lundi 30 mars 2015


Woorden, woorden         deel twee

 

16,4% van de bevolking van Europa is arm. 80 miljoen mensen leven onder de armoedegrens van 60% van het nationale mediale inkomen.

Die armoedegrens is echter relatief omdat de mediale inkomens per land sterk verschillen.

De armoede grens in rijke landen kan niet vergeleken worden met die in arme landen vanwege de uiteenlopende levensstandaarden. Zelfs in Europa zouden de rijken uit het ene land de armen in een ander kunnen zijn. In Roemenië bijvoorbeeld is de standaard 176 euro en in Oostenrijk 958 euro. Het gaat dus om de verhoudingen rijk arm per land.

Maar het is zeker dat de armoede,  hoe relatief ook misschien, toeneemt in de EU.

De zo gemeten armoede blijft niet beperkt tot de zwakkere lidstaten van de EU. Integendeel ook in de sterkere lidstaten neemt de armoede sinds 2013 toe in plaats van af. En die armoede breidt zich niet alleen uit onder de werklozen maar ook onder de mensen met een baan.

Als voorbeelden het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, twee lidstaten van de Europese Unie die economisch beter presteren dan al de andere.

In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld leven drie miljoen mensen die wel werk hebben onder de armoedegrens. Dat is ongeveer 8% van het totaal aantal mensen met een baan. Eén op de vijf Britten.

Een van de redenen is dat gedurende lange tijd de Engelse loonsverhogingen zijn achtergebleven bij de inflatie waardoor een algemene langzame onopgemerkte achteruitgang van de koopkracht is opgetreden.

Pas sinds kort zijn er hier en daar reële loonsverhogingen, die de inflatie overtreffen en de koopkracht verhogen. Mede mogelijk geworden door de lage inflatie.
Daarnaast zijn er niet werkenden die door bij elkaar opgetelde uitkeringen niet onder de armoedegrens vallen.
Werk loont dus niet altijd. Het VK is een van de EU lidstaten die een sterk groeiende economie kennen. Juist daar zou je verwachten dat daar de armoede afneemt in plaats van oploopt.

De conclusie is duidelijk. De sterkere economie versterkt de staat en hoewel de werkgelegenheid toeneemt zou alleen een verhoging van het minimum loon een verschil maken. Maar zo'n verhoging zou de productiekosten opstuwen en dat moet vermeden worden. De productiviteit, die dat verschil zou kunnen compenseren is echter niet gestegen.

Zo betekent een groeiende economie niet altijd een groeiende koopkracht.


Duitsland heeft natuurlijk te kampen gehad met de eenwording van West en Oost Duitsland in 1990 die met enorme kosten gepaard is gegaan. Maar ook in het welvarendste land in de EU, het gidsland dat economisch beter presteert dan alle andere is er een stijgende armoede. In 2013 waren er 800.000 mensen die de electriciteitsrekening niet konden betalen. Elk jaar wordt bij zo'n 300.000 mensen de stroom daarom afgesneden.

De armoede is in Duitsland tussen 2012 en 2013 met een half procent gestegen tot 15,5% van de bevolking. 12,5 miljoen mensen leven onder de armoede grens van 60% van het gemiddelde inkomen, voor één persoon 892 euro, voor een gezin van vier personen 1873 euro.

Ook is de afstand tussen rijk en arm in dit gidsland groter geworden zo blijkt uit een onderzoek. Er zijn  grote regionale verschillen tussen de noordelijke staten en het zuiden zoals Beieren.

Net als in het VK doet een eigenaardig verschijnsel zich ook hier voor. Het zijn niet alleen de werklozen die als arm worden beschouwd.  In feite valt 60% van de niet werkenden juist niet onder de armoedegrens, terwijl ongeveer 3 miljoen mensen met een baan wel onder die armoedegrens leven. Bovendien is het percentage armen met een baan tussen 2008 en 2013 met 25% toegenomen. Levert het werkloos zijn meer op dan werken in Duitsland, vraagt men zich af.

De invoering van het minimum loon van 8,50 € per uur zal volgens sommigen daarvoor niet veel uitmaken. Minimaal 11,50 € zou daarvoor nodig zijn.

Ook in Duitsland garandeert een groeiende economie dus niet een groeiende welvaart van de bevolking maar gaat gepaard met het tegendeel.


Wat zijn nu de oorzaken van die toenemende armoede. In het VK hebben we gezien dat het uitblijven van loonsverhogingen die de inflatie te boven gaan een van de oorzaken is. In Duitsland worden de verhoogde belastingen en heffingen voor de Energiewende als oorzaak gezien. In Zuid Europa is het duidelijk dat een combinatie van hoge werkloosheid, loonsverlagingen en  lastenverhogingen de schuld zijn. In alle gevallen is dus een daling van de koopkracht en zakken onder de armoedegrens mede veroorzaakt door regeringsbeleid.

Ook het rente en QE beleid van de ECB dat gericht is op het verhogen van de inflatie veroorzaakt een daling van de koopkracht. Door de koersval van de euro wordt de import aanzienlijk duurder hetgeen de prijzen doet stijgen, inflatie dus die niet gecompenseerd wordt door loons verhogingen. Een daling van de koopkracht dus en vermeerdering van de armoede. In Duitsland waarschuwt men al voor een stijging van de prijzen voor kleding.

Daardoor wordt dus relatief de beloning voor arbeid verminderd terwijl juist beurskoersen stijgen, aandelen in waarde stijgen en dus kapitaal meer opbrengt.
Dus wordt de kloof tussen rijk en arm nog groter.

Ook het uitkeringssyteem blijkt van invloed te zijn. Het is onnatuurlijk om niet werken hoger te belonen dan werken.

Wat  bij dit armoede probleem ook een onoverbrugbare rol speelt zijn de enorme economische verschillen tussen de staten. Als in Roemenië de 60% van het mediale loon 175 € bedraagt tegenover 958 € in Oostenrijk dan is het wel duidelijk dat deze twee niet in hetzelfde kader van welvaart en sociale vooruitgang kunnen worden ondergebracht.

Ook in de eurozone zien we deze onoverbrugbare verschillen in de economie die een fiscale unie, zoals nu als panacee voorgesteld, een volslagen mislukking zouden maken, net als het gebruik van dezelfde munt is geworden.

Wat de eurozone  gedurende de vele jaren dat de eurozone bestaat heeft toegelaten komt nu zijn tol eisen. Structureel 3% meer mogen uitgeven dan binnenkomt, goedkoop en dus te gemakkelijk lenen omdat de rente zo laag is, de staatstekorten afwentelen op de werkende bevolking en zo de koopkracht verstikken, de wisselkoers laten omvallen om zo de export te willen bevorderen en de import  dus duurder te maken en zo meer inflatie te veroorzaken die dus de koopkracht nog verder verlaagt en nog meer armoede brengt.

Er is de keus tussen lage inflatie of zelfs een lichte deflatie die de koopkracht van de bevolking verhoogt door een prijsverlaging of inflatie die de prijzen verhoogt en de koopkracht vermindert.
Het ene is goed voor de burger, het andere niet. Economen zijn het onderling niet eens. Maar een halt toeroepen aan de toenemende armoede is heel belangrijk om een verwording van onze maatschappij te voorkomen.  Net als een hervorming van de verzorgingsmaatschappij die de werkers weer hun deel geeft.

 
 
 
 
 
 

dimanche 29 mars 2015


Woorden, woorden en de fantasie wereld die Europese Unie heet.


In het verdrag van Lissabon zijn de grondbeginselen van de Europese Unie vastgelegd. Zo staat er onder andere, ik neem de Engelse tekst als een van de officiële:
 
"The Union shall establish an internal market. It shall work for the sustainable
development of Europe based on balanced economic growth and price stability, a
highly competitive social market economy, aiming at full employment and social
progress, and a high level of protection and improvement of the quality of the
environment. It shall promote scientific and technological advance".
 
duurzame ontwikkeling gebaseerd op een uitgebalanceerde economische groei en prijsstabiliteit .... die een volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang tot doel heeft....

Prachtig verwoord. Full employment dat wil zeggen iedereen  participeert in de samenleving. Social progress, vooruitgaan in het sociale leven. Beide houden in  actief in het leven staan.

Wat is er van terecht gekomen?

Volledige werkgelegenheid.

In januari 2015 was de werkloosheid in de eurozone 11,2% tegenover 11,8% een jaar eerder. Hieronder de verdeling over de verschillende lidstaten van de EU.
 
 

Een variatie van 4,7% tot 25,8% in Griekenland met een gemiddelde van 11,2% in de eurozone. Vooral in de zuidelijke landen is van die volledige werkgelegenheid niets terchtgekomen.

Werkloosheid en armoede gaan natuurlijk hand in hand. Werkloos, niet meer deel uitmaken van de workforce in de maatschappij, geisoleerd zijn. Hetzelfde geldt voor armoede. Werkloosheid en armoede zijn beide onzichtbaar, zijn uit het zicht verdwenen. Werkloosheid en armoede zijn een menselijke tragedie, zijn het tegengestelde van wat het verdrag van Lissabon in woorden beoogt.

Armoede is een onderwerp waarover men in de EU niet graag praat. Begrijpelijk want bijvoorbeeld in Spanje met een werkloosheid van 24,5% en onder de jeugd van meer dan 50% heerst bittere armoede.

Er zijn 4,2 miljoen geregistreerde werkzoekenden, werklozen dus, waarvan 2,46 miljoen een uitkering krijgen hetgeen betekent dat er 1,74 miljoen Spanjaarden geen enkel inkomen hebben. Volkomen afhankelijk van de goedgevigheid van anderen, niet van de maatschappij. Degenen die een uitkering krijgen ontvangen soms slechts 450 euros per maand, het overlevingsniveau. Daarnaast moeten we in acht nemen dat weliswaar de werkloosheid iets is afgenomen maar dat dat komt door tijdelijke en deeltijd banen, andere banen  zijn er niet. 25% van de banen is tijdelijk. Tenslotte zijn de lonen voor degenen die een baan hebben drastisch verlaagd. Een op de vier Spanjaarden leeft volgens de gegevens in armoede.

Als de austerity, zoals gezegd,resultaat heeft geldt dat beslist niet voor de bevolking maar alleen voor de staat. De bevolking wordt juist door de austerity die door de werkenden bekostigd wordt bij elke nieuwe bezuiniging verder verarmd.

Tot overmaat van ramp is er de catastrofale jeugdwerkloosheid zowel in Griekenland als in Spanje als in Italië. Een gehele jonge generatie zonder werk en zonder uitzicht op verbetering. Een generatie waarvan velen het eigen land verlaten om in andere lidstaten een baan te zoeken.

Het probleem is des te erger omdat het verborgen is. Men ziet wel de 75% die werk heeft, maar de 25% zonder verdwijnt in de anonimiteit.

Dat de nieuwe regering in Griekenland als eis aan de eurozone een humanitaire hulp stelde voor de armste bevolkingsgroepen, gratis electriciteit en voedselbonnen en een einde aan de verdere bezuinigingen  is dus eigenlijk niet verwonderlijk. Het is ook niet verwonderlijk dat dat in de eurozone niet met vreugde werd aangehoord want daarmee kwam ook het probleem in de andere zwakkere EU landen in zicht. En niet alleen in de zwakkere EU landen. Want in de gehele EU is de armoede een enorm groot probleem, ook in de welvarende EU landen.

Wat is armoede? Armoede is een relatief begrip. Wat armoede is in de westerse wereld zou elders in de wereld welstand zijn. Globaal wordt in de armoedegrens getrokken bij een inkomen van $ 1,25 per dag, bijgesteld voor  de locale koopkracht.

Voor Europa legt men andere maatstaven aan.

Men gaat uit van armoede bij minder dan 60% à 50% van het gemiddelde inkomen.

Er is natuurlijk ook een enorm verschil in die armoede tussen bijvoorbeeld Spanje waar na verloop van tijd geen enkele uitkering meer wordt verstrekt en Nederland waar een bijstand uitkering het laatste blijvende vangnet is en dat vaak dan niet van armoede sprake is.

Men zou kunnen denken dat armoede beperkt blijft tot de niet werkenden. Niets is minder waar. Ik zei al dat ook in de welvarender EU landen armoede heerst ook onder werkenden. De in-work armoede. In het VK, in Duitsland, ook in Nederland komt de in work armoede voor.

Morgen probeer ik daar lijn in te ontdekken.

Want er is een lijn in, een lijn die laat zien dat inderdaad er ongeljkheid  is tussen wat werk oplevert en wat het kaptaal en dat de redelijkheid zoek is. Dat daardoor in-work armoede onstaat.
 
 
 
 
 
 
 

samedi 28 mars 2015


De wereld van de waan en de waanzin
 

Ik heb een paar dagen niet aan mijn blog gewerkt. De ontzetting over en onbegrip voor zo'n afschuwelijke zinloze wraak daad van vernietiging was te groot.

Maar vanochtend neem ik het toetsenbord weer voor me.

De groeiprognoses voor de wereld en de eurozone zijn verhoogd. Niet moeilijk te begrijpen als de olieprijs gehalveerd is. Energie een van de zwaarste kostenposten voor bedrijfsleven en consument. Daalt de olieprijs en dus de energieprijs dan hebben zowel consument als bedrijfsleven meer geld voor andere zaken en dat creëert groei. Eenvoudige economische kost.

Als de energievoorziening daarentegen wegvalt stort het wereldsysteem in. Dat zag je gisteren bij het uitvallen van de stroom alleen al in Noord Holland. De bewaking van de energievoorziening moet één van de belangrijkste economische doelen zijn. Gaat Duitsland daar men zijn Energiewende inderdaad de goede weg in? Wat beoogt de EU eigenlijk exact met zijn energiepolitiek? Alleen het op de duur afschaffen van CO2 uitstoot of de economische ontwikkeling van de Europese Unie in de globale economie. Moet energie niet zo goedkoop mogelijk zijn?
 

De ECB heeft aangekondigd dat de doelstelling van de QE voor maart, de 60 miljard geld creatie voor het opkopen van waardepapieren van banken bereikt gaat worden. Ik heb gelezen dat de ECB ook stelde dat het effect van de QE al merkbaar was omdat de groeiprognose 0,1% was verhoogd. Dan vraag ik me toch weer af of dat niet de val van de olieprijs was.

Er is nog steeds heel wat te doen met die QE.  Voor en tegenstanders. De ECB houdt vol dat het enige doel is de inflatie op 2%  te brengen en dat zij doorgaat tot dat doel is bereikt.

 

Ik vraag me allereerst toch opnieuw af waar dat idee vandaan komt dat QE effectief de inflatie op 2% brengt. In de USA dreigt alweer deflatie mede door de dalende olieprijs. Dat na vele vele jaren van immense QE. Het doel duidelijk niet bereikt.

In de UK dreigt deflatie. Ook daar na jaren en jaren van QE. Doel niet bereikt.

Tenzij je natuurlijk zegt dat dat komt door het stoppen van de QE. Als je dat echt meent houdt het in dat QE nooit kan stoppen omdat dan het deflatiegevaar weer terugkeert. Of tenzij je zegt dat er zonder QE een ergere deflatie zou zijn geweest. Maar in landen zonder QE is het niet erger dan in landen met QE.

In Japan wordt zowat de gehele staatsschuld door de cebtrale bank opgekocht, de binnenlandse economie wordt verstikt, een btw verhoging wordt uitgesteld omdat dat de koopkracht echt dramatisch zou doen dalen. Maar geen bereiken van de 2% inflatie, integendeel, deflatie dreigt. Doel niet bereikt.

Voor zover ik kan nagaan is nergens dat inflatiedoel bereikt.

 

Daartegenover zijn de niet bedoelde effecten juist wel effectief. De koers van de euro is scherp gedaald. Dat is niet alleen door de sterkte van de dollar zoals ik wel lees. De koers is namelijk ook flink gedaald tegenover andere munten zoals de Chinese yen en het Engelse pond. Zwitserland heeft de koppeling van de franc aan de euro los moeten laten. Duidelijk, zoals intenationale analisten ook stellen, het gevolg van de aankondiging en nu opstarten van die QE.

Voor lidstaten met positieve handelsbalans is die wisselkoers val een voordeel. Zij exporteren al meer dan zij importeren vervaardigen dus globaal gewilde producten en kunnen die voordeliger aanbieden. Dus stijgt, logisch gezien, de export. Maar landen die meer van buiten de eurozone importeren dan exporteren zijn de klos. Daar stijgen de importprijzen en  het is de vraag of hun producten op de wereldmarkt zo gewild zijn dat de export sterken gaat stijgen en de import gaat overtreffen zonder dat deze daalt door geldgebrek.

Bovendien gaan de andere landen zich wapenen en nemen soortgelijke stappen.

Zo ook met de beurskoersen. Omhoog door het enorme geldaanbod. Omlaag met de rente door de moneyglut. Pech voor de spaarders. Maar het telt wel aan al is het onbedoeld.

Door de stijgende importprijzen ontstaat natuurlijk meer inflatie. Maar de koopkracht van de consument neemt er door af.

 

Het is voor mij de vraag wie er profiteren van die QE. Niet de consumenten, de gewone man want de importprijzen stijgen. Wel de beurzen. Wel de staat die lage rente op schulden betaalt en door de waardevermindering van de euro de staatsschulden in euros ook in waarde zien dalen.

Dan is er nog wat de banken met dat nieuwe geld in ruil voor de  waardepapieren waarvan de echte waarde ook niet 100% zeker is, gaan doen. Investeren in de eurozone economie? Daar was zelfs niet voldoende vraag naar het uiterst goedkope door de ECB aan de banken uit te lenen geld ter inverstering in het eurozone bedrijfsleven.

Het lijkt mij toch uiterst interessant te weten hoe die 1400 miljard nieuwe euros dus uitgezet worden.

Maar misschien zie ik het wel helemaal verkeerd.

Eén ding is zeker, de armoede in de eurozone neemt toe in plaats van af. Niet alleen armoede van niet werkenden maar armoede onder mensen met een baan.

Daar ga ik morgen over denken.

 

 

 

lundi 23 mars 2015


Op een stok en een kruk

 
zo sleept de eurozone zich voort

 
Twee verkiezingen die het beeld in Europa niet wezenlijk veranderen. De Pro EU partijen blijven het beeld bepalen.

In Andalusië wordt Podemos niet de grootste partij maar verliest de coalitie wel zetels maar behoudt de macht.

In Frankrijk behaalt bij de departementale verkiezingen Sarkozy met zijn  UMP de eerste plaats met bijna dertig procent van de stemmen en moet het FN, de gedoodverfde winnaar, het met de tweede plaats doen  met toch een indrukwekkend 26% van de stemmen. Hollande komt achteraan met 21% van de stemmen.

Brussel kan een zucht van verlichting slaken. De oppositie partijen kunnen geen kwaad doen.
 

De crisis om Griekenland komt echter steeds dichter bij het kritieke stadium. In feite, hoewel men dat niet gemakkelijk zal toegeven, gaat het hier om twee stromingen binnen  de Europese Unie.

