dimanche 30 novembre 2014

No-bailout garantie, S&P Pact garantie
steunmuren van de euro
 
waar zijn ze gebleven?
 
 
 
Draghi begon zijn betoog in Helsinki met de verklaring dat het een misverstand is als men de Europese Unie en de eurozone ziet als economische unies zonder onderliggende politieke unie. Dit geeft een diep wanbegrip aan van wat een economische unie betekent: hij is van nature politiek. Zijn verdere betoog werkte vervolgens eigenlijk uit waar het aan schort en wat niet werkt.

Natuurlijk heeft Draghi  gelijk. Een economische unie zonder gezamenlijke wetgeving op het gebied van loon, pensioen(leeftijd), werkeloosheiduitkering, ouderdomspensioen, belastingwetgeving, munt, en verdere sociale wetgeving is geen uitgebalanceerde economische unie maar een op basis van sommige punten van overeenkomst  samengevoegd aantal landen. De Europese Unie voldoet aan geen van de eisen en toont op bovengenoemde gebieden een zeer grote divergentie, de eurozone voldoet alleen aan de eis van fiscale overeenkomst (deficit en staatsschuld) die in de theorie dan wel aanvankelijk deels bestond maar nu in de praktijk allang niet meer bestaat en die van een gezamenlijke munt.

De Europese Unie bestaat op gezag van een verdrag dat van alles regelt maar heeft geen gekozen parlement met volledige wetgevende bevoegdheid maar een dat beperkt is tot een goed of afkeuren, een door de regeringsleiders benoemde commissie, commissarissen van elke staat een, een Centrale Bank met een beperkter mandaat dan de CB's van eehte staten en een gerechtshof.  Geen democratisch geregeerde staat dus zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten die zo graag als lichtend voorbeeld worden gesteld.  Op het scherp van de snede kan men stellen dat de wetgevende macht van de EU in handen ligt van de regeringsleiders die elk eerst naar het belang van het eigen land kijken.

In de EU bestaat dus geen enkele van de eisen die aan zo'n unie zou moeten worden gesteld. Men dient zich zelfs af te vragen of inderdaad die wens om echt tot een politieke unie te komen wel bestaat bij de regeringen en, wat in feite belangrijker is, bij de bevolkingen.

De eurozone hangt dus aan elkaar door het bezit van een gezamenlijke munt en een illusoire samenhang in begrotingsdiscipline en staatsschuldbeperking. De regels voor de laatste twee gelden theoretisch voor de gehele Europese Unie maar zijn voor de lidstaten van de eurozone apart vastgelegd in een onderling verdrag.  Dat zijn ook de enige lidstaten die aan die eisen voldoen want alle EU lidstaten die er aan gaan voldoen (met  uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Denemarken die bij het verdrag van Lissabon een voorbehoud hebben bedongen en dus van de euro vrijgesteld zijn)  moeten verplicht zich bij de eurozone aansluiten zodra zij aan de eisen voldoen.

Het Stabiliteits en Groei Verdrag geeft de kaders aan waaraan de eurozone lidstaten zich dienen te houden wat betreft maximaal begrotingstekort, dus maximaal bedrag per jaar te lenen als percentage van het Bruto Binnenlands Product zonder ingrijpen van Brussel.  Dat percentage is op 3% gesteld. Daarnaast mag de staatsschuld niet hoger oplopen dan tot 60% van dat BBP. Bij overtreden van een of beide  twee regels grijpt de eurozone, hierna voor het gemak Brussel genoemd in. Die 3% voor ingrijpen door Brussel regel heeft tot veel wanbegrip geleid, want door deze als norm te gaan gebruiken liepen en lopen de staatschulden elk jaar onhoudbaar op. In het verdrag staat in werkeliijkheid een maximaal te hebben tekort van 0,5% van het BBP maar niemand die zich aar nog aan houdt. Voor de landen die meer dan 60% schuld hebben en/of te grote begrotingstekorten wordt in overleg met Brussel een middenlangetermijn plan opgesteld om weer op het juiste spoor te komen.

In het verdrag van Lissabon was speciaal opgenomen een "no bailout" clausule die het de lidstaten verbood andere lidstaten  financiëel direct te steunen en ook de ECB had dat verbod. Iedere lidstaat had dus de eigen verantwoordelijkheid voor zijn financiële gezondheid en het S&G Pact gaf Brussel het toezicht erop en de macht in te grijpen om ontsporingen te voorkomen.

In zijn betoog in Helsinki (en daarvoor ook in Jackson Hole) haalde Draghi dit S&G Pact aan als robuuste waarborg voor de fiscale stabiliteit van de eurozone.
De werkelijkheid is dat dit S&G Pact in de praktijk een dreigend vingertje is.

In 2003 kwamen Duitsland en Frankrijk in begrotings problemen en overschreden de 3% norm. Brussel besloot niet in te grijpen. Het S&G Pact werkte niet. Dit niet bestraffen werkte als lichtend voorbeeld, de begrotingsdiscipline was een wassen neus geworden.

In 2012 kwamen Griekenland, Portugal en Ierland in zulke ernstige problemen dat zij alleen nog maar tegen exorbitante onhoudbare rentetarieven op de kapîtaal markt konden lenen. Failissement dreigde. De Lehman crisis had daar aan meegewerkt maar ook het toezicht uit Brussel had gefaald.
Het bailout verbod in het verdrag van Lissabon werd omzeild via een noodprocedure en liquiditeitsleningen verstrekt aan de drie landen. De tweede pilaar onder de eurozone, geen onderlinge directe hulp, werd bij de vuilnisbak gedeponeerd. S&G Pact genegeerd, no bailout genegeerd, in feite de basis onder de zekerheden van de euro dus onderuit gehaald.

Om verdere bailouts een legaal tintje te geven werd het European Stabiliteits Mechanisme, het ESM opgericht door de eurolanden. Zij namen deel in dat fonds met een percentage garantiestelling per land. Door de hulp door die instelling te laten verlopen was zij niet direct van land tot land en dus niet verboden.

Zowel dus het nobailout principe als het S&G verdrag, de twee  draagmuren van de eurozone zijn een loos gebaar geworden.

Ook dit jaar zijn er weer onregelmatigeheden. Zowel Frankrijk als Italië ontgaan ondanks hun zware  overtredingen van het S&P Pact sancties, Brussel schuift de zaak weer door naar maart volgend jaar alvorens een besluit te nemen. Dan zijn er ongetwijfeld weer zoveel andere zaken die de aandacht van Brussel vragen en de aandacht hiervan afleiden. Bovendien is het dan toch niet meer terug te draaien.
 
Misschien is het nuttig om wat cijfers te zien over de ontwikkelingen in de Eurozone. Hieronder een table over de stand van zaken in 2000, het jaar waarin de euro de praktijk in werd gebracht en het jaar 2012. Dat is dus voor de nieuwe berekeningswijze van het BBP werd gebruikt.
 
 
 
Vergeleken wordt het begrotingstekort, deficit, het percentage staatsschuld , het percentage slink/groei van het BBP tussen 2000 en 2012  de werkloosheidspercentages tussen 2000 en 2013 en tenslotte het mediaan inkomen in 2012 vermeld.
Zo kan de beginsituatie en de tussenstand in 2012 vergeleken worden.
Het is duidelijk dat er geen vooruitgang is geweest in die jaren, dat de begrotingstekorten zijn opgelopen, evenals de schuldpercentages en de werkloosheidpercentages. Ook de inkomsten vertonen grote verschillen. In 2013 is er zeker geen verbetering in de toestand gekomen en ook 2014 vertoont geen opgaande lijn.
 
Volgende keer nog wat tabellen oa over minimumloon.
 
 
 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

samedi 29 novembre 2014


Draghi's betoog  voor de studenten in  Helsinki
Inleiding:
 

                  Blijvende Begrotingstekorten
                                     en
                      Stijgende Schulden.

Na 15 jaar houden vier van de eurolidstaten, Duitsland, Nederland, Luxemburg, Slowakije zich aan de regels en vijf  landen Estland, Letland, Slovenië, Finland komen er in de buurt. Van de overige negen lidstaten kan dat niet gezegd worden met Italië, Frankrijk en onze zuiderburen België (dat in die 15 jaren nog nooit aan de 60% norm heeft voldaan) als uitschieters naar beneden. Griekenland doet mee buiten mededinging.
Dat illustreert het succes van de eurozone met zijn het Stabiliteits en Groei Pact dat het fiscale evenwicht van de lidstaten zou moeten garanderen.
De Commissie haast zich om maatregelen te nemen, dat wil zeggen door de zaak door  te schuiven naar april volgend jaar in de hoop dat in de tussentijd alles zich ten goede heeft gekeerd. Want zonder in wonderen te geloven lukt  het al jaren niet. Het strenge S&G Pact heeft geen slagkracht. Symptomatisch.
Te zeggen dat de euro een schot in de roos is geweest en de lidstaten er alle van hebben geprofiteerd kan men bijschrijven in het Boek der Fabeltjes.

en dat is het kader waarin ik Draghi's toespraak wilde plaatsen en dat was geen probleem.

