lundi 28 août 2017

Jackson Hole komt weer voor een jaar tot rust


Wie gedacht had dat Jackson Hole een briljante toekomstvisie voor de wereldeconomie zou opleveren heeft het mis gehad en op het puntje van de stoel ziten was niet nodig.
Wat ik wel vermoed is dat de visie eensgezindheid bij de bestuurders van de centrale banken niet meer zo groot is als vier jaar geleden.
Maar het roept bij mij de volgende overpeinzingen op.

De speeches van Yellen en Draghi muntten uit door twee dingen: back to back verdedigen wat zij de afgelopen jaren gedaan hebben en wijzen op het belang van strenge bank regulering.
Maar nauwelijks een blik op te verwachten toekomstige ontwikkelingen.

Maar wat mij toch als belangstellende leek steeds interesseert is die in mijn leken ogen  bijna morbide adoratie voor 2% inflatie.
Voor zover ik kan nagaan is die gebaseerd op het axioma dat een inflatie van 2%, dus een prijsverhoging van twee procent een “incentive” is voor kopers, dus een prikkel voor de consument om te kopen want het volgend jaar zal het weer 2% duurder zijn.
Door die toename in kopen neemt de vraag toe, dus moet er meer aanbod komen, meer werkgelegenheid waardoor   de economie groeit.
Is die 2% inflatie er niet dan moet hij gestimuleerd worden door renteverlaging zodat lenen goedkoper wordt en er meer geld geleend wordt voor die aankopen en het opkopen van staatsobligaties van banken zodat daar de rente van daalt en de staten meer geld voor investeringen en aankopen in kas tegen lage rente kunnen lenen en de banken meer in kas om aan bedrijven en particulieren uit te lenen.
Simplistisch gezegd komt het daar op neer.

Daartegenover staan al die meestal ongunstige neveneffecten van die monetaire politiek van de Centrale Banken die erop gericht is die inflatie nabij die 2% te krijgen.
Zonder resultaat moet er aan worden toegevoegd.
Want de inflatie benadert die 2% van geen kanten.
Steeds wordt dat bereiken van die 2% inflatie verder naar de toekomst verschoven.
Steeds blijven de schadelijke neveneffecten genegeerd.
Ik heb ze in mijn vorih blog zoveel mogelijk opgenoemd.

Inflatie is prijsstijging of van de kant van de consument bekeken  waardevermindering van het geld.
Daardoor neemt bij gelijkblijvende lonen de koopkracht  van de mensen af.
Vakbonden eisen daarom passende loonsverhogingen en veel lonen en uitkeringen zijn geindexeerd, d.w.z. passen zich aan bij de hoogte van de inflatie (of de deflatie).
Prijsstijgingen worden dus gevolgd door loonstijgingen om de koopkracht op peil te houden en wat dus overblijft is de waardevermindering van het geld.
Want echter ook overblijft is dat de loonstijgingen niet de hoogte van de inflatie bereiken.
We zien dus in de laatste tientallenjaren dat de loonstijgingen achterblijven bij de inflatie en er dus een geruisloze verarming van de bevolking optreedt.
(Dit afgezien van de fiscale politiek van de eurolanden die hun concurrentiepositie binnen de eurozone en daarbuiten verhogen door kostenverlagingen, dus voornamelijk loonsverlagingen,  door te voeren waardoor de binnenlandse koopkracht extra verzwakt).
Een daling van de koopkracht en een verschuiving van de inkomens van loon naar de opbrengst van kapitaal.

Vaak wordt gezegd dat door die inflatie de waarde van de staatsschuld daalt.
Is de staatsschuld nu stel 55 miljard en de inflatie 2% per jaar dan is de waarde van die staatsschuld na tien jaar 20% minder dan nu, ruw gezegd.
Maar de waarde van het Bruto Binnenlands Product is dan ook 20% minder  zodat dat nominale BBP  per jaar minimaal 2% zou moeten groeien om dezelfde waarde te behouden, dus zonder “echte” groei.
En dan zou er ook geen nieuwe schuld bij mogen komen om quite te spelen.
En elk jaar moet ook de rente van die schuld worden opgebracht.
Dus zo uit de schulden groeien zoals vaak wordt betoogd is niet zo simpel.
Zo bezien is de financiële positie van de eurozone (en dus de economische) niet zo rooskleurig als wordt voorgesteld.

