroten door kandidaten voor te stellen aan de Raad van Regeringsleiders, de Spitskandidaten, van elke EP partij één, .
Geen wet maar usance.
Maar wel met een potentiële stok achter de deur: de vereiste goedkeuring door het parlement van de door de Raad van Regeringsleiders benoemde President.
Geen goedkeuring geen president.
Bij de afgelopen bijeenkomst van de Raad van Regeringsleiders (niet openbaar) zijn de facto alle spitskandidaten afgevallen, hetgeen zowel voor de Raad als het Parlement een impasse vormt.
Een niet spitskandidaat zou door het EP kunnen worden weggestemd om zo de Raad te dwingen een spitskandidaat te benoemen en het Parlement zou eveneens een spitskandidaat kunnen wegstemmen die hen niet zint.
Want het is ook kennelijk usance dat de spitskandidaat van de grootste partij in het EP die instemming zou krijgen.
Met het nieuwe parlement ligt dat gevoeliger: waren het voorheen de christenen en de socialisten die door hun meerderheid dat konden overeenkomen, nu is een derde partij zoals bijvoorbeeld de Alde (met VVD en D66), herdoopt tot Renew Europe met  de Macron fractie erin,  nodig om die meerderheid te bereiken en omdat Weber, de spitskandidaat van de grootste partij (EEP) kennelijk geen meerderheid zou krijgen geldt dat dan ook voor de andere spitskandidaten die dan  niet aanvaardbaar voor het EEP zouden zijn, zo lees ik tussen de regels door.
Dubbel probleem dus.
Maar de kleur van de President heeft ook invloed op alle andere komende benoemingen zoals President van de Centrale Bank en President van de Raad van Regeringsleiders plus een aantal andere nieuw te benoemen hoge functionarissen.
Want de macht mag niet teveel gecentraliseerd bij één lidstaat komen.
Want de EU is een unie van onafhankelijke lidstaten en dus moet de macht erin verdeeld zijn over die staten.
Dus geen dubbel maar een veelvoudig probleem, zo overweeg ik.
De komende maanden moet er naar een grootste gemene deler worden gekeken zo overpeins ik.
Maar zoals altijd in de EU zal er ongetwijfeld een oplossing gevonden worden.

Vorig blog zei ik op Italië terug te komen.
Natuurlijk gaat het niet goed met Italië.
Natuurlijk is de staatsschuld veel te hoog en de economische groei veel te klein.
Natuurlijk had Italië nooit de euro mogen invoeren
Want in 2000 was de staatsschuld van Italië al 105.1%, 45 procent hoger dan de toelatingseis van 60%.
Om de gedachten te bepalen, dat gold ook voor België met een staatsschuld van 108,8% in 2000 (nu nog steeds 102%) en Griekenland met 104.9% (nu gestegen tot 181,1%).
Al bijna 20 jaar.
Bij de meeste eurolanden van het eerste uur is de schuld sinds 2000 flink boven de 60% gestegen zoals uit onderstaande tabel blijkt:

  
Op de keper beschouwd zouden dus veel andere eurozone landen ook voor een correctie in aanmerking komen.
Het punt is echter dat de andere eurolanden al jaren lang  hun begroting in overleg met de Commissie zo opstellen dat zij aan de lange termijn strategie zouden voldoen: in twintig jaar tijd met kleine stapjes aan de limiet van 0.5% en 60% voldoen.
Italië daarentegen wil zijn eigen weg gaan en is van mening dat de huidige fiscale regelgeving voor Italië niet functioneert en stelt een afwijkende begroting voor.
Dat wil zeggen dat de eenvormigheid van de eurozone wat de grenzen van het fiscaal beleid betreft zo door Italië doorbroken dreigt te worden.
Het is de opvatting van een lossere fiscale politiek met daardoor grotere economische groei die de als gevolg ervan nog hogere schulden zou kunnen wegwerken.
Tegenovergesteld dus aan de huidige politiek van structurele hervormingen die datzelfde beoogt zonder extra verhoging van de schulden.
De beide tonen het verschil tussen het economisch sterkere noorden en  het zuiden.
Zo’n bijstelling van de fiscale regels zou als gevolg van die gezamenlijke euro door de gehele eurozone moeten worden doorgevoerd.
Maar dat zou niet de noodzaak tot structurele hervormingen wegnemen die tot die in het Verdrag van Lissabon geschetste “convergentie” zouden bijdragen.
Maar gezien de moeizame gang van zaken met betrekking tot de eurozone bankenunie en een voorgesteld klein eurozone budget voor nieuwe investeringen en de (zoveelste) ombouw van het ESM (Europees Stabilisering Mechanisme) en de zo sterk verschillende economische krachtsverhoudingen in de eurozone zal dat niet van de ene dag op de andere plaats vinden.

Daarin zal, zo overpeins ik, ook de rol van de ECB een factor van betekenis zijn.
Centrale monetaire politiek alleen, zo heeft de ECB steeds voorgehouden, kan niet alles.
De fiscale en sociale politiek van de eurolanden is van wezenlijk belang terwijl de ECB met haar QE geldverruiming en obligatie opkoop, negatieve rente en verschaffen van 0% leningen, naar mijn amateuristische gedachtegang, alleen maar de tijdsruimte kan verschaffen om die fiscale en sociale politiek te herstructureren.
Maar die monetaire politiek gaat, zo overweeg ik,  ten koste van rentetrekkenden, veroorzaakt mede overgrote schulden, kan tot asset bubbles leiden, bevoordeelt het kapitaal tegenover de arbeid, houdt zombie bedrijven in stand en bevoordeelt grote ondernemingen, doet structurele hervormingen uitstellen  en kan tenslotte, logisch gezien, niet eeuwig doorgaan.

Voor de nieuwe EU Presidenten en Commissarissen is dit een van de grootste uitdagingen.
Want ondanks alle verschillen  zullen alle EU landen (behalve Denemarken) toch ook eens de euro moeten invoeren en zal de EU met de euro als enige munt  zonder blijvende monetaire hulp een structureel sterke bloeiende economische macht moeten blijven.

Maar uiteraard zijn dit alles slechts de amateuristische overpeinzingen van een gepensioneerde leek.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire