mardi 24 octobre 2017

Top Down tegen Bottom Up
en
Money is the Root of All Evil

We weten nu meer nu Draghi de toekomst van het maandelijks extra tientallen miljarden euros bijdrukken, het "herinvesteren" van 2.500.000.000.000 reeds nieuw geschapen euros in obligatieaankopen en wanneer de nul rente verdwijnt heeft geopenbaard.
Het gaat gebeuren op de manier die ik al in mijn vorige blogs en deze heb voorspeld.

Gaat de Catalaanse kwestie uit als een nachtkaars of suddert hij door om later weer op te vlammen.
Een ding is zeker, uit angst voor de Spaanse furie zijn de ex Catalaanse regeerders nu in België als de berichten kloppen om juridische vervolging en de kans om dertig jaar in een Spaanse gevangeniscel door te brengen te ontlopen.
Dat brengt België in een moeilijk parket. 
Wordt er door hen politiek asiel in België gevraagd.
De EU houdt zich nog steedfs angstvallig afzijdig noemt de kwestie een binnenlandse aangelegenheid, vindt het geweld (Timmermans) proportioneel .
Maar de EU bemoeit zich wel met binnenlandse aangelegenheden in de Oost Europese lidstaten omdat deze tegen de Rule of Law zouden zijn.
Maar tot de Rule of Law behoort  ook het recht op de vrijheid van meningsuiting en de EU spreekt zich toch ook uit over het gebruik van geweld tegen vredige bevolkingsgroepen, waar ook ter wereld.
Ach, interpreteren is geen exacte wetenschap maar politiek.
Maar men kan de gevolgen wel voorspellen als geen andere instantie tot mediatie leidt, ook voor de EU.

In de Europese Unie zie ik met mijn amateuristische blik twee tegenstrijdige ontwikkelingen.
De Europese Elite streeft naar een verdere integratie van de eurozone met als eindpunt een fiscale unie, naar een Europese Unie van meer snelheden oftewel diverse stadia van integratie en het Europeese (Semi-)Parlement  streeft naar meer macht net als de Europese Commissie.
Centrale macht voor Brussel.
Een top down benadering waarbij  gesuggereerd wordt dat daardoor er een meer directe band tusen bevolking en bestuur zou ontstaan.
Alleen de Verdragen van Maastricht en Lissabon vormen  een struikelblok maar die verdragen zijn al meermalen geschonden of tegendraads uitgelegd.
Maar bij de bevolkingen zie ik, tenzij ik het helemaal verkeerd bekijk, juist een streven naar decentralisarie, meer zeggenschap niet alleen voor de EU landen maar ook voor de verschillende bevolkingsgroepen binnen die landen.
Dat blijkt ook uit enquetes waarin de meerderheid van de EU bevolking zich uitspreekt voor de Europese Unie maar ook een meerderheid daarvan meer macht terug wil zien vloeien naar de nationale parlementen.

Als vergaandste voorbeeld dus Catalonië dat zich, na decennia van streven naar meer eigen zeggenschap zonder veel resultaat, nu zelfs van Spanje wil afscheiden en een eigen staat wil vormen.
En we hebben al het Schotse referendum achter de rug waarbij echter bleek dat de meerderheid van de Schotten toch voor binnen het  Verenigd Koninkrijk blijven stemde.
Maar dat was de wil van de Schotten zelf, niet opgelegd door het  UK en toonde wel de wens tot meer zeggenschap van Schotland.
In Italië zijn er  in de noordelijke regionen nu net twee referenda geweest die beide eveneens meer onafhankelijkheid vroegen en beide aangenomen werden.
Zowel in Lombardije als in Veneto, maar op vreedzame wijze vergeleken met het geweld in Catalonië, zijn deze referenda uitgekomen op de eis voor meer autonomie en meer zeggenschap over het in de regio verdiende geld.
Geen beslissende referenda echter.

Deze ontwikkelingen passen  in het plaatje van de verkiezingen in de USA en de nu daaruit voortgekomen machtsstrijd niet tussen Republikeinen en Democraten maar tussen de President en zijn achterban en het  Republikeinse en Democratische Establishment, tussen het Gewone Volk en de Elite.

In Nederland, Frankrijk en ook Duitsland zien we dezelfde trend in mindere of meerdere mate.
Een wantrouwen tegenover  het Establishment en een gevoel van het zich niet vertegenwoordigd te voelen.
De verkiezingen in Oostenrijk met wat men noemt een ruk naar rechts maar toch meer een verwerpen van de gevestigde orde, in Tjechië met de klinkende overwinning van de zakenman Andre Babis, alle tekenen dat de bevolkingen ontevreden zijn met de gevestigde machten en een nieuwe, meer nationalistische weg in willen slaan.
Zelfs in Duitsland waar de gevestigde machtige Union en de SDP gevoelig verloren en er voor het eerst waarschijnlijk een coalitie van drie partijen, Union, de kritische FDP en de Groenen tot stand zal moeten komen met een flinke aderlating in de macht van de Union en dus van Mw Merkel, ook over de toekomst van de EU en eurozone,  in die coalitie.

Een inschattingsfout van de Europese Elite die dacht dat wat zij het populisme noemden definitief de kop was ingedrukt na de Nederlandse verkiezingen en de Franse presidents verkiezingen.
Maar waardoor dat “populisme” zou zijn  ontstaan en steeds meer vaste voet krijgt wordt weggeveegd.
Populisme is fout. Populisme moet worden ontkracht. Populisme past niet in het denkraam van de Elite.
Maar wat is Populisme.


Bij zowel de Catalaanse , illegaal of niet, als de Italiaanse referenda was een belangrijk punt het geld.
Catalonië, 16% van de Spaanse bevolking maar 20% van de inkomsten en 25% van de export  wil meer zeggenschap over het door hen verdiende geld.
De rijke Noord Italiaanse regio’s zien al jaren en jaren lang geldstromen van het noorden naar het armlastige zuiden zonder uitzicht op verandering hierin.
Ook zij willen meer zeggenschap over de besteding van het door hen verdiende geld.

Als ander  voorbeeld Vlaanderen dat eveneens geldstromen naar het minder welvarende Wallonië ziet stromen en waarover eveneens voortdurend gesteggeld wordt.
Ook daar is er een beweging voor meer autonomie en zeggenschap over eigen geld.

Het bovenstaande, al is het politiek, sluit aan bij het volgende punt, de toekomst van de eurozone.
Ik herinner me dat Dijsselbloem geruime tijd  geleden toen het voorstel begon te rijpen om een Minister van Eurozone Financiën te creëren zei dat het het beste was gewoon door te modderen.
Het andere uiterste, zoals het Europese Parlement, de Commissie en eerst president Hollande en nu president Macron ambiëren,  is een geheel fiscaal geïntegreerde eurozone met eigen Minister van Financiën, eigen eurozone begroting (dus inkomsten en uitgaven bepaling), eigen eurozone belasting inkomsten,  een eurozone financiëel  parlement (of zoals de commissie wil, geloof ik, het EU parlement met die controlerende functie).
Kort gezegd een fiscale of transfer unie die alleen de financiële zaken gemeenschappelijk beheert.
Geen politieke unie. Een mankepoot dus.
Want een politieke unie houdt alle wetgeving in, een fiscale unie niet.
Die houdt in dat geen van de eurolanden zelf nog zeggenschap zou hebben over de erin verdiende gelden en als we de huidige verhoudingen binnen de eurozone beschouwen een voortdurende geldstroom van noord naar zuid, zonder enige invloed daarop van de individuele landen.

Een duidelijke tegenstelling dus tussen wat de regios wensen en wat de establishment wil opleggen.
Geldstromen zijn belangrijk, Money is the Root of all, Evil and Good.
Maar wat “Good” is voor de een is “Evil” voor de ander en het zijn van elkaar verschillende naties met eigen identiteit en cultuur en economie.
Daarbij moet ook worden aangetekend dat bij de nationale verkiezingen EU zaken nauwelijks betrokken worden.
Zie Duitsland waar alle EU zaken worden aangehouden tot de coalitie onderhandelingen zijn voltooid en er een nieuwe regering is gevormd.
Hopelijk voor de Kerst.
Want wat die coalitie voor de EU zal wensen ligt verborgen in de toekomst.

Volgens de EU gaat het juist de laatste jaren beter met de eurozone en vertonen alle landen economische groei, lagere begrotingstekorten en zijn de vooruitzichten positief.
In mijn vorige blog heb ik daar het een en ander over vermeld.
Dat geldt overigens niet specifiek voor de eurolanden maar is een wereldwijd verschijnsel.
Ook volgens de ECB gaat het economisch beter met de eurozone, wordt grotere groei voorzien.
Dat zou dus steun zijn voor de opvatting toendertijd van Dijsselboem, gewoon doorgaan zoals altijd.
Daar moet men aan toevoegen dat volgens zowel IMF als ECB wel structurele hervormingen moeten worden doorgevoerd.
Dat is in de noordelijke eurolanden al een feit geweest en is een politieke zaak voor de individuele landen .
Verdere integratie is daar niet voor nodig zoals de situatie in de noordelijke eurolanden aantoont.
Integratie wordt dan als men het zo beziet voornamelijk een middel tot het mogelijk maken van structurele geldstromen, zoals nu al via andere kanalen plaats vindt.
Een nadeel daarvan (zoals te zien in Zuidelijk Italië en Wallonië) is dat door die geldstromen om tekorten aan te vullen de noodzaak voor die structurele hervormingen wegvalt of in ieder geval vermindert of op de lange teremijn wordt geschoven.
Dat wordt nu al gezien  als een gevolg van de steun voor zwakke landen door de ECB (en het target  2 betaal systeem).
De steun bestaat uit de aankoop van staatsobligaties door de ECB met twee gevolgen.
Het zal duidelijk zijn dat de risicofactor voor staatsleningen van eurolanden waarvan de staatsschuld excessief hoog is veel groter is dan die van de eurolanden met lage staatsschulden en een stabiele economie.
Neem als actueel voorbeeld Griekenland maar houd in gedachten dat er meer eurolanden zijn met vergelijkbaar excessieve schulden.
In technische termen zouden in dat  geval de door die staten met excessief hoge schulden  uitgegeven obligaties een “junk status” hebben en een hoge yield, rente, moeten opbrengen.
Door het opkoopmodel van de ECB wordt echter dat risico beperkt of als de obligaties op de balans van de ECB staan nihil.
Daardoor blijven de yields, de rentetarieven voor die junk bonds laag.
Een vergelijking met de yields van USA bonds geeft dat duidelijk aan.
De yields voor eurozone bonds, zowel junk bonds als safe bonds tonen een vlakke curve, terwijl voor de USA bonds er een hoge piek is bij de junk bonds en de yield, rente, veel hoger is.

Het tweede gevolg is dat structurele hervormingen die zonder deze steun niet te vermijden zouden zijn, nu niet meer dringend nodig zijn.  De tekorten worden immers toch aangevuld.

Zou de ECB echt de steun afbouwen en dus de balans terugbrengen naar het lage niveau van voor de Lehmann crisis dan zouden de yields voor de bonds van de eurolanden met hoge schulden sterk stijgen en dus aflossen en oversluiten van nieuwe leningen economisch onhoudbaar maken met alle gevolgen van dien voor de eurozone..
Zolang echter de ECB die extra bijgedrukte 2.5 biljoen euro op de balans houdt en dus zo’n 25 à 30% van de eurostaatssschulden in bezit houdt en deze 2,5 biljoen euro gebruikt om bij aflossing van bonds nieuwe bonds op te kopen zal die curve vlak blijven en de yields ook voor hoge schulden landen betaalbaar blijven.
Dat houdt zo de eurolanden met excessieve schulden op de been.
Dat zou, zoals ik in een vorig blog heb vermeld,  door moeten gaan tot de economische groei (dus het BBP)  van die landen blijvend  zo sterk is toegenomen en het begrotingstekort is afgenomen dat de schuld percentage gewijs houdbaar is geworden (ideaal gezakt tot 60% van het BBP).
Nu met een jaarlijkse eurozone groei van plus minus 1,5 tot misschien 2% en een begrotingstekort van 1,5 % is die toestand nog ver weg.

Hetzelfde effect als deze opkoopsteun heeft uiteraard de lage basisrente door de ECB bepaald.
Ook die houdt de rente op euro staatsobligaties laag.

Het afbouwen en stoppen in de loop van 2018 van het extra geld bijdrukken hetgeen wordt verwacht is dus niet het einde van de steun door de ECB aan de zwakke eurolanden.
Slechts één element ervan wordt verminderd en beëindigd.
Dat is in tegenstelling tot de politiek van de FED die alle drie onderdelen, zij het in voor de USA economie verantwoorde wijze, beëindigt.


Het is, zo denk ik  als simpele burger en amateur, dat men niet zo maar kan stellen dat het goed gaat met de eurozone economie en financiën.
Het gaat misschien beter, maar dat is een relatief begrip.
Als men de schulden buiten beschouwing laat gaat het inderdaad redelijk goed met de eurozone economie, hoewel per euroland verschillend.
Nederland bijvoorbeeld met lage staatsschuld, waarschijnlijk geen  begrotingstekort en groei boven 2% doet het uitstekend.
Maar de schulden hangen als een betonblok aan het been van vele eurolanden.
Die kun je niet wegdenken.
Zonder steun zouden ze fataal kunnen zijn.
Maar wat kan anders de oplossing zijn.
Zoals altijd en immer, zijn dit alleen maar de hersenspinsels van een leek, niet van een bankier of econoom.
En dus zou het totaal anders kunnen zijn dan hoe het mij voorkomt. Hopelijk.