Vroeger, toen de landen zich afschutten van andere landen door invoerrechten, speelde alles zich binnen de grenzen af.
Men kon de eigen industrie, landbouw en veeteelt  beschermen door concurrerende producten uit het buitenland zwaar te belasten zodat de binnenlandse industrie niet bedreigd werd.
Het verschil in welvaart tussen de landen werd door wisselkoersen in beeld gebracht en devaluatie van de munt werd benut om bij te grote verschillen in waarde van de munt te in te grijpen en de schulden op andere landen af te wentelen.
Vaak ging dat gepaard met een overgrote inflatie, een geldontwaarding op grote schaal.
Genoeg voorbeelden in deze tijd.
En hyperinflatie is een enorm groot gevaar.
Arme en rijke landen gescheiden door protectie.

Na de tweede wereldoorlog is de blik op eigen land steeds meer vervangen door een blik op de wereld.
We zijn meer en meer gaan denken in termen van wereldeconomie.
Grenzen werden doorbroken handel geinternationaliseerd.
Binnen bepaalde afspraken en regelingen.
De grote Trade Agreements, de internationale Handels Verdragen werden en worden  door groepen landen met elkaar overeengekomen.  
Geen ongebonden wereld vrijhandel maar gebundeld.
Geen echte globalisering dus maar continenten overspannende overeenkomsten.
Het begrip lage lonen landen werd alom bekend, en de zware industrie verdween voor een flink deel naar lage lonen landen, gevolgd door steeds meer ander gekwalificeerd werk.
Het gevolg is echter dat de rijkere landen overspoeld worden met de veel goedkopere produkten uit die lage lonen landen.
Twee gevolgen.
Geen produktie ervan in eigen land met het eraan verbonden verlies aan (soort) arbeidsplaatsen en prijsverlagingen dus geen inflatie maar deflatoire neigingen. 
Goed voor de consument maar slecht voor de eigen economie.
Een verandering in de arbeidsmarkt waar bepaalde soorten banen verdwenen en voor de andere  andere kwalificaties nodig dan zijn voor de naar lage lonen landen verdwenen banen.

In de Europese Unie is de Single Market in feite zo’n trade agreement (vrijwel) zonder beperkingen.
Er is een vrij verkeer van personen, goederen en diensten voor de single market leden.
Binnen deze Europese Unie zien we echter hetzelfde als daarbuiten.
Veel industrie wordt binnen  de single market verplaatsts naar de lage lonen landen van de EU.
Dat leidt tot verlies van werkgelegenheid in de andere lidstaten die op andere wijze moet worden ingevuld.
Maar het maakt niet uit waar in de EU dat werk plaats vindt, het is binnen de single market.
Een ander gevolg is dat niet het werk wordt verplaatst naar lage lonen landen van de EU maar dat werkers uit lage lonen landen in dienst van bedrijven in die landen werk uitvoeren in andere landen maar volgens de arbeidswetten in hun thuisland en zo de lonen in het andere land “undercutten”, voor minder loon werken.
Want er is wel een single market maar geen “level playing field” , geen gelijke omstandigheden,  want elke lidstaat heeft zijn eigen arbeidsrecht.
Een gemeenschappelijk recht is onmogelijk gezien de veel te grote verschillen in economisch niveau tussen de landen.
En veel onbegrip en daarnaast ongewenste omstandigheden worden veroorzaakt door de vier en twintig verschillende talen in de EU waardoor de onderlinge communicatie moeilijk of onmogelijk wordt.

Maar zonder dat grondprincipe van de EU, het vrije verkeer van personen, goederen en diensten aan te tasten is een oplossing ver te zoeken.
Het is een van de voornaaamste grieven van het UK en daardoor mede veroorzaker van de Brexit en nu keert ook Macron zich tegen wat hij een uitwas van het systeem acht.
Hij wil een aanpassing van de directieven zodat undercutting niet meer kan voorkomen.
Maar dat houdt automatisch een beperking in van dat grondrecht van de EU en voor menig land het belangrijlkste, de single market.
Het verenigen van zoveel verschillen is niet in een vloek en een zucht mogelijk.

Kijk maar naar de volgende tabel die alleen al voor de eurozone  lidstaten de verschillen aangeeft in grootte, bevolkingsaantal in 2015 en 2017, toename/afname  bevolking in die twee jaren, het aantal inwoners per km2, het bruto binnenlands produkt per persoon en het mediaan inkomen (50% verdient minder, 50% verdient meer).





En daarnaast ter vergelijking de gegevens van enkele wereldlanden en twee wereldsteden.

  


Maar zoals altijd zijn het de overpeinzingen niet van een vakman maar van een belangstellende amateur.

jeudi 24 août 2017


Jackson Hole en de Bankiers
De QE en Uiterst Lage  Rente
Hoe komen we daar met goed fatsoen van af
Bevolkingsgroei en Energie Behoefte.