Dus toen ik in de Financial Telegraph mijn oog liet vallen op een artikel van Peter Spence met de titel
"Mario Draghi back on the defensive as euro project faces fresh turmoil."
werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld want waar zou hij over in het defensief  moeten gaan?

Het moet ook voor Draghi duidelijk zijn dat zijn opeenvolgende pogingen de inflatie in de eurozone naar 2% te tillen vruchteloos zijn geweest en dat de QE die hem als allerlaatste poging voor ogen staat in geen enkel opzicht succes garandeert. Het jojo effect ervan in Japan, waar de QE op veel grotere schaal wordt uitgevoerd dan de ECB wil  toont dat weer aan, nadat jaren QE in de VS en het VK evenmin veel invloed op de inflatie hebben gehad. Wel is het "onbedoelde" effect zonneklaar, de beinvloeding van de wisselkoers, het wegzakken van de eurokoers en het gevaar voor een currency war.
In Jackson Hole verklaarde hij al, tot mijn verbazing want dat leek een puur politieke uitspraak, misschien  eigenlijk niet passend op een bijeenkomst van bankiers voor de president van de ECB, die een onafhankelijk institiuut leidt dat zich onpartijdig en verre van de politiek moet houden, dat de politiek ook zijn deel moest bijdragen door  de nodige hervormingen door te voeren, monetair beleid alleen was onvoldoende. Natuurliijk had hij gelijk maar die uitspraak had Brussel moeten doen, niet  Frankfurt.
Dus las ik het artikel van Spence, vervolgens de summary door het ECB uitgegeven en tenslotte de gehele toespraak die Draghi op de Universiteit van Helsinki voor de studenten hield om te zien of hier die hervormingen ook ter sprake zouden komen.
Want wat mij bij die uitspraak in Jackson's Hole  al bezighield was wat hij toen verstond onder hervormingen. Uit die toespraak in Helsinki bleek nu duidelijk dat hij met die hervormingen verdere financiële eenwording van de EU  tot een volwassen politieke unie bedoelde.

In die  toespraak was het mij soms niet duidelijk of hij het nu had over de over de Europese Unie als geheel of over de eurozone. Het leken wel synoniemen, want de laatste zou immers nooit een aparte politieke unie binnen de EU kunnen zijn. Dat schiep bij mij enige verwarring.

Hij liep  in zijn betoog  eigenlijk punt voor punt na waar het al die 15 jaren aan gemankeerd heeft, wat nodig was geweest en steeds pas was ingevoerd of omzeild nadat het ontbreken ervan een crisis  had veroorzaakt. Met andere woorden dat er steeds reparatiewerk was verricht en dat men aan de eindfase,  Europese Monetaire Unie, was begonnen in plaats van te werken om de voorwaarden ervoor te scheppen, hetgeen alleen kan binnen het kader van  een politieke unie. Natuurlijk was het al overduidelijk dat de EMU een politiek werktuig was om door het falen ervan een EU politieke unie te forceren. Dat is wat wij nu stapje voor stapje zien gebeuren.

Draghi begon in Helsinki met te zeggen  dat er  een algemeen verkeerd begrip bestaat over de Europese Unie en de eurozone door aan te nemen  dat zij economische unies zijn zonder een onderliggende politieke unie. Dit geeft een diep misverstand weer over wat economische unie betekent. (Naar mijn mening kan hij dat wel stellen maar dan was het wel een politieke unie zonder inhoud met 28 zelfstandige staten, een soort landenbond. Uit de rest van zijn betoog blijkt dat hij, denk ik,  had moeten zeggen dat een monetaire unie niet kan bestaan zonder inbedding in een politieke unie). Hij vervolgde dat ook de Single Market (de oude goed functionerende Europese Economische Gemeenschap, let op het woord Gemeenschap, dat een andere betekenis heeft dan Unie) al een politieke constructie is die niet zou kunnen functioneren zonder passende politieke structuren: concurrentie politiek, wetgeving, rechtssysteem.  (Maar, dat waren afspraken tussen de nationale overheden, met een grote beperking tot handel en geen overdracht van politieke regelgevings bevoegdheid aan die EEG) Zo ook kan een monetaire unie niet zonder zulke politieke constructies.
Hij ging verder: Toch is de unie niet compleet. Voordat wij de EMU afgebouwd hebben, de minimum vereisten op alle gebieden echt vastheid hebben gegeven zullen twijfels over de toekomst ervan nooit geheel verdwijnen.

Draghi wil het over die minimum vereisten hebben.
Hieronder een lijst van onderwerpen die hij aansneed. Een lijst van onderwerpen die aan de orde hadden moeten worden gesteld voordat de euro werd ingevoerd, die nu als er weer een crisis komt  als onvermijdelijk zullen worden doorgevoerd als noodoplossing, en onderwerpen die nog in het stadium van afwachten tot de tijd rijp is (dwz een crisis ze nodig maakt) verkeren.
Een lijst van falend beleid.

het delen van de monetaire politiek zonder eigen wisselkoersen.
geen fiscal transfers.
Grotere grensoverschrijdende mobiliteit zou welkom zijn.
diepere financiël integratie want prijzen aanpassen zonder eigen wiselkoers kan niet.
grensoverschrijdende risicodeling.
Economieën die flexibel zijn en hulpmiddelen snel kunnen toewijzen passen zich sneller aan.
Dus moet de zeggenschap over relevante economische problemen gezamenlijk worden uitgeoefend.
Structurele hervormingen.
Excessive Imbalances Procedure.
echt delen van de zeggenschap over structurele hervormingen.
Private risk delen is wat nodig is.
het lenen van landen die er beter voorstaan.
financiele unie is een integraal deel van monetaire unie.
De meeste assets van banken bleven geconcentreered op de locale markten
bankenunie.
Single Resoluton Mechannism.
Fiscal policies play a crucial role in a monetary union.
There is no federal budget like in the usa that can respond as in the USA. So national fiscal policies must take that role.
streng fiscaal framework voor staatsschulden.
backstop.
het S&G Pact.  
twijfels aan de levensvatbaarheid van de Europese Monetaire Unie pas dan geheel zullen zijn weggenomen als we deze op alle gebieden hebben afgerond.
Single Supervisory Mechanism.
Dat geeft een aansporing voor overheden om een nauwere economische unie te vormen.
ESM.       
gemeenschappemijke fiscale beslissingen nemen.
proces van convergentie in economische en financiële politiek nodig.
Banken en Capital Markten unie, Economische en Fiscale Unie.
In een monetaire unie kunnen deze niet geisoleerd worden bezien.
De erkenning dat een single currency betekent politieke unie.

Later zal ik op een aantal van deze uitspraken nader ingaan.
Het moet voor de studenten een lange zit zijn geweest.

jeudi 27 novembre 2014


Juncker's Hoge Hoed
 
 
Junckers plan om met 21 miljard (5 miljard euros in de hand en 16 miljard gegarandeerd door de Europese Unie, door ons dus) 315 miljard euro uit de hoge hoed te halen lijkt een mirakelstuk. Of een bluf stunt? Maar het nieuwe fonds, genaamd "The European Fund for Strategic Investments" dat midden 2015 operationeel moet zijn heeft het levenslicht gezien. Een nieuwe EU organisatie is geboren te managen door de Europese Investerings Bank.

Het principe is wat alle banken doen, op basis van een x bedrag in voorraad bijvoorbeeld 15 keer dat bedrag uitlenen, de zgn leverage, hefboomwerking. Alleen wil Juncker het omgekeerde, niet uitlenen maar gewoon lenen.

Eerder wierp Juncker al een balletje op om het ESM (European Stability Mechanism oftewel de Bank van Lening voor Armlastige Lidstaten in de Eurozone) te gebruiken om zijn fonds te financieren. Het ESM beschikt immers over 700 miljard om landen in liquiditeitsproblemen tijdelijk uit de nood te halen met bailouts vol voorwaarden over bezuinigen en hervormen. Ierland en Portugal hebben zich er uit los kunnen worstelen en Griekenland is op het ogenblik bezig in Parijs de Troika ervan te overtuigen dat het ook weer op eigen benen kan staan. Want een gebailout land wordt in feite bestuurd door de Troika en Brussel en dat is voor geen enkel land een pretje.
Mocht Griekenland er in slagen Brussel te overtuigen dat het ook op eigen benen kan staan dan heeft het ESM geen emplooi meer en kan het personeel duimen gaan draaien. Geen wonder dat er zoveel begerige handen naar dat fonds worden uitgestoken.  

Nu heeft het ESM dat geld helemaal niet. De leden ervan (alle eurolanden) hebben een klein deel moeten storten en voor de rest  staan ze garant voor dat bedrag van 700 miljard. Op basis van die garanties kan het ESM geld lenen op de kapitaalmarkt en daar nuttige dingen mee doen.  Het ESM heeft dus niet zoveel geld in kas.

