samedi 31 octobre 2015



Indoctrineren en Informeren

De Wereld Gezondheid Organisatie, WHO,  officieel Verenigde Naties orgaan, joeg de gehele vleesminnende wereld de stuipen op het lijf.
Elke dag 50 gram vlees, bewerkt of puur gaf een 18% grotere kans op kanker.
Duidelijk voor velen dat hier de environmentalisten zo niet op hadden aangedrongen er toch wel verheugd over waren. Want die hebben overal behoorlijk wat plaatsjes veroverd.
De vreugde bij Wakker Dier was zelfs zo groot dat er een cartoon afkon met van verrukking dansende koeien die uitbrulden dat zij kankerverwekkend waren met een chagerijnig kijkende veeboer op de achtergrond. Wat een lol. Overigens naar ik uit Geen Stijl opmaakte snel weer van het  internet weggehaald. Zij zullen de bui wel hebben zien hangen. Iets te grote voldoening over dat angstaanjagende bericht.
De media brachten het nieuws met grote koppen.
Menig liefhebber van een gezond stukje vlees, althans dat dachten  ze  voordat  deze medisch verantwoorde mededeling hen tot een grote kans op kanker veroordeelde, kreeg onmiddellijk een onaangenaam gevoel in de darmstreek. Had die 18% al toegeslagen.

Het venijn zat in het woordje "18% meer kans op" Niet gewoon "18% kans op".
18% meer waarvan? Wel, natuurlijk van de kans die je al had, en die afhangt van talrijke andere factoren. Stel dus dat je gezien je genetische opbouw en levensstijl een kans van 5% op darmkanker zou hebben dan vergroot die 5% met 18% wordt dus 5,9% totaal.
De schrik wordt dus in dat geval 17,1% minder.
Het zou wel handig zijn geweest als de WHO dat wat duidelijker had uiteengezet of dat de media dat voor de argeloze burgers hadden gedaan. Waar zijn die onderzoeks journalisten nu.
Dat had de WHO ook de moeite bespaard die vloedgolf van ongeruste wereldburgers gerust te stellen door te wijzen op de onmisbaarheid van vlees voor ons dagelijks of wekelijks menu.
Nu moesten ze snel de terugtocht inzetten. Wat een afgang.

Er zijn meer zaken waar door de officiële instanties wordt gedaan alsof het vaststaande feiten en onvermijdbare gevolgen daarvan zijn. Alsof er een mathematische zekerheid bij is. Een sprekend voorbeeld vind ik, daar gaat hij weer, de manoeuvres van de centrale banken om de economie naar hun hand te zetten. Het "if perhaps then" van sociale wetenschappen wordt vervangen door het "if then" van de informatica programmatuur. 
Bij de centrale banken is de input zuiver maar de uitkomst onvoorspelbaar, en bijvoorbeeld bij de klimaat filosofie is de input betwistbaar en de uitkomst voorspelbaar.  Bij beide speelt de marketing een grote rol. Bij beide speelt de repliceerbaarheid geen rol. Bij beide is de peer beoordeling iets wat in de kleine kring blijft. Bij  de exacte wetenschappen speelt de marketing geen rol maar de repliceerbaarheid juist wel. De exacte wetenschappen kennen het woord consensus geen waarde toe maar kennen wel het gevaar er van voor de wetenschap. Denk aan Galileo.

In het Engels zien we het verschil tussen wetenschap en wetenschap in de benaming. Scientists  voor de exacte wetenschappen, scholars voor de geestes wetenschappen. Maar wat je overal ziet is de neiging een exact jasje aan te trekken,  dat geeft kennelijk meer vertrouwen. Verantwoorde of betwistbare empiriek maar zonder controle onderzoek is vaak het resultaat. Dan laat ik nog het soms jarenlang niet ontdekte gegevens zelf bedenken om aan een bepaalde uitkomst te komen (bij controle onderzoek bijna onmogelijk) buiten beschouwing als beschamende uitzondering.

De politiek dan en de commercie spelen in beide takken van de wetenschap een grote rol. Universiteiten zijn voor voor hun onderzoek voor een belangrijk deel afhankelijk van van de financiering door de overheid en het bedrijfsleven. Daardoor kan men niet meer praten over pure wetenschap. Want de politiek geeft fondsen voor door hen gewenst of voordelig onderzoek, het bedrijfsleven eveneens of laat die instellingen door hen gefinancierd en geinitialiseerd onderzoek uitvoeren. En gemerkt of ongemerkt geldt toch altijd wiens brood men eet wiens woord men spreekt.
Ook het aanstellingen beleid speelt bij onderzoeksinstellingen een grote, kennelijk onvermijdbare rol. Niemand gaat toch iemand in zijn team opnemen die het niet met zijn  opvattingen eens is. Vandaar de kreet alle neuzen dezelfde kant op. 
Voor de wetenschap fataal want juist de twijfel en falsificatie onderzoek vormen een kenmerk van de ware wetenschap. Nu is het zelfs zo dat onderzoek geheim wordt gehouden zodat zo'n falsificatie onderzoek onmogelijk is. Alleen de resultaten worden gedeeld, niet bronnen en methodieken.

Zo vraag ik me af waarom de WHO nu juist dit getinte nieuws in de openbaarheid heeft gebracht. Geloof wordt immers maar al te vaak als wetenschap verkocht.

Een teken van hoop is de toenemende klacht van economie studenten over de eenzijdigheid van hun studie. Zij eisen steeds indringender een uitbreiding van het curriculum met andere onderdelen dan de mainstream economie. Zij willen een bredere studie om kennis te kunnen nemen van andere richtingen in die economie om vergelijkingen te kunnen maken en en dieper  inzicht te krijgen. Niet behaviouristisch modelleren  maar begrip verkrijgen.







jeudi 29 octobre 2015



De derde bail-out, 
de laatste of de jongste voor Griekenland



Dat de derde bail-out in Griekenland niet van een leien dakje zou gaan lag voor de hand. Nu, in oktober, blijkt dat, volgens Das Bild, Griekenland niet aan de voorwaarden voldoet. Daardoor zouden de Instituten dus geen  2 miljard euro oktober tranche uitkeren. Die conclusie is echter wat voorbarig. Er is voornamelijk nog geen overeenstemming over de huisuitzettingen van wanbetalers maar de onderhandelingen erover gaan nog door. 

Er valt dus wel wat op af te dingen.
De Griekse regering wil bij deze "repossessions" door de banken een plafond van 350.000 euro waarde van het onroerend goed hanteren waaronder geen uitzetting mag plaatsvinden.
De Instituten willen deze grens op 120.000 stellen.
Daar komt als complicatie bij dat veel ondernemers een hypotheek op hun huis hebben afgesloten als onderpand voor leningen voor hun bedrijf in de ergste crisisperiode. Dat houdt in dat in die gevallen niet alleen tot een huisuitzetting zou komen maar ook tot een bedrijfssluiting.
Er zitten dus zowel humanitaire als economische voetangels en klemmen aan dit onderdeel van de eurozone voorwaarden.
Tegenover de opinie  van das Bild staat de mening van de Griekse overheid zelf dat 90% van de bail-out overeenkomsten zijn uitgevoerd en dat over de resterende 10% nog onderhandeld wordt.
Dat zijn voornamenlijk die huisuitzettingen zoals hierboven vermeld waar het verschil van zo'n 200.000 euro plafond moet worden opgelost.