Ook nu gaan mijn leken gedachten verder dan het heden en de Europese Unie.
Deze week is weer weer het jaarlijkse onderonsje van de wereld grootste bankiers in Jackson Hole  in de Verenigde Staten
Dit jaar extra belangrijk want de grote drie van de Quantitative Easing en Lage Rente groep, de USA, Japan en de EU zijn alle drie present,  Yellen, Haruhiko Kuroda (hoewel nog niet officiëel aangekondigd maar hij is er elk jaar) en Draghi zullen aanwezig zijn.
Het waarschijnlijk belangrijkste onderwerp zal wel zijn deze QE en Rente en hoe hiermede verder te gaan. 
Zowel Yellen als Draghi zullen een referaat houden.
Dus zit iedereen dan op het puntje van de stoel.

Want de werkloosheid neemt af (hoewel meer door tijdelijke dan vaste banen), de economische groei zet wereldwijd door, (hoewel in de USA en eurozone minder dan wereldwijd) en dus is stimulering (of is het eigenlijk meer steun dan stimulering geweest) niet meer nodig zou ik als leek kunnen denken.

Er zijn echter maren.

Want het ging allemaal om de inflatie.
De inflatie moet tot bijna 2% van het Gross Domestic Product stijgen om die QE en Lage Rente overbodig te maken.  
Of liever gezegd door die QE en Lage Rente zou de inflatie tot die 2% toenemen.
Die inflatie weigert echter hardnekkig om te stijgen en neemt zelfs weer een beetje af (hoewel dat van maand tot maand een beetje kan veranderen).

Er is nog een maar.
De lonen weigeren ook te stijgen, net zoals de inflatie.
Eigenaardig want door de wat grotere krapte op de arbeidsmarkt en gestegen productiviteit zouden loonsverhogingen wel te verwachten zijn, temeer daar het de ondernemingen op de beurzen erg goed gaat.
Stijgen van lonen bij krapper worden van arbeidsmarkt en omgekeerd laat zo verstek gaan.

Het zal dus een interssante bijeenkomst worden in dat Jackson Hole.

Zijn de langdurige bijeffecten van de QE en Lage Rente, zoals grotere ongelijkheid in inkomen, sterke prijsstijgingen voor assets met gevaar voor bubble vorming, sterk gestegen publieke en private schulden tot 325% van het wereld GDP, het wereldinkomen dus, met alle gevaren vandien,  het geld kosten van sparen, veroorzaakt door de voor die QE extra bijgedrukte 12 billioen in dollars en de laagste rente in 5000 jaren  niet erger dan daartegenover een groei die eigenlijk niet bijzonders is en geen 2% inflatie.

Hoe zou de toestand bij een andere politiek dan die QE en rentepolitiek zijn geweest.
Of bij een kortere duur van QE en lage rente, als echte schok stimulans.
Dat valt natuurlijk nooit te zeggen.
Het gevaar voor tunnelvisie mag ook niet onderschat worden.
Vastgebeten in een economische visie die ook maar menselijk is.

Daarenboven is  het ophouden met bijdrukken van miljarden en biljoenen maar één kant van de medaille.
Want  hoe kun je die extra bijgedrukte, uit het niets geschapene,  12 biljoen aan dollars, euros en yens weer laten verdwijnen zodat de centrale banken weer een balans hebben zoals voor die QE begon en al die extra biljoenen uit de circulatie zijn gehaald.
Dat is op zich al een titanen arbeid (of zal het een Sisyphus taak worden).
Pas daarna is immers de normale toestand hersteld.

En wat als er in de tussentijd weer een (cyclische) recessie optreedt.

Trouwens die inflatie is toch wel een vreemde zaak.
De algemene inflatie in Nederland bedroeg in juli 1,3% dus ruim onder die bijna 2% die de ECB als te bereiken standaard aanhoudt.
Als ik de prijsstijgingen in Nederland bekijk naar de opgaven van het CBS, Centraal Bureau voor de Statistiek, zie ik dat zuivelproducten 10% in prijs zijn gestegen sinds vorig jaar en dat ook vlees  5% duurder is geworden en vis 10%.
Gemiddeld, zegt het CBS, is de consument 3,3% duurder uit voor zijn eten dan het vorige jaar.
Dat zijn de uitgaven voor elke dag, dat zijn de uitgaven die het leven voor de gewone mensen duurder maken.
En inflatie is prijsstijgingen, dus de inflatie voor primaire levensbehoeften is 3,3%.
Want de officiële berekening van inflatie is kunstmatig, met een bepaald pakket aan items aan elk waarvan een bepaalde waarde wordt toegekend.
De echte prijsstijgingen in de winkel voor voedsel voelt u echter in de portemannaie.