Merkel heeft haar eigen 10 miljard investeringsplan en deelde gisteren de Bundestag mee dat allereerst duidelijk moet zijn waar de projecten voor de toekomst liggen.  George Osborne, de Brits minister van financiën (want dit fonds is geen eurozone zaak maar een EU project, dus het  VK praat erover mee) zei dat het plan groeibevorderende pojecten moest steunen en dat de nadruk op investeringen door de privé sector zou moeten liggen. Dus geen overheidsinvesteringen. De Spaanse minister van economische zaken verklaarde dat het fonds niet voldoende kapitaal heeft en dat de leverage te hoog is.

Eeen zure opmerking kwam (dat was te verwachten) uit Duitsland. "Niet rendabele investeringen zullen door overheidsgaranties niet winstgevend worden maar worden alleen maar een last voor de belastingbetalers" geeft aan dat daar niet veel fiducie in dit nieuwe project bestaat.

Misschien verwijst deze opmerking naar de opzet om investeringen in de infrastructuur te gebruiken om de groei aan te zetten, een nogal traditioneel middel in barre tijden. Vliegvelden zonder vluchten, lege autowegen, eenzame bruggen, we kennen allemaal de litanie van dat soort infrastructuur projecten. Angelsaksissche critici praten al over subprime mortgage debt, een uiterst pijnlijke verwijzing naar de crash in 2008 en achten het beoogde bedrag veel te klein. Nu kunnen we dat niet op het bordje van Juncker leggen, hij moest manoevreren binnen de wel zeer beperkte ruimte die hij kreeg. Maar de keus voor infrastructuur en daar geld voor lenen bij de privésector die toch een behoorlijk rendement zal eisen geeft toch wel een waarheidgehalte aan de Britse kritiek.

Dat de EU lidstaten staan te trappelen om te profiteren van dit nieuwe fonds en honderden aanvragen insturen is niet vreemd. Zelf hebben ze geen reserves om die investeringen te plegen zonder de EU regels voor schuldbeheersing te overtreden.

Of de tijd tot midden 2015 niet te krap is is ook een punt van twijfel. De fondsen moeten nog geworven worden, er moet nog een verantwoorde keus uit de voorgestelde projecten volgen, elk van de lidstaten zal een eerlijke spreiding over de landen willen  zien, de EIB moet zich nog voorbereiden op deze nieuwe taak, maar de nood is hoog, er kan dus niet te lang gewacht worden.

Een volgende vraag is naar de bereidwilligheid in het fonds te investeren. De TLTRo's van de ECB, de landurende leningen met zeer lage rente uitsluitend gericht op het eurozone bedrijfsleven vonden niet veel aftrek. Investeringen in het bedrijfsleven gaan uiterst traag, een gevolg van de verminderde koopkracht en de concurrentie uit emerging economies. Junckers project heeft echter een andere invalshoek. De overheid, in dit geval het Junckers fonds investeert geleend geld in research en development projecten, waardoor extra werkgelegenheid ontstaat die de demand crisis kan verzachten en een impuls geven aan de gehele economie zonder dat de schulden van de lidstaten verder oplopen. Zodra die groei op gang komt kweekt die op zijn beurt meer werkgelegenheid met nog verdere groei zodat de lidstaten hun schuldpercentages kunnen zien slinken en hun schulden dus beter beheersbaar worden en zij tenslotte ook weer kunnen investeren. Dat is het doel waarnaar zij streven. Voor de overleving van de EU een halszaak.

 

 

 

mercredi 26 novembre 2014


Zon en wind heerlijk om in te relaxen.
 
maar als electriciteitsvoorziening een hoofdpijn dossier
 
 
Een maand geleden heb ik uitgebreid de plannen van de Europese Unie voor de periode tot 2030 uiteengezet. De EU zet volledig in op twee gebieden,  de uitbreiding van de "groene" stroom en de reductie van het stroomgebruik. Door dit duo beleid  zal de greenhouse uitstoot met 40% verminderen. In hun visie zullen stroomkabels door geheel Europa de zonnestroom van zuid naar noord en de windstroom van noord naar zuid doorkruisen, een Europees National Grid.

In 2011 schreef de Engelse pers al:  "De Europese Unie. Scrapping wind farms in favour of nuclear and gas will save each of us £550" oftewel windfarms kosten ons £ 550 meer. Toen werd er nog geen rekening gehouden met de dubbele kosten voor backup.

Duitsland is het land van de Energiewende, het gidsland voor Europa. Om de meerprijs van groene energie te kunnen betalen legt de Duitse overheid aan de privé consumenten en niet energie intensieve bedrijven een extra heffing op, de EEG. In de volgende tabel is te zien hoe de kosten van de groene energie oplopen door het elk jaar verhogen van die EEG heffing. Van 36 cent in 2002 tot 6.24 euro in 2014. In twaalf jaar tijd  meer dan verzeventienvoudigd. En dat voor een essentiële levensbehoefte. De consument betaalt ook voor de vrijgestelde energie intensieve bedrijven is de klacht.

 




Hoe wordt dan die consumentenrpijs samengesteld? Dat blijkt uit de volgende tabel.
 

Meer dan de helft van de prijsbestaat uit belastingen en groene heffingen

Die prijs wordt dan betaald voor een electriciteit met de volgende samenstelling:
Meer dan de helft van de levering bestaat niet uit groene stroom, waarbij nog moet worden aangegeven dat biomassa net als steenkool een flinke CO2 uitstoot veroorzaakt, die niet meegeteld wordt om twee redenen. Als ze afkomstig is van gekapte bossen (steeds meer) dan wordt de uitgestoten CO2 gecompenseerd door de nieuw aan te leggen bossen. Een puur sophistische redenering. Voor de overig biomassa wordt gesteld dat die bij normaal verteren ook CO2 zou produceren. Maar dat ze in Duitsland (want het hout wordt ingevoerd vooral uit Amerika waar complete bossen ervoor worden gekapt) net als steenkool CO2 uitstoten valt niet te ontkennen. Bruinkool tenslotte is buitengewoon vervuilend. Zo vreselijk milieuvriendelijk is de mix dus niet.
 

Honderd kilometer uit de kust in de Noordzee boven Duitsland is een enorm windpark gebouwd door Bard (die ook in de markt was voor het Nederlandse windpark in de Noordzee, de geschatte 18 miljard van Kamp). Tachtig enorme windturbines staan daar opgesteld, klaar om stroom te leveren aan het ver weg gelegen vasteland. In maart heeft echter een brand schade aangericht aan het park en daarna is het door het noodlot achtervolgd. Door de grote afstand naar de wal moet  de daar opgewekte stroom van wisselstroom naar gelijkstroom worden omgezet en dan naar de wal getranporteerd. Er zijn problemen met te hoge  spanning en het omzetten naar die gelijkstroom en daarna transporteren naar de vaste wal loopt steeds mis. Hoewel men keihard werkt aan een oplossing is het nog steeds niet gelukt uit te vinden waar de fouten zitten zodat de windturbines werkloos in de zee staan. Hoe lang het nog zal duren voor dat probleem is opgelost blijft in het duister.

Het plan was de stroom uit de windparken in de Noordzee naar Zuid Duitsland te transporteren via enorme kabelwerken zoals op de volgende illustratie getoond.

 
Hier ziet men de geplande kabels  lopen van noord naar zuid. Daar komt het volgende probleem opduiken. De aanleg van deze kabels over deze grote afstanden is zeker niet eenvoudig. Hoewel in eerste instantie overeenstemming was, is ondertussen grote weerstand ontstaan in het zuiden, dat nu liever gasgestookte centrales lijkt te prefereren. De kosten van het aanleggen van deze kabels schijnen te zijn onderschat of niet goed berekend, de milieubelasting door de aanleg lijkt nu zwaarder te wegen dan eerst en er speelt natuurlijk ook het probleem van de backup voor de tijden dat het windpark geen stroom levert door windproblemen. Voorlopig is het eerst wachten tot de leveringsproblemen van het Bard windpark zijn opgelost. Wat daarna gebeuren zal weet niemand nog.

Hoe gaat nu die groene electriteitslevering in zijn werk met die verschillende bronnen?
Hieronder een afbeelding van een leveringsweek. Wellicht dat nu de verhoudingen iets anders liggen door veranderingen in de installaties, maar het geeft een goed idee van het principe.