Das Bild meldt ook dat een schuldenkwijtschelding voor Griekenland voor de deur staat. Het blad heeft informatie dat bij het einde van dit jaar ongeveer 200 miljard van de schuld moet worden afgeschreven. Dat is, zegt het blad, zo'n 700 euro per inwoner van de eurozone.
Tegen het jaareinde zal de Griekse staatsschuld 340 miljard euro bedragen, 200% van het BBP. Op eigen kracht zal Griekenland dat nooit kunnen terugbetalen. Maar of er echt zo'n economisch onvermijdelijke haircut zal komen is een politieke kwestie.
Daar is ook het IMF bij betrokken dat immers alleen aan de bail-out wil deelnemen als er een oplossing voor die onhoudbare schuld komt.
Er was al sprake van een uitstel van terugbetaling van alle
Griekse schulden gedurende een periode van dertig jaar en een minimale rente. Dat was de limiet voor het IMF.
Een externe factor die niet te verwaarlozen valt is dat de USA steeds heeft aangedrongen op het binnen de eurozone houden van Griekenland, uiteraard op geopolitieke gronden en de USA heeft een (volgens veel leden van het IMF veel te grote) stem in het IMF kapittel.

Het staat bovendien buiten kijf dat het ook niet goed gaat met de Griekse economie. Tussen januari en september is er een gat geslagen van 2 miljard euros in de begroting. Weliswaar namen de overheidsuitgaven af maar de belastingopbrengsten en andere overheidsinkomsten nog meer. Of de volgens Griekenland wurgende bail-out voorwaarden daaraan (mede) schuldig zijn zal de komende maanden moeten blijken.

Mw Merkel heeft Turkije allerlei toezeggingen gedaan om de medewerking van dat land te verkrijgen bij het tot staan brengen van de volksverhuizing. Toezeggingen waarbij zij de grondprincipes van de Europese Unie zoals verwoord in de preambule van het verdrag van Lissabon geweld heeft aangedaan.
Reaal politiek oftewel opportunisme.
Maar Griekenland wordt daarentegen verweten dat het niet genoeg doet om die toevloed via dat land te stuiten. Op de eerste plaats niet aardig omdat de Griekse kustwacht juist migranten moest redden in plaats van terugsturen. Dat was EU politiek, geen Griekse. Ook hulp van Frontex was daarbij in het spel.
Griekenland is net zo min als de andere transitlanden naar het einddoel Duitsland in staat om de binnenstromende menigte migranten te identificeren en registreren.
Duitsland zelf ook niet.
Griekenland heeft veel te weinig hulp hierbij gehad, pas nu komt Frontex assisteren op het eiland Lesbos. Griekenland werd en wordt overspoeld met bootmigranten
Die verwijten vallen niet goed bij Griekenland, dat zich toch al bij het krediet afknijpen om het op de knieën te krijgen bij de onderhandelingen  over de derde bail-out slecht behandeld voelt en nu bij die migrantencrisis die notabene door de gastvrije woorden van Merkel en het welkom van Duitsland tot een stormvloed leidde weer wordt bekritiseerd.
Maar daar is al het nodige over gezegd en geschreven.

Dat Griekenland binnen de eurozone zal blijven is nog altijd geen gelopen race.
Veronderstel dat  blijkt dat aan de bail-out overeenkomsten, en iedereen weet dat dat door de eurozone opgelegde eisen waren, door Griekenland niet kan worden voldaan en dat de Griekse economie mede daardoor nog verder inzakt en er bovendien geen voor Griekenland aanvaardbare oplossing voor de onhoudbare staatsschuld komt.
Wat voor keus blijft er dan voor Griekenland nog over.
Want veel liefde voor Brussel en Duitsland is er niet.
Uit de eurozone treden, devaluatie en schuldsanering en aanknopen van nieuwe economische banden met de EU of andere landen is dan wellicht een aantrekkelijke uitweg.







mardi 27 octobre 2015





 Tweedracht en Macht

Als je met pensioen bent heb je de gelegenheid je bezig te houden met allerlei zaken waar je daarvoor geen tijd had. 
Toen moest je aannemen dat de politici op wie je stemde je belangen goed dienden.
Na mijn pensionering ben ik geboeid geraakt juist door die zaken, zoals de Europese Unie en de eurozone.
Het gaat niet goed met beide en ik ben gaan piekeren waar de oorzaak ervan zou kunnen liggen.
Want het is niet eenvoudig de crisis situatie waarin de Europese Unie zich in rap tempo begint te bevinden te verklaren.
De oorsprong ervan is wellicht in twee twistpunten te vangen.

De eerste is dat de lidstaten de Europese Unie op twee verschillende manieren kunnen zien.
De ene groep ziet de EU als een federatie van nationale zelfstandige staten die een aantal gemeenschappelijke belangen door die EU laat behartigen zoals in het verdrag van Lissabon is overeengekomen.
De andere ziet in de frase "ever closer union" van dat verdrag een aanwijzing dat er een steeds verder in elkaar opgaan van die lidstaten is zodat er tenslotte een superstaat ontstaat met daarvan afhankelijke deelstaten.

De ene groep ziet die zelfstandigheid en soevereiniteit van de lidstaten in de artikelen in het Verdrag van Lissabon die de taken aan de EU toegewezen opsomt, ook de taken die zowel door de EU als door de lidstaten worden behartigd met dien verstande dat de lidstaten daarin voorrang hebben als dat beter is (het subsidiariteits beginsel) en de mededeling dat alle andere zaken aan de lidstaten toevallen.
Dat omvat ook de fiscale politiek die de kern vormen van die zelfstandigheid.

De andere groep ziet men gesteund door de uitspraken van het Europees Hof van Justitie die wijzen nadrukkelijk op de "closer union" als een soort utiliteitsprincipe. Dat is de zienswijze dat de EU anders niet volledig kan functioneren. De lidstaten moeten daarom meer bevoegdheden overdragen aan de EU. Dat levert van enkele kanten het verwijt op dat het hof geen juridische maar politieke uitspraken doet. De EU is allesoverstijgend de lidstaten zijn ondergeschikt.

Het tweede twistpunt is gelegen in de historie van de Europese Unie.
De kern van de Europese landen is te vinden in de westelijke lidstaten, vooral Frankrijk en Duitsland, in beginsel ook om die twee uit elkaar en bij elkaar te houden.
De een gaf en de ander gaf, de een nam en de ander nam.
Dat begon in de kolen en staalgemeenschap, die groeide uit tot de Europese Economische Gemeenschap en die liep uit op de Europese Unie.
Daar heeft  dus een groei proces plaatsgevonden van economische samenwerking tot ook politieke samenwerking.
De eerste deelnemers waren West Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux (België, Nederland, Luxemburg). Dat aantal heeft zich in de loop van de tijd uitgebreid tot 28 lidstaten.

Terwijl de beginlidstaten dus dit groeiproces hebben doorlopen hebben de latere lidstaten zich aangesloten bij een bestaand systeem waar zij zich in moesten passen en waarin zijn hun eigen voordeel zagen. Subsidies, handelsvrijheid, bescherming tegen Rusland.
Maar een systeem ontworpen door de kernleden  die zich ook als de hoeders ervan zagen.
Nog steeds zien we het koppel Duitsland Frankrijk als leiders optreden. Voor de kernlanden een vrij normale zaak maar voor de nieuwe lidstaten niet.
Zolang dit systeem niet de identiteit van die nieuwe lidstaten raakt is dat geen gevaar. Zodra echter, zoals nu, de nieuwe staten zich voelen overweldigd door de kernstaten blijkt dat zij hun identiteit niet prijs willen geven. Dat geldt ook voor wat men zo graag de peripherie lidstaten noemt. Uit die naam spreekt al het onderscheid.