________________________________________________________________________________
Wat wij in het comfort van ons bestaan in een rijk land als Nederland voor vanzelfsprekend aannemen en niet over nadenken is wat ons dat van alle gemakken voorziene bestaan mogelijk maakt.
Hierboven in schematische vorm  van begin tot het einde, de gang van grondstoffen tot afval.
Simpel voorgesteld natuurlijk, van alle franje ontdaan.
Al wat ons leven mogelijk maakt komt voort uit de natuur, de exploitatie van de natuur.
Zonder deze grondstoffen geen leven.
En uit grondstoffen moet na transport ervan via allerlei productieprocessen vervaardigd worden wat wij voor ons bestaan nodig hebben.
Vervolgens moeten al die producten vervoerd worden zodat zij tenslotte bij ons voor consumptie en gebruik terecht komen.
Daarna rest er alleen nog maar afval  dat na transport ervan weer moet worden hergebruikt, vernietigd of in de natuur opgeslagen op vuilnisbelten.
En die exploitatie moet het voortbestaan en steeds talrijker worden van ons, de mens, mogelijk maken.
Van die sterk toenemende  bevolkingsaantallen zoals hieronder weergegeven.
Met voldoende transport en energie om dat alles te kunnen doen.

 En van deze wereldbevolking nu leeft tegen de 11% in extreme armoede, dat wil zeggen moet leven van minder dan 1,90 $ per dag.
De meeste extreme armoede komt voor in Afrika, vooral ten zuiden van de Sahara waar bijna 23% van de mensen beneden deze extreme armoede grens leeft.
Dan praten  we dus niet over wat wij in onze ontwikkelde verzorgingsmaatschappijen al  onder armoede verstaan.

Niet alleen moet dus deze “grondstoffen-> afval” lijn de bevolkingstoename dekken maar ook het bestaansniveau  van extreme armoede tot een aanvaardbare levensstandaard brengen door de economie in de ontwikkelingslanden tot bloei te brengen.
Dat wil dus zeggen veel meer mijnbouw, landbouw, veeteelt en visserij. 
Daarvoor is geschikte grond nodig zodat nog meer bossen zullen moeten wijken voor voedselproductie en mijnbouw.
Maar bovenal is er veel meer energie, elektriciteit nodig dan nu het geval is.
Want zonder deze extra elektriciteit is een dergelijke uitbreiding van de ”grondstoffen-> afval” reeks ondenkbaar.

Wij moeten een veel bredere blik krijgen op wat ons in de toekomst te wachten staat.
In mijn amateuristische gedachten wereld is ons blikveld te klein en te zeer gericht op enkele aspecten.
Zo’n beperking geeft een vertekend beeld van het geheel en doet ons mischien wel verkeerde wegen inslaan om aan de uitdaging van die toekomst het hoofd te bieden.
Vroeger leefden gemeenschappen in een beperkt besef van elkaar.
Maar de moderne communicatie maakt daar steeds sneller een eind aan en geeft groter bewegingsvrijheid.
Wij zien dat nu al aan de stroom van voornamelijk economische illegale migranten die de armoede van hun geboortegrond willen ruilen voor de vleespotten, niet van Egypte, maar van het rijke westen.

Alleen economische ontwikkeling van hun eigen geboorteoord kan dat stuiten.
Maar onze ontwikkelingshulp heeft steeds tot doel gehad de status quo te handhaven, heeft de verhoudingen na het zelfstandig worden daar in stand gehouden en was niet doelgericht om economische groei te bevorderen.
En ook handelsbeperkingen hebben niet bijgedragen.
Maar de bevolkingsgroei daar blijft aanhouden.
Wegkijken helpt niet.
Een oplossing ervoor moet komen.
Want wat zal er anders gebeuren?

Maar zoals immer en altijd zijn het alleen maar mijn eigen gedachten, de gedachtenspinsels van een amateur.


vendredi 18 août 2017


ons leven, economie en demografie

We leven in een tumultueuze tijd. De vreedzame samenleving die we hebben opgebouwd na de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog en die erop volgende vreedzame tijd waarin conflicten ver van onze grenzen werden uitgevochten verdwijnt steeds meer en maakt plaats voor een tijdperk waarin onze samenleving van binnen uit maar door terroristisch geweld van externe oorsprong wreed op de proef wordt gesteld.
En in de USA lijkt het of de samenleving daar door onderlinge tegenstellingen uiteengerukt wordt en er een gevaarlijke tweedeling is ontstaan.
Ook in de EU worden de tegengestelde belangen en de visies op de toekomst van de EU en eurozone scherper en lijkt het er wel op dat de gemeenschappelijke toenadering tot elkaar in saamhorigheid van het Verdrag van Lissabon wijkt voor een dwang door Brusselse wetgeving, de rule of law in plaats van gemeenschappelijke overeenstemming. Hoe gaat zo onze toekomst eruit zien.