 


 de rode lijn is het stroomverbruik , het grijze deel is de conventionele (fossiele) stroom, de gele is de zonnestroom (duidelijk beperkt tot de overdag periodes), het donkerblauwe gedeelte geeft de windstroom weer, lichtblauw waterkracht en groen tenslotte is biomassa. Bij veel wind zal de donkerblauwe regio uitdijen, naarmate er meer "groene" installaties komen zal het grijze deel afnemen maar altijd aanwezig moeten zijn als backup voor windgestoorde, zonnearme tijden. Bij windarme periodes zal de grijze, fossiele, regio groter zijn. De totale mix moet altijd voldoende zijn om piek uren te kunnen doorstaan. Dat eist een uiterst gecompliceerde infrastructuur, niet in het minst omdat het aandeel van particulier terugleverende zonnestallaties in rap tempo toeneemt en het afstellen op een niet te grote en niet te kleine levering nog ingewikkelder maakt. Zo komt het voor dat bij veel wind of zon  het aanbod de vraag verre overstijgt en de enige uitweg is de stroom tegen dump prijzen onder andere aan Nederland te leveren (waardoor Nederlandse centrales gepasseerd worden omdat ze duurder zijn en dus vaak met verlies werken).
 
Zoals ik gisteren al opmerkte, er moeten wel uiterst belangrijke redenen zijn om een betrouwbare, betaalbare energievoorziening op te geven om, niet in plaats daarvan, maar daarnaast  tegen gigantische kosten een stroomvoorziening op te bouwen die steunt op intermittend leverende bronnen, die zonder een blijvende subsidieregeling, die de consument even blijvend een zware financiële last oplegt, nooit rendabel kan zijn en altijd tot dubbele kosten zal leiden omdat zonder backup de stroomvoorziening geregeld weg zou vallen. Een last die we ons nageslacht nalaten, want de contracten voor de gesubsidieerde levering hebben een looptijd van vijftien à twintig jaar. Na afloop van hun levensduur, tussen vijftien en twintig jaar moeten de windturbines gesloopt worden en vervangen.. Laten we hopen dat tegen die tijd weer goedkope en continu leverende installaties ontwikkeld zijn die milieuvriendelijker zijn waarvoor ons nageslacht dan toch weer voor de kosten zal moeten opdraaien.
Dan laten we nog buiten beschouwing dat in de tussentijd oude backup installaties vervangen zullen moeten worden.
Binnenkort wat meer over die kosten en subsidies.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 


 

mardi 25 novembre 2014


de Blackout van de Geest

 

Enkele tientallen jaren geleden nog was Groot Brittannië een energie zorgeloos land. Nucleaire centrales, oliegestookte centrales, gasgestookte centrales, kolengestookte centrales op korte afstand van de afnemers van de stroom zorgden voor een overvloed aan electriciteit. Goedkoop, effectief.

Nu, in ons hypertechnologische tijdperk waarin wij een ons videosignalen toesturende karretje hebben kunnen planten op een door de ruimte scheurende kleine komeet na vele banen om de zon te hebben moeten afleggen om allerlei obstakels te omzeilen, moet Groot Brittannië vrezen voor stroomuitval deze winter door een capaciteitsprobleem.

Vorige week bleek dat een backup gasgestookte electriciteitscentrale in het noorden van Schotland bij een  standby test plotseling de geest gaf en geen stroom meer leverde. Die centrale in Peterhead is een van de drie die door het National Grid gecontracteerd zijn om als de zonne en windparken niet voldoende stroom kunnen produceren door windgebrek/storm en of zonloze periodes het tekort op te vangen.

Deze noodcontracten zijn nodig omdat een opeenvolging van sluitingen bij traditionele centrales wegens te hoge kosten de veiligheidsmarge voor piekuren uiterst smal heeft gemaakt. Het contract loopt van november tot februari voor werkdagen tussen 's ochtends 6 en 's avonds 8 uur. Daarnaast heeft het Nationale Netwerk ook noodmaatregelen getroffen door de industrie te betalen om in de  winter 's middags van 4 tot 8 over te schakelen op eigen diesel generatoren.

Wat in dit verhaal zelfs nog niet wordt vermeld is dat door deze capaciteits markt noodsprong om electriciteit te garanderen  per jaar zo'n 360 millioen pond extra  bij de totale electriciteits rekening kan worden toegevoegd.

Tot zover gaat het om de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening die door de maatregelen opgelegd door de EU zo ingrijpend verandert.

Maar er zijn uiteraard nog andere gevolgen van de energiepolitiek. Zakelijke leiders in GB waarschuwen dat door deze politiek de energiekosten voor de bedrijven tegen 2030 met wel 16% zullen toenemen en dat energie intensieve bedrijven zouden moeten uitwijken naar energie vriendelijker landen om te overleven. Dat zou in GB volgens hen 1.500.000 banen kunnen kosten.

Want niet alleen is het voor de continuiteit van de electriciteitsvoorziening nodig extra centrales te subsidieren om in bedrijf te blijven om in te springen bij ongunstige omstandigheden maar de door wind en zon opgewekte electriciteit is ook nog eens veel duurder dan de marktprijs voor energie. De marktprijs voor energie bedraagt op het ogenblik 30% minder dan in 2013 door het enorm toegenomen aanbod van alternatief opgewekte stroom. De stroomproductiekosten voor windparken liggen om en nabij de 10  à 12 cent per kilowat. De overheid past het verschil tussen marktprijs (die zeg circa 4,5 cent bedraagt ) en de productiekosten in de vorm van subsidie bij.

Die subsidie haalt de overheid vervolgens bij de eindverbruiker weer terug door een extra heffing op de electriciteitsrekening. Geven en daarna terugnemen. Voor de exploitanten van wind en zonneparken een veilige investering.

Een ander aspect van de zonne en windenergie is dat ze aanbod bepaald en niet vraag bepaald zijn. Als de vraag hoger is dan het aanbod dan moeten stand by centrales bijspringen, extra kosten. Maar als de vraag kleiner is dan het aanbod is het probleem het omgekeerde. Dan moeten de windparken betaald worden om niet te leveren.

Dat is dit jaar tot nu toe een bedrag van £ 43 millioen omdat ze meer leverden dan het Nationale Net kon verwerken. De fraaie naam "constraint payments" is eraan gegeven. In 1210 bedroeg deze betaling slechts 170.000 pond, in 2012 gegroeid tot 6 miljoen en in 2013 32 miljoen. Het met grote snelheid aanleggen van gesubsidieerde windparken  voordat het Nationale Net die stroom kan verwerken is een van de oorzaken. Het aanpassen van het National Grid aan de enorme afstanden tussen windparken en eindgebruikers zal ook nog enorme investeringen eisen.

Brussel eist in zijn klimaatdoestellingen dat er in 2030  een reductie is van 40% in de uitstoot van CO2 en minimaal 27% van het energieverbruik door groene stroom wordt verzorgd. De klimaat doelstellingen voor 2020 lijken al onbereikbaar en die voor 2030 eisen nog veel meer. De extra kosten er van zijn voor rekening van het bedrijfsleven en de eindconsument.

In Duitsland is de situatie niet veel anders. Stroom van windparken in de zee ten noorden van Duitssland  zouden via enorme lange kabels (onder de grond of bovengonds) de electriciteit naar Zuid Duitsland moeten transporteren.  De landschapvervuiling en de enorm hoge aanlegkosten veroorzaken  veel protesten. Windparken in de noorelijke zee moeten nog verbonden worden met de wal en de omzetting in gelijksstroom verloopt niet zo voorspoedig als gedacht. Ook daar rijzen de kosten de pan uit.

Als ironische bijkomstigheid, Duitsland stoot nu nog meer CO2 uit dan tevoren. Om de astronomisch stijgende kosten van de Energiewende een beetje in toom te houden worden gas en oliegestookte centrales stilgelegd en nemen kolengestookte centrales, die goedkoper werken, het over met grote gevolgen voor de uitstoot. Gabriel, de SPD vice premier, wil nu die kolencentrales gaan stilleggen. Hoe dan kan zonder de kosten nog verder op te jagen moet nog blijken. Een ding is zeker, de Duitse particuliere consument betaalt het gelag, want energie intensieve bedrijven zijn van de heffingen, de zgn EEG  verschoond gebleven.

345.000 Duitse huishoudens zijn in 2013 van het elctriciteitsnet afgesloten omdat ze de in de loop van enkele jaren verdubbelde stroomprijs niet meer konden betalen.

De Energiewende, zo binnengehaald als een overwinnng op de uitstoot van dat zo schadelijke geachte CO2 heeft veel andere slachtoffers opgeleverd.

En Brussel gaat ongestoord door met de 40% reductie. Een sardonische opmerking was dat ze inderdaad die 40% in 2030 wel zullen halen omdat er door hun plannen geen industrie meer zal overblijven  om energie te gebruiken.

De groene stroom maakt meer kapot dan je lief is.