Wat de ontwikkelingen in de ene richting of de andere vertroebelt is dat er geen keuze wordt gemaakt. Natuurlijk is er het voortdurend luidruchtig hameren op een superstaat door Verhofstat en anderen dat soms als ongevaarlijk en licht vermakelijk wordt beschouwd. Dat is echter de schijn. Want vrijwel ongemerkt worden er kleine stapjes genomen in de richting van die superstaat. Dat gebeurt zodra er een probleem is waar de EU zich niet op voorbereid heeft. Om dat probleem niet op te lossen maar aan te pakken is vrijwel altijd nodig dat er meer bevoegdheid naar de EU gaat en weggenomen wordt bij de lidstaten.
Dat is het duidelijkst zichtbaar bij die lidstaten die de euro hebben ingevoerd.
Die euro kan niet functioneren in een samenstel van staten die economisch en misschien ook cultureel behoorlijk van elkaar afwijken. Staten waarvan de economische potentie ver uit elkaar ligt. Zoals Blanchard, na zijn pensionering als hoofd Europa van het IMF, nu zegt dat ook een fiscale unie geen oplossing biedt omdat die potentie er nu eenmaal niet is. Ook een politieke unie is geen oplossing. Want die bieden geen grotere economische potentie maar alleen een subsidie om de gevolgen ervan te compenseren. Zo'n politieke unie komt dan in de plaats van solidariteit.  Een politieke unie vervangt die solidariteit door wetmatigheid.
Maar wel zien we dat de eurozone  bij elke crisis situatie een stap verder wil doen naar wat zij integratie noemen maar wat  in feite steeds een volgend stapje naar die centralistische superstaat is. Zonder een oplossing voor het probleem te zijn maar alleen een toedekking.

Door die euro ontstaat onmin bij de bevolking want die krijgt te maken met de gevolgen van die mismatch, dat bij elkaar brengen van het onverenigbare. Dat zien we nu in de verkiezingsuitslagen in Griekenland, Portugal en ook in Polen, dat ook geen neiging heeft op de euro over te gaan.

We zien dan ook de reacties die ontstaan als de bevolking door de verkiezingen die onmin laat blijken en een andere koers wil.

In Griekenland gesmoord door gebruik te maken van de euro.
Griekenland kon geen eigen munt maken en was dus machteloos tegenover het snijden in de kredieten. Griekenland werd in het gareel gedwongen.  Nu bij de derde bailout begint al te blijken dat Griekenland niet kan voldoen aan de strenge condities. Ze lopen alweer achter op het tijdschema. Dat is niet primair onwil maar eenvoudig weg wat modelmatig wordt beraamd praktisch onuitvoerbaar is.

In Portugal hebben de linkse partijen bij de verkiezingen een meerderheid verworven. Zij mogen van de President geen regering trachten te vormen want die zou  kunnen ingaan tegen de eurozone afspraken over austerity. Hij wil een minderheidsregering onder de verslagen oud minister president. Een regering die door de linkse meerderheid geen motie van wantrouwen kan doorstaan en niet zal kunnen regeren. Een regering die onrust onder de bevolking veroorzaakt.

In Polen is de regerende partij bij de verkiezingen verslagen. De Recht en Gerechtigheids partij heeft het regerende Burgerplatform verpletterend  verslagen met 39 tegen 23 procent van de stemmen. Recht en Gerechtigheid verwoorden het achtergebleven oosten van Polen dat niet profiteert van de groeiende economie. R en G is nationalistisch, wil geen euro, en uitzonderingen voor de carbon tax of cap and trade, belasting op de CO2 uitstoot want Polens economie is sterk afhankelijk juist van kolen.
Dijsselbloem dreigt al met het intrekken van of korten op subsidies aan de oostelijke lidstaten die dwars liggen. Kenners zeggen dat hij daarmee voornamelijk Polen bedoelt.

De boodschap is duidelijk. De nationale democratie is ondergeschikt aan de totalitaire EU politiek. Dat wordt nu nog bereikt door financiële middelen in te schakelen.

Dit wakkert juist de nationalistische gevoelens in de lidstaten aan.
Dat de gevestigde EU elite dat afdoet met de traditionele kreten van uiterst rechts (of in Portugal uiterst links) en populisme en orde ondermijnend of zelfs gevaarlijk bewijst hoever deze EU elite is weggegroeid van de bevolkingen van de lidstaten.
Want al is de elite ervan overtuigd dat de gewone burger niet het intellectuele niveau heeft om te oordelen over ingewikkelde zaken als de EU neemt dat niet weg dat die gewone burgers met hun gezond verstand  heel goed inzien wat er fout gaat in die EU en eurozone en dat zij daarvoor de belasting rekening gepresenteerd zullen krijgen.















lundi 26 octobre 2015




Er is weer een crisisberaad geweest, 
maar weinig harmonie.

De emoties lopen hoog op. Het vluchtelingen probleem dat geen vluchtelingen probleem is maar een migratie probleem houdt alles en iedereen bezig. Terecht.
Het is, zoals ik al meer heb gezegd, geen vluchtelingen probleem want de migranten komen uit veilige landen waar zij naar toe gevlucht zijn.
Dat zij daar in vaak onhoudbaar armzalige omstandigheden leven doet niets af aan het feit dat zij daar veilig zijn. Dat zij uit die armzalige omstandigheden willen ontsnappen is begrijpelijk, ieder van ons zou dat ook proberen.
Maar dat neemt niet weg dat het geen vluchtelingen meer zijn.

Dat zij de grenzen van de Europese Unie konden overlopen zonder dat de Europese Unie daar een rem op kon zetten is de Europese Unie aan te rekenen, temeer omdat het geen plotseling opkomende onverwachte gebeurtenis was maar een aanzwelling en ophoping in Turkije en de zuidelijke lidstaten zodat je deze uitbarsting had moeten voorzien.
Als de grens eenmaal overlopen is is er geen stoppen van de stroom mensen meer mogelijk.
Om nu te doen alsof het onze morele plicht is om deze ontheemden op te nemen en dat we dat dus de aantallen die binnenkomen op onbepaald en onbegrensd stellen en maar zien hoe het verloopt is een vreemd gebaar.
Als de EU dat als zijn morele plicht gezien had waren er door de EU allang  afdoende maatregelen genomen om dat voldoen aan die plicht in goede banen te leiden en waren deze hordes die door de landen naar Duitsland, Zweden en Nederland willen reizen voorkomen en waren de ontvangende landen in staat geweest de juiste voorbereidingen te treffen.
Dan hadden de aantallen (stuitend dat er steeds over "hoeveelheden" van hen wordt gesproken) per land in meer rust overeengekomen kunnen worden en was er niet zoveel geïmproviseerd en aan elkaar verweten geworden.
Bovendien kan een morele plicht alleen maar op geordende wijze binnen het bereikbare worden vervuld en niet op oncontroleerbare onbegrensde wijze.
Een land heeft ook de morele plicht ervoor te zorgen dat er geen armoede bestaat onder zijn bevolking. Toch is er armoede. Een morele plicht wordt immers altijd begrensd door beperkende omstandigheden.