De ene is de eurozone zijde strategie. Via een systeem van leningen verstrekken biedt men  achtergebeleven lidstaten de kans om bij de rest aan te sluiten. Aan die leningen zijn dan wel strikte hervormings voorwaarden verbonden op het gebied van arbeidsrecht, bureaucratie en bezuinigingen. Die voorwaarden worden door een combinatie van EU, IMF en ECB bepaald. De uitvoering ligt in handen van het ESM.

Deze stroming gaat er van uit dat elke lidstaat in principe zelfstandig in staat is volledig in de eurozone te participeren op economisch gebied mits hij de nodige hervormingen doorvoert. Lukt dat niet dat in dat een gevolg van een verkeerd beheer. De eurozone grijpt dan via het S&G verdrag in.

Het grote nadeel van deze opvatting is de extra schuld die door de verstrekte leningen wordt opgebouwd en die uiteraard terugbetaald moet worden binnen een bepaalde termijn. Dat houdt in dat de betrokken lidstaten een dubbele slag moeten maken: zij moeten de opgelopen achterstand inlopen en bovendien extra presteren om daarenboven de leningen af te betalen.

Dit leidt tot veel te grote belastingdruk op de consumenten en een terugval in de economie waardoor nieuwe leningen nodig kunnen worden die weer tot grotere schuld leiden. Maar deze austerity aanpak is de enige die redt.


De andere stroming is die van de ECB hoewel niet openlijk uitgedragen. De ECB wil via een fiscale unie (in het verdrag van Lissabon echter uitgesloten) een totaal economisch gebied in de Europese Unie creëren. Hierbij wordt beseft dat die totale fiscale unie geen economische eenheid vormt maar gebieden met verschillende economische mogelijkheden omvat. Door een gezamenlijke Europese Unie brede begroting, allocatie van midddelen, behoeven dan geen ondraagbare leningen te worden afgesloten maar worden door de allocatie van gelden de economisch zwakkere regionen gesteund. Analoog aan de wijze waarop dat in Italië, België en de USA gebeurt. Er blijven dan altijd zwakkere gebieden maar die worden niet opgeladen met accumulerende schulden die nooit verrekend zullen kunnen worden.

De Archillis hiel bij deze opvatting is dat dat ook een Europese Unie brede identieke arbeidswetgeving in brede zijn eist. Zoniet dan kunnen gebieden met andere pensioenregelingen, zorgverzekeringsregelingen etc profiteren en dat zou zo'n constructie onmogelijk maken. Zo'n fiscale unie eist dus zonder meer een politieke unie met centraal geregelde wetgeving. Een superstaat.

In beide opvattingen komt men in conflict met het verdrag van Lissabon. Dat verbiedt directe steun van lidstaten onderling en door de ECB. Dat behandelt zelfstandige staten in een los/vast verband.

Het verdrag van Lissabon zou op diverse punten gewijzigd moeten worden om zowel stroming een als twee mogelijk te maken. Door het ESM verdrag heeft Brussel al het directe steunverbod kunnen omzeilen. Maar met een fiscale unie is dat anders, dat betekent altijd directe geldsteun en dat is expliciet verboden. Bovendien tast het de zelfstandigheid van de lidstaten aan. Maar de Brusselse juristen zijn ver gevorderd in het oprekken van de uitleg van het verdrag.

Oprekken, want wijzigen is een praktische onmogelijkheid. Zoals Juncker al zei, alle regeringsleiders, staatshoofden, parlementen moeten er unaniem mee instemmen. Gezien de uiteenlopende belangen van de diverse lidstaten is dat alleen voor de meest bizarre idealisten mogelijk. Dus ruim uitleggen is de enige oplossing.

Het verdrag van Lissabon is er een zonder uitzicht op mogelijke aanpassing aan  nieuwe tijden.


Griekenland is nu een testcase geworden. In de eerste opvatting is het dat Griekenland, zoals Dijsselbloem en consorten willen, zich volledig overgeeft aan de macht van de Instituten, de Troika, die eisen dat het land onverminderd doorgaat met het uitvoeren van het Troika beleid. Ook nadat de looptijd van de bailout periode voorbij is. Dan kan over een nieuwe bailout gepraat worden. Alleen op die voorwaarden worden de resterende 7,2 miljard van het lopende programma uitgekeerd. Griekenland mag wel voorstellen doen maar de Instituten beslissen.

Griekenland is van mening dat het land tijdens de bailout periode alleen maar is achteruitgegaan en dat een nieuwe bailout die situatie doortrekt. Nog hogere schulden, nog minder kans terug te betalen, nog zwaardere voorwaarden nog sneller verder verval en het kantelpunt voor het Griekse volk is gepasseerd. Want het gaat alleen om de fiscale situatie niet om het welzijn van de bevolking.

Het is ook voor de stabiliteit in de zuidelijke staten nodig dat streng de hand gehouden wordt aan deze strategie. Want ook in Spanje en Portugal geldt dit regiem. Griekenland sparen zou daar onrust veroorzaken.

Het alternatief is het failissement van het Griekenland, het uit de eurozone stappen en dus naar alle waarschijnlijkheid ook uit de EU. Dat is geen goede oplossing want als er een lidstaat uitstapt wordt de eenheid doorbroken en is een precedent geschapen.

Griekenland zou dan elders een geldschieter moeten vinden om de periode te overbruggen totdat er uit betere belastinginning en opruimen van vriendjespolitiek en bureaucratie weer eigen middelen worden gevonden om het land gaande te houden en zelfstandig tot meer bloei te brengen. Door middel van een flinke devaluatie zou dat  kunnen lukken. En devaluaties zijn in de geschiedenis van Griekenland geen ongewoon verschijnsel.

Dat was eigenlijk ook het oorspronkelijke voorstel van Griekenland aan de EU. Een overbruggingskrediet en geen verdere bailouts, zelf orde op zaken stellen en binnen de eurozone blijven maar uit handen van de Troika.
 
Over de enorme schulden van Griekenland kan alleen maar gezegd worden dat alleen politici nog van mening kunnen zijn dat Griekenland  die ooit terug kan betalen.

Het vormen van een monetaire unie in een niet optimaal valuta gebied is een macabere valkuil, zo blijkt weer.
 

Zal Merkel er in slagen het onverenigbare toch weer aan elkaar te knopen?

De zelfstandigheidswil van Griekenland en de pond vlees van de eurozone. Beide hebben er een puinhoop van gemaakt. Maar de echte oorzaak is het onmogelijke van de gemeenschappelijke munt voor zo afwijkende economieën
 
 

 

 

mercredi 18 mars 2015


De wind loeit door de spleten

 
Dit blog begint anders dan anders maar komt toch weer in het spoor.
 