 

 

 

 

 

lundi 24 novembre 2014

                                       Winden waaien (hopelijk) om de Wieken


Laat u svp niet terugschrikken door de volgende zin, die maar niet tot een eind kan komen en als een rapperstekst klinkt. Het echte onderwerp van dit stukje is de windmalende molens

 
Terwijl de beurzen op en neer deinen op de maat van de losse geldwals van de  Centrale Banken, Juncker bezig is zijn nieuwe speeltje, het EU investeringsfonds, leven in te blazen zonder dat het de EU (dus ons) extra geld kost en de investeringslust noch de omzet van het bedrijfsleven in de eurozone  aanwakkert, integendeel  kwakkelt met dalende prijzen en ditto omzet,  en globaal de zakelijke stemming alleen maar daalt en Obama met China een overeenkomst over CO2 uitstoot heeft gesloten  die voor de VS alleen gewoon doorgaan betekent en voor China opvoeren van de uitstoot tot 2030 en dan zien we wel verder  en de EU een onhaalbaar energieplan heeft gepresenteerd dat de problemen van het bedrijfsleven alleen nog flink wat groter zal maken, Duitsland in één klap niet meer de grote motor van de eurozone lijkt te zijn, listige bedrijven in Nederland nog snel gebruik maken van de windsubsidiemolen om een heel stel nog perfect werkende (voor zover dat bij windturbines mogelijk is) exemplaren  te slopen en op dezelfde plaats nieuwe te bouwen met de overheid als gulle subsidie geld gever met een garantie voor flinke winst via het "al waait er geen wind toch uitbetaald"  systeem dat snelle multinationals tot extase brengt en de Europese Commissie zich het hoofd suf peinst hoe Frankrijk en Italië niet boos te maken door hun onjuiste begroting af te keuren maar een sluwe oplossing te vinden die de brave landen die zich wel aan de regels hebben gehouden en vaak de broekriem tot bijna afknellens toe hebben moeten aanhalen niet voor het hoofd knalt en de Belg Verhofstad weer eens in Buitenhof zijn cabaret nummer heeft kunnen afdraaien waaruit moet blijken dat het allemaal wel goed zal komen met de eurozone als we zijn zin maar doen, de UKIP in Brittannië  weer tot ontsteltenis van zowel de Tories als Labour een parlementszetel hebben ingepikt en er nog wat Tory parlementsleden op het punt schijnen te staan ook naar UKIP over te stappen, vergadert het Europees Parlement o.a. over de EU en the "Global Development after 2015".
Heel verstandig want tot en met 2015 ziet het er niet best uit dus daar kun je beter niet over praten, dus maar over na 2015 want daarmee kun je alle kantenuit.

Als men denkt dat uit die overvolle zin een enorme frustratie blijkt dan is dat terecht.

Die windparken blijven een prachtig object voor subsidie minnende multinationals. Hun PR werkt er constant aan om de indruk te vestigen dat zij goedkoper   stroom leveren dan fossiele centrales. Om te beginnen vergeten ze te vermelden dat per elke Megawatt windcapaciteit een fossiel gestookte centrale met dezelfde capaciteit standby moet draaien voor geen, te weinig, teveel wind, terwijl in alle drie gevallen het windpark normaal (nouja, met een toeslag voor het verschil tussen de beursprijs van de electriciteit  en hun kostprijs voor de opwekking) betaald wordt terwijl de standby centrale ook zijn geld kost. Dubbel op gewoon gezegd. Het argument dat er dan van windparken elders stroom kan worden afgenomen houdt geen steek want die windparken hebben hun eigen afzetgebied en zouden dus een dubbele capaciteit moeten hebben om ook als hulpwindpark voor een andere streek of zelfs land te spelen. Dan praat je ook nog niet over de mega infrastructuur daar voor nodig met enorm dikke stroomkabels (voor wisselstroom omgezet in gelijk stroom en bij het aankomstpunt weer omgezet in wisselstroom met alle verliezen daardoor), onder of boven de grond om dat alles aan elkaar te knopen. Voor de opdracht krijgende bedrijven natuurlijk een geschenk uit de hemel. Voor de eindgebruiker extra kosten.
Maar het wordt pas echt mooi wanneer de voorstanders beginnen te praten over de besparingen voor het milieu die de windparken zouden opleveren door minder vervuiling, minder ziektegevallen en wat er verder nog bij gehaald kan worden. Dat wordt dat ineens omgezet in klinkende munt, miljarden euros en die moet je natuurlijk van de kosten van die parken aftrekken zodat de kostprijs van de stroom ineens duikelt. Helaas is dat fictief geld terwijl de echte kosten ook echt geld zijn.
Dan praat ik nog niet over horizonvervuiling door de windparken en de hoogspanningsleidingen, de vogel en vleermuis vermalende capaciteit van de draaiende wieken, de geluidsoverlast, de vermindering van de waarde van de in de buurt staande huizen. Die laatste is wel in echt geld uit te drukken trouwens. Over het slopen en vervangen (dat laatste als tenminste men over 15 à 20 jaar er nog zo over denkt als nu) zal ik het dan maar helemaal niet hebben en ook niet wat je met dat overgebleven afval moet doen.
Wees dan zo reëel om te zeggen, ok het kost veel meer geld maar we doen het om de dreigende terugkeer van de opwarming van de aarde (terugkerende, want de laatste 18 jaren is er geen opwarming geweest, hoewel er toch een flinke  toename van CO2 uitstoot is, die de opwarming van de aarde veroorzaakt omdat hij de tweede wet van de thermodynamica niet gehoorzaamt) te voorkomen door de uitstoot van CO2 door al die fossiele centrales te vermijden. Dat is principiëel. Dat de uitstoot van CO2 door de mens maar een zo klein  deel is van de totale uitstoot ervan door de natuur dat die besparing niets aan die opwarming zou afdoen nemen we dan maar voor lief.
Maar in de politiek davert de CO2 weg ermee trein ongehinderd door. Langzamerhand beginnnen de mainstreammedia heel voorzichtig wat kritische kanttekeningen te zetten, in Duitsland steeds vaker behoorlijk kritisch. Maar de klimaatactivisten zetten de toon, volgens hen zijn de sceptici, "deniers", ontkenneers zoals zij ze noemen in dienst van de fossiele industrie hoewel dat wat stug lijkt omdat velen ervan gepensioneerde wetenschappers zijn. Hoe meer weerstand er komt, hoe bitterder de activisten reageren tot zeer persoonlijk toe. Zolang de politiek hun kant blijft kiezen zal er niets veranderen.

 

 

.

 

samedi 22 novembre 2014


 

een medicijn met bijwerkingen

 

het effect van aankondigingen en maatregelen van Centrale Banken

 
Draghi waarschuwt weer eens dat het hem ernst is. Hij gaat, wanneer hem dat uitkomt, waardepapieren van ondernemingen, obligaties van lidstaten, desnoods buitenlandse obligaties opkopen tot hij 1000 miljard vers gedrukte euros daaraan heeft uitgegeven met als doel, zoals hij steeds herhaalt, de inflatie op te voeren naar de 2%. Bazooka Quantitative Easing.
Noch de VS noch het VK hebben dat 2% inflatiecijfer behaald na vele jaren uitgebreide QE. Hoe kan Draghi dan zo stellig volhouden dat dat in de Eurozone wel zal lukken?
Het enige resultaat dat Draghi bereikt heeft met de andere geijkte strategieën om die inflatie aan te jagen, de achtereenvolgende rente tarieven verlagingen tot strafrente voor het parkeren van geld door de banken toe is een dreun voor alle spaarders en een aansporing om tegen die extreem lage tarieven te lenen want geld is goedkoop en door de VS QE volop verkrijgbaar. Zo worden schulden opgebouwd die als de rente ooit oploopt  vele mensen (en bedrijven en staten) fataal kunnen worden. Evenmin is opjagen van de inflatie met renteverlagingen gelukt in de VS en het VK. En de weg terug is vrijwel onmogelijk geworden juist door die opbouw van schulden bij lage rente.
Dus of dat oplopen van de inflatie lukt valt op ervaringsgronden te betwijfelen.
Het effect dat Draghi echter niet noemt, maar dat wel aantoonbaar aanwezig is en grote gevolgen kan hebben is de invloed van QE op de wisselkoers van de euro. Toen hij in het begin de aankondiging deed zakte de koers van de euro onmidddellijk weg naar 1,25 dollar, een val van 14 dollarcent. Sindsdien zien we elke keer als er weer een verwijzing naar komt die koers verder wegzakken. Goed voor de export, slecht voor de import. Een riskant bijeffect want andere landen kunnen hetzelfde spelletje spelen.
Maar de ontregelende werking van QE strekt zich nog veel verder uit. De effectenbeurzen lijken meer gestuurd te worden door de maatreglen van de Centrale Banken dan door de economische bedrijvigheid. Door de extreem lage rente vloeit veel kapitaal naar de beursvloer, de enige weg om dat  overvloedig toestromende geld met rendement te parkeren. Ook hier zie je elke keer dat er een aankondiging van QE komt de koersen omhoogkoersen. Zo ook gisteren met Draghi's herhaling van zijn vast voornemen, de beurs veerde van verlies gelijk op naar flinke winst.
Het gevaar van speculatie bij voorkennis of bij gokken op een maatregel wordt daardoor  levensgroot.
De bestemming van het geld is ook duister. Wat gaan de banken met die miljarden doen? We zien in de eurozone dat het bedrijfsleven door de malaise niet staat te springen om krediet. Ze staan te springen om meer klanten, die er door de lastenverzwaringen niet zijn. Geld in de banken gaat naar de hoogste rendementen, niet naar bedrijven die het door gebrek aan afzet niet kunnen gebruiken. Supply side steunen helpt niet als er een demand crisis is. Die valt alleen op te lossen door koopkrachtverhoging.
Om bedrijven te steunen is de Europese Investerings Bank, mits goed gerund, beter. Die gaat het niet primair om hoogste opbrengsten maar dient gespecialiseerd te zijn om bedrijven groei te kunnen laten maken en is daarvoor ook opgezet. . Maar allerbelangrijkst is de koopkracht. Verlaging lasten. Niet alleen verhoging lonen. Het gaat in het VK ook zo goed omdat de lonen niet verhoogd zijn.