En, zoals de meerderheid,  ben ik voorstander van de EU en zoals de meerderheid van de voorstanders ben ik voor teruggave van macht aan de nationale parlementen en concentreren door de EU op de weinige echt essentiële kerntaken van de unie (Lisbon Treaty) zodat de achterdocht die nu bestaat van “powergrabbing” door Brussel verdwijnt.
Want zolang die vrees bestaat wil geen enkele staat die essentiële taken afstaan.
En het is de wereld op zijn kop dat juist de niet essentiële zaken door Brussel worden geclaimed terwijl de wel essentiële gezamenlijke taken daardoor niet worden uitgevoerd.







lundi 16 octobre 2017

Spanje, de politiek, 
het spartelen van de 
centrale banken en de economie


Terwijl een volslagen onnodige patstelling in Spanje is ontstaan waarbij mogelijk gezichtsverlies wel een grotere rol speelt dan de waarde van de argumentatie van beide zijden en die voornamelijk de neiging binnen de Europese Unie tot meer onafhankelijkheid van regios binnen de EU landen en de kracht van het eigen identiteitsgevoel illustreert is er door het gebrek aan diplomatiek inzicht ook van de kant van de EU zelfs een geweldsoplossing mogelijk met onoverzienbare gevolgen tot ver buiten Spanje.
En dat terwijl al zou Madrid het gezag over Catalonië desnoods met geweld overnemen er vervolgens toch daar regionale verkiezingen zouden moeten worden gehouden waarvan de uitkomst dan toch weer voor onafhankelijkheid kan zijn.
Koppig volhouden niet te willen praten en dreigen met machtsovername botst met de idealen van onze tijd.
Maar er is meer dat mijn gedachten bezig houdt.

Ondanks mijn afkeer van politiek  kan ik me er toch niet van weerhouden mijn gedachten verder over politiek te laten dwalen. Niet over policy maar politiek in het algemeen.

Pechtold, leider van de partij die het referendum als een van zijn “kroonjuwelen”  zag, vindt nu een referendum, een volksraadpleging,  over een politiek onderwerp onnut en onjuist omdat de bevolking niet in staat is om de complexiteit ervan te overzien.
Verkiezingen eens in de vier jaar door partijen met verkiezings programma’s die slechts gedeeltelijk de echte partijplannen bevatten zijn voldoende.
Een bizarre situatie, eens in de vier jaar worden  de kiezers wel in staat geacht zich een oordeel te vormen over welk programma van welke politieke partij aan hun wensen voldoet maar over één bepaald onderwerp zich uitspreken tijdens die vier jaren gaat hun intellectuele pet te boven.
Een onbegrijpelijke tegenstelling in het partijpolitieke denken.

Daarbij komt nog dat vervolgens na die verkiezingen bij de onderhandelingen over mogelijke regerings coalities de dan voorgestelde programmapunten meer dan eens niet alleen afwijken van wat de kiezer is voorgehouden maar er vaak zelfs  in tegenspraak mee zijn.
Dat wordt door de politieke partijen normaal en aanvaardbaar geacht omdat  er nu eenmaal concessies moeten worden gedaan aan andere partijen om een regering te kunnen vormen die normaal gesproken op een meerderheid in het parlement kan steunen.
Het landsbelang wordt dan de kiezer voorgehouden als onwrikbaar argument voor deze afwijkingen tussen verkiezingsprogramma en regeringsprogramma en de kiezer heeft vier jaar de tijd deze teleurstelling voor hem te verwerken waarna hetzelfde spelletje zich herhaalt.
Het resultaat het kleinste gemene veelvoud van wat de kiezers wilden.

Hoe dan ook, het valt niet te loochenen dat in de praktijk de politiek bepaald wordt door de partijelite die de onderhandelingen met  andere politieke partijen voert zonder ruggespraak met de gewone kiezer.

Na vier jaren speelt zich hetzelfde weer af, de politieke partijen presenteren hun (niet uitgevoerde) programma weer en de kiezer stemt weer argeloos op zijn partij.

Soms echter wordt dat patroon doorbroken doordat de kiezers zich zo duidelijk in de steek gelaten voelen door hun eigen partij dat zij en bloc voor een andere partij kiezen.
Dat is bij deze verkiezingen het geval geweest waardoor de PvdA nu met slechts negen zetels in de tweede kamer vertegenwoordigd is.
Een andere mogelijkheid is dat kiezers thuisblijven en geen gebruik maken van hun democratisch recht om te stemmen voor een partij die hun wensen niet uitvoert.

Als alles na maanden van kissebissen onderling geregeld is en een regering is gevormd moet het kamerlid zijn van een regeringspartij moreel gezien een moeilijke opgave vormen.
Want de kamerleden zijn gekozen op basis van het partijprogramma waar zij achter staan.
Maar ook zij moeten leven met het gevoel dat zij wellicht eigenlijk geen voorstander zijn van  wat hun partijtop bij het regeringsoverleg heeft besloten.
Weliswaar mogen zij wettelijk gezien  “zonder last” stemmen, dat wil zeggen dat zij niet gebonden zijn aan de partijlijn of de coalitielijn maar een eigen beslissing mogen nemen bij het stemmen over een wetsontwerp.
Maar in de praktijk is daar de harde partijdiscipline die eist dat zij ongeacht eigen overtuiging de partijlijn bij de stemmingen moeten volgen en de regeringsvoorstellen unaniem steunen.