De ECB is begonnen met het opkopen van de schulden van banken en staten. Dat speelde door mijn gedachten toen ik een tijdje doorbracht in het zuiden van Spanje, het toeristenoord de Costa del Sol, 's zomers de overvolle speeltuin van het massa toerisme, 's winters het toevluchtsoord van noordelijke overwinteraars waar je in een heerlijk zonnetje de rust terug vindt en  je meer Engels hoort dan Spaans.

Als je een beetje rondtoert door de omgeving dan kan het niet anders dan dat je behalve de weelderige bomengroei en de fraaie architectuur aan de kust  de gevolgen van de onroerend goed bubble gaat zien. Vele gebouwen staan er als skeletten of half afgebouwd in stilte te wachten op iets wat niet komen gaat. Alleen de wind heeft er belangstelling voor. Een triest gezicht. Maar het blijft niet bij losse gebouwen. Er staan hele stadswijken in gestaakte aanbouw in skeletvorm met de kranen er nog bovenuit torend maar al jaren bewegingsloos. De overblijfselen van wat eens voor investeerders een goudmijn leek. Je passeert steengroeves  waar geen steenstof meer opwarrelt en tientallen vrachtauto's keurig naast elkaar staan te wachten op niets. Een triest gezicht getuigend van de overmoed van het geld dat door de Lehmann crisis ineens opdroogde. En in de stad zie je hier en daar banken die "repossessed" huizen aanbieden. In het Engels want voor de Spanjaarden met 25% werkloosheid en gekrompen lonen zijn ze onbetaalbaar.
 
 

 
Die lege gebouwen en wijken staan op de balansen van de Spaanse (en misschien ook Nederlandse banken) voor zoveel procent van de oorspronkelijke waarde. Maar ze zullen zo blijven staan tot in de verre toekomst want wie zou ze willen kopen? Ze hebben een volslagen fictieve waarde.
 
 

De ECB koopt de schulden van banken en staten op. Quantitative Easing want de balans moet opgevoerd worden tot 3000 miljard euro. Waarom dat zo nodig is weet niemand behalve het bestuur van de ECB, dat wil zeggen de meerderheid ervan. Gedekte waardepapieren en obligaties. Wat is die dekking? Kijk naar die skeletten en stel je voor dat die het onderpand vormen van de pakketten die de banken aan de ECB aanbieden. In Duitsland wordt al de vrees uitgesproken dat de ECB aspecten van een Bad Bank zal krijgen. Want banken zullen allereerst de niet prime security obligaties en assets kwijt willen aan de ECB.
 
Je denkt een prachtige nieuwe wijk te zien maar het zijn onafgebouwde lege  hulzen
 
De QE wordt noodzakelijk geacht om de inflatie op te drijven, die wereldwijd te laag is, lager dan de magische 2% die de centrale banken willen bereiken, een arbitraire waarde. Elk land probeert dat percentage te bereiken. Want die 2% maakt de eeuwigdurende groei mogelijk. Dat is de stelling. Deflatie oftewel negatieve inflatie nekt die groei en leidt naar de krimp en economische problemen. Dat is ook de stelling.

Doordat elk land probeert die 2% te bereiken nemen ze allemaat de standaard maatregelen. Uit het boekje. Renteverlagingen waardoor spaarders beter hun geld kunnen uitgeven dan sparen. Lage rente waardoor je goedkoop kunt lenen en dat misschien zelfs meer dan goed voor je is. Te hoge schulden opbouwt. Helpt dat nog niet dan gaan de Centrale Banken over tot geldverruiming of Quantitative Easing, het opkopen van schulden van staten en banken met nieuw gedrukt extra geld. Doordat er zo meer geld in omloop komt zal de economie groeien en de inflatie oplopen. Export wordt goedkoper en import duurder. Goed voor de economie.

Jammer dat als alle landen hetzelfde doen je er niets meer opschiet maar zelfs gedwongen kunt worden mee te doen. Want je leidt als land schade als je export te duur wordt en de import te goedkoop. En dat gebeurt als andere landen die QE uithalen. Dan onstaan er bubbles want er is zo ontzaggelijk veel geld in omloop en dat moet ergens heen. Dan wordt er veel, veel geleend want de rente is vreselijk laag door die overvloed van geldaanbod. Dan krijgen solvente landen zelfs geld toe als ze leningen uitschrijven. Dan stijgen de beurskoersen want geld brengt geen rente meer op. Dan wordt het zo erg dat banken hun klanten geld gaan rekenen voor het op de bank zetten van het geld. Dus moet je wel ergen anders heen met dat geld. De ECB rekent al rente aan banken die geld parkeren bij de ECB.

En dat alle om de inflatie op 2% te krijgen want deflatie is zo gevaarlijk. Daar gaat het om.
 

Maar de BIS, de Bank voor Internationale Betrekkingen ofwel de bank der banken heeft een onderzoek ingesteld en bevonden dat het gevaar van deflatie voor economische groei minder is dan wordt aangenomen. Een onderzoek dat zich uitstrekt over 140 jaar en 38 landen. Niet gering dus.

Het resultaat is dat alleen in de crisis van de dertiger jaren in de vorige eeuw er een duidelijke samenhang werd gevonden tussen deflatie en groei en verder niet.

Ook voor de stelling dat deflatie het aflossen van schulden duurder maakt vonden de onderzoekers weinig bewijs.

Volgens de BIS kunnen dalende prijzen het gevolg zijn van toename van het aanbod door verbetering van de poductiviteit en zorgen in dat geval juist voor een toename van de koopkracht en de welvaart. Deflatie behoeft dus niet altijd gezien te worden als een afname van de vraag door economische zwakte.

Een ander gevolg van lage rente kan een onrust zijn voor gewone mensen die hun spaargeld weg zien smelten. De economische en politieke stabiliteit kan daardoor in gevaar komen.

De BIS  verklaart dat momenteel 2,4 trillioen dollar (voor Europa dus biljoen) lange termijn staatsschuld tegen negatieve rente wordt verhandeld met steeds meer investeerders die regeringen geld willen betalen voor het privilege aan die regeringen te kunnen uitlenen.

Zoals de obligatiemarkten dag na dag aantonen zijn de grenzen van het ondenkbare zeer elastisch.

De gevolgen daarvan moeten goed in de gaten worden gehouden daar de repercussies aanzienlijk zullen zijn.

Bijvoorbeeld omdat pensioenen in gevaar komen.