De Centrale Banken hebben in vrijwel alle opzichten de taak van de marktwerking overgenomen. Door hun maatregelen denken ze de economie zo te kunnen beinvloeden dat hun eigen gebied bevoordeeld wordt.

Nu lijkt het er wel op of ze hun grip op die economie niet meer kunnen laten schieten en met de ene maatregel na de andere het evenwicht proberen te bewaren. Het is als met vele medicijnen: om de bijwerking van het ene medicijn op te heffen is een  tweede nodig dat ook weer zijn bijwerkingen heeft en dus komt een derde opdagen.

De economie totaal over laten aan de marktwerking of die totaal laten beheersen door de overheid of Centrale Banken. Geen van beide kan maar er is wel beheersing nodig van beide kanten. Het evenwicht is nu volkomen zoek.

 

 

 

vendredi 21 novembre 2014


 Economie en Beurs
 
Het gaat niet best met de eurozone. Dat geluid klinkt al jaren met vallen en nauwelijks opstaan afgewisseld door van tijd tot tijd de mededeling vanuit Brussel dat de crisis voorbij is, dat de groei in Griekenland vanuit een met 25% gekrompen economie en een staatsschuld van boven de 200% een lichtend voorbeeld is voor de rest van de eurozone. Dat men voor het gemak de te betalen rente op de schulden niet meerekent is bijzaak.
Markit ziet niet veel vooruitgang. De werkloosheid blijft stabiel veel te hoog, Frankrijk blijft een zwak gebied waar voor de zevende maand in successie de zakelijke activiteit is afgenomen en er nieuwe ontslagrondes  vallen.
In Duitsland zijn de opdrachten voor het eerst sinds halverwege vorig jaar niet in volume gestegen; daardoor zijn minder nieuwe banen geschapen. Zowel in manufacturing als in service minder groei.
Over de gehele eurozone de laagste  PMI in 16 maanden die aangeeft dat de groei in het vierde kwartaal slehts 0,1 à 0,2% zal bedragen. In december kan de groei nog verder teruglopen gezien de marginale terugloop in het aantal orders.

Niets om over te juichen dus, want afgezien van die uiterst minieme groei nemen de schulden des te sneller toe. De blijvende begrotingstekorten zorgen daar voor en door die slechts geringe groei neemt het percentage van schuld ten opzichte van het BBP des te sneller toe.

De vooruitzichten voor 2015 zijn evenmin om over naar  huis te schrijven. De begroting van Frankrijk rammelt nog aan alle kanten en komt uit op een begrotingstekort van ongeveeer 4,5% in 2014 en 2015 als alle hervormingen volgens plan verlopen. Gezien de houding van vakbonden en links/groene facties in de linkse coalitie is dat nog geen zekerheid.
Italië kampt met een veel te grote schuld en beide landen zorgen voor veel onrust door hun verzet tegen het Stabiliteits en Groei Verdrag dat hun de mogelijkheid ontzegt orde op zaken te stellen. Of dat zo is is een betwistbaar punt. Dat het met het  huidige S&G Pact niet zal lukken is wel vrijwel zeker.
Voor de brave burgers van de eurozone is er ook weinig licht aan de horizon, de lasten worden alleen maar verder verzwaard, door de lage euro worden de importen duurder en dus ook de prijzen. Ze kunnen alleen met wat afgunst kijken naar deVerenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk waar de groei wel sterk toeneemt, de werkloosheid veel lager is en de vooruitzichten rooskleurig.

Als men de boze vinger naar de oorzaak wil uitsteken dan is dat naar de euro, die elke gunstige ontwikkeling in de kiem smoort door de uiteenlopende belangen en noden van de lidstaten, een blok aan ieders been of het nu een zwak of een sterker land is.
In de eurozone kan men voortreffelijk rekenen met potentiële groei en structurele groei en conjecturele remmingen, prachtige prognoses ontwikkelen en in het kader van de middenlange termijnplanning ingewikkelde formules opstellen voor het bereiken van 0,5% begrotingstekort en 60%  in voor dit land x jaar en voor dat land y jaar alsof het zelfstandige landen zijn. Men vergeet dat zij met een onverbreekbaar financiëel koord gekoppeld zijn aan 17 andere landen die op hun beurt met hetzelfde bezig zijn en binnen de eurozone is de winst voor het ene land het verlies voor een ander. Grof gezegd, vergroot één land de uitvoer naar andere landen dan is het winst  voor dat ene en verlies voor dat andere. Het land met de meeste grondstoffen en de laagste productiekosten zal dan altijd ten koste van de andere groeien. Dat is het verwijt dat Duitsland zo vaak te horen krijgt. Monetair zitten de landen in euro  beton gegoten. Pas wanneer ze ten opzichte van elkaar in muntwaarde kunnen verschillen kunnen ze hun eigen potentiëel ontplooien. Steeds meer analisten hellen naar die mening over en het is ook zo vanzelfsprekend.


Het merkwaardige is dat de beurzen steeds losser lijken te staan van de onderliggende economieën. Terwijl de eurozone zucht en steunt lopen de aandelenkoersen op de eurozone beurzen steeds verder op. Nu valt dat deels toe te schrijven aan het gegeven dat het meest multinationals, in meerdere landen producerende en handelende, ondernemingen zijn die dus minder aan de locale conjuctuur gekoppeld zijn maar datzelfde verschijnsel zag men in de VS en het VK toen het daar nog niet voor de wind ging. Een ander merkwaardig verschijnsel is dat er een correlatie lijkt of liever gezegd blijkt te bestaan tussen de handelswijze van de Centrale Banken en de beurskoersen. Toen de FED aankondigde dat zij de maandelijkse dollarinjecties zouden verminderen en op de duur stoppen reageerden de beurzen wereldwijd onmiddellijk. Toen de Centrale Bank van Japan de QE enorm verhoogde stegen de beurskoersen mee en  hetzelfde gebeurde toen Draghi aankondigde de balans van de ECB met 1000 miljard euro te vergroten en voor dat bedrag waardepapieren aan te kopen.
Terwijl beurzen zouden moeten reageren op economische impulsen blijken monetaire ingrepen van de Centrale Banken meer grip op de koersen te hebben.
Datzelfde geldt voor de rentetarieven door de Centrale Banken bepaald. Die hebben eveneens een flinke invloed op de beursvloer. Geld brengt door een verlaging van die tarieven minder op en als dat op een kantelpunt komt is het zinloos op rente te rekenen en zijn aandelen een uitweg om het geld toch meer op te laten brengen, zodat de relatie waarde onderneming beurskoers vertekend wordt. Daartegenover is lenen van geld juist aantrekkelijk en dat is ook een gevaar voor de economie op de duur. Tenzij de rentetarieven altijd nul of uiterst laag blijven en dat is onvoorstelbaar want door een te lage rente en daardoor grenzenloos lenen en grenzenloos geld bijdrukken om waardepapieren te kopen door de Centrale Banken wordt de functie van geld als min of meer vast ruilmiddel voor goederen en diensten uitgehold doordat een voordurende waardevermindering van het geld optreedt en waardevermindering betekent eenvoudig dat er voor hetzelfde bedrag aan geld steeds minder goederen en diensten kunnen worden verkregen, met andere woorden dat een steeds toenemende inflatie gaat volgen die grotelijks uit de hand kan lopen zoals de ervaring ons leert.

Zo'n door Centrale Banken gemanipuleerde economie verstoort de natuurlijke economie, gestuurd door vraag en aanbod en prijs. Een enkele impuls, bijsturen als dat nodig is, is nuttig maar een vrijwel compleet aansturen van de financiële basis van de economie leidt tot excessen. Daarbij komt dan ook nog dat Centrale Banken elkaar als haviken in de gaten houden om direct te kunnen reageren als hun eigen keizerrijkje door andere Centrale Banken wordt bedreigd. Zoals nu een currency war helemaal niet onwaarschijnlijk is door de felle QE van de Japanse Centrale Bank die het wisselkoers evenwicht behoorlijk verstoort door de Japanse export zo in prijs te verlagen. Gaan andere Aziatische landen ook tot wisselkoersverlagende maatregelen over  dan is het  al zover.