Soms gaan mijn amateuristische overpeinzingen verder dan onze Europese Unie. Want de wereld is groter dan  onze EU. En wat er buiten de EU gebeurt is voor ons ook van levensbelang.
Is het niet zo dat we in deze tijd van gespecialiseerde specialisaties het gevaar lopen dat de dwarsverbanden tussen deze specialisaties verloren gaan.
Misschien worden de grote lijnen uit het oog verloren omdat men zich  concentreert op slechts één aspect.
Daar komt nog bij dat er steeds minder bereidheid lijkt om naar andere opvattingen te luisteren, dat men zich in de eigen hoek terugtrekt als in een egelstelling.
Denken dat zijn gelijk zo vast staat dat andere opvattingen niet zouden mogen bestaan. Tolerantie moet dan wijken voor het grote gelijk.

Maar wij zijn niet alleen op de wereld.
We leven in een wereld met nu een bevolkingsgrootte van 7 miljard mensen die in 2100 naar schatting nog verder tot 11 miljard mensen zal zijn uitgegroeid.
Nu al leeft 54% van die zeven miljard mensen  in steden en in 2050 zal dat naar verwachting 66% zijn. In totaal ongeveer 6 miljard mensen.
De wereld is verstedelijkt. Mensen trekken al meer dan twee honderd jaar van het platteland naar de steden om werk te vinden.
Wat is voor die zes miljard mensen de meest essentiële behoefte.
Water, voedsel en onderdak.
Zonder water sterf je binnen een week, zonder voedsel duurt het wat langer.
Maar de allerbelangrijkste factor voor water, voedsel en onderdak is energie, electriciteit.
Zonder energie is het onmogelijk het nodige water en voedsel te produceren en naar die zes miljard stadsbewoners te transporteren.
De tijd van de spade en de waterdragers is voorbij behalve in afgelegen gebieden van onze aarde.
De menselijke energie van onze voorouders op het platteland  is vervangen door machines en nu al en steeds meer in de toekomst robots.
Ons leven in de natuur en direct van de natuur is voorgoed voorbij, al veel meer dan een paar eeuwen.
Men kan er alleen romantisch, nostalgisch en vooral idealiserend over mijmeren.
Zonder voortdurende ononderbroken productie van electriciteit en energie is echter ook ons bestaan voorbij.
Onze voorouders konden de windenergie gebruiken voor de scheepvaart en windmolens  en gingen  met zonsondergang naar bed en bij zonsopkomst stonden ze weer  op.
Maar de industriële revolutie heeft daar definitief een einde aan gemaakt en de mogelijkheid tot grote bevolkingsgroei en de concentratie in industriesteden en ononderbroken energie voor een 24 uurs maatschappij geschapen.
In 1850 toen de industriele revolutie in volle gang was en de overgang van agriculturele maatschappij naar industriële maatschappij, van platteland naar de stad, zich aan het voltrekken was, telde de wereldbevolking nog slechts 1,26 miljard mensen.
Nu zes keer zoveel.
En in 2100 haast tien keer zoveel.
Voor hen moet er dan voedsel en water en onderdak zijn. En dus voldoende energie, electriciteit, om dat te produceren.
Dat valt niet meer terug te schroeven.
Ons leven hangt er letterlijk van af.
En zonder energie, elektriciteit, blijven ontwikkelingslanden in hun ontwikkeling steken.
Bijna 25% van de wereldbevolking heeft geen toegang tot elektriciteit. 
Buiten de ontwikkelde economieën ligt dat percentage uiteraard veel hoger.
In vele gebieden is er simpelweg nog geen elektriciteit.
Met energie moet je niet marchanderen. Energie moet er voldoende zijn, niet intermitterend maar onophoudelijk. Dat is van levensbelang.