Waar men ook aandacht voor moet hebben is dat de grote meerderheid, zo niet alle binnenkomers, naar Duitsland, Zweden en Nederland willen komen, niet in de tussenliggende landen willen blijven en zich dus goed geörienteerd hebben over de plek waar zij de beste omstandigheden denken te treffen.
Niet de handelswijze van vluchtelingen bij wie het erom gaat het vege lijf te redden door het oorlogsgebied te ontvluchten.
Ga me nu niet uitmaken voor fascist of neo nazi. Ik heb diep medelijden met deze mensen en ben van mening dat wij door onze midden oosten politiek meegewerkt hebben aan de ellende die zij doorstaan. Maar de gang van zaken nu is onaanvaardbaar door een onmachtige Europese Unie.

De Sloveense minister president heeft gezegd dat deze migratie crisis als er geen oplossing komt het einde van de EU zou kunnen worden. Het is logisch dat als de overkoepelende EU geen greep kan krijgen op de bewaking van de buitengrenzen dat dan de lidstaten hun eigen belangen gaan behartigen. Het is even logisch dat er dan onderlinge wrijvingen gaan optreden.
Want één ding is zeker. De EU heeft getoond ook bij deze crisis achter de feiten aan te lopen in plaats van een vooraf overeengekomen beleid te voeren. De kreet om meer Europa is onzin. Meer Europa haalt niets uit. Er staat duidelijk in de verdragen en het verdrag van Dublin hoe de procedures moeten verlopen. Maar het bureaucratische idee dat wat op papier is opgetekend ook werkelijkheid is hier door de feiten achterhaald.
Dat er wel adequate stappen moeten worden ondernomen om wat op papier staat ook werkelijkheid te laten worden is nagelaten.
De binnenstromende migranten zijn hier ook het slachtoffer van. Pas nu, nu er honderd duizenden ronddolen, klem zitten in de aankomende koude en natte herfst  en bivakkeren in de open lucht wordt er gesproken over adequate opvangcentra voor honderd duizend. Het duurt nog tijden voor die centra gereed zijn en de stroom loopt nog steeds door en er zijn geen tekenen van vermindering. 
Griekenland wordt verweten de kustwateren niet adequaat te bewaken. In plaats van bewaken waren zij gedwongen juist migranten uit het water en uit de wrakke bootjes te redden en, ironisch maar waar, juist de Europese Unie binnen te brengen.
Hongarije wordt verweten de buitengrenzen afgesloten te hebben. Het bewaken van die grens is hun plicht. Het was de enige manier om de onbeheersbare toestroom tegen te houden.

Turkije beseft de zwakte van de EU die niet de eigen grenzen kan beschermen en nu van Turkije wenst dat zij de stroom indammen (en die morele plicht dan) en eist toezeggingen waaraan de EU op principiële gronden niet kan toegeven.
De EU gebruikt niet de bestaande hulp en privileges door de EU  aan Turkije verschaft om die medewerking te verkrijgen.  
De EU zegt "meer Europa". Handhaven van de regelgeving van het bestaande Europa was de oplossing geweest, niet nog meer papieren zeggenschap.

De wijze waarop de stammenstrijd in Libië, Irak en vooral Syrië wordt aangepakt zal een spoedige terugkeer van deze migranten naar hun eigen land niet bevorderen. In tegendeel, gezinsvereniging zal hun aantal doen toenemen.
In plaats dat er door alle landen wordt samengewerkt en beseft wordt dat zonder Assad en zijn Alawieten kustgebied geen oplossing mogelijk is, want bombarderen doet pijn maar is niet afdoende,  is er nu een soort proxystrijd tussen de USA, dat de gematigde rebellen bewapent en Rusland dat ze bestrijdt.  IS is te sterk en te goed georganiseerd om door gematigde rebellen stammen te worden vernietigd, want verslaan heeft geen zin, dan duiken ze elders weer op.

Het zal dus echt wel zo  zijn dat die honderdduizenden migranten blijven en integreren en zich moeten gaan houden aan onze westerse cultuur en dus de hunne opgeven want deze twee culturen zijn niet verenigbaar. Daardoor is ook een multiculturele wensdroom uitgesloten. Het is de ene of de andere cultuur. Dat moeten we goed beseffen.
De EU en wij gaan een moeilijke periode tegemoet.


dimanche 25 octobre 2015




 Zondag overspiegelingen over 
financiën en economie


Ik mijmer nog wat verder over geldverruiming, renteverlaging, austerity, staatsschulden. Het is natuurlijk alleen wat ìk denk. Anderen hebben misschien heel andere inzichten hierbij dan ik heb. Maar ik kan het niet helpen. Ik zie de zin van de eurozone niet in. Wel van de Europese Unie, maar dan anders. Flexibel, niet dat socialistische alles en allen hetzelfde maar afstemmen op het optimale voor ieder afzonderlijk. Dat maakt een sterk geheel, zo denk ik in mijn onschuld. Niet elk land inpassen maar passend maken voor ieder land met eigen mogelijkheden en onmogelijkheden en hulp voor elkaar. Dat was toch de bedoeling als ik het Verdrag van Lisssabon lees.

Toen ik mijn laatste blog weer doorlas moest ik wel denken aan de uitspraak van Karl Marx die zei dat godsdienst opium voor het volk was. Of hij nu pijnstiller bedoelde of verslaving.
Ik hel over naar de mening dat een korte stevige Quantitative Easing de economie een kick kan geven waardoor die een impuls krijgt, snelheid oppikt en dan op eigen kracht verder groeit. Een soort kickstart.
 Maar die voortdurende QE zoals we nu zien, eerst de USA dan het VK, als die afnokken dan Japan en de ECB, die dan nog een extra schep er boven op willen gooien,  tot een verslaving aan de QE leidt. Het IMF geeft dat in feite toe met de waarschuwing voor de USA de rente niet te verhogen omdat anders de wereldeconomie zou kunnen instorten. 
Zodra die extra geld injecties ophouden stokt de globale economie. Zodra de rente omhoog gaat worden globale schulden onhoudbaar.
Misschien ook wel een teken dat QE en lage rente niet-rendabele bedrijven door hun steun laat voortbestaan, niet op eigen kracht. De centrale banken moeten doorgaan, niet meer om de economie te stimuleren maar om ze voor instorten te behoeden. En in de verte lonkt dan de omslag waardoor de economie aantrekt. Waardoor veroorzaakt? Omdat dat in het verleden ook altijd is gebeurd, toen de globale economie nog niet bestond. Fata Morgana of Reële Mogelijkheid.
Want niet alleen blijft de economie nog steeds haperen, anders zou die extra QE niet nodig zijn, maar de staatsschulden blijven door stijgen, zodat ruimte voor investeringen steeds krapper wordt.
Er zijn ook economen die de lage rente als blijvend zien. Een teken dat ze de economie geen leven hebben ingeblazen. Er zijn zelfs economen die een negatieve rente normaal vinden en wel tot zo'n -3% haalbaar. Kopen met een credit card kost dat toch ook.
Dan praten ze toch niet meer over het stimuleren van de economie.