De laatste maanden hebben al 20 centrale banken monetaire politiek bedreven.

Als dit doorgaat zullen de technische, economische en politieke grenzen onder druk komen.

Men komt in een volkomen onbekend gebied.

Zo verklaart het BIS op grond van gedegen onderzoek.

En dan zie ik in mijn gedachten die skeletten, de stille en peperdure getuigen van de onroerend goed bubble weer voor me.

 De centrale banken denderen door als machteloze organisten op een gigantisch orgel dat zij niet meer in bedwang hebben en hen  voort dwingt in plaats van dat zij de toon zetten
 
 
 

mardi 17 mars 2015


Alle menschen werden Brüder
 

De negende symphonie van Beethoven, het lied van de Europese Unie. Zo was het bedoeld, alle mensen zouden broeders worden.

Helaas is in de loop van de jaren de werkelijkheid wel een beetje anders uitgepakt.

Tussen Griekenland en Duitsland is nu zelfs een grimmige sfeer ontstaan.  Varoukavis heeft Duitsland de opgeheven middelvinger gegeven zegt BILD. Dat was niet gisteren of vorige week maar in 2013. Nu weer opgehaald. Varoukavis ontkent maar Bild zegt bewijs te hebben. Dat zulke oude zaken worden opgerakeld belooft niet veel goeds. Schauble, de oude Duits vos heeft Tsipras beledigd, vindt Griekenland.  De Duitse pers is uitgebroken in een langdurige tirade tegen Griekenland. Wat Griekenland biedt deugt van geen kanten. Duitsland heeft Griekenland juist altijd geholpen.

 

Griekenland wil de allerarmsten gratis electriciteit geven en voedselbonnen. Maar laten we niet vergeten dat in Duitsland honderd duizenden huishoudens van electriciteit zijn afgesneden omdat zij de rekeningen niet meer konden betalen. Laten we ook niet vergeten dat in Groot Brittannië twee miljoen mensen met een baan in armoede leven. Niet alleen in Griekenland is er dus armoede onder grote groepen mensen. Het is een algemeen verschijnsel.

 

Zoals ik al vaak gezegd heb, de eurozone is banken en lidstaten en de burgers zijn er om voor te zorgen dat die twee blijven functioneren. De burger betaalt. Staat en banken kunnen dus gezond lijken terwijl de burgers worden overbelast. Dat kan niet ongelimiteerd doorgaan.

Griekenland wijst er terecht op dat met de bailouts, een verschuiving van crediteuren in feite, van private schuldeisers, banken dus, naar de EU en ESM en ECB en niet te vergeten target 2, de economische situatie en de toestand voor de burgers alleen maar verslechterd zijn en een doorgaan ermee via een eventuele derde bailout de schulden alleen maar zal verhogen maar niets zal doen aan een verbetering van de Griekse economie. Alleen de staat en de banken in stand houden.

De andere landen kunnen Griekenland verwijten dat zij de opgelegde hervormingen hebben gedwarsboomd. Griekenland kan de eurozone en ECB verwijten dat zij te gemakkelijk en goedkoop leningen hebben verstrekt die Griekenland in staat gesteld hebben bij de andere landen onverantwwoorde aankopen te doen. Beide zijden hebben onverantwoord gehandeld.

Dat heeft geleid tot een situatie waarin de Griekse burgers het niet meer accepteren. Hun incasseringsvermogen is  uitgeput. Een regeringswisseling bij de nieuwe verkiezingen was het resultaat. Een regering die een andere aanpak voor Griekenland wil.

Het gevolg is de patstelling: De eurogroep wil van geen verandering weten. Griekenland moet doorgaan met de austerity programmas door de eurozone opgelegd. De dwang hiertoe is krachtig: alleen dan krijgt Griekenland het geld om  de schulden en de rente de komende maanden te betalen. Zonder dat geld gaat Griekenland failliet. Griekenland wil dat niet en wil zelfstandig zonder het juk van de eurozone voorwaarden verder. Want op de oude manier verder gaan vergroot de ellende en brengt gezien de geschiedenis van de bailouts tot nu toe geen enkele verbetering voor de burgers. Integendeel, de voorwaarden worden nog aangescherpt en de schulden hoger..

Het is voor Griekenland niet een kwestie van cijfertjes zoals voor de Troika maar van overleven en vooruitgaan.

Maar voor de andere lidstaten die voor het merendeel ook in de financiële problemen zitten met overmatige schulden en ook meer aan overleven dan aan luxe denken is het een hard gelag voor Griekenland op te moeten draaien. Zij hebben zelf al problemen genoeg. En oppositiepartijen volgen met argusogen de ontwikkelingen. In Italië en Spanje kan de establishment geen coulante behandeling van Griekenland accepteren uit vrees voor de repercussies.

De Europese Commissie stelt zich flexibeler op dan de eurozone. Begrijpelijk want zij willen Griekenland wat het ook kost, in de eurozone en EU houden.

Op de eerste plaats omdat een uittreden van Griekenland gevolgd door een  failliet en devaluatie een nieuwe schuldverdeling onder de resterende lidstaten inhoudt. Dat kan dan wel binnen het ESM verwerkt worden door leningen  met garantie van de overige lidstaten zodat het geen direct gevolg heeft voor de lidstaten, tenzij deze daartegen protesteren.

Op de tweede plaats is het een precedent. Er zijn wellicht meer lidstaten die in uittreden meer voordeel zien dan in lid blijven.

Op de derde plaats bestaat de mogelijkheid dat het met Griekenland na devaluatie en herzieningen van belastinginning en uitdunnen van de bureaucratie en de aantrekkelijkheid als vakantieland, dan nog goedkoper dan nu al,  inderdaad beter gaat. Als tenminste de nieuwe regering niet op de oude voet doorgaat maar inderdaad afrekent met vriendjespolitiek, belastingontduiking en bureaucratie.

 

Maar hoe het ook verder gaat, het ideaal van lidstaten die boezemvrienden zijn en naar elkaar toegroeien en welvaart en werk scheppen is ver te zoeken.

Logisch, want de landen van de eurozone en de EU zijn met elkaar concurrerende landen. De sterkere hebben nu eenmaal betere kansen dan de zwakkere. Daardoor worden de verschillen groter in plaats van kleiner. En in een concurrerende setting reikt solidariteit niet erg ver.

 

Wat in een idealistische visie zo schoon lijkt blijkt in de echte wereld niet op te gaan. De opzet van EU en eurozone roept om ellende.