En eenmaal begonnen is het stoppen van die bemoeienis uiterst moeilijk, voornamelijk door de zeker voor een groot deel daardoor veroorzaakte enorme schuldenlast, globaal 175% van de totale wereldinkomsten. Verdien dat eens terug zonder een enorme devaluatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

mercredi 19 novembre 2014


Social Progress Index
 

                                   welvaart en welzijn   

                       kan de een zonder de ander en de ander zonder de een?

 

Een van de grondleggers van de econometrie en ook van het Bruto Binnenlands Product, Simon Kuznets zei in de dertiger jaren  al dat dat concept niet alleenzaligmakend was. Of hij daarmee bedoelde dat ook "welzijn" naast "welvaart" moest worden aangenomen als een teken van economische vooruitgang en groei? Dat speelde niet zo in die tijd. "Welfare of a nation can scarcily be inferred from a measure of national income" zei hij. Het is duidelijk dat het GDP inderdaad niet de enige indicator is voor economische gezondheid, zeker niet omdat andere dan inkomsten er ook bij betrokken zijn en dat zaken zoals begrotingsoverschotten/tekorten, de verhouding staatsschuld tot Gross Domestic Product ook een rol spleen.

Maar er gaan ook stemmen op om zijn woordkeuze welfare uit te breiden naar "wellbeing". Nu kan zowel welfare als wellbeing slaan op staten en op individuele mensen, maar als men bijvoorbeeld de Social Progress Index ziet dan  neemt die niet individuele wellbeing, die men zou kunnen omschrijven als tevredenheid maar de SPI van een geheel volk  in beschouwing. Zoals de econoom Michael Green zegt " Hoe langer onze obsessie met GDP doorgaat, hoe langer de zaken die echt van belang zijn voor de mensen overal ter wereld genegeerd zullen worden" Zich uitsluitend richten op GDP schildert de vooruitgang in puur monetaire termen af en neemt niet het bredere beeld in acht van de echte zaken die van belang zijn voor echte mensen.

De Social Progress Index omvat drie hoofdstukken van die zaken , op elkaar volgende fasen van wellbeing, welzijn. basic human needs, foundation of wellbeing, opportunities, zoals in onderstaande tabel te zien is.
 
 
Dat deze drie fasen los staan van de GDP zou blijken uit de rangorde van de landen op de SPI schaal, de VS, China en Japan, de drie grootste economieën staan nummer 16,80 en 14 op de lijst, terwijl Nieuw Zeeland, Zwitserland en IJsland bovenaan staan zo zegt de heer Green.
Er is dus geen correlatie tussen GDP en SPI bij de landen die de heer Green als vergelijkingsmatriaal vermeldde. Dat is echter schijn want als men de totale lijst ziet dan is er wel degelijk een correlatie te zien.
Net zoals het GDP is opgebouwd uit een aantal internationaal overeengekomen componenten is dat het geval met de SPI. Het zijn dus die zaken die de samenstellers als essentiëel voor welzijn hebben opgesteld.

Ik geloof dat je een onderscheid moet maken tussen basis voorwaarden voor een bestaan en die voor welzijn, het verschil tussen "kunnen " en "welzijn". De titel basic "needs" geeft dat ook aan. De basic human needs, voedsel, water, onderdak  kun je moeilijk tot welzijn rekenen. Het zijn bestaansvoorwaarden.

Bij foundations zou het dus wel om welzijn gaan. Maar is basic knowledge ook niet een basisbehoefte. Zonder basic knowledge is er geen overlevingskans. Acces to information and communications gaat inderdaad een stapje verder, het geeft de kans op verdere intellectuele ontplooing. Maar voor het grootste deel gaat het hier om levensbehoeftes en niet welzijn.

Het zij me vergund daarbij ook als voetnoot te zetten dat als met het GDP per persoon neemt, wat toch nodig is, en eigenlijk het besteedbaar inkomen per persoon neemt een zuiverder vergelijking mogelijk is.

 De drie top landen hebben alle een lagere staatsschuld dan GDP per persoon, de VS en Japan mogen dan wel tot de economische top behoren maar dan ook wat staatsschuld betreft. China ligt ver achter bij alle andere landen wat betreft GDP per persoon.
 Ook de local purchasing power indicator is een aanwijzing over de welvaart en tevens het welzijn want daarvoor bestaat voldoende koopkracht. .

Het lijkt dus alsof er geen verband bestaat tussen de SPI en de welvaart. China kan als buitenbeentje beter buiten beschouwing blijven.

Maar als we van de totale lijst van opgenomen landen kijken en we kiezen daaruit de bovenste en de onderste  dan zien we wel degelijk een correlatie tussen welvaart en wat het SPI welzijn noemt. Dan wordt ook duidelijk waarom de basic needs onder de noemer welzijn worden geschaard. "Welzijn" krijgt wel een heel brede betekenis.

 


De heer Green zegt verder "The world is ready for a measurement revolution, to help societies make better choices. The world needs a better way to define and shape our world for the next 80 years".

Hoe is het echter mogelijk om zonder economische ontwikkeling in de landen onder aan de lijst in de buurt van de 100% eraan voldoen rechts in de lijst te komen?

Ik geef de heer Green een punt wanneer hij zegt dat die "social progress index" maar zeer matig toeneemt bij een sterke economie, kijk naar bovenstaande Local Purchasing Power lijsten. Maar zou je die lijst uitbreiden met verfijnder aspecten dan de SPI eist, die tenslotte ook een lijst is van gemaakte keuzes uit een vrijwel oneindig aantal. Zijn houding is als het ware dat is genoeg, meer mag niet in plaats van hoeft niet.

Zij taal wordt ook dramatischer: "Our world marching to the drumbeat of GDP, is teetering  on the brink of environmental disaster and filed with anger and conflict". Hij wil nieuwe meet methodes die ons kunnen helpen milieu duurzaamheid, geweld, aantasten van de mensenrechten, vetzucht en ouder worden op te lossen.  Wij hebben nieuwe meetmethodes nodig die echte vooruitgang waarderen.
Nu hij er zo nadrukkelijk milieuvraagstukken bij betrekt
denk ik dat het milieu meer geweld wordt aangedaan door de landen onder aan de lijst dan de bovenkant. Want als je nauwelijks aan de basisbehoeftes voor het leven kunt voldoen zal dat de prioriteit hebben boven de zorg voor het milieu.

Maar het essentiële punt waaraan niet te ontkomen valt is dat welvaart onmisbaar is voor welzijn. Zonder welvaart kun je de voorwaarden voor  welzijn  zijn niet creêren.  Ik heb het dan niet over tevredenheid of geluk. Dat zijn gevoelens die los staan van welzijn of welvaart.
Het punt is dat als je de lijst van SPI ziet besef je onmiddellijk dat voldoen aan die lijst voor het grootste deel is voldoen aan de basisvoorwaarden voor het leven, dat daar geld voor nodig is en hoe meer je bij de 100%  vervulling van die lijst komt hoe meer geld ervoor nodig is.
Bij toenemende welvaart verlangt de mens meer welzijn. In die lijst van SPI staan in feite alle zaken die in een ontwikkeld, economisch sterk land verlangd worden en mogelijk zijn. Hoe lager de welvaart, zo blijkt uit de lijst, hoe minder er wordt voldaan aan zelfs die basisvoorwaarden voor het leven, zonder enig wat ik welzijn zou noemen. Maar net als welvaart is welzijn een relatief begrip. Wat voor onder aan de lijst "welzijn" of "luxe"  zou zijn is voor boven aan de lijst doodnormaal.


Om het scherp te stellen: de items op de lijst zijn eerder logische fasen in een toenemende welvaart dan het creëren van welzijn.

 

lundi 17 novembre 2014


De sacrosancte 2%    Draghis Droombeeld of Waandenkbeeld
                                                           
                                                                   en
 
                                   waarom lukt het toch maar niet in die eurozone


Het is overdreven om te doen alsof de eurozone van alle ellende in de wereld de schuld is, een beeld dat een beetje wordt opgeroepen in de internationale literatuur en nu ook bij de G20 in Brisbane. Natuulijk, de eurozone heeft een grote schuld, maar qua omvang altijd nog ver beneden het percentage van de globale schuld. Zeker, de eurozone heeft een te lage inflatie, enkele lidstaten zelfs een deflatie maar globaal zien we een inflatie die lager is dan die als merkpunt gekozen 2% en ook zelfs deflatie. Die twee procent is een inflatiepercentage van de groei. De theorie is immers dat die steeds maar doorgaat, dat jaar na jaar, met 2% doorstijgende prijzen de consumenten gevoelsmatig worden aangespoord om nu te kopen,omdat volgend jaar de prijzen immers weer 2% hoger zullen zijn. De consumptie wordt dus bevorderd, de vraag is hoog dus zwelt het aanbod in reactie daarop, de productie neemt toe, de groei blijft elk jaar in stand.
Bijkomend voordeel voor de staat is dat de waarde van de schuld elk jaar afneemt. Bijkomend effect voor de economie dat ook de inkomsten, het BBP, elk jaar in waarde dalen. Vandaar dat een nominale groei zelfs achteruitgang kan betekenen en dat we moeten werken met de "echte" groei, waar de inflatie van is afgetrokken.
Maar groei tot wanneer? tot in het oneindige of wordt er eens een verzadigingspunt bereikt?