De ECB blijft er dan ook op wijzen dat monetaire politiek alleen geen redding brengt. De eurozone lidstaten moeten hun fiscale politiek optimaliseren. Die fiscale politiek is echter flink afhankelijk van juist die monetaire politiek want die is verantwoordelijk voor de prijsstabiliteit.
In de meeste muntunies kunnen die twee goed op elkaar worden afgestemd want er is een gemeenschappelijke wetgeving op sociaal en economisch gebied en is er dus maar één fiscale politiek.
In de eurozone zijn er echter 19 lidstaten met elk de eigen wetgeving en dus eigen fiscale politiek. Die wetgeving is niet gemeenschappelijk te maken door de enorme onderlinge verschillen.
De monetaire politiek van de ECB kan derhalve nooit optimaal afgestemd worden op de fiscale politiek van de lidstaten en omgekeerd. Het droeve gevolg is dat er geschipperd moet worden en schipperen levert nooit een optimaal resultaat op. 

Er zijn, wat die fiscale politiek betreft, echter twee gemeenschappelijke eisen, in de verdragen vastgelegd en  verder in directieven uitgewerkt.
Een maximaal begrotingstekort van 3% om Brussels ingrijpen met (imaginaire) sancties te voorkomen en een maximale staatsschuld van 60% van het Bruto Binnenlands Product. Waar geen lidstaat zich om bekommert is dat in theorie slechts 0,5% begrotingstekort geoorloofd is.
Omdat het economisch potentieel van de lidstaten zo ver uiteenloopt is dit geworden tot een toekomstvisie waarin door de eurozone per lidstaat plannen worden ontworpen die in een periode van 20 jaar zouden moeten leiden tot voldoen aan deze eisen. Financiële eisen, geen economische. Ik laat in het midden dat ik twintig jaar groei wel een forse wissel op de toekomst vind zijn. De laatste twintig jaar is het niet gelukt en nu zijn de staatsschulden ook nog eens prohibitief hoog.
Dan laten we de staten die een speciaal bezuinigings/hervormings regime krijgen in ruil voor een bailout,  geldlening onder voorwaarden door het ESM (European Stability Mechanism) buiten beschouwing.

Om dat begrotingstekort van maximaal 3% om aan Brussels toezicht te ontkomen te bereiken is er een aantal mogelijkheden die, zo geloof ik,  allemaal misschien wel even veel nadelen als voordelen hebben.

De eerste en gemakkelijkste is de belastingen en heffingen voor particulieren en bedrijfsleven te verhogen. Dat vergroot de inkomsten van de staat en verkleint dus het begrotingstekort.
Het gevolg is minder investeringsruimte of geringere winst voor het bedrijfsleven en verminderde koopkracht voor de particulieren. Niet de ideale wijze dus om de economie te stimuleren, integendeel.

Een tweede is bezuinigingen, dat wil zeggen het verminderen van de uitgaven van de overheid. Hier komt men op het terrein van de politieke kleur van de staat. Verminderen kan komen door het kaasschaven op alle gebieden van de overheid, het verminderen van de uitgaven voor sociale zekerheid, pensioenen, subsidies e.d. Politici hebben echter de neiging om zodra de toestand iets verbetert onmiddellijk weer te gaan uitgeven. Onverantwoord uitgeven levert meer stemmen op dan verantwoord minder uitgeven.

Een derde is het privatiseren van nutsbedrijven, d.w.z. alle aktiviteiten die voor de burgers noodzakelijk zijn en dus de kosten ervan voor de overheid of via verplichte nering door de burgers.
Gas, electriciteit, water, ziekenverzorging, vervoer, onderwijs, ouderenzorg, infrastructuur.  Daarbij is de veronderstelling dat door deze privatisering concurrentie zal ontstaan en dus lagere kosten voor de particulier. De ervaring leert dat dat  een loos argument is.
Vaak is het middel erger dan de kwaal. Bijvoorbeeld in plaats van een door het parlement gecontroleerde organisatie komt er een aantal met elk bestuur en management (wet van Parkinson) en hoge beheerskosten en ongecontroleerd hoewel publiek gefinancierd. Je behoeft geen doorgewinterde socialist te zijn om dat in te zien.

Het afstoten van taken naar lagere overheden tegen een budget dat lager is dan de staatsuitgaven ervoor. Zie de gevolgen bij de problemen van de zorg.

Het is duidelijk dat geen van deze bezuinigingen de economie steunen. Vaak zijn het verschuivingen die de staat misschien enige besparingen opleveren maar meestal de particulier hogere kosten. Dus koopkracht verlagend.

Naast deze bezuinigingen die het begrotingstekort direct moeten terugdringen  ziet men de interne devaluatie. Dat is een euphemisme voor loonsverlagingen meestal alleen in het bedrijfsleven.
De achterliggende gedachte is dat door het verlagen van de lonen de productiekosten voor de industrie verminderen waardoor een betere concurrentiepositie op de wereldmarkt ontstaat. Door de grotere export stijgt het BBP zodat de belastingopbrengst stijgt en het begrotingstekort daardoor percentage gewijs daalt. Bovendien zal daardoor het aantal arbeidsplaatsen toenemen zodat de uitgaven voor sociale zorg afnemen.
Dat door deze loonsverlagingen de koopkracht van de werkende bevolking (niet van degenen die niet door deze loonsverlagingen getroffen worden, vaak de door de grondwet of wet beschermde groepen) uitholt wordt op de koop toegenomen.
Voorts moet de bureaucratie sterk worden teruggedrongen zodat het het bedrijfsleven gemakkelijker kan inspelen op de nieuwe eisen van de globale economie en de best mogelijke concurrentiepositie verwerft. 

De eurozone bevindt zich bovendien in een speciale positie. De lidstaten zijn gebonden aan de euro. De lidstaten zijn zelfstandig, alleen gebonden aan de eurozone voorwaarden voor de fiscale politiek en onderworpen aan de monetaire politiek van de ECB waarop zij geen invloed kunnen uitoefenen.
Op handelsgebied zijn zij elkaars concurrenten maar gebruiken dezelfde munt. Door interne devaluatie kan dus de ene lidstaat goedkoper gaan produceren dan een andere  lidstaat. De goedkopere staat kan dus door de bestaande vrijhandelszone exporteren naar een duurder producerende staat. Dat wil dus zeggen dat het behaalde economische voordeel gaat ten nadele van de economie van de andere staat. Het gevolg zal zijn dat ook de andere staat de interne devaluatie zal gaan toepassen om het evenwicht weer te herstellen. Maar voor de eurozone als geheel maakt het niets uit.
Diezelfde concurrentie bestaat ook voor export naar buiten de eurozone. Ook daar geldt het meest aantrekkelijke assortiment, beste kwaliteit/prijs verhouding.
Bij zowel exporten naar de buitenmarkt als transacties op de binnen euromarkt speelt de economische potentie van de lidstaten een grote rol. Voor de ene lidstaat is de euro ondergewaardeerd voor de economie, voor een andere overgewaardeerd.
Dat wordt zichtbaar in de export en binneneuro transacties. Dat is voor de ene lidstaat een voordeel de euro te hebben, voor een andere lidstaat een nadeel.
Die andere zou door een devaluatie een betere kans krijgen maar door die ene euro blijft dat beperkt tot de asociale interne devaluatie die alleen een groep treft en de koopkracht onderuit haalt.
Dat betekent dat voor een sterke lidstaat de sterke daling van de wisselkoers van de euro het laatste jaar door de lage rente en QE, met dezelfde effecten als een devaluatie,  de al bestaande  export meer bevordert dan voor de zwakkere lidstaten voor wie de zwakkere euro nog steeds te duur is en de import van grondstoffen en brandstof een zwaardere last vormt dan voor de sterkere.

