vendredi 31 mars 2017

Groupthink or groupsink


25 maart 2017
De hernieuwing van de EU oprichtings belofte

27 regeringsleiders hebben weer, net zoals bij al die vorige verdragen, op 25 maart de zestigste geboortedag van de Europese Economische Unie, de EEC, plechtig hun handtekening gezet onder het nieuwe document over het voortbestaan van wat nu de Europese Unie heet.
Men blijft de Europese Unie trouw en er wordt gemompeld maar niet beslist over twee of meer snelheden, verdere integratie voor die groepen eurolanden die dat willen, maar welke dat zijn blijft vaag.
Op papier is de eenheid weer vastgelegd.

Maar papier is geduldig en het blijft daarnaast ook nog de vraag of de bevolkingen van de eurolanden ook voorstander zijn van zo’n twee of meer snelheden beleid waarvan niemand weet wat het eigenlijk inhoudt.
Want wie tekenen.
De regeringsleiders van landen waar de mainstream media en partijen de meerderheid hebben.
Maar wel een steeds verder afbrokkelende meerderheid in Italië, Frankrijk, Nederland, Spanje, Polen, Oostenrijk om over het totaal van Brussel afhankelijke Griekenland maar niet te spreken.
En Groot Brittannië heeft nu officieel de Europese Unie verlaten.
Van de grote landen loopt alleen Duitsland nog volop voorop in de verdere integratie mars.
Voor mij als oudgediende overigens goed verklaarbaar.
In alle polls die ik ken overheerst een meerderheid die wel een EU wil maar dan met minder macht  en met meer zeggenschap terug naar de nationale parlementen.
Geen Federale Gecentraliseerde Europese Staat.

Wat heeft deze demonstratie van eenheid nu opgeleverd.

De EU landen zijn het eens over versterking van de grenzen en de veiligheid en de strijd tegen het terrorisme.

Een schijn eenheid als men de realiteit beziet waar op de Middellandse Zee, de voornaamste toegangspoort tot de EU vanuit Afrika en het (Midden) Oosten,  hulp organisaties reddingsschepen operationeel hebben om duizenden illegale immigranten in internationale wateren op te pikken uit hun wrakke bootjes en ze in de EU aan land te brengen.
De EU Kustwacht doet hetzelfde.
Binnenbrengen in plaats van buiten houden.
Een afdoende controle op identiteit en achtergrond  van de illegale migranten bestaat niet en is door ontbreken van paspoorten (en het bestaan van valse paspoorten) onmogelijk.
Er is dus zelfs geen controle op wie de EU zo binnen komt.
En eenmaal binnen de EU hebben de illegalen het recht asiel aan te vragen met beroepsmogelijkheden ook al is overduidelijk dat ze niet aan de voorwaarden voor asiel voldoen.
Dat bepalen de verdragen en EU wetgeving.

Dus is er op de Middellandse Zee geen sprake van  grensbewaking maar van een doorgeefluik.
Van smokkelboot naar reddingsboot en asielaanvrage.

Tenslotte, als alle beroepsmogelijkheden voor asiel voor deze migranten zijn afgerond is het voor minimaal 45% van de afgewezen uitgeprocedeerden onmogelijk ze uit te zetten naar eigen land of eerste land van vlucht.
Wat er dan met hen moet gebeuren is het duistere gebied.
Officieel zijn ze er niet meer.
Waar ze gebleven zijn weet geen enkele officiële instantie.

De conclusie moet volgens mij zijn: met de huidige wetgeving (daterend uit een volkomen ander, achterhaald,  tijdperk) is een effectieve grensbewaking, veiligheid verschaffing en terrorisme bestrijding ondoenlijk en onmogelijk.
Verdragen zullen moeten worden gewijzigd, wetten gewijzigd om deugdelijke grensbewaking, veiligheidsgarantie en terrorisme voorkoming mogelijk te maken.
Aanpassing aan de nieuwe omstandigheden.
Een andere efficiënte asiel aanpak.
Maar dat is kennelijk onbespreekbaar.
En dus groeit de immigrantenstroom tot ze volkomen onbeheersbaar zal zijn geworden.

Het afkopen van andere landen om de illegalen daar te houden en vertrek naar de EU onmogelijk te maken is allereerst een brevet van eigen onmacht  en ten tweede  een uit handen geven van het eigen gezag en het zich afhankelijk maken van andere landen die daardoor hun eigen eisen aan de EU kunnen gaan stellen.

En het laat zich ernaar uitzien dat er lange tijd talrijke miljoenen migranten zullen volgen.
De bevolking van Afrika neemt in hoog tempo toe zonder dat er daar een structurele verbetering van de economie te verwachten is.

En het afgrendelen van de grenzen vanuit Griekenland en Italië naar het noorden maakt deze beide landen in feite interneringslanden om het noorden te vrijwaren van overlopen te worden.
Zo is de plicht in het eerste land van binnenkomst asiel aan te vragen en de uitslag daar af te wachten in de praktijk een bescherming van het noorden geworden en leidt vooral in Griekenland tot onhoudbaar ellendige toestanden voor de migranten.
En het noorden blijft gespaard door deze afbakening.
Evenmin is er overeenstemming over relocatie en resettlement van asielzoekers, noch over de wens van Duitsland migranten terug te sturen naar Griekenland dat toch al overstroomd wordt.

Wat heeft dan toch zo’n plechtig handtekening zetten voor zin?

Bij die plechtige hernieuwing van de EU beloften kwam ook ter sprake de mogelijkheid van willige lidstaten verder te integreren.
Als het gaat om meer snelheden beleid hebben we natuurlijk de eurozone daar sinds 2000 als lichtend voorbeeld voor.
Het is ook uit de voorbesprekingen wel duidelijk dat met die mogelijkheid geduid werd op de eurozone.
Maar wellicht kunnen de regeringsleiders dan wel van mening zijn dat de eurolanden bereid zullen zijn verder te integreren (en wat daarmee bedoeld wordt heb ik in vorige blogs al aangeroerd, eurozone fiscale unie, eurozone schulden deling, eigen eurozone parlement, eigen eurozone minister en ministerie van financiën, eigen eurozone begroting,  eurozone belastingheffing, structurele geldstromen van sterk naar zwak, eurozone bankenunie met gedeeld risico), maar zonder politieke, dus wettelijke, eenwording.
Want de nationale sociale en belasting wetgeving wil men niet opgeven voor een gemeenschappelijke eurowetgeving en zonder dat zou een fiscale unie tot grote onrechtvaardigheid en onmogelijkheden leiden (denk aan pensioenleeftijden,  minimumloon, sociale uitkeringen).
Zeker is dat er vele eurolanden zijn die hier niets voor voelen en er zelfs felle tegenstanders van zijn.