Bij het komende parlementaire  vier jaars periode zal dat extra zwaar zijn omdat er slechts een meerderheid van één zetel is.

Als ik zo lees waar mijn gedachten heen voeren kan ik er niet aan ontkomen wat moedeloos te worden over de zin van de democratie.
Democratie, regering door het volk, maar in werkelijkheid regering door een overeenkomst tussen partijelites.
En dan praat ik nog niet over de extra parlementaire pressiegroepen die met grote energie hun visies bij deze politiek mee proberen te laten tellen.

Was het niet Aristoteles die zei dat democratie de dictatuur van de meerderheid was en Plato dat de democratie eindigt in de dictatuur.
In dat geval is het alleen de grondwet nog, de constitutie die boven de politiek van de dag uitsteekt, die de bescherming vormt voor die minderheid.
Dat zijn de grondrechten voor iedere burger die erdoor ook tegen de wereld buiten Nederland beschermd moet worden.

Dan gaan mijn gedachten ook uit naar de uitvoerbaarheid van wat dan uiteindelijk na vele maanden besloten is en uitgevoerd moet worden.
Want al die plannen zijn gebaseerd op wensen en prognoses.
De wensen zijn concreet maar de prognoses zijn gebaseerd op veronderstellingen van de toekomst en rekenmodellen.
De barre praktijk leert ons echter dat deze prognoses geen zekerheden zijn.
Want hoe vaak is ons niet het zoet na het zuur toegezegd, en welke grote publieke werken worden ooit binnen het budget gerealiseerd.
Prognoses en werkelijkheid zijn maar zelden in overeenstemming met elkaar.


Dat voert mijn gedachten na deze overpeinzingen weer terug terug naar de economie.

Ik heb al eens geschreven dat het mij vreemd voorkwam dat juist nu het wat beter gaat met de eurozone economie en de wereldeconomie meer aantrekt dan vorige jaren en het IMF een groei ervan van 3.6% ziet,  dat er dan juist nu problemen worden voorzien bij het ons weer aanpassen aan een zelfstandig  opererende economie.
Daarmee wordt bedoeld een economie waar het niet langer nodig is dat de centrale banken met hun geldpolitiek de economie en kapitaalmarkten beïnvloeden, stimuleren, steunen of hoe men het ook wil noemen.
Oftewel, het afbouwen van de losse monetaire politiek en de quantitative easing  van voornamelijk de centrale banken van Japan, de USA en de ECB.

Tot voor kort stonden alle drie dezelfde politiek voor:
opkopen van staatsschulden (en bedrijfsschulden) en het daarvoor bijdrukken van enorme bedragen aan nieuw geld en daarnaast het laag houden van de bankrente om de financiële stabiliteit, in de vorm van een inflatie van bijna 2% te bereiken (en de FED ook de werkloosheid laag te houden) .
Een veelvoud van monetaire activiteiten verborgen achter een veelvoud van acroniemen.
Maar nu de economie uit de (geloof ik) zesde recessie na de tweede wereldoorlog is geraakt en er al jaren lang een zij het geringe groei is (en vrij wat analisten de volgende recessie alweer zien nader komen) duikt nu dat probleem van het normaliseren op, hoewel men dat woord “normaliseren” er liever niet voor gebruikt.

Het IMF (en denk er om dat het IMF niet onfeilbaar is en dat hun prognoses vaak niet het papier waard  zijn geweest waarop ze gedrukt zijn) is optimistisch over de wereldeconomie en ook over die in de eurozone.
Maar het IMF ziet daaraast ook de noodzaak voor structurele hervormingen.
De inflatie blijft echter tegen alle economische theorieën in te laag, hoewel het gevaar van deflatie is geweken, in de eurozone volgens het IMF , dit jaar 1.5% en in 2018 1.4% (ECB 1.2%).
Ook zijn de loonsverhogingen te  laag de toestand op de arbeidsmarkt in acht genomen.
De werkelijkheid wendt zich van de theorie af en dat roept vragen op.

Die lage inflatie is de officiële reden waarom Draghi geen verhoging van de bankrente in de eurozone  mogelijk ziet over een lange periode, ondanks de grotere groei van het GDP.
Op 26 oktober zal Draghi wel plannen moeten openbaren maar nu al heeft hij verklaard dat de lage rente nog lange tijd na het afbouwen van het bijdrukkken van bankpapier gehandhaafd zal blijven.
Er wordt wel gepraat over het afbouwen van dat bijdrukken dat officiëel op 1 januari 2018 zou moeten stoppen.
Vrij algemeen neemt men aan dat echter nog minimaal negen maanden lang in 2018 euro’s zullen worden bijgedrukt maar dan 30 miljard euro per maand in plaats van de huidige 60 miljard maandelijks (en daarvoor 80 miljard).
Er gaan ook geruchten dat het totale bedrag van het bijdrukken en opkopen 2.5 biljoen euro zal gaan bedragen en dat dat bedrag steeds geherinvesteerd (=opkopen waardepapieren) zal worden.