Al die maatregelen zijn een ondoelmatig middel om de nadelen van de ene munt voor al die economisch ver uiteenlopende lidstaten te compenseren.

Een fiscale unie verandert niets aan deze discrepanties  maar subsidieert alleen de minder presterende lidstaten met het geld van de sterkere via de geld transfers die dan onvermijdelijk zijn om de eurozone intact te houden. Omdat de sociale en belasting wetgevingen van de lidstaten zo ver uiteen lopen zijn die geldstromen niet te controleren en bovendien sociaal onaanvaardbaar. Denk bijvoorbeeld  aan de verschillende pensioenleeftijden, uitkeringsregels en hoogten.
Alleen bij een echte politieke unie met één democratisch gekozen parlement met volledige bevoegdheden, één regering die steunt op een meerderheid in het parlement en één en dezelfde wetgeving op economisch en financieel gebied zouden deze geldtransfers op de juiste wijze kunnen plaatsvinden.
Dan nog moet je je afvragen of dat redelijk zou zijn. Er zijn immers lidstaten die zwaar bezuinigd hebben en nu met een armere bevolking economisch betere resultaten hebben en lidstaten die de hervormingen schuwen en dan daarvoor beloond zouden worden met subsidies.

De huidige bestuursvorm van de EU, want dat zou tenslotte het bevoegd gezag van de eurozone zijn, voldoet trouwens absoluut niet aan deze eisen, evenmin is er een gemeenschappelijke wetgeving.
Het is vrijwel ondenkbaar dat de regeringen van de lidstaten en zeker de bevolkingen van de lidstaten zo'n politieke unie zouden goedkeuren. Bij verkiezingen ziet men een kritischer houding.

Er is slechts een oplossing. De eurozone geleidelijk in een aantal jaren opheffen door eerst een nationale munt naast de euro in te voeren. Deze eigen munten moeten een variabele waarde ten opzichte van de euro krijgen naar de sterkte/zwakte van elke lidstaat. Dan ontstaat een evenwicht waarna de euro kan vervallen. De kern van de EU, de vrijhandelszone, is een garantie dat de staten geen protectionistische handels politiek kunnen gaan voeren.

Dan blijft nog de afhandeling van de gigantische schuld die de lidstaten tijdens deze vijftien jaren eurozone hebben opgebouwd. Op 8% na (optimistisch berekend) het gehele jaarinkomen (GDP) van de gehele eurozone. Alsof u als huishouden een schuld hebt zonder dekking van één jaar salaris.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.





        




vendredi 23 octobre 2015


Quantitative Easing en de Echte Economie

Natuurlijk wordt onze aandacht geconcentreerd op  de steeds verder toenemende chaotische volksverhuizing en de angst ons uit te leveren aan Turkije in de illusie dat dat het probleem van ons weg zou houden en de steeds opzichtiger onmacht van de Europese Unie die alleen de kreet "meer Europa" hanteert in plaats van te streven naar een krachtdadiger Europa. Want het is een minimale eis zelf veilige en dichte grenzen te handhaven en ons niet van ervan profiterende derden afhankelijk te maken. Zelf hebben wij ook rechten en niet alleen plichten. Maar er zijn ook andere vraagstukken die ons bezig moeten houden.

Mag je zonder een eenzijdige economie studie toch ook een mening hebben over kapitaal en arbeid of is dat alleen voorbehouden aan de vaklui. Tenslotte kun je, ook al ben je geen gediplomeerd fietsenmaker, een fietsband plakken. Centrale Banken: Tovenaars of illusionisten.

Draghi heeft  gisteren vanuit Malta zijn voornemen aangekondigd zo nodig nog meer waardepapieren te kopen dan voor de 1,4 biljoen  euro reeds geplanned en sluit ook rentemaatregelen niet uit. 
Dit alles om de inflatie nabij die zo gewenste 2% te brengen, het enige doel voor de QE en rentemaatregelen zoals de ECB volhoudt (als enige, vermoed ik)  wat tot nu toe niet is gelukt en waarvan hij zelf zegt dat dat de eerste jaren wel niet zal lukken. 
In feite is de eurozone in de deflatie verzeild geraakt mede door de lage olie en grondstoffen prijzen. Het is dus mikken op de lange termijn en Draghi dekt zich al in door de mantra te herhalen dat monetaire politiek niet alles kan en dat hervormingen en fiscale maatregelen nodig zijn. Hij gebruikt de term "vigilant" net als zijn voorganger Trichet.

Onmiddellijk was er een respons uit de investeringen hoek. De koers van de euro ging omlaag, de sterkste daling tegenover de dollar in negen maanden. De rente op Duitse obligaties daalde naar een nieuw dieptepunt en de koersen zelfs op de Aziatische beurzen stegen. De QE 2 van de ECB komt er zeker was het gevoel, hoewel ECB QE 1 pas halverwege is.

Dat alles had niets te maken met de echte economie, want die is allesbehalve zo florissant.
Het lijkt erop dat  kapitaalmarkt en de echte economie elk hun eigen leven leiden. De een bepaald door de ingrepen van de centrale banken, de andere onderhevig aan de gewone marktwerking.

Niet alleen de deflatie wordt als gevaar gezien maar ook de stuntelende globale economie speelt een rol. Er zijn, zie de prognoses van de IMF over lagere groei, grote zorgen over de Emerging Markets, De Chinese economie hapert wat, hoewel een groei van meer dan 6% voor de eurozone een onbereikbaar ideaal zou zijn. Het gevaar van een renteverhoging in de USA zoals in december niet onwaarschijnlijk is zou de rentekosten voor die EM's voor hun dollarleningen onhoudbaar omhoog stuwen.
Alle redenen voor de voorstanders voor een vergrote QE niet primair op de eurozone gericht maar op de wereldmarkt. Maar het risico ervan wordt door de eurozone gedragen.

Economen lijken wel voornamelijk  in modellen te denken en kunnen daardoor in een soort tunnelvisie vervallen.

Hebben de enorme geldverruimingen in de USA, het VK zoveel aan de economie bijgedragen.
Voorstanders ervan zeggen ja, anderen twijfelen, sommigen zeggen neen.
Noch het een noch het ander valt te bewijzen.
Het enige wat met enige zekerheid kan worden gezegd is dat het voor het bereiken van de 2% inflatie niet werkt.
Kijk naar de inflatie in de USA en die in het VK waar ook daar na enorme Quantitative Easing toch weer deflatie dreigt of veel te lage inflatie.
Kijk naar Japan met zijn voortdurende massale QE waar de Centrale Bank zowat de gehele Japanse staatsschuld opkoopt. De ene dag positieve berichten, de dag erna weer negatief. Maar een doorslaand succes, neen, tot nu toe niet.