Hoe zal een mogelijke nieuwe Nederlandse regering met D66 als voorstander van verdere integratie en GroenLinks hier tegenover staan.
Wat de EU polls aangeven is duidelijk, maar de verkiezingen zijn nu eenmaal voorbij.

Want in essentie  gaat het niet over verschillende snelheden maar over verschillende opvattingen over de aard van de Europese Unie.
En is de eurozone zo’n succes.
Daarover meer.


mardi 21 mars 2017


Het is niet òf we de EU willen maar welke EU


Die ondoorzichtige EU waarvan op 25 maart de toekomst zal worden besproken door de Regeringsleiders van de EU lidstaten

De eurofielen in de Europese Unie juichten toen de uitslag van de Nederlandse verkiezingen bekend werd. Nederland is pro-EU, de populisten zijn verslagen.
Eurofielen kunnen echt zien wat ze willen zien, dat blijkt geregeld in de EU.
Het koddige is immers dat in feite het populisme juist  is toegenomen.
Allereerst heeft de PVV,  volgens de EU een populisten partij, vier zetels meer gekregen terwijl daarentegen de regerende pro-EU partij VVD er negen verloor.
Bovendien, al had de PVV bij wijze van spreken vijftig zetels veroverd,  dan was er nog geen populistische regering in Nederland gekomen omdat daar een meerderheid van 76 zetels minimaal voor nodig is die de PVV nooit bij de andere partijen zou hebben kunnen vinden.
Of zouden politici denken dat ze zo de werkelijkheid naar hun hand kunnen zetten. Of begrijpen ze het eenvoudig niet.

Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik, als ik het portret van een politicus op mijn kamerwand zou willen hangen dat het portret van de Oude Vader Willem Drees zou zijn maar geen van zijn opvolgers.

Maar door de Brexit, de wankelende euro, de andere kijk op de EU van de nieuwe Oost Europese lidstaten, het vluchtelingen probleem, de nieuwe nationalistische politieke lijn van de USA,  en de toenemende groei in het westen van wat de EU noemt populistische groepen en populistische politieke partijen die zich niet in de huidige EU structuren kunnen vinden, is een nieuwe oriëntatie op de toekomstige vorm en functies van de Europese Unie noodzakelijk geworden.

De Europese Commissie heeft daarbij al een schot voor de boeg gelost in een Witboek met vijf verschillende scenario’s die ik in een vorig blog heb opgesomd van louter economische samenwerking tot een Federale Centralistische Unie toe.

Dit blog is er eigenlijk een in een serie van mijn vorige blogs die de diverse aspecten van de Europese Unie, zoal ik ze als amateur zie, vanuit mijn gezichtspunt toelicht.

Wat van wezenlijk belang zal zijn is wat onze demissionaire premier Rutte voor standpunt zal innemen bij de besprekingen van de Europese Regeringsleiders over die toekomst van de Europese Unie op 25 maart a.s.

Uit voorbesprekingen blijkt al dat er bij die informele bijeenkomst geen eensgezindheid te verwachten valt maar dat er door de grote vier (zie vorige blogs) wel druk zal worden uitgeoefend om het meer snelhedenbeleid met verdere integratie van de kern (lees eurozone) tot fiscale unie te doen aanvaarden.
Ik lees dat onze demissionaire minister van financiën annex voorzitter van de informele eurogroep er voorstander van is om het ESM om te bouwen tot Europese Monetair Fonds, (net zoals het Europees Parlement wil) een flinke stap in die richting.

Voor velen onder ons is die EU een ondoorzichtige organisatie in Brussel die de lidstaten steeds sterker beïnvloedt door oekazes over allerlei aspecten van ons nationale leven.
Maar hoe steekt die EU nu eigenlijk in elkaar, simpel gezien. Welke zijn de belangrijkste organen, “institutions” ervan en wat doen die eigenlijk.

Een regeringsleider van elk land, 27 in aantal na de Brexit,  heeft zitting in de European Council (Raad van Regeringsleiders), het hoogste orgaan in de EU. Zij bepalen, met in achtneming van de bepalingen in de verdragen, die up to date gebracht zijn in het Verdrag van Lissabon en verder uitgewerkt in de Functioning of the Union het beleid van de Europese Unie in unanimiteit.
Iedere Regeringsleider heeft dus het Vetorecht.

Elke lidstaat is voorts vertegenwoordigd in het Europees Parlement dat wordt samengesteld uit een aantal inwoners van die lidstaat via verkiezingen in elke lidstaat apart.
Zij keuren wetsvoorstellen door de Europese Commissie goed of af.
Het Europees Parlement probeert al tijden lang meer macht naar zich toe te trekken.

De Council (Raad van Ministers) bevat de vakministers van alle lidstaten in verschillende samenstellingen.
Zij keuren met gekwalificeerde meerderheid wetsvoorstellen door het Europees Parlement bij hen ingediend goed of af maar dienen zelf geen voorstellen in.

De Europese Commissie (huidige president de heer Juncker) omvat nu een aangewezen vertegenwoordiger van elke lidstaat die een discipline krijgt toegewezen.
De Commissie adviseert de Raad van Regeringsleiders.
Deze Commissie dient wetvoorstellen in bij het Europees Parlement, het Europees Parlement keurt ze goed of af en de Raad van Ministers geeft de uiteindelijke goedkeuring of afkeuring of stuurt ze terug naar het EP.
Maar de Raad van Regeringsleiders kan daarbij ook een rol spelen.
De Commissie  voert de goedgekeurde  besluiten uit en heeft het toezicht op de uitvoering door de lidstaten van deze besluiten.
De Commissie heeft 30.000 Brusselse ambtenaren tot hun beschikking voor de uitvoering van deze taken.
De facto is de Commissie het machtigste orgaan van de Europese Unie en de eurozone.
Ook de Commissie trekt steeds meer macht naar zich toe van taken die in het verdrag aan zowel de EU als aan de lidstaten zelf zijn toegewezen.

Het is niet de vraag of de EU zou moeten worden opgeheven want Europa zonder Europese Unie zou onwerkbaar zijn.
Maar de vraag wat de EU nu werkelijk is of zou moeten zijn wordt steeds diffuser.
Wat begonnen is als een economische overeenkomst tussen zes landen is uitgegroeid tot een politiek netwerk van 27 (sorry, ik laat GB al weg) lidstaten met een administratief apparaat van tussen de 30.000 en 50.000 medewerkers in Brussel, Frankfurt en Luxemburg.
In het Verdrag van Lissabon is een competentieverdeling bepaald tussen de EU en de individuele lidstaten.
De Unie heeft een eigen munt, de euro en is volgens de verdragen een EMU, een Economische en Monetaire Unie.