Dus dat stoppen van het bijdrukken te eniger tijd is dus slechts een onderdeel van het totale plaatje.
Want de ECB gaat dus niet de balans verlagen.
Dat betekent concreet dat de ECB bij het aflossen van een obligatielening in haar bezit het geld ervoor incasseert maar niet vernietigt, zoals zou moeten (en de FED zal gaan doen), maar opnieuw gebruikt om nieuwe obligatieleningen op te kopen.
De ECB blijft dus nieuwe (na aflossing van de oude) obligatieleningen van de eurolanden opkopen duidelijk om de rente ervan betaalbaar te houden.
Los uit de mouw gezegd houdt dat in dat de ECB steeds voor ongeveer 2,5 biljoen extra bijgedrukte euro’s  aan staats en bedrijfsaandelen in zijn bezit houdt en zo de rente voor obligaties blijft laag houden en de kapitaalmarkt beïnvloeden.
De ECB is dan de facto de grootste schuldeiser van de eurozone landen met alle voordelen daarvan voor die landen.
Samen met de rente die de ECB niet wil verhogen is dat een langdurend



 blijvende invloed houden op de rentepercentages van de eurozone staatsschulden en dus het betaalbaar houden ervan.

Overigens begrijpelijk omdat zonder deze ECB opkopen en rentesteun de staatsschulden van een flink aantal eurolanden onhoudbaar zouden worden door de dan veel hogere rentelasten.
Die overhoge staatsschulden zijn echter ook een logisch bijgevolg van de rentesteun en opkoopsteun van de ECB die het laten oplopen van de staatsschulden tot ver boven de toegestane 60% en zelfs ver boven de 90% houdbaar heeft gemaakt door de rente ervan kunstmatig zo laag (en voor landen als Duitsland en Nederland zelfs negatief) te houden.
Zonder die steun zouden de door groter risico oplopende rentetarieven ervoor een rem voor overgrote schuldvorming zijn geweest.

Maar om een reëel herstel van de economie te bereiken blijft de vraag of de eurolanden, met deze ruggesteun, in staat zullen zijn hun staatschulden percentagegewijs te laten teruglopen (d.w.z. als percentage van hun Gross Domestic Product, hun BBP dus want elk begrotingstekort doet de schuld in euro’s toenemen) tot deze tot een zonder steun houdbaar percentage is gedaald en extra steun dus niet meer nodig zal zijn.
Dat eist in de huidige situatie dat elk euroland een economische groei moet vertonen (dus vergroting van het BBP) die flink hoger is dan het begrotingstekort.
Daar ontstaat een knelpunt en een van de oorzaken van de controverse tussen noord en zuid.
Voor grotere economische groei zijn investeringen nodig voor groter efficiency en innovatie en hervormingen in de bureaucratische en arbeidsrechterlijke sfeer.
Voor de noordelijke landen met lagere staatsschulden (hoewel ook voor het grootste deel groter dan toegestaan) kunnen deze staatsschulden eventueel zonder veel risico verhoogd worden om geld voor structurele investeringen vrij te maken.
In deze eurolanden is al veel gebeurd op het gebied van hervormingen.
Voor de zuidelijke landen met de veel hogere staatsschulden is dat onverantwoord (ook volgens de filosofie van het IMF die wel lossere fiscale politiek voorstaat maar alleen als dat mogelijk is).

Het probleem is dus dat waar het nodig is de middelen ontbreken en waar het niet nodig is de middelen voorhanden zijn.

Deze huidige situatie die na de invoering in 2000 van de euro is ontstaan valt terug te voeren op drie kernpunten:
òf de verschillen in economische potentie tussen de eurolanden zijn zo groot dat door de gezamenlijke munt de zwakkere landen steeds verder verzwakken, voor het ene land internationaal te duur, voor het andere niet,
òf de austerity, de knelband van de Verdragen en het Stabiliteits en Groei Pact heeft de mogelijkheden voor de zuidelijke landen om sterker te groeien onmogelijk gemaakt (maar ze hebben toch torenhoge schulden opgebouwd, hetgeen in het geval zich te houden aan de 3% en 60% grenzen, dus het gehoorzamen aan de austerity,  niet zou zijn gebeurd),
òf de zuidelijk landen hebben niet, zoals de noordelijke, de nodige hervormingen doorgevoerd waardoor ze ook niet de noordelijke groei hebben kunnen verwezenlijken.