Men leest nu steeds vaker dat nu zowat overal ter wereld de inflatie afneemt en die 2% hoe langer hoe meer onbereikbaar lijken te zijn. Volgens een toenemend aantal analisten moeten we wellicht in de eurozone en vooral elders in de wereld rekening gaan houden met een lange periode van  lage inflatie, misschien zelfs een kleine deflatie, en dus geringe groei of zelfs krimp.
Want de theorie zegt ook dat bij deflatie de neiging tot nu kopen verdwijnt en men wacht tot de prijzen verder zijn gezakt met als ellendig gevolg dat de vraag afneemt, de bedrijven met hun voorraden blijven zitten, dus de prijzen nog meer moeten verlagen, in de financiële problemen komen, personeel moeten ontslaan, want dat is meestal de eerste stap, gevolg hiervan verder dalende koopkracht, nog minder kopen en zo kan een neerwaartse spiraal ontstaan. Omdat spaargeld in waarde toeneemt, is het goed voor spaarders, in tenstelling tot bij inflatie. Maar de staatschulden worden ook hoger in waarde.
Maar goed, theorieën zijn ook niet meer wat ze vroeger waren.
Dan neemt een nationale Centrale Bank allerlei maatregelen om voor hun land de economie weer in het goede spoor te krijgen

Maar we kunnen niet meer doen alsof alles zich afspeelt binnen de grenzen van één land, want elke financiële of economische ingreep blijft in de moderne wereld niet beperkt tot één land. We leven niet meer in de tijd dat er gesloten grenzen waren die alles buiten de binnenlandse deur trachtten houden. Integendeel we leven in een tijd dat het niet meer alleen gaat om de grote Europese landen met daarna de Verenigde Staten toegevoegd en de rest hangt er een beetje bij. Het percentage omvang oude wereld in de globale economie neemt steeds verder af en andere landen dan de oude eisen een steeds groter deel van de koek op, maar voegen ook hun deel aan die koek toe.
Elke ingreep door welke centrale bank dan ook heeft zijn repercussies in andere landen  waar de centrale banken daar op hun beurt weer hun beschermende maatregelen treffen, of dat nu rentebesluiten zijn of geld bijdrukken dat naar alle andere landen kan uitwaaieren.

Onze eurozone is maar net ontsnapt aan een recessie  mede door de 0.3% groei in Frankrijk die echter niet structureel is maar steunt op eenmalige uitgaven. Het blijft dus kwakkelen met als groot nadeel en gevaar dat de schuldaanwas niet kwakkelt maar gestaag doorgaat met elk percentage begrotingstekort. Er moet snel nieuwe groei komen, hoog genoeg om die schuldberg beheersbaar te houden (of zo men wil te maken). Vanuit allerlei hoeken komen er dan adviezen en noodkreten wat in de eurozone te doen.
In Italië gaat het niet best. De echte staatschuld is 2329 miljard euro (world debt clock), 136,88% van het BBP, 38.297 euro per persoon, het begrotingstekort 3%, er is een lichte krimp en de vooruitzichten zijn ook niet gunstig. Italië is van mening dat dat aan de politiek van de eurozone ligt.
Zo zegt Stefano Fassina, vroeger onderminister financiën, dat de Titanic Europa op een schipbreuk afkoerst. De Italiaanse overheid moet met de vuist op tafel bonken want de austerity politiek vernietigt de Italiaanse economie. Zij zouden als die politiek niet verandert moeten dreigen met een ordelijk opbreken van de eurozone.
Jacob Lew (VS) wil dat Duitsland meer doet om de vraag te stimuleren. Duitsland is een surplus country (handelsbalans). Anders dreigt er een verloren decennium.
De eurozone bevindt zich in het centrum van een liquiditeitsval volgens G+Econolicz Lena Komileva, de consensus dat er een door de peroferie geleide herstel zou komen ligt aan scherven.
Frankrijk eist net als Italië een loslaten van de voorwaarden uit het Stabiliteits en Groei verdrag. Ook internationaal wordt het door een aantal analisten gezien als stammend uit een voorbije periode. Maar het is juist keer op keer tot nu toe bijgesteld om aan die nieuwe omstandigheden aan te passen.
En als Duitsland volgend jaar, zoals de prognoses luiden,  weer vooruitgaat zal dat de eurozone economie steunen maar tezelfdertijd de Duitse politiek van zuinigheid een sterkere basis geven en dus het S&G Pact handhaven.

Uit Duitsland, maar ook vanuit de ECB wordt gesteld dat zonder hervormingen de economie van de eurozone niet tot groei kan worden gebracht want alleen geldinjecties, direct of zijdelings, veranderen niets aan de structurele problemen van de eurozone. De structuur van de eurozone zelf houdt dat echter tegen.

Een verbetering  met hervormingen uitgespreid in tijd, niet in één klap overal uit te voeren maar te verwezenlijken  in de omvang en in het tempo dat voor een  bepaalde lidstaat mogelijk en nodig is zou wel uitvoerbaar worden indien elke lidstaat  vanuit zijn eigen structuur en potentie zijn eigen weg naar de groei zou kunnen nemen en zijn eigen problemen op eigen wijze oplossen. Want voor de zuidelijke staten en eveneens voor Franrijk zijn er andere prioriteiten nodig om orde op zaken te stellen en een groeipad in te slaan dan voor de al verder gevorderde noordelijke lidstaten waar hervormingen al eerder in een niet geforceerd tempo hebben plaatsgevonden.
Zoals het nu gaat met onwerkbare scenarios met de eurozone afgesproken of afgedwongen werkt het niet.
Dat houdt echter in waarmee Italië dreigt als het zijn eigen weg niet kan gaan, namelijk een ordelijk opbreken van de eurozone. Want binnen de eurozone zou door die ene munt 18 verschillende groei en hervormingswegen elkaar hinderen, tegenwerken. Door die munt zijn alle lidstaten oorzakelijk verbonden.

Het is zo logisch, de oplossing ligt zo voor de hand.
We zijn er nu toch echt wel van overtuigd geraakt dat de verschillen tussen de lidstaten van de euro nu zo groot en fundamenteel zijn dat één gemeenschappelijke financiële en politieke lijn niet mogelijk is en dat door het schipperen tussen de belangen van de een en de belangen van de ander voor geen enkele lidstaat een optimale ontplooing mogelijk is. Elke lidstaat houdt elke andere in zijn ontwikkeling tegen. Het ideaal van gelijkvormigheid is achterhaald.
Laat eerst ieder land, in overleg met de andere en zelfs steun van de andere met een eigen munt, eigen fiscale politiek eigen monetaire politiek en eigen economische politiek zijn eigen weg gaan. Wel moet de gemeenschappelijke vrije markt blijven bestaan.
Op deze wijze kan er samenwerking ontstaan. Er is door de verschillende munten, die een vrije wisselkoers hebben, geen wrijving meer veroorzaakt door een gezamenlijke munt die voor de een te duur en voor de ander te goedkoop is.
De euro blijft dan de gemeenschappelijke munt voor grensoverschrijdend financiëel verkeer. Naar buiten de zone verandert er dus niets.
De afgrijselijke interne devaluatie met zijn verderfelijke demoraliserende uitwerking op de werkende bevolking is niet meer nodig. Bovendien ligt de organisatie van de vernieuwing niet meer veraf in het anonieme Brussel maar bij de eigen zelf gekozen overheid. Dat bevordert het draagvlak.
De wisselkoersen bepalen de ruimtes die de lidstaten onderling hebben. Zo kan er een harmonieuze ontwikkeling op gang komen, ieder op eigen kracht maar in samenwerking met alle anderen.
Het voordeel is dat wanneer de lidstaten op de duur een voor hen optimale groei en stabiliteit hebben bereikt wellicht wèl het goede moment is aangebroken om weer intern dezelfde munt te kunnen gebruiken. Maar binnen de euro zoals nu zullen ze dat juist door het te duur en te goedkoop nooit bereiken.

De stemmen vanuit de lidstaten vertonen steeds sterkere nationalistische en anti eurozone klank. Zonder snelle verbetering zal dat geluid alleen maar sterker worden. Je ziet dat al in Griekanland, Italië, Spanje, waar de anti geluiden in volume toenemen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat de eurozone op onvriendelijke wijze wordt opgeblazen. Dat kan zo voorkomen worden.

Progressie moet niet het halstarrig vasthouden aan een onhaalbaar ideaal zijn maar zich richten naar veranderende omstandigheden en daar optimaal op inspelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

s.