Er zijn belangrijke onderwerpen die moeilijk bespreekbaar zijn. Vooral onderwerpen die de toekomst van onze wereld betreffen. Want dat is de wereld van onze kinderen en kleinkinderen zoals wij die vorm geven.
Maar die onderwerpen maken juist veel gevoelens los en leiden vaak naar een zwart wit angst beeld waarbij men vindt dat tolerantie niet past.
We zien een wereld in de toekomst die die enorme bevolkingsgroei en de de zeer ongelijke verdeling ervan over de aardbol,  van de sterke groei in Afrika en Azië tot de geringe groei, of zelfs teruggang, van die in Europa moet verwerken met even enorme problemen voor ontwikkeling en bestaansniveau en migratie.
Ik heb al eens geschreven dat voor velen in de grote economieën die toekomst en in feite al de huidige periode er so wie so minder positief  uitziet dan voor hun ouders het geval was.
In de Figaro las ik daarover onlangs een artikel waarin wordt gesteld dat nu al deze generatie van millennials  het zwaarder vindt hebben dan de vorige.
Ze zijn over gekwalificeerd, meer dan hun ouders, maar kunnen zich minder veroorloven hoewel ze een “cadre” positie bekleden.
De woonkosten zijn veel hoger geworden. Een eigen woning is veel moeilijker te verkrijgen door opgelopen koopprijzen.
De opvoeding van kinderen is veel duurder geworden.
En banen op hun opleidingsniveau vinden is moeilijk. 
Velen zoeken hun toekomst elders.
Maar hoogopgeleiden ruilen ook wel hun intellectuele ambities bij gebrek aan banen op hun niveau in voor een handenarbeid beroep.
Zo ken ik bijvoorbeeld een man met een universitaire opleiding tot museum conservator die  kunstsmid (maar ook gewoon smidswerk doet) is geworden en zijn vrouw van lerares filosofie geitenhoedster.
Dat gevoel van terugval heerst niet alleen in Frankrijk maar in ook andere ontwikkelde landen.
Wellicht dat deze sombere gevoelens in Nederland minder voorkomen waarbij een van de redenen kan zijn dat Nederland het economisch in de Europese Unie bijzonder goed doet in vergelijking met de andere landen.
Maar als de integratie van de eurozone, en de EU, doorzet tot een financiële unie zal het voordeel van dat succes verdwijnen en Nederland tot een regio in de EU geworden zijn.

Hieronder een tweetal tabellen uit de USA die een verklaring voor dat millennials  gevoel kunnen bieden.
De nog steeds doorgroeiende inkomensongelijkheid tussen rijk en niet rijk tussen kapitaal en arbeid.
De tabellen dateren aantal jaren jaar geleden, maar de verschillen zijn in die tussentijd alleen maar groter geworden.


Deze huishoudens  en gezinsinkomen tabel uit 2014 (en de verschillen zijn sindsdien nog toegenomen) laat zien dat de top 0,1%  inkomens meer dan 6 miljoen dollar per jaar ontvangen, terwijl de groep die  90% van de gezinnen omvat, per jaar gemiddeld 33000 dollar binnenkrijgt.
En 1% van de bevolking heeft een inkomen van 1,2 miljoen dolar.
De goed betalende banen voor de middengroepen zijn verdwenen.

In een volgende grafiek wordt de inkomensontwikkeling van drie groepen van 1963 tot 2013 getoond.
De groep die in 1963 10.000 dollar verdiende is er vrijwel niets op vooruitgegaan, hetgeen evenzeer geldt voor de groep die 50.000 verdiende waar een beetje omhoog en een beetje omlaag elkaar afwisselden
Maar de groep die 100.000 verdiende in 1963 is er tot 2007 behoorlijk gestegen tot 160.00, na de Lehman crash even iets gedaald maar na 2011 is de stijging weer doorgezet.
De ongelijkheid in inkomen neemt nog steeds toe.
Piketty had gelijk.


Volgende keer:   van grondstoffen tot afval, de bron van ons voortbestaan

 Grondstoffen   verwerking         distributie          consumptie       afval
Mijnbouw                                                                                                opslaan
Landbouw                                                                                                verbranden
Veeteelt                                      ENERGIE                                         recyclen
Bosbouw

 







samedi 5 août 2017


Vakantietijd
maar de ontwikkelingen gaan door



Het is vakantietijd maar dat wil niet zeggen dat er rust heerst in de EU en eurozone en de rest van de wereld. En voor een amateur die links en rechts leest en doorzoekt is het duidelijk dat fake news niet bestaat , wel fake facts and left-out facts en wat de media daar  van maken over links en rechts.

Het rommelt juist binnen de EU. Italië  is verontwaardigd, om het zacht uit te drukken, over het plotseling door Macron (tijdelijk) nationalisen van de scheepswerf  STX die al vrijwel in Italiaanse handen was overgegaan. Italië is duidelijk “pas content” en laat dat  ook merken.

Frankrijk en Zweden schijnen het “social dumping system”, zoals het laten werken van mensen uit  lage lonen EU landen door werkgevers in de westelijke eurolanden tegen ondermaatse lonen en arbeidsvoorwaarden wordt genoemd, zat te zijn en zoeken wegen om er een eind aan te maken. Maar was dat niet een van de oorzaken van de Brexit? De EU is toch ook gebaseerd op dat vrije verkeer van goederen en diensten en mensen.