 

 

 

 

 

 

Zolang in de  de Europese Unie en de eurozone de omvang van de schulden nog niet de grote omvang van nu hadden konden de verschillen tussen de lidstaten nog redelijk verbloemd worden.

Maar veel was schijn, zoals de lage rentestand waardoor lenen door de lidstaten goedkoop was en een schijnwelvaart ontstond.

Maar toen de Lehmann crisis toesloeg en bleek dat vele leningen op zand waren gegrond en de banken gered moesten worden ten koste van de welvaart van de bevolking en de schulden snel opliepen werden ook die verschillen pijnlijk zichtbaar  In het zuiden liep de werkeloosheid schrikbarend op en door loonsverlagingen om de concurrentie met het welvarender noorden te kunnen aangaan verarmde ook de werkende bevolking en liep de koopkracht en dus de binnenlaandse consumptie terug zodat de inflatie daalde en deflatie begon op te treden.

Er ontstond een duidelijke scheiding tussen de noordelijke staten met de sterktste economie die het minste te lijden hadden onder de crisis en de zuidelijke die veel kwetsbaarder waren.

 

vendredi 13 mars 2015


 

Soms krabbel je je achter de oren .......

 

De advocaat generaal van het Europees hof heeft in zijn voorlopige opinie gesteld dat het ECB staatsobligaties mag opkopen maar zich niet mag bemoeien met de economische politiek van dat land.

Voorts vind hij dat kritiek op de ECB ongepast is omdat daar de grootste expertise op monetair gebied is. Een soortgelijke uitspraak had de Europese Commissie al gedaan ook omdat de ECB geheel zelfstandig is en de lidstaten er geen invloed op mogen uitoefenen.

Maar de ECB bepaalt wel de monetaire politiek in de lidstaten door zijn uitleg van de taakstelling, het bewaken van de waarde van de euro en de prijsstabiliteit. Om dat te doen neemt hij de nodige maatregelen.

Daar zit hem de kneep want door het nemen van die maatregelen beinvloedt hij de economische politiek van de lidstaten.

Niet met het oogmerk dat te doen maar noem het maar als logisch gevolg.

Nu zou dat niet zo verschrikkelijk zijn als de economische belangen van de lidstaten identiek zouden zijn. Helaas is dat niet het geval want de lidstaten zijn onderling economische concurrenten. Zij exporteren naar elkaar, importeren van elkaar en concurreren ook op de echte export, die naar landen buiten de EMU, de eurozone. Zij hebben elk hun eigen handelsbalans, current account, winsten en verliezen, bepalen hun eigen vorm van de verzorgingsmaatschappij, kortom gedragen zich als de zelfstandige landen die ze ook zijn. Bovendien is gebleken dat door allerlei omstandigheden hun economische mogelijkheden sterk uiteenlopen. Het is dus onmogelijk voor de ECB om door zijn monetaire beleid alle lidstaten optimaal te bedienen. Door zijn keuze daarin beinvloedt de ECB de economische politiek van de lidstaten en niet alleen die maar ook die van landen buiten de Eurozone die weer hun eigen cincurrentie positie verdedigen. Niet het doel maar wel het gevolg.

Doel en neveneffect. Het enige doel van de QE, de 1140 miljard euro geldverruiming is uitsluitend het bepalen van de inflatie op 2%. Wederom is dat door de ECB duidelijk verklaard. Dat het logisch gevolg ervan is dat alleen al door de aankondiging de waarde van de euro van circa 1,39 dollar gezakt is naar 1,10 dollar en nu bij het eerste begin van het opkopen tot beneden de 1,06 dollar is niet het doel van de ECB. Niet alleen een waardevermindering ten opzichte van de dollar maar ook tegenover andere belangrijke munten. Een daling waarvan men verwacht dat hij nog verder zal door gaan.Volgens alle analisten het gevolg van de QE, de ECB wast de handen in onschuld want dat is niet het doel maar een bijeffect. Hetzelfde geldt  voor de aandelenkoersen die door het enorme geldaanbod erdoor gaan stijgen. Datzelfde geldt voor het onverantwoord lenen want door de grote geldhoeveelheid is de rente (bij ECB zelfs negatief) uiterst laag en wordt laag gehouden door het rentebeleid van de ECB dat ook alleen gericht is op die inflatiecorrectie.

Het eigenaardige van het geval is  dat dat doel, het brengen van de inflatie naar 2% in de USA, het VK, Japan waar de QE daar ook voor gebruikt werd nergens is bereikt.

Je zou dus kunnen stellen dat de bijeffecten daar wel zijn opgetreden maar het doel niet is bereikt.

Eén inflatie aspect is zeker. Door de val van de euro stijgen de prijzen van de import in de eurozone.  Die geimporteerde prijsstijging is inflatie, geimporteerde inflatie  die de koopkracht nog verder doet afnemen. Economisch contraproductief dus.

De ECB vindt dat de QE al resultaten heeft want de groeiprognose wordt iets verhoogd. Dat dat het gevolg is van de halvering van de olieprijs waardoor globaal de echte koopkacht toeneemt wordt niet vermeld. Wel dat daardoor de inflatie nog lager wordt en dus ingrijpen door QE nog dringender maakt. Dus een economische stimulans is een monetaire dreiging.


Griekenland beschuldigt de ECB ervan het land te verstikken. De ECB maakt deel uit van de Troika, pardon Instituten, die erop toezien dat Griekenland zich aan de voorwaarden van de bailouts houdt. De ECB beroept er zich uiteraard op dat hij moet toezien op de waarde en prijsstabilitieit van de euro. Daarop baseert hij zijn monetaire handelen tegenover Griekenland. Maar door Griekenland anders te behandelen dan de andere lidstaten grijpt de ECB direct in in de Griekse economie en politiek. Dat de ECB financiëel gelijk heeft door zijn risicos zoveel mogelijk te beperken is duidelijk. Dat dat een ingrijpen in de politiek van Griekenland is is ook duidelijk. Dat het in Griekenland economisch een rotzooitje is is ook duidelijk. Maar dat is een zaak voor de Europese Commissie en de eurozone maar niet voor de ECB. Want die is politiek onafhankelijk en politiek neutraal .
 
Het doet me denken aan dat oeroude Amerikaanse verhaal van de Puritein die een inbreker betrapt. Hij staat bovenaan de trap met zijn oude geweer gericht op de inbreker beneden en zegt: "de Here verbiedt mij U kwaad te doen en dat wil ik dan ook niet. Ongelukkigerwijze staat U precies in de richting waarin ik mijn geweer wil afschieten"

 

 

 

 

 

 

mercredi 11 mars 2015

De zekerheid van wat?
 