Maar de facto is de euro niet de enige munt van de unie en is de EU beslist geen EMU.
En de facto is de competentieverdeling in het verdrag van Lissabon zo vaag dat er vele gebieden zijn van gedeelde competentie waar Brussel (de Commissie) zich grotendeels van meester heeft gemaakt.
De bestuursstructuur is gecompliceerd en onmachtig.
Het beleid wordt met unanieme stemmen bepaald door het hoogste orgaan, de Europese Raad van Regeringsleiders. Vetorecht dus.
Aangezien er op velerlei gebied geen overeenstemming bestaat is dat een in feite onmogelijk constructie.
Dat beleid moet worden uitgevoerd door de Europese Commissie die het enige orgaan is dat voorstellen kan doen aan het Europees parlement die vervolgens na bespreking (en eventueel geadviseerde aanvullingen) ter definitieve goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad van Ministers die er met een gekwalificeerde stemming, dus niet gewone meerderheid van stemmen over beslist en dus al dan niet goedkeurt en zo het beslissende woord heeft.
Daarnaast is de Europese Commissie met het 30.000 medewerkers Brusselse ambtenarenapparaat het uitvoerend orgaan (institution) van deze beslissingen en het controlerend orgaan op de uitvoering ervan.
Daarbij gaat het niet alleen om de in het verdrag van Lissabon exclusief aan de EU toegewezen taken maar ook de door de EU en de nationale parlementen gedeelde taken, volgens het proportionaliteit en subsidiariteit beginsel  op het laagst efficiënte niveau uit te voeren,  die echter in toenemende mate naar het hogere niveau van de Commissie zijn overgegaan.

De euro is ingevoerd voor een door het verdrag van Lissabon mogelijk gemaakte voorlopers groep en wordt nu door negentien lidstaten gebruikt.
De situatie daar heb ik al in vorige blogs  overdacht.
Ook over de toekomst van de eurogroep wordt gediscussieerd en zijn er verschillende meningen.
Bij sommige van die meningen vindt men niet veel meer terug van de voorwaarden die in de verdragen aan de invoering en het gebruik ervan worden gesteld zoals directe onderlinge hulp en de fiscale beperkingen die de lidstaten zich moeten opleggen.
Daarvoor zouden dus wijzigingen in het Verdrag van Lissabon nodig zijn.

In feite wordt er op 25 maart aan de hand van de vijf scenario’s door de Commissie opgesteld en de opvattingen van de Regeringsleiders over gediscussieerd  hoe aan de  toekomst van de EU en eurozone vorm zal worden gegeven.

We gaan dus roerige tijden tegemoet waarbij we er voor moeten zorgen dat er niet zonder ons maar wel over ons, wordt beslist.
Want het is onze Europese unie en onze eurozone.



dimanche 12 mars 2017










Wat ik vreesde is gebeurd. 
Omdat geen van de partijen (behalve de PVV) bij de verkiezingen hun standpunt heeft bepaald over de toekomst van de EU concludeert Brussel (en de andere EU landen) nu dat Nederland pro EU is zonder restricties.
Wil Nederland een EU met verdere euro integratie met fiscale unie of een EU met meer macht terug naar de eurolanden zelf.
Dat is het vraagstuk. 
Zonder dat is het een teken voor Brussel op de oude weg door te gaan.

Het dualisme tussen Nationale Politiek
en
Europese Unie Leiders Politiek
en
Europees Parlement Politiek.



Wat gaat er van de Europese Unie worden.

Zou het optreden van Turkije bij het reclame willen maken voor de ja stem bij het referendum nu eindelijk eens een samenhorigheid van de EU kunnen tonen in plaats van wegkijken en negeren.
Want wat heb je aan de EU als er overal in de EU Turkije voorstemmers wil winnen bij dubbele paspoorthouders die dus dubbel stem gerechtigd zouden zijn en de EU kijkt weg ver weg..
De vraag is simpelweg kan het  dat de ene EU burger twee maal stemrecht heeft door dubbele nationaliteit en de andere slechts één stem.
Mijn, maar misschien onnozele instelling is, een keuze voor de een of de ander maar niet beide.
Of het nu is voor verkiezingen of voor een referendum.


Wikileaks leaks hacking techniques of CIA.

CIA does not spy on American citizens, says the CIA

FBI chief states that even conversations between husband and wife are not safe from spying

Welk van de twee is nu waar.

Misschien allebei want er zijn vele organisaties die zich met afluisteren bezig houden.

En wie dan de opdrachten geeft voor dat afluisteren blijft duister.

En wat Fake News is voor de een is the Real Truth voor de ander.

Het is eigenlijk simpel zo: waarheid is wat je wil geloven al is het strijdig met de feiten.

Kijk naar de arme Galileo en de zon of de aarde die het middelpunt was.

Want feiten zijn tijdelijk en aan twijfel onderhevig maar geloof is eeuwig en onbetwistbaar.

Dat geldt nog steeds.

Het verschil tussen science and faith,  echte wetenschap en geloof.

En vaak wordt het begrip science, wetenschap, op grove of subtiele wijze misbruikt.



Tusk, ondanks tegenstand van zijn eigen vaderland, herkozen als president van de Raad van Regeringsleiders van de Europese Unie hoewel hij geen regeringsleider meer is en dus Polen niet meer vertegenwoordigt.

Dus voor het eerst een President van de Raad van Regeringsleiders die geen regeringsleider is.



Draghi beroept zich op de lage core inflatie om door te kunnen gaan met zijn 80 miljarden, per maand , sorry, 60 miljarden bijdrukken en opkoop van obligaties en de (negatieve) rente politiek.

Die core inflatie omvat nu juist  niet die zaken die de eerste levensbehoeften zijn: levensmiddelen en olie, energie.

Want die drijven de echte inflatie op die in de portemonnaie te voelen is, de prijsstijgingen  tot boven de 2%.

Dat betekent als er geen looncompensatie tegenover staat zo’n 2% koopkrachtverlies.

Vooral voor de ongeveer 25% die armoede lijden of er  tegenaan zitten een flinke klap.

Zeker in de armere eurozone landen waar er eerder loonsverlagingen dan loonsverhoging zijn.

Maar de modellen zeggen het en de modellen regeren.