Een aspect van de QE waarover vrijwel niet wordt gesproken is het lange termijn effect.
De QE is volgens de voorstanders geen echte geldschepping. Het is immers aankopen van waardepapieren, zoals obligaties met een beperkte levensduur.
Op de vervaldatum moeten de uitgevers van de waardepapieren aan de centrale bank de waarde ervan terugbetalen in baar (nuja, computer-) geld. Dat is dus het geld dat de centrale bank al tijdens de QE heeft uitgegeven, toen gebruikt als een soort voorschot.
Na de vervaldatum moet het dus vernietigd worden, uit de circulatie genomen. Doet men dat niet en geeft men dat geld nog een keer uit dan is er inderdaad echt extra geld geschapen. En dat mag niet. Koopt de centrale bank met dat geld weer nieuwe ABS op, dan blijft dus dat meerdere geld circuleren en blijft de geldhoeveelheid dus nog steeds groter dan voorheen. Men kan dat tot in het oneindige volhouden, een soort eeuwigdurende QE. 
Alleen als het geld dus echt aan de circulatie onttrokken  wordt is de situatie weer normaal.
Dat houdt wel in dat na die vervaldata de rekening wordt betaald, dan vermindert de geldhoeveelheid en treedt de gevreesde tightening op, geld wordt krap en dat schaadt de economie.
Hiermee wil ik voorzichtig zeggen dat naar mijn bescheiden leken mening de QE gevaarlijke bijverschijnselen teweeg kan brengen.

Ik heb me al eerder afgevraagd, waarom wil men dan toch die inflatie. Dat inflatie de koopneiging vergroot omdat men nog hogere prijzen in de toekomst vreest en daardoor aan het kopen slaat lijkt me vergezocht.
Allereerst heeft dat geen invloed op de noodzakelijke inkopen voor het dagelijks bestaan, noch op die ter vervanging van versleten of defecte (huishoud)apparatuur.
In de tweede plaats zullen de vakbonden, als indexatie van de lonen, dus automatische aanpassing aan die inflatie, niet is overeen gekomen, onmiddellijk loonsverhogingen eisen die de koopkracht op peil moeten houden.
Want inflatie, synoniem voor prijsverhogingen, bij gelijkblijvende lonen betekent dalende koopkracht en dus minder aankopen. Dat pikken de vakbonden niet.
Die loonsverhogingen op hun beurt verhogen de productiekosten en dus de prijzen en veroorzaken dus meer inflatie en geringer concurrentievermogen met het buitenland (of ander eurozone land).
Iedereen die niet van indexatie of loonsverhoging kan profiteren gaat er voorts steeds verder in koopkracht op achteruit. Zie onze pensioengerechtigden bijvoorbeeld.
Voor wie inflatie wel gunstig is: de staat en andere schuldenaren. Want door de inflatie neemt de reële waarde van de schulden jaarlijks af, met dat inflatie percentage.

Een ander nadeel van die QE (en lage bankrente door de centrale bank) is dat lenen zo lekker goedkoop wordt. Alleen al de aankondiging van Draghi doet de waarde van obligaties stijgen en de rente ervan afnemen.
Voor staten, bedrijven en particulieren een aanmoediging om meer (dan verantwoord is) te gaan lenen. Lenen kost dan wel geld, maar heel weinig.
De gevaren daarvan kunnen we zien in de eurozone aan de grootte van de staatsschulden na jaren  en jaren lage rente. Meer dan 90% voor de gehele eurozone, over het tipping point heen.
Gaat de rente omhoog dan wordt de rollover van leningen,  oude leningen aflossen door nieuwe te sluiten, behoorlijk duurder. Slecht voor de economie.

Nog een effect is de invloed op de wisselkoersen. Direct na Draghi's boodschap daalt de waarde van de euro. Dat maakt de export goedkoper, maar de import duurder. We merken dat laatste nu niet zo erg omdat de olie en grondstoffen prijzen zo laag zijn. Gaan die echter stijgen dan gaat die duurdere import inflatie kweken. Al de prijzen van geïmporteerde grondstoffen, olie, gas en alle artikelen waarin die verwerkt zijn, stijgen met het percentage daling wisselkoersen. In de EU moeten de meeste grondstoffen geïmporteerd worden. Die prijsstijgingen veroorzaken dus geïmporteerde inflatie.

De euro is na de aankondiging van de QE behoorlijk in waarde gedaald ten opzichte van de dollar en alle handel in dollars. Alles bij elkaar een flinke devaluatie, want devaluatie is waardevermindering. Binnen de eurozone merkt men dat niet direct doordat alle lidstaten dezelfde waardevermindering hebben. Dat is jammer want er zou juist binnen de eurozone variatie in geldwaarde moeten zijn.
Maar als men de globale grafieken bekijkt ziet men dat de waarde van alles in de eurozone in dollars uitgedrukt, de globale reservemunt, behoorlijk is gedaald. De economie van de eurozone is dus in de wereld minder waard geworden.
De concurrentiepositie van de euro is wel veel beter geworden hetgeen tot uitdrukking moet komen in de verhouding import/export naar buiten de eurozone en zo in de economie en het Bruto Binnenlands Product dat flink zou moeten stijgen.
Maar de groei van de eurozone economie neemt veel minder snel toe dan buiten die eurozone.
Kijk naar landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken, Polen. De staatsschulden daar zijn kleiner, dus de financiële positie beter, de groei is groter.
De eurozone loopt economisch achter op de andere EU lidstaten terwijl het omgekeerde het geval had moeten zijn. De euro lidstaten zijn immers de voorlopers. De conclusie moet zijn dat de euro een remmende factor is.

Een veeg teken is dat er steeds meer gedacht en gepraat wordt over een tweedeling in de Europese Unie. 
De eurozone die steeds verder wordt dichtgemetseld en de overige lidstaten die een veel losser verband hebben.
Niet de oorspronkelijke bedoeling maar welk land wil nu de euro invoeren en daardoor er flink op achteruit gaan.

Tovenaars of illusionisten (vroeger goochelaars genoemd).

Een tovenaar maakt het onmogelijke waar, een illusionist schept alleen de illusie dat iets de werkelijkheid is.













jeudi 22 octobre 2015



Angst en de Europese Unie

De migranten crisis breidt zich nog uit. Slovenië wordt overspoeld door mensen die naar Duitsland verlangen en smeekt om hulp. Zondag is er weer crisisberaad van de EU top. Maar daar is geen unanimiteit te verwachten. De mensensmokkelaars hebben de prijzen verlaagd om ook in de wintertijd voldoende aanbod te hebben. Het klinkt cynisch en dat is het ook. De ECB vergadert vandaag in een luxueus onderkomen in Malta om te overwegen wat te doen, verdere geldverruiming (euphemisme voor bijdrukken van geld) of nog grotere negatieve rente of toch maar zo laten. Portugal krijgt waarschijnlijk een linkse coalitie die austerity een vies woord vindt, Griekenland zakt, zou het door de nog strengere austerity zijn, verder weg, Spanje wordt door de EU gemaand meer te bezuinigen, Frankrijk niet. In Syrië gaat de  USA bewapening gewoon door van gematigde rebellen  die deze wapens tegen het Syrische leger gebruiken dat gesteund  door Russische vliegtuigen  zijn offensief voortzet. Kortom eigenlijk niets nieuws vandaag. Vandaar dat ik de invloed van de angst overpeins. 

Het gezegde luidt: Angst is een slechte raadgever. Maar de angst is nu eenmaal een van de atavistische overblijfselen in onze genen gebakken door de angst van onze verre voorouders voor het bedreigende natuurgeweld.
Die angst die leidt tot groepsvorming en de  drang tot het zoeken naar een leider. Angst die kan leiden tot vluchten of aanvallen.
Angst die  de reden is voor het aanvaarden van de ellende die je hebt uit angst dat het anders nog erger zou kunnen worden.
Die angst, zo'n gemakkelijke argument aangevoerd om iets te doen of juist te laten.