Draghi verklaart, lees ik,  dat zijn QE en andere maatregelen de inflatie op de gewenste 2% zullen brengen. Maar waarop is die zekerheid gebaseerd?
Niet op Japan dat wanhopig probeert zonder 2% ook maar te benaderen. Niet op de USA waar deflatie wederom dreigt. Niet op de UK waar Draghi's collega juist zegt dat het niet helpt. Dat de dalende olieprijzen juist de economie stimuleren. Waar dan wel?
Is de wereldwijde lage inflatie niet een normale ontwikkeling in een nieuwe globale setting? Waar nieuwe grenzen en nieuwe krachtposities zich manifesteren?
Is het niet beter zich daarop te richten?
 
Waar haalt Draghi  zijn zekerheid vandaan?
 
 

De Zuid Euro geschapen door de ECB

 
De euro blijft in waarde zakken. Was eerst 1,10 dollar een schrikbeeld, nu is de werkelijkheid al 1,07 en pariteit, een euro voor een dollar, al geaccepteerd en wordt zelfs een koers van 0,85 niet als onmogelijk gezien. Dat wil dus zeggen dat men het niet meer weet.
Natuurlijk is dan de verwijzing naar de kracht van de dollar een mooi excuus. Ja, de USA profiteert voluit van de lage olieprijs in dollars die in de eurozone 20% minder voordeel oplevert door de devaluatie van de euro. De USA profiteren ook van het goedkope schaliegas en olie waarvan de exploitatie door de razendsnelle nieuwe fracktie technieken steeds goedkoper wordt. De USA profiteren van de daardoor lage energiekosten waardoor bedrijven meer lucht voor investeren en de consument met hetzelfde inkomen meer koopkracht heeft.

Maar de euro daalt niet alleen in waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar maar ook tegenover Zwitserse franc die de koppeling met de vallende euro heeft moeten loslaten, tegenover de Canadese dollar, de Australische dollar, de Zweedse kroon en  andere belangrijke valutas. Als voorbeeld hieronder de val van de euro ten opzichte van het UK, ook lid van de Europese Unie.
 
 

De euro is de munt van het falende zuiden geworden en is niet meer die van succesrijkere noorden.

Wat gemakshalve vergeten wordt is dat door deze waardeval van de euro niet alleen de export wordt bevorderd, althans dat is de theorie, maar ook dat de import evenredig duurder wordt.

Vergeten wordt ook voor het gemak dat het voor de interne handel in de eurozone door die gemeenschappelijke munt niets uitmaakt. Althans op het eerste gezicht. Want weliswaar heeft de eurozone een groot handelsoverschot en profiteert door het verschil tussen grotere export en duurdere import. Maar dat handelsoverschot komt voor rekening van de meer exporterende landen en export is per definitie naar buiten de eurozone, handel tussen de lidstaten is interne verplaatsing van goederen en diensten.

 


 export december 214           161,5 miljard euro

import decembeer 2014       137,2 miljard

 
De lidstaten met een positieve handelsbalans profiteren van de waardedaling en de andere die een negatieve handelsbalans hebben lijden, tenzij zij hun export door die val van de euro zo sterk kunnen opvoeren dat hij de import in waarde overtreft.

Zo is dat schijnbare voordeel van de vallende euro een zwaard van Damocles.

Vergeten  wordt ook dat de eurozone, behoudens landbouw producten, geen grondstoffen heeft en die alle moet invoeren. Gas en olie bijvoorbeeld. Met huivering moet men hopen dat  de olieprijs zo laag zal blijven. En de wereldhandel vindt plaats in dollars.

In de USA ziet men de inflatie snel terug lopen. Geen wonder met die meer dan gehalveerde olie en dus energie prijzen. Daardoor is het een logisch verschijnsel dat de economie zelfs verder aanjaagt door de ermee verbonden relatief grotere koopkracht.

In de eurozone zullen we waarschijnlijk het tegenovergestelde gaan zien: de duurdere import zal hogere prijzen dus stijgende inflatie veroorzaken. Maar bij gelijkblijvende inkomens zal doordoor juist de koopkracht relatief afnemen. Netto nadeel.

Dat kunnen de strerkere landen wellicht opvangen door de groeiende export maar niet die landen die die vergrotingvan de export niet kunnen verwezenlijken.

En, zoals ik al meer heb gezegd, de lidstaten beconcurreren elkaar binnen de eurozone. Elke lidstaat heeft zijn eigen handelsbalans waarin binnen en buiten moeilijk te scheiden valt. En ook bij de export naar buiten de eurozone.

Dus bij interne verplaatsing van goederen en diensten van de ene lidstaat naar de andere profiteert de ene lidstaat ten koste van de ander. Alleen bij gelijke interne verplaatsingen gebeurt dat niet. Bij een zeer geringe groei van het Gross Domestic Product van de gehele zone telt dat flink aan.
Het verklaart dat Duitsland een steeds sterkere poitie in kan nemen, het neemt een flink deel van de export naar buiten voor zijn rekening dus zijn external handelsbalans is ijzersterk. Andere lidstaten kunnen dat niet evenaren. Zij importeren ook vanuit Duitsland op de pof, hetgeen mogelijk is gemaakt doot het target 2 systeem, en door leningen. Zo ontstaat met Dutsland een onhoudbare onbalans. Zo ook, in mindere mate, met Nederland. In plaats van dat deze verschillen kleiner worden vreten ze verder door. De eurozone heeft dat laten doorwoekeren en daar plukken we nu de wrange vruchten van.
Om het zuiden en Frankrijk betere kansen te geven wordt de euro door de QE veel minder waard gemaakt hetgeen theoretisch het zuiden dus betere kansen geeft op de externe markt te concurreren. Maar zoals ik boven heb geschetst, het kan zich ook tegen het zuiden keren als die kans op grotere export niet genoeg aan echte groei  oplevert om het schuldpercentage redelijk te maken. En het schuldbedrag neemt per definitie toe met het percentage begrotingstekort, ongeacht groei. In 2014 was dat tekort 2,9% eurozone breed. Dus is de eurozone schuld ook met dat percentage toegenomen.

Pas bij een begrotingsoverschot gaat het schuldbedrag verminderen. Daar is de eurozone (en de gehele wereld) nog lang niet aan toe.
 
De Euro is nu de munt van het zuiden geworden. De keiharde wet, de groei naar het lagere niveau.