En, volgens een aantal bronnen in Duitsland, is het voor hen duidelijk dat de ECB voor sommige landen meer obligaties opkoopt dan volgens de verdeelsleutels is toegestaan.
Draghi motiveert dat dit gebeurt op liquiditeitsgronden (wat dat ook moge inhouden) maar deze bronnen zien er gerichte staatsteun in.
Dit toont al aan dat de gevoelens over de ECB monetaire politiek gespannen zijn.
Overigens verklaart Draghi op de IMF bijeenkomst in Washinton dit weekend “we zijn vol vertrouwen dat de inflatie langzaam tot onze doelstelling zal convergeren op een zelfgedragen manier zoals wij zo vaak hebben gedefinieerd en op een duurzame wijze” “Maar we moeten ook geduldig zijn want het gaat tijd kosten”  aldus Bloomberg.
Dus geen zekerheid maar vertrouwen in de toekomst.

Maar wat zou nu voor de eurozone belangrijker zijn, de inflatie of het houdbaar houden van de zuidelijke staatsschulden.
Want de inflatie is laag en blijft voorlopig laag en zelfs Yellen weet niet wat de inflatie zal gaan aandrijven.

Tot voor kort zaten de drie grote centrale banken dus op één lijn.
Nu echter komt er een sterk uiteenlopen van hun inzichten en monetaire politiek.
De Japans Centrale Bank gaat stug verder (maar nu met als doel de obligatie rente laag te houden naast het inflatiedoel).
Wat de ECB naar alle waarschijnlijkheid gaat doen staat hierboven.
De FED gaat echt (zij het sterk gereguleerd) afbouwen.
Al tijden drukten zij geen nieuw geld meer bij en verhoogden enkele malen (met kleine stapjes) de rente en gaan daarmee door.
Bovendien gaat de FED wel de balans afbouwen door voor afgeloste obligatie leningen de binnenkomende dollars uit de circulatie te halen en niet opnieuw te investeren.

De drie grote centrale banken lijken dus nu elk hun eigen weg te gaan en dat zal uiteraard grote gevolgen hebben voor de wereldeconomie want het is een illusie te veronderstellen dat in deze tijd van globalisering die bijgedrukte vele biljoenen aan nieuw geld alleen in de USA of de eurozone terecht zouden zijn gekomen.
De ontwikkelingslanden hebben er, mede door de lage rente, veel van binnengehaald.
Maar door de FED afbouw zal die overdadige geldvoorraad (glut) in omvang, ook in andere landen, afnemen (tightening) en dus geld duurder maken en dus de rente doen stijgen.
Want ook daar geldt de wet van vraag en aanbod die prijsbepalend werkt.
Bovendien komt er volgend jaar wellicht een andere voorzitter van de FED, Yellen is wel herkiesbaar begin 2018 maar Trump heeft meer kandidaten van wie sommigen voorstanders van de huidige QE politiek zijn, anderen meer kritisch.
En wat zal Draghi voor zijn opvolger achterlaten als hij in 2019 aan het einde van zijn termijn komt.

Dus sluit ik deze overpeinzingen van een amateur af met de de gedachte dat naar mijn mening prognoses ook met de beste rekenmodellen niets anders zijn dan voorspellingen en dat prognoses tot 2030 of zelfs 2050 maken rekenmodelmatig exact kan lijken maar dat de praktijk weerbarstig is en zich niets aan voorspellingen en parameters gelegen laat liggen.

Maar dit zijn zoals altijd alleen maar de overpeinzingen van een amateur.




















mercredi 4 octobre 2017



De Spaanse Furie en de Catalaanse Spirit


Gewoonlijk laat ik wel mijn gedachten gaan over politieke kwesties maar daar blijft het bij. Over monetaire en economische zaken schrijf ik mijn gedachtengang voor mezelf op.
Want geld en economie zijn rationeel te bespreken onderwerpen, rationeel hoewel ook sterk onderworpen aan inzichten en gevoelens.
Bij de politiek ligt dat anders.
Maar bij het Catalaans Spaanse conflict maak ik een uitzondering.
Ik weet ook waarom.
Waar kan dat  op uitlopen als er geen vergelijk kan worden bereikt.

Als vooroorlogs geborene heb ik de bezetting van Nederland door de Duitsers nog meegemaakt.
Het  verlies van je vrijheden, het moeten aanvaarden van de dictaten die je worden opgelegd, het gevoel van machteloosheid.
De EU is opgericht om juist dat onmogenlijk te maken.
De EU heeft (met de hulp van de USA) in de Balkan ingegrepen om die vrijheid daar te vestigen.
Nu, als er niet ingegrepen wordt, zou weer een situatie van overname van de macht en  bezetting kunnen volgen.