De verhouding van Brussel met Polen wordt steeds grimmliger. Polen wordt  door de Commissie  bedreigd met artikel 7 (hetgeen kan leiden tot verliezen van stemrecht in de EU) of anders het intrekken van subsidies omdat het de EU “rule of law” aan de laars zou lappen door de nieuwe benoemingswetten voor de rechterlijke macht. Nog eigenlijk een nasleep van de snelle benoemingen van toprechters door de demissionaire, weggestemde, Poolse regering. Want de  rechterlijke macht kan dan onafhankelijk zijn, maar de benoemingen zijn vaak politiek getint (vergelijk de USA). Polen eist bovendien nog herstelbetalingen van Duitsland voor de schade uit de Tweede Wereldoorlog.

In het algemeen is er een verschil van mening over het wezen van de EU tussen de oostelijke EU lidstaten en de westelijke. De eerstgenoemde benadrukken het economische handels  karakter van de EU met behoud van de nationale zeggenschap en de eigen identiteit, de westelijke (regeringen) zien de politieke integratie van de EU, de “ever closer union” als  einddoel. Ook wat betreft de illegale migranten aanpak zijn er grote onoverkomelijke verschillen tussen de twee blokken. Maar dat is en blijft ook voor de gehele EU een heet hangijzer waar nog geen enkele houdbare oplossing voor is gevonden.

Een ander aspect is de groeiende ongelijkheid tussen de beloning van kapitaal en arbeid die niet alleen ethisch onderdehand niet meer te billijken valt maar ook grote invloed op de economie heeft. Doordat loonaanpassingen achterbleven en blijven bij inflatie en productiviteitsverhoging neemt de koopkracht af. Let daarbij ook op het verschijnsel dat beurskoersen stijgen bij reorganisaties die tot ontslaggolven in de onderneming leiden en werkeloosheid.

Dat bij de verkeerde toepassing van austerity niet het uitgavenpatroon van de eurolanden en de economische efficiency werden aangepakt maar de gemakkelijke weg van de lastenverhoging voor de bevolking om niet het  3% begrotingstekort te te overschrijden en de verlaging van lonen om de concurrentiepositie te versterken leidde ertoe dat in de eurolanden de binnenlandse koopkracht sterk aangetast werd waarbij juist de zwakkere eurolanden het zwaarst werden getroffen waardoor in work poverty (ook in de sterkere landen) en het risico van armoede toenamen en de belastinginkomsten daalden. Griekenland door zijn afhankelijkheid van bail-outs daartoe verplicht door de eurozone is een goed voorbeeld hiervan. En denk erom dat de nieuwe bailout bedragen werden en worden gebruikt voor aflossing en rentebetaling van oude schulden en niet of nauwelijks bijdragen aan het economisch herstel van het midden en kleinbedrijf, dat ook niet profiteert van de lage rente en het opkopen van leningen van grote ondernemingen door de ECB.

De koers van de euro is sterk gestegen, niet alleen ten opzichte van de dollar, tot $ 1.18  vanaf enkele maanden terug $ 1.06. Het kan verkeren want vele analisten voorspelden toen dat er pariteit tussen dollar en euro zou komen, één op één. In plaats daarvan een eurokoers stijging van 15%.

De ECB zal met lede ogen toezien hoe het hen niet is gelukt de eurokoers laag te houden ondanks de QE. Door die stijging daalt de concurrentiepositie van de zwakke eurolanden  en neemt die van de dollar toe.

Evenmin is er beweging in de inflatie die weer gedaald is tot 1.3%, ver van de bijna 2% grens van de ECB.

Er lijkt geen ontkomen aan dat de rente dan toch een stijging zal gaan vertonen ondanks de uiterst lage en zelfs  negatieve rentetarieven van de ECB want de groei in de eurozone economie zet door, 1.9% en wellicht nog meer op jaarbasis. Dat geldt niet alleen voor de eurozone maar is wereldwijd, voor de gelovers in het cyclische karakter van de economie zet het cyclische herstel door. In het eerste kwartaal van 2017 waren de resultaten hoger dan de prognoses en de resultaten die niet voor het tweede kwartaal binnnenkomen bevestigen dat beeld. Overigens is de prognose voor de wereldgroei beduidend hoger (3,5%) dan die voor de eurozone.

In een vorig blog heb ik ook gewezen op de gevaren van renteverhogingen voor nieuw af te sluiten leningen door de eurolanden die dan een marktconforme rente zouden moeten betalen. Dat geldt echter alleen voor leningen die uitgaan tot boven die welke tot het einde van de QE (dus tot het stoppen met geld bijdrukken) zijn afgesloten.

De ECB besteedt immers het vrijkomende geld bij het aflossen van mature bonds om weer zoals zij zeggen te “investeren”, dat wil eenvoudig uitgelegd zeggen rollover van leningen (dus oude aflopende leningen te vervangen door nieuwe leningen) op te kopen.
De meer dan 2200 miljard bijgedrukte euros worden dus niet (zoals de FED waarschijnlijk in September a.s. gaat beginnen te doen) uit de circulatie gehaald en de balans van de ECB blijft dus boven de 3,5 biljoen euros.

Voor die rollover geldt dus nog steeds de bescherming van de ECB die dan, zoals ik al eerder heb vermeld,  zo’n 30% van de eurolanden schulden in bezit houdt. Totdat de ECB begint met het opschonen van de balans door die paar duizend miljard euro te vernietigen. Uiteraard pas indien de economie van de eurolanden dat mogelijk maakt. Dus als  de economie zo enorm sterk is gegroeid dat de huidige 89,5% van het Bruto Binnenlands Product nog maar 60% van het dan zo sterk gegroeide GDP is of indien er voldoende bezuinigd is om begrotingstekorten om te laten slaan naar flnke begrotingsoverschotten.

Dus zelfs als het bijdrukken wordt gestaakt loopt het opkopen van obligaties gewoon door en blijft de rente op obligaties beïnvloeden. Pas als de ECB balans weer geslonken wordt  tot het pre-stimulerings niveau is de normale situatie terug. Hopelijk voor er een nieuwe (cyclische) recessie komt want dan zal opnieuw op dezelfde manier moeten worden ingegrepen. En daar zal monetaire ruimte voor nodig zijn. Want nu is het meeste kruit verschoten, menen vele analisten.  

Natuurlijk kan men in plaats van de 60% EU staatsschuld norm een hoger percentage aanhouden. Maar het blijft altijd zo dat de rentekosten niet het  functioneren van de staat mogen verhinderen. Dus zolang de rentekosten normaal opgebracht kunnen worden. In dat geval hangt de houdbaarheid van de schuld  van de marktrente af die op zijn beurt ook weer van de risico factor afhangt. Hoe hoger de schuld hoe groter de risico factor. Het is duidelijk dat voor zwakke landen met een schuld van meer dan 100% die risicofactor zeer hoog is. Kijk maar eens naar de rente op staatsleningen voor de eurozone tot stand kwam. Dat verklaart ook de steeds terugkomende roep om Eurobonds die dus de sterke landen een soort bescherming voor de zwakke zouden laten zijn ten koste van hun eigen marktconforme rente.

Tot nu toe heb ik de QE alleen betrokken op de staats financiën. Maar ook de niet staatsschulden spelen een rol. Zo bestaan er zogenaamde « zombie » banken en bedrijven.  Instellingen, vooral in de zuidelijke eurolanden,  die feitelijk niet levensvatbaar zijn maar overeind worden gehouden door leningen en schulden. Zij kunnen door de lage rentestand wel de rente opbrengen over die schulden maar niet de schulden zelf afbetalen. Renteverhogingen zouden hen zeer waarschijnlijk doen omvallen. 

Ook hier speelt de monetaire politiek van de ECB een rol en het tightenen van deze politiek door taperen en stoppen van de QE of het verhogen van de rentetarieven zal gevolgen hebben voor deze instellingen. Maar aangezien ze niet levensvatbaar zijn zijn ze in werkelijkheid een blok aan het been van de economie en zullen ze uiteindelijk toch moeten verdwijnen. Alleen het “hoe” levert problemen op.

En de recente omzeilingen van de juist in werking getreden regels voor het saneren en opheffen van banken in Italië hebben het toch al niet  grote vertrouwen in de EU bankenunie geen goed gedaan. Want wat is het nut van regelgeving als deze of mazen “ontsnappingsclausules” vertoont of niet wordt nageleefd. Beide komen teveel voor in de EU.  S&G Pact, bijvoorbeeld, of de Schengenzone en het illegale migranten problem. Of het verbod op directe steun van eurolanden onderling en ECB dat door het indirect te maken geoorloofd werd. Maar duidelijk niet zo bedoeld.

En eurozone minister van financiën met eurozone budget en eigen belastingheffing is tegen de verdragsregels van directe steun in. Maar toch wordt er heel serieus over gepraat.

Maar zoals altijd zijn dit de persoonlijke overpeinzingen van een niet specialist, een amateur die de plank dus best mis kan slaan.