Kloppen de feiten niet dan zijn de feiten fout.

Althans zo denk ik dat ik het moet zien.

En voor de lidstaten is het voordelig net als voor de aandelenmarkten maar niet voor de bevolking.

Dit blog is weer lang en weerbarstig. Maar het is ons Nederland waar het om gaat en wat er met ons Nederland in de eurozone verder gaat gebeuren.

En we staan op een punt dat er keuzes moeten worden gemaakt.



Nederland gaat de laatste week in voor de nationale tweede kamer verkiezingen.

Vele politieke partijen doen mee met elk hun eigen programma.

Zij komen  met hun eigen programma in de  tweede kamer en vertegenwoordigen zo hun kiezers, zij het dat altijd compromissen moeten worden gesloten om een regeringsmeerderheid te verkrijgen (of werkbare minderheid).



En bij de verkiezingen voor het Europees Parlement doen natuurlijk ook de Nederlandse politieke partijen mee.

Nederland kreeg bij de 2014 verkiezingen voor het EP 26 zetels toegewezen van de in totaal 751 EP zetels . 

Het CDA won  vijf zetels, de PVV vier zetels, VVD drie zetels, D66 vier zetels, PvdA drie zetels, Groen Links twee, SP twee, Cu een, SGP een, PvdD een.

Dat is dus de Nederlandse visie vertegenwoordiging.



Maar in het EP worden ook weer partijen gevormd waar de Nederlandse politieke partij vertegenwoordigers  zich  bij aansluiten



De belangrijkste zijn de EEP (christenen) (CDA), 217 zetels,  de S&D (socialisten), PvdA) 189 zetels  en ALDE (liberalen), (VVD, D66) 68 zetels, de groenen, (GL,52 zetels).



 Zij vormen de meerderheid in het EP en maken dus de dienst uit.

Men kan zeggen dat zij de eurofiele groepen vormen 



Maar……….



De koers van de partijen in het EP  kan behoorlijk afwijken van die van de eraan deelnemende partijen in het nationale parlement

Zo zien we VVD en D66, elkaars concurrenten in het nationale parlement, broederlijk samen zitten in ALDE, de liberale fractie in het EP die veel eurofieler is dan de VVD in de nationale politiek en met dat ALDE meestemmen.



Dat zeg ik omdat er tijdens de verkiezingscampagne in Nederland als ik goed heb gehoord Rutters opmerkt dat in de EU het eurofilisme wel meevalt.



Dat zou kunnen slaan op de vijf scenarios van Juncker voor de toekomst van de EU die ik een in vorig blog heb genoemd.

Maar ook daar zien we dat dualisme.

Want Merkel steunt de meer snelheden optie samen met Frankrijk, Italië en Spanje (drie landen die er financieel niet bepaald florissant voorstaan).

Maar het zijn geen snelheden!

Bij die optie integreert juist dan juist de kern verder, en dat is duidelijk de eurozone,  en de andere landen blijven er wat bij bungelen.

Dus een eurozone die verder samensmelt en andere losse lidstaten die dat juist niet doen.

Want, zoals ik al  heb gezegd het gaat niet om snelheid maar om opvattingen over wat de EU zou moeten zijn.

En de vraag is of alle eurolanden, dus ook Nederland,  verder willen integreren en tot een fiscale of zelfs politieke unie willen komen met eigen eurozone ministerie van financiën, gezamenlijke  eurozone begroting en uitgavenpatroon en gezamenlijke eurozone 90% staatsschuld, terwijl er dan andere EU landen met totaal andere inzichten om heen draaien.

Een soort geïntegreerde Eurozone= kern Europese Unie  met satellieten.

De oude Benelux landen vergaderen er over met de Visegrad groep, Polen, Hongarije,Slowakije en Tjechië en willen ook praten met de Baltische lidstaten en de noordse staten.

Want willen de eurolanden bijvoorbeeld alle meedoen met de verdere integratie van die eurolanden tot een fiscale  unie van de eurozone zoals het EP voorstelt en de grote vier (Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje) in de meer snelheden optie voorstaan met een verder integrerende kern, hoewel ik niet kan voorstellen dat Duitsland in zou stemmen met een fiscale unie zonder politieke unie.

Maar mocht Schulz, een nog groter eurofiel dan Merkel, de verkiezingen winnen dan zou Duitsland wellicht wel instemmen.

De voortekenen tijdens de laatste bijeenkomst van de EU Raad van Regeringsleiders zijn niet gunstig nu Polen, verstoord over de herbenoeming van Tusk met zijn  vetorecht dreigde en een fel debat met Hollande volgde die dreigde de subsidiekraan naar Polen dicht te draaien hetgeen Polen als chantage pareerde.



Wat willen de Nederlandse politieke partijen.

Dat komt bij deze verkiezingscampagne niet aan de orde.

Maar het bepaalt wel onze toekomst.

En Polen heeft het “meersnelheden Europa” dus al bijna getorpedeerd tot woede van Frankrijk en Duitsland door met een veto te dreigen.



Maar zie dan wat het Europees parlement intussen heeft voorgesteld.

Want dan ziet men ineens weer die onzinnigheid van de vraag wel EU of niet-EU.

Die onzinnige vraag.

Want zoals niet alleen uit de vijf scenario’s van Juncker voor de bijeenkomst op 25 maart a.s. van de Raad van Regeringsleiders blijkt, maar ook uit de visie van het Europees Parlement is het  niet de vraag of men de EU “überhaupt” wil maar de vraag welke vorm van de Europese Unie we willen.

Een vraag die bij onze nationale verkiezingen dus niet gesteld wordt maar voor onze toekomst wel uiterst belangrijk is.



Want het Europees Parlement bijvoorbeeld wil meer zeggenschap over de eurozone en de controle erover naar zich toetrekken.



Ik begin bij het eind van hun wensen omdat dat de essentie is.



Functie van President van de eurogroep (Dijsselbloem dus nu) en die van de Commissaris voor Economische en Financiële zaken van de gehele Europese Unie samenvoegen en benoemen tot Vice President van Commissie (dus de EU neemt het van de eurogroep over).

Binnen de Europese Commissie een Ministerie van Financiën en een Minister van Financiën voor de eurozone met alle nodige macht en financiële middelen.

Controle daarover door het EP voor de parlementsleden van de deelnemende landen.

Naar mijn mening dus van de eurozone een fiscale unie maken met eigen ministerie van financiën en eigen middelen.



Volgende belangrijke punt:



Het EP wil structurele hervormingen, de bankenunie voltooien, en een fiscaal fonds vormen om van de eurozone een echte Optimale Muntunie te maken, een Optimal Currency Area.

Daarvoor willen ze het ESM noodfonds ombouwen tot een Europees Monetair Fonds (zoals het IMF wereldwijd doet) dat zo rijk is dat het schokken in een enkel euroland maar ook in alle eurolanden samen kan opvangen.

Gefinancierd door deelnemende lidstaten en later uit eigen middelen (zou dat belastingheffing zijn, vraag ik me af?)

Er moet naast het S&G Pact economische en de sociale convergentie (=samensmelten) komen voor structurele hervormingen, modernisering, concurrentie verbetering.

Er moet een eurozone fiscale capaciteit (=geldfonds) zijn met een lange termijn strategie voor houdbaarheid van de schulden en schuldvermindering, groeivergroting en investeringen in eurolanden zodat de overall financieringskosten en schuldpercentages dalen.

Heldere regels voor betalingen en terugbetalingen maar budget neutraal over een langere cyclus.

Het eurobudget moet voldoende groot zijn om te investeren voor grotere vraag en volledige werkgelegenheid.

Is dat wat Nederland wil?

Want  denk dus niet dat de eurofielen zich zo gemakkelijk van hun Federaal Europa af laten brengen.

Onze minister president is van mening dat de eurofilie zo ver is afgenomen dat die hartstocht verslapt is.

Maar hoe komt hij daarbij.

Bij het Europees Parlement en de grote vier leeft hij nog volop en niets is dus minder waar.

Neem P8_TA_PROV(2017)0050 van 16 februari 2017.

Maar de meerderheid van het Europees Parlement  (christenen, socialisten en liberalen) zien de toekomst van de eurozone als hierboven uiteengezet.



Meer hierover als men dat wil weten op

Naarhethemleek.blogspot.fr



Op 25 maart a.s. bij het 60 jarig jubileum van de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (dus niet de Europese Unie) worden de beleidslijnen voor de komende jaren besproken door de European Council, de Raad van Regeringsleiders, het machtigste orgaan van de EU.

Op basis van de vijf opties van Juncker en in het achterhoofd, denk ik,  de voorstellen van het Europees Parlement.

Wat de Grote Vier willen is duidelijk, maar er zijn nog vierentwintig andere EU lidstaten (of drieëntwintig als we GB alvast niet meer meetellen).

Zullen zij zich voegen naar de Grote Vier die duidelijke de dienst willen uitmaken.

Het zal een heftige bijeenkomst zijn, zo lijkt het.

Want er zijn ook nog de bepalingen in de Verdragen.

Of tellen die niet meer mee.



Maar zoals altijd zijn dit alleen maar de overpeinzingen van een amateur die van tijd tot tijd de verschillen ziet tussen wat de bevolkingen (referenda), de parlementen (partij politiek) voorstaan en het Europese Unie niveau, waar weer de regeringsleiders (European Council) en de Europese Commissie hun eigen visies hebben met een nog steeds vrijwel onmachtig Europees Parlement dat ook meer macht wil verwerven.

dimanche 5 mars 2017

Dualisme en de euro

De plannen van het Europees parlement voor de eurozone staan op naarhethemleek.blogspot.fr
Het volgende blog na "dualisme en de euro"  gaat over "denk niet dat de Eurofilen hun visie op Europa zo gemakkelijk zullen prijsgeven".

Mijn vorige blog ging over het dualisme in de EU.
Deze keer een lang, ingewikkeld maar belangrijk onderwerp.


Datzelfde dualisme zie ik ook in de euro.
Denk er om, niet de eurozone,  want de euro is de enige munt van de Europese Unie en de eurozone bestaat uit EU lidstaten die voorliepen op de andere en aan de toelatingsvoorwaarden voldeden (maar nu niet meer).
In de voltooide EU zullen dus alle lidstaten de euro ingevoerd moeten hebben.

Maar er is alweer dat dualisme want hoewel de euro de enige munt zou zijn waren er al twee lidstaten die een uitzonderingspositie innamen: geen euro maar eigen munt behouden.
Denemarken en Groot Brittannië maakten bij het verdrag van Lissabon dat voorbehoud.
En, pragmatisch bezien, willen alleen nog maar lidstaten de euro invoeren als zij daar voordeel in zien.
Want landen als Zweden, Polen, voelen er niets voor.
Daarnaast zijn (en komen er) bij de Europese Unie alleen maar landen bij die absoluut niet aan de voorwaarden voor de euro voldoen.
Maar dat was niet voorzien in het verdrag van Lissabon.

Zoals ik al zei was er het dualisme in enerzijds de vrijheid voor de lidstaten om een eigen fiscale politiek te voeren en anderzijds voorwaarden te stellen die die vrijheid beknotten.
Voorwaarden, althans volgens velen, die het de landen juist onmogelijk maakten de optimale fiscale politiek van belasting, uitgavenpatroon, investeringen te voeren die bij dat land paste.

Maar veel ingrijpender en dualistischer was de beperking (al in het verdrag van Maastricht) dat lidstaten elkaar niet direct financieel mochten steunen hetgeen eveneens gold voor de ECB, de Europese Centrale Bank.
Want dat dualistische schuilt in het woord “direct”, dus rechtstreeks van het ene land naar het andere.

De grondgedachte hierachter was enerzijds die van de “convergentie” oftewel nader tot elkaar komen, naar elkaar toegroeien waardoor zulke hulp niet nodig zou zijn.
In feite de grondfilosofie van de Europese Unie.
Achteraf gezien een onnozele veronderstelling dat alleen positieve ontwikkelingen mogelijk waren en geen negatieve.
Aan de andere kant was het een voorwaarde van, naar ik meen het wat voorzichtiger Duitsland, om te voorkomen dat er landen zouden zijn die op andere gingen steunen in plaats van te “convergeren”.
Een vooruitziende gedachte maar helaas ontkracht door dat begrip “direct”.
Want we zien nu, dat in plaats van die verboden directe gerichte financiële steun van land aan land er een kunstmatige situatie geschapen moest worden van “indirecte steun” via een door de lidstaten gefinancierd zelfstandig fonds (Europees Stabilisatie Mechanisme) dat landen in acute liquiditeits problemen te hulp schoot na uitvoerige onderhandelingen (Griekenland als ontluisterend voorbeeld) waardoor steeds onnodige vertraging bij die hulp optrad.

Datzelfde geldt voor de Europese Centrale Bank die in plaats van direct hulp te bieden aan lidstaten dit nu via een omweg moet doen door via een bank ongericht obligaties van alle eurolidstaten aan te kopen om dat “direct” te vermijden waardoor ook hier de effectiviteit in het gedrang komt.
Want daardoor ontstaan de huidige Duits/Nederlandse toestanden, te weten dat juist die sterke landen meer profiteren van de obligatieaankopen in plaats van de beoogde zwakke.
Zo vindt juist desconvergentie oftewel uit elkaar groeien plaats.

Daarnaast zien we het Target 2 Systeem (eveneens beheerd door de ECB), een soort clearinghouse voor betalingen van lidstaten (en enkele andere) onderling waar dagelijks de betalingen van leveringen door eurolanden onderling verrekend worden en dus aan het eind van elke dag een nul nul situatie zou moeten ontstaan.
In plaats hiervan krijgt het (naar mijn mening althans) het karakter van een soort bank van lening waar landen als Duitsland en Nederland grote vorderingen hebben uitstaan en zwakke landen enorme schulden.
Natuurlijk zullen die uiteindelijk verrekend moeten worden, maar wanneer en hoe en waar de financiën hiervoor vandaan moeten komen blijft vaag.
Ook hier weer het dualisme tussen opzet en realiteit.

Dan het dualisme tussen de voorwaarden voor invoering van de euro en de uitvoering ervan.
Volgens mij de grondoorzaak van alle problemen in de eurozone.
Enerzijds werd naast de maximale schuld van 60% van het bruto binnenlands product (BBP of GDP) een maximaal begrotingstekort van 0,5% geëist (in bepaalde gevallen iets hoger).
Daardoor kon slechts een minimale schuldvergroting per jaar optreden.
Een bij voldoende economische groei dus uitstekende regel.
Maar daartegenover stond de regel dat pas bij een overschrijding van een begrotingstekort van 3% de Europese Unie (en de Commissie als uitvoerend en controlerend instituut dus) corrigerend zou  optreden (en dat in de praktijk nog nimmer heeft gedaan).
Want een voortdurend begrotingstekort van 3% (dat wil dus zeggen elk jaar 3% meer uitgeven dan er, economische groei inbegrepen, binnenkomt) houdt in dat de staatsschuld elk jaar ook met 3% toeneemt zonder dat de Commissie het recht heeft in te grijpen.
Aangezien al snel die 3% door de lidstaten als grens werd gehanteerd (en vaak ongestraft overschreden, het allereerst door Duitsland en Frankrijk) was het logisch dat de staatsschuld ook elk jaar met die drie procent (of meer) steeg.
Ook tegen de daardoor ontstane te hoge staatsschuld trad de Commissie niet op.
Bovendien was door  de lage rentetarieven door de ECB ingesteld lenen ook erg goedkoop en dus extra aantrekkelijk.
Het gevolg is nu staatsschulden van de eurolanden die variëren van zo’n 40% tot 180%.

De eurolanden deden aan schuldfinanciering in plaats van groei financiering.

Een volgend dualisme is het karakter van de eurozone zelf.
Ik praat daarbij niet over het feit dat hij voortkomt uit de mogelijkheid in het verdrag dat een
aantal  landen gezamenlijk een voorsprong neemt op de andere en dus een dualisme schept maar dat hij toch geheel en al onder de zeggenschap van de Commissie valt en wat dat betreft dus weer geen uitzonderingspositie heeft.

Enerzijds stellen de eurolanden zich op als een eenheid (unie in een bepaalde uitleg van dat begrip).
Zo is er de groei van de eurozone, het begrotingstekort van de eurozone, de staatsschuld van de eurozone, de werkloosheid van de eurozone, de inflatie van de eurozone, de handelsbalans van de eurozone.
Opzettelijk gebruik ik “van” en niet “in”.
Want “in” de eurozone zien we de groei, begrotingstekort (of overschot), staatschuld, werkloosheid, inflatie, handelsbalans en betalingsbalans van  elk euroland.
Van elk euroland zien we de handelsbalans en betalingsbalans met landen buiten de eurozone maar ook met landen binnen de eurozone, mede eurolanden.
Want onderling zijn de eurolanden elkaars concurrenten en drijven handel met elkaar.
De twee gezichten van de eurozone, naar buiten en naar binnen.
En dat gezicht naar buiten geeft geen goed beeld van de werkelijkheid en lijkt een eenheid te suggereren die de enorme verschillen tussen de eurolanden onderling verbergt.
Kijk maar naar de grafieken die ik in de loop van mijn blogs uit officiële gegevens heb vervaardigd.
Van straatarm tot redelijk welvarend.
En dan praat ik over de staten, niet over de bevolking want een staat kan welvarend lijken over de ruggen van de bevolking.

Het gaat dus niet goed met vele ook zeer belangrijke eurolanden.
Men kan dat natuurlijk verzwijgen of anders voorstellen maar de werkelijkheid laat zich niet dwingen.

Er zijn voor de toekomst van die eurolanden (en dus ultiem voor alle EU landen) allerlei meningen.
Het zal duidelijk zijn dat die toekomst visies verschillen tussen de meer welvarende en de zwakke eurolanden.

De zwakke landen dringen aan op transfer unie, fiscale unie, eurolanden ministerie van financiën, gezamenlijke begroting en uitgavenpatroon, gezamenlijke schulddeling, kortom volledige financiële unie maar daarentegen geen politieke unie, dat wil zeggen geen gezamenlijke belasting wetgeving, sociale wetgeving (pensioenen, uitkeringen).
Het een zonder het ander is echter onredelijk en onrechtvaardig

De sterke landen wijzen dat af (en volgen daarmee de verdragen en het Stabiliteit en Groei Pact) en eisen hervormingen in de zwakke landen van bureaucratie, arbeidsrecht, sociaal recht en innovatie.

Bovendien, gezien de ervaringen tussen Noord Italië en Zuid Italië (onlangs nog beschreven) is een transfer of fiscale unie zinloos.
Zuid Italië; ondanks de constante geldstroom noord zuid, heeft het nog steeds slechts 50% economie vergeleken met noord Italië, net zoals in het verleden.
Kijk ook zelfs naar de ontwikkeling in oud West en oud Oost Duitsland.
Een oplossing binnen de unieke euro lijkt uitgesloten.

Een duaal muntstelsel lijkt mij persoonlijk de enige oplossing met handhaving van de euro (in de gehele EU zoals het verdrag stelt).
Berlusconi heeft onlangs dat idee van het dubbele muntstelsel weer als oplossing voorgesteld.

De EU en die eigenlijk informele eurozone staan weer op een kiesmoment.
Juncker heeft vijf eigenlijk even onmogelijke opties gepresenteerd.
Want er is een sliding scale in de EU, niet een keuze tussen vijf opties.

Die sliding scale beweegt zich simpelweg tussen aan de ene zijde een politieke unie en aan de andere een terugkeer naar de Europese Economische Gemeenschap.
Een Politieke Unie dat wil zeggen met een door de totale bevolking gekozen parlement en een regering op basis van de meerderheid in dat parlement met een gemeenschappelijke wetgeving en gemeenschappelijke taal.
Want dan pas is er sprake van een echte politieke unie.
Maar zo’n politieke unie is duidelijk een illusie in deze tijd waarin juist meer nationalisme (populisme volgens de EU) onstaan is mede door onvrede over het functioneren van deze EU en de wens minder macht aan Brussel toe te kennen en dus juist macht terug te halen naar de nationale parlementen.
Maar het is voor het 30.000 personen groot EU bestuur in Brussel toch de meest voor de hand liggende optie.

Maar zolang niet aan al die voorwaarden voor een echte politieke unie wordt voldaan  is er een alleen een samenwerkingsverband, welke naam men er ook aan zou willen geven.

Aan de andere kant van de schaal is er dan de oude, beproefde Europese Economische Gemeenschap met vrijhandel en tot op zekere hoogte open  grenzen maar zonder politieke eenheid.
Alles tussen die twee blijft behelpen, is niet ideaal.

Overigens, een EU met twee of meer snelheden lijkt mij hypocrisie.
Er is geen sprake van snelheden maar van principiële verschillen in wat die EU moet zijn. Dat heeft niets met snelheid te maken.
Tenzij men met snelheid wil suggereren dat het eindpunt toch altijd die Politieke Unie moet zijn.

Dat brengt mij tot de laatste gedachte hierover. Maar een belangrijke.
De eurozone, hoewel onderworpen aan het gezag van de Commissie, ontwikkelt zich wat regelgeving betreft zelfstandig, los van de andere EU landen.
Maar elk EU land dat de Euro als munt aanvaardt valt onder deze speciale eurozone regelgeving.
Daaruit volgt logisch dat in de voltooide Europese Unie, als alle lidstaten (behalve Denemarken, want Groot Brittannië is dan geen lid meer) de euro hebben ingevoerd de eurozone wetgeving de EU wetgeving is geworden zonder dat de nieuwe euro invoerders daar zeggenschap in hebben gehad.
Dat was ook een van de zorgen van GB voor zij voor de Brexit kozen.
Weer een van die dualismen.

Maar dit zijn ook weer de overwegingen van een amateur, een leek, die alleen maar van afstand waarneemt wat er zich allemaal afspeelt in de Europese Unie.
En dan te denken dat de EU maar een steeds minder belangrijk onderdeel van de uitdijende wereld economie is.
Met uitgeputte grondstoffen en dus afhankelijk van invoer.
Afhankelijk van andere economieën dus.
















jeudi 2 mars 2017

De vijf scenario’s van Juncker
dualisme of absolutisme


De verkiezingsstrijd in Nederland draait op volle toeren, Wilders kan weer zonder al te veel risico zich overal begeven beschermd door uitgelezen militairen.
De partijen zetten zich tegen elkaar af voor het binnenlands beleid.
Op radio en tv en nu ook op internet worden de degens gekruist. Financiën berekend, inkomsten en uitgaven.
Alsof Nederland een zo zelfstandig land is dat het volledige zeggenschap over eigen doen en laten en financiën heeft.
Want Nederland is lid van de Europese Unie en die eist steeds meer zeggenschap over ook Nederlandse belangen op.
En Nederland is ook lid van de eurozone waar een constante strijd is over geldverdeling, schulden beheer, en gezamenlijke begrotingen met zelfs als plan een euro ministerie van financiën.
Om een klein voorbeeld te geven, Nederland met zuinigheid en vlijt heeft een keurige boekhouding die spoort met de voorwaarden in de EU verdragen.
De schuld is net boven de 60%, dat is waar, maar het begrotingstekort kan zelfs worden omgezet in een begrotingsoverschot en de groei is goed.
Dat is Nederland als Nederland.
Maar eurozone  wijd is de toestand anders, als geheel heeft de eurozone een begrotingstekort van meer dan 2% en een lagere groei dan Nederland en, als ergste een schuld van meer dan 90%.

In die eurozone komst steeds meer druk om te “vergezamenlijken”.
Schulden gezamenlijk delen.
Dat zou betekenen dat het Nederlandse deel daarvan ineens boven de 90% zou komen te liggen.
Een eurozone ministerie van financiën  met  “gezamenlijke begroting”, dat wil zeggen dat er geld vloeit van Nederland naar de zuidelijke landen om de begrotingstekorten daar terug te dringen.
Het is redelijk kan men zeggen dat we dat alles samen doen.
Maar vergeet niet dat de wetgevingen van de eurolanden niet hetzelfde zijn.
Daar doen we juist niet alles samen en dat is ook onmogelijk.
De verschillen tussen de landen zijn te groot.
Denk aan pensioenregelingen en leeftijden, aan minimumlonen en sociale uitkeringen. Die verschillen hemelsbreed.
Dus is het niet redelijk dat Nederland zou bijdragen aan de andere uitkerings en belastingsystemen van andere eurolanden.

Daarover wordt in de verkiezingstijd niet over gesproken door de partijen. Maar het ligt wel in de weg van ook onze toekomst. Hoe staan de partijen tegenover de nieuwe voorstellen van Juncker.
Want die gaan door onze minister president eind maart besproken worden.
En die zal moeten uitdragen wat de partijen willen, niet wat hij/zij als lid van de Raad van Regeringsleiders vindt.
En de partijen moeten zich daarin houden aan de wens van de kiezers.
Maar als je daar niet over praat houd je de kiezers daar ook buiten.

Eind deze maand, 25 maart,  komen de Presidenten en Prime Ministers van de Europese Unie bijeen om 60 jaar na de oprichting van de EEG, de Europese Economische Gemeenschap,   de politiek van de huidige EU voor de komende vijf jaar te bespreken en, optimistisch gezien, vast te leggen.
Ook onze premier zal daar bij zijn.
Wat zal hij voorstaan.
Want dat bepaalt de toekomst van de EU en dus ook van Nederland.

Juncker, de President van de Commissie zal daartoe een witbrief van 39 bladzijden inbrengen waarin vijf verschillende mogelijke toekomstvisies voor de Europese Unie, zoals men waarschijnlijk in de pers heeft kunnen lezen.
Gisteren heeft hij deze witbrief in het Europese Parlement besproken.
De geschiedenis ervan is al ouder en gaat terug tot de omstreden “vijf presidenten verklaring” van 2015, waar Juncker ook en grote rol in speelde, die een verdere machtdeling (lees macht naar Brussel) aanbeval om tenslotte tot een echte Economische en Monetaire Unie te komen met eurobonds, risicodeling en tenslotte een “euro area treasury” dus een Ministerie van Financiën voor de eurozone maar (nog) geen geldtransfers.
Voorzover ik weet is dit voorstel op veel verzet gestuit.
Juncker’s vijf scenario’s kunnen nu, gesteund door de nieuwe crises, de Brexit, het vluchtelingenprobleem en de nieuwe USA politieke lijn, een nieuwe periode inluiden.
Maar de vijf presidenten visie is er één van en het is duidelijk welke Juncker nastreeft, hoewel hij geen voorkeur uitspreekt.

De vijf nieuwe visies zijn

Doorgaan zoals nu
Dus concentreren op hervormingen, banen, groei en investeringen.
Maar dat kan snel, zoals bij de vluchtelingen crisis, tot problemen  leiden om eenheid te vinden in dat beleid.

Concentratie op de single market en verder niets
En dus geen verdere politieke integratie, maar dan wordt de capaciteit om verenigd op te treden erg begrensd.

Twee (of meer) sporen Europa,
dus voor sommigen doorgaan zoals nu maar voor andere meer gezamenlijk zoals bij defensie,  zekerheid of sociale politiek. Maar beslissingen nemen op verschillende niveaus  maken Europa nog ondoorzichtelijker en onbegrijpelijker.
Rechten van burgers hangen dan af van tot welke groep zij behoren.

Minder doen maar effciënter
Gezamenlijk een aantal kerntaken met grote meerwaarde, veiligheid, immigratie, grensbewaking,en verdediging.
Op andere gebieden zou de EU zich dan kunnen terugtrekken

Veel meer gezamenlijk optreden
Dus op alle niveaus meer macht, middelen en besluitvorming te delen. Het centrale punt is de muntunie (de euro dus) wat voor de landen met dezelfde munt voordelig is is voor alle landen voordelig. Er komt een grotere rol voor de burgers.
(De superstaat dus)
Maar somigen kunnen twijfelen aan de legitimiteit of dat de nationale regeringen teveel macht wordt afgenomen.

Dualisme.

De Europese Unie is een voorbeeld van dualisme.
Er wordt in feite geen keus gemaakt maar alles aan de toekomst overgelaten.
Dat is historisch eenvoudig te verklaren.
De Founding Fathers van de EU zagen als ideaal beeld een echte Economische en Monetaire Unie en wisten heel goed dat die alleen te verwezenlijken zou zijn binnen het kader van een Politieke Unie, een centraal bestuurd en wetgegeven unie.
Zij wisten ook heel goed dat dat in 1992 niet te verwezenlijken zou zijn.
Toen (en naar mijn beste weten nu ook niet) zouden de zelfstandige lidstaten van de EEG zeker niet instemmen met een afstaan van hun macht aan een centraal bestuurd Europa.
Dus werd het hinken op twee gedachten, dualisme zonder duidelijke keuze.

In het verdrag van Lissabon nog wordt in het voorwoord gesproken over een “ever closer union” zonder te preciseren wat er onder “union” begrepen moet worden.
We hebben in Duitsland de “Union”, de samenwerking tussen CSU en CDU, maar geen gefuseerde partijen, zoals nu duidelijk te zien valt.
We hadden in het verleden de Sovjet Unie, die juist wel een centraal bestuurd aantal landen omvatte.
Er wordt niet gesteld dat die “ever closer union” een politieke unie zou moeten zijn.

In het verdrag van Lissabon wordt de machtsverdeling bepaald tussen het Centrale Apparaat en de lidstaten.
Precies welke zaken uitsluitend door het Centraal Apparaat, laten we zeggen Brussel, geregeld zouden worden.
Vervolgens welke zaken onder beider zeggenschap zouden vallen met dien verstande dat die op het best mogelijke laagste niveau geregeld zouden worden.
Maar in de praktijk werd dat steeds Brussel, de Commissie,  dat de “administration”, de overheid, steeds verder uitbreidde en steeds meer macht naar zich trok omdat die het best centraal kon worden uitgeoefend.
De nationale parlementen, die zich daartegen zouden kunnen verzetten en zelfs zouden kunnen weigeren, deden dat niet.
Integendeel, kijk naar de referenda in Frankrijk en Nederland die door de parlementen en regeringen genegeerd werden.
Zo werd in de praktijk steeds verder gewerkt naar een Union in de absolutistische zin.
Dualisme werd door Brussel geannexeerd.

Datzelfde dualisme vind ik terug bij de eurozone.
Terwijl de prijsstabiliteit bewaking werd toegewezen aan de ECB (samen met het alleenrecht euros te drukken) behielden de lidstaten de zeggenschap over hun eigen financiën, begrotingen, uitgevenpatroon en staatsschuld om zo hun economie optimaal te reguleren.
Maar tezelfdertijd werden hun stringente beperkingen gesteld bij dit recht.
Maximale begrotingstekorten, maximale staatschuld percentage zonder rekening te houden met onderlinge verschillen.
Wederom dit dualisme, de weigering een keus te maken.
Over die euro meer in mijn volgende blog.

Maar: eind maart zal onze minister president een standpunt moeten hebben bepaald over zijn/haar inzet bij de besprekingen over die vijf scenario’s.
Dat is belangrijker dan uit te maken wat juiste en wat onjuist populisme is.
Want populisme in de EU visie zijn alle opvattingen die tegengesteld zijn aan die van de EU.
Op 25 maart op het 60 jarig jubileum van de EEG beginnen de regeringsleiders dus te bepalen wat onjuist populisme is.
Bij de Nederlandse verkiezingscampagne blijft dit voor onze toekomst zo belangrijke standpunt buiten schot.
Alsof de vertegenwoordigers van ons land in het Europees Parlement, bijvoorbeeld die van VVD en D66 die daar broederlijk bij elkaar zitten in de Liberale Fractie onder leiding van de oer eurofiel Verhofstad die fel voorstander is van de Europese Superstaat in feite niet de Nederlandse VVD en D66 belangen en opvattingen zouden moeten behartigen.
Maar welke dan.
Maar, uiteraard, dit zijn alleen maar mijn overdenkingen, die van een gepensioneerde die de tweede wereldoorlog nog heeft meegemaakt en de gehele nasleep ervan.