Als Rutte zegt dat Rajoy in zijn recht staat omdat het Spaanse Hooggerechtshof het Catalaanse referendum onwettig heeft verklaard heeft hij juridisch gezien gelijk maar vergeet dat dit referendum geen juridische maar politiek twistpunt is en geen reden mag zijn politie geweld te gebruiken.
De Catalanen (en de Basken) zijn echt een aparte bevolkingsgroep in Spanje en hebben daarom ook een zekere vorm van zelfbestuur.
De bevolking van een semie onafhankelijke regio  nu de mogelijkheid ontnemen zich uit te spreken over zijn politieke toekomst via de wetgeving en vervolgens dit met grof politiegeweld tegenover vreedzame betogers proberen te verhinderen grijpt diep in in de fundamentele democratie.
Uit  strategisch oogpunt evenmin verstandig want allereerst was het allerminst zeker dat een meerderheid van de Catalanen in een referendum voor onafhankelijkheid zou hebben gestemd gezien de uitkomst van diverse polls.
Bovendien zou  bij een meerderheid voor afscheiding  het argument gelden dat de uitslag genegeerd moest worden omdat er geen juridische basis voor dat referendum was.
Voor de buitenwereld zou dat begrijpelijker zijn geweest dan deze niet-oplossing.
Want de helft van de kiesgerechtigden heeft ondanks het geweld kunnen stemmen en 90% daarvan heeft voor onafhanklijkheid gestemd onder wie kennelijk velen die anders “neen” zouden hebben gestemd.
Dat daarbij sterk geimproviseerd moest worden doet aan de uitslag niets af.
Dat alles had voorkomen moeten worden.

Ook de rol van de EU is niet consequent.
De EU houdt zich  afzijdig omdat het een binnenlandse aangelegenheid is  en staat achter Rajoy, veroordeelt het geweld niet en weigert op het verzoek van Catalonië om overleg in te gaan en deelt mede dat een zelfstandig Catalonië geen lid van de EU meer zou zijn.
Maar tegenover oostelijke lidstaten hanteert de EU juist de EU Rule of Law en bemoeit zich op die grond daarvan intensief met de binnenlandse wetgevingen.
En de vrijheid van meningsuiting is toch een van de grondrechten van de EU.
Het gaat hier om de confrontatie van de Spaanse rule of law (zij het een grondwet uit 1813) en het EU recht op vrije meningsuiting.
Het Europeese parlement zou door tegenstand van de hoofdgroeperingen erin geen debat willen wijden aan het conflict maar zal dat bij nader inzien toch doen, maar onder voorbehoud.
Een toespraak van Timmermans en kort spreken van de leiders van de politieke groeperingen, zo lees ik.
Geen open debat dus zoals van een parlement verwacht zou moeten worden.
Zo kunnen hekelige punten (het politiegeweld) grotendeels vermeden worden.

Catalonië verzoekt om overleg door de EU.
De EU weigert.
Ook de Spaanse regering wil geen overleg en wil ook geen mediatie door een derde partij.
De Spaanse koning legt de schuld vierkant bij Catalonië.
Catalonië wil dus overleg maar dat wordt genegeerd, Catalonië wil mediatie maar de EU wil (nog) niet.
Catalonië moet buigen voor Madrid maar wil en kan dat niet.
Zo wordt op een harde confrontatie afgestuurd door de EU en Madrid.
Madrid rekent er, zo vermoed ik, op dat de Catalaanse regering toe zal geven.
Stel voor dat zoiets was gebeurd toen Schotland een referendum  voor onafhankelijkheid wilde.

Madrid kan, als de Catalanen niet toegeven,  het bestuur over het nu semi onafhankelijke Catalonië overnemen.
Dat zou de facto inhouden een afzetten van het Catalaanse parlement en de Catalaanse regering en het overnemen van de macht door Madrid.
De Spaanse wetgeving staat dat toe.
Door de Catalanen zou dat gezien worden als een bezetting van hun land.
Dat zou een onhoudbare toestand opleveren, een in de EU ongekende en onmogelijke situatie.

De enige zinnige oplossing is nieuw overleg tussen Catalonië en Madrid  waartoe Catalonië dus bereid is.
Het is de taak van de EU om ervoor te zorgen dat zo’n overleg tot stand komt via een neutrale mediator.
Want al is het een binnenlands conflict, het gaat om EU normen en waarden waar de vrijheid van meningsuiting deel uit maakt.
En het is ook een EU belang dat de rust in een van de grootste lidstaten wordt hersteld.
Er moet door een mediator worden ingegrepen voor er onherroeplijke stappen zijn gezet zoals het uitroepen van de Catalaanse Republiek.
Want als dat zou gebeuren zijn de gevolgen, ook voor de EU, niet te overzien.