De oorsprong van de Europese Unie is te vinden in die angst, net als de oorsprong van de NAVO.
In 1951 werd de Kolen en Staalgemeenschap gevormd door het Verdrag van Parijs. Deelnemers waren de Benelux, de unie tussen Nederland België en Luxemburg die al in 1944 nog tijdens de tweede wereldoorlog uit angst voor Duitsland in de toekomst was gevormd,  Frankrijk, Italië en West Duitsland waren de andere deelnemers.
Schuman, de grote animator ervan stichtte de Kolen en Staal Gemeenschap  in 1951 uit angst voor Duitsland in de toekomst. Door West Duitsland te binden binnen die gemeenschap zou nieuwe vijandschap worden voorkomen.
Die angst bleef daarna maar de angstaanjager werd een andere, de Soviet Unie, die met het vermaledijde verdrag van Jalta een groot blok met Oost Europa had gevormd en vooral in Berlijn een groot gevaar bleef.
De Kolen en Staalgemeenschap ging in 1957  op in de nieuwe Europese Economische Gemeenschap die in 1967 weer samenging met het Europese Atoom Agentschap.
Met het verdrag van Maastricht werd afscheid genomen van de Europese Economische Gemeenschap die veranderde in de Europese Unie, die steeds meer Europese landen in zich opnam. De euro werd als gemeenschappelijke munt aanvaard uit angst voor een anders mogelijke hegemonie van het weer verenigde Duitsland dat nu door die ene munt gebonden was.
De angst nam af maar laaide weer op toen de Europese Unie zich begon te richten op die Oost Europese landen die bij het verdrag van Jalta aan de Soviet Unie waren toegewezen. Want hoewel die landen zelfstandig waren geworden vond Rusland dat ze nog steeds tot zijn achtertuin behoorden en dat de Europese Unie ze niet zou moeten inpalmen.
Zo verdwenen ook de Baltische staten en  Polen uit de Russische invloedsfeer en werden lid van de EU.
Rusland was machteloos na het debakel van de Soviet Unie. Het begon op zijn beurt angst te voelen voor die uitbreiding van de EU binnen zijn oude grondgebied.
Maar onder Putin werd Rusland sterker en, zo denk ik, kon zich harder opstellen en kon zijn belangen weer verdedigen.
Dat bleek in Georgië, dat bleek in de Krim, dat blijkt nu in Syrië. Het  is een duidelijk signaal, Rusland zegt tot hier en niet verder en de angst voor Rusland is weer terug.
In de Baltische Staten waar een behoorlijk percentage van de bevolking van Russische afkomst is, net als in de Oekraine, dat al de Krim met de Russische vlootbasis heeft moeten verliezen. Daar heerst de angst dat er ook een pro Russische burgeroorlog zou kunnen uitbreken uitbreken zoals in Georgië en de Oekraine. Zal Rusland dan niet alleen logistiek maar ook militair ingrijpen.  Die angst leeft zelfs in Polen dat geen grote Russische bevolkingsgroep telt.
De oude tegenstelling tussen het westen met de VS en Rusland is weer terug. De legers marcheren (nou ja, nu in gepantserde voertuigen) weer aan beide zijden. De angst heerst weer op volle kracht. Misschien wel van beide zijden.

Wie 1984 heeft gelezen herinnert zich ongetwijfeld dat de angst daar een essentiële rol vervulde. De geschiedenis wordt herschreven en aangepast aan de behoefte van de dag. De angst voor een gemeenschappelijke vijand, al is dat elke keer een andere, verenigt het volk. Bij elke interne crisis wordt de angst nieuw leven ingeblazen omdat de oorlog opvlamt en komen nieuwe maatregelen. Door de propaganda in de hate week en de two minutes hate wordt de massa gebrainwashed en tot massa hysterie gebracht.
De "proles", het gewone volk, telt niet mee, wordt met rust gelaten als onbelangrijk. De opstandige eenling wordt gebrainwashed tot onderwerping.
Het andere klassieke werk van George Orwell, Animal Farm laat juist de zijde van dat gewone volk zien. De schapen met hun voortdurend geblaat overstemmen alles en volgen de leider blindelings en het goedwillende hardwerkende paard wordt uitgebuit en als hij oud en versleten is is afgedankt en aan de paardenslager overgeleverd.

Dat niets in de mens fundamenteel verandert zien we ook vandaag. Elementen uit deze boeken  zien we in onze tijd weer terug.
De media vervullen, zij het misschien wat minder opzichtig, de taak van de beïnvloeding, door de politiek gestuurd. Een mooi voorbeeld is de Franse chef de meteo, Philipe Verdier, geschorst om zijn boek over het klimaat, die zegt dat de weermannen-en-vrouwen opdracht hebben gekregen  in hun berichten het "chaotische klimaat" te vermelden.
Het beeld van de proles wier oordeel niet meetelt zien we terug in het verwerpen van de zinnigheid van een referendum over een associatieverdrag omdat dat voor de gewone mens een te moeilijke materie zou zijn. Angst voor wat er uit voort zou kunnen vloeien.
Maar je kunt je daarbij afvragen wie van de dan wel oordeelkundigen, dus de parlementariërs,  dat   323 bladzijden tellende verdrag (inclusief bijlagen) echt gelezen zouden hebben en er een bezonken oordeel over hebben uitgesproken.
De schapen zien we terug in het kritiekloos volgen van uitspraken van politici en sociale wetenschappers die dan eindeloos herhaald worden en zo tot waarheid worden.  The science is settled. Dat was ook zo in de Middeleeuwen.
Als voorbeeld de kritiekloze accceptatie door de massa van "Wir machen es", en het welkom vluchtelingen dat in dit geval na enkele weken achterhaald werd door de realiteit. Wat niet wegneemt  dat men diep medelijden moet hebben met deze mensen aan wie het paradijs werd voorgeschoteld en nu in de komende winterkou in tenten moeten zitten.
Het goedwillende paard zien we terug in de idealisten die het niet beseffen als hun idealisme verzandt  in technocratische pressiegroepen en die, als ze niet meer kunnen bijdragen, als nutteloos opzij worden gezet.

De angst voor het onbekende. Griekenland dat de austerity verwerpt maar het daartegenover niet aandurft om uit de eurozone te stappen en een eigen koers te gaan varen. De onbekende toekomst. Liever vasthouden aan de huidige ellende omdat een eigen richting nog erger zou kunnen zijn.
Dezelfde angst voor de toestroom van honderduizenden mensen uit een andere cultuur wereld en de bedrieglijke vergelijking met vroegere toestromingen van migranten die echter dezelfde cultuur als wij hadden en dus een onoorbare vergelijking om die angst weg te nemen.
De angst van de overheden om de echte feiten en gevolgen openbaar te maken uit vrees voor tegenstand. Die melden dat een naheffing van haast 450 miljoen euro meevalt omdat er op een veel hogere was gerekend. Of dat iets verzoet aan het feit dat er weer een naheffing uit Brussel komt.
De angst in de EU bij elke crisis die het dan zonder verzet mogelijk maakt een nieuwe maatregel in te voeren om de angst te bezweren.
De angst van de centrale banken die de rente niet durven verhogen uit angst voor de gevolgen in de wereldeconomie.
De opstandige eenlingen worden geschorst of zwijgen uit angst voor hun toekomst.

De mens is nooit veranderd